Plannenverkoop
HET WAS EEN A VONTUUR ZEGT
VAN SPRANG (terug uit
RADIORAAD nam afscheid van prof.
Gerbrandy en mr. De Gaay Fortman
Haven in
winterslaap
Commerciële televisie en culturele peil
REGERING ZAL NIEUWE ADVIEZEN
VRAGEN AAN DE RAAD
Vrij sterke omzetstijging televisie*
toestellen en koelkasten
Uitbetaling compensatie huurverhoging
aan gepensioneerden beneden 65 jaar
niet voor mei a.s. te verwachten
Afweer tegen
raketten
Preek tot het haantje
In éép nacht
Uw nanden i
gaaf en zachtj
Maandag 27 januari 1958
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
EEN ARTIKEL van een bijzondere
medewerker van de Nieuwe Rotter
damse Courant over het Vlissingse
structuurplan op donderdag j.l. had
het volgende merkwaardige slot:
„Nogmaals: hier liggen grote kansen
voor de spreiding van de Nederlandse
welvaart. Ook goedkope kansen. Zo
telden wij in het Zuidhollandse plan
acht bruggen en zestien tunnels, in het
Vlissingse plan een brug of een tunnel.
Helaas schijnt dit alleen voor Zeeuwen
goed te klinken. Zij zullen dus nijg
veel propaganda moeten maken. Maa'r
op den duur zullen dan toch excellente
sprekers de gewoonte afleren op le
zingen en dergelijke de Westerschelde
achteloos ,.en bagatelle" te behande
len".
Wij zijn zeer erkentelijk, dat één
der invloedrijkste bladen in Neder
land en dan nog wel een blad, dat
In Rotterdam verschijnt, het op deze
wijze opneemt voor de Zeeuwse zaak.
Of feitelijk niet voor de Zeeuwse zaak,
maar voor de Nederlandse zaak en de
rol, die Zeeland daarin kan spelen.
Merkwaardig vinden wij de woor
den: „Helaas schijnt dit alleen voor
Zeeuwen goed te klinken".
Inderdaad dat is de moeilijkheid,
waarop wij telkens stuiten.
Bijzondere waarde hechten wij aan
de zin, die daarop volgt: Zij (de
Zeeuwen dus) zullen dus nog veel
propaganda moeten maken.
Wij zijn het met. deze zin van harte
eens.
HIER STUITEN WE op een moei
lijkheid, dat totdusver aan die pro
paganda naar onze smaak te weinig
gedaan is. Men schijnt te menen, dat
dit alles vanzelf gaat.
Zeeland maakt, behalve dan voor
zijn vreemdelingenverkeer, maar wei
nig propaganda.
Men moet in deze tijd het on
gelukkige woord is daarvoor nu een
maal in zwang en drukt toch ook de
gedachte het best uit: zijn zaak „ver
kopen".
Dat heeft Zeeland totdusver op kar
dinale punten te weinig ge'daan en
ook niet altijd op de juiste wijze.
WIJ WILLEN dat concreet aan
wijzen.
Het leek een „stunt", dat aan de
Kamerleden, bij hun parlementair be
zoek, het Sloeplan werd gepresen
teerd. Vóór die middag was daar naar
buiten niets over gepubliceerd.
Maar naar onze mening is dit on
juist gepland en daardoor verkeerd
gevallen.
Deze publikatie had voorbereid
moeten zijn. Feitelijk had het gehele
plan door allerlei besprekingen, door
een ontvangst van de pers en op der
gelijke wijze meer moeten zijn inge
leid. Dan had men de Kamerleden de
afronding op papier en met tekenin
gen kunnen geven. Nu kregen zij aan
het eind van een vermoeiende reis,
waarbij hun al vele papieren waren
uitgereikt, ook dit nog, een omvang
rijk dossier, dat door de meesten ten
hoogste vluchtig werd ingekeken met
de gedachte, alweer een wens van
Zeeland en we doen al zoveel. Met
de journalisten ging het net zo. En
de publikatie verdronk in de reeks
artikelen over de parlementaire reis.
Vandaar, dat het kon voorkomen,
dat de meest aangewezen minister
op een bepaald ogenblik niets van
dit plan wist.
HETZELFDE GELDT voor het
Vlissingse structuurplan.
Dit werd aan de pers meegedeeld
op een conferentie, waartoe uitslui
tend Vlissingse journalisten waren
uitgenodigd. Wij hebben voor deze
collega's grote waardering, maar het
lag voor de hand, dat er hierdoor
weinig over dit plan naar de pers
boven de rivieren ging.
Het provinciaal bestuur heeft het
beter gedaan, toen het, met het oog
op de behandeling van de Deltawet,
de parlementaire journalisten uitno
digde. Met enige, wat we daarbij niet
begrepen, was, dat de provinciale pers
hiervan maar per ongeluk iets hoorde
en dat de kring der persgenodigden
niet groter was. Maar, afgezien van
dit laatste: het was een lofwaardig
jnitiatief, dat wellicht bij goede ge
legenheid op breder schaal herhaald
kan worden.
Yerseke en Tholen doen het altijd
goed met hun mossefen- en oester-
restijn, waardoor die bijzondere teelt
dan ook bij de behandeling der Delta-
Wet in de Kamer alle aandacht had.
VOOR DEZE METHODEN moeten
we in Zeeland meer oog krijgen.
We moeten de Zeeuwse belangen
niet zien als specifiek Zeeuws, zodat
(Je bespreking, ook in de pers, wel
{ot Zeeland beperkt kan blijven. We
moeten die belangen laten zien, ge
ïncorporeerd in de Nederlandse zaak
en daarom de aandacht waard van
pet gehele Nederlandse volk en dus
de gehele Nederlandse pers.
Wij moeten, om het nog anders te
zeggen, de methoden van de moderne
public relations hanteren, om in de
toekomst te voorkomen, dat men de
Zeeuwse belangen in Nederland voor
bijziet, of dat als er iets van door
dringt de opvatting blijft gelden:
o, dat is alleen iets uit een afgelegen
provincie, waar slechts een beperkt
aantal mensen wonen, die toch niets
voor Nederland kunnen doen dan het
te voorzien van aardappelen, fruit,
uien, oesters en mosselen en die ver
der ruimte moeten laten voor ons
vakantievertier.
loopzonden mededeling (adv.)
Deze toespraken werden voorafge
gaan door het afscheid, dat prof. Ger
brandy en mr. De Gaay Fortman van
de radioraad namen. De staatssecreta
ris sprak woorden van hulde en af
scheid tot beide aftredende leden. Bei
den hebben ze aldus mr. Höppener
de gehele ontwikkeling van de ra
dio van het begin af meegemaakt.
Tot prof. Gerbrandy zeide de staats
secretaris, dat deze van nabij heeft
kunnen meemaken het uitgroeien van
de radio van zuiver technische uitvin
ding tot middel ter verspreiding van
ontwikkeling en cultuur en op dit uit
groeien invloed heeft kunnen uitoefe
nen. Hij roemde het doar de radioraad
in september 1947 aan de minister uit
gebrachte rapport als een groot stuk
werk en als het resultaat van ruim 'n
jaar intensieve en naar zijn mening
van grote stuurmanskunst getuigende
arbeid onder prof. Gebrandy's leiding.
Mr. Höppener herinnerde nog aan de
opheffing van de televisieraad met in
gang van 1 januari 1954, waarmede de
ALFRED VAN SPRANG, onze reizende verslaggever, is met zijn
opname-apparaat diep in het oerwoud van Suriname binnengedrongen
om tevens opnamen te maken voor de N.C.R.V. Onlangs keerde hij
naar Nederland terug, om zijn opnamemateriaal te monteren tot twee
klankbeelden, die in februari worden uitgezonden: „Avontuur in Suri
name".
„Het was een avontuur!" vertelde Van Sprang. „Vierhonderd kilo
meter over rivieren, die soms te woest en soms te droog waren. We
zijn met 35 man naar de bosnegers geweest en bij de indianen vlak
bij de Braziliaanse grens. De militairen hebben daar geschenken ge
bracht zoals klamboes, truitjes, hakmessen, patronen en voedsel. Die
Indianen leven namelijk in een volslagen isolement en zo nu en dan
gaat er eens een expeditie heen om ze wat te brengen.
„Als u het mij vraagt"
„Als U het mij vraagt" de
N.C.R.V.-rubriek, waarin vooraan
staande musici en autoriteiten uit de
sector van de „ernstige muziek" over
de lichte muze spreken, start op
maandag 27 januari. Als eerste spre
ker in deze uitzendingenreeks treedt
op Dr. J. Daniskas, inspecteur voor
het muziekonderwijs in Nederland.
Hij zal zijn mening uiteenzetten over
de plaats, die de lichte muziek in
het muziekleven en bij de amateu
ristische muziekbeoefening inneemt.
Het haantje op de toren der Prin-
sekerk te Rotterdam is een poosje
op de begane grond geweest om op
nieuw verguld te worden. Aleer het
beest zijn hoge standplaats weer in
nam heeft, naar de Rotterdamscha
Kerkbode meldt, „de grootste theo
loog uit het ministerie van predi
kanten van Rotterdam", dl'. W. S.
van Leeuwen, zich tot de haan ge
richt. Als bewijsmateriaal is aan het
bericht een foto van beide „per
sonen" toegevoegd.
In het tweegesprek zou de haan
zich beklaagd hebben over zijn
coelibaaten dat nog wel bij een
reformatorische kerk. Daarna luis
terde de haan met opgeheven kam
naar dr. Van Leeuwen, die hem
waarschuwde voor zijn gevaarlijke
voorbeeld om met alle winden mee
te draaien. De predikant hoopte, dat
de leden der kerk de haan niet
zullen volgen door met alle winden
van leer mee te gaan. Ook verzocht
dr. Van Leeuwen de haan voortaan
niet zo hoog van de toren te blazen.
HET LIGT in de bedoeling van de staatssecretaris van onderwijs,
kunsten en wetenschappen, mr. R. G. A. Höppener, de radioraad bin
nenkort nader advies te vragen o.m. over de praktische uitwerking
van een der conclusies van het op 4 oktober 1956 door die raad uit
gebrachte rapport over de recmlame-televisie. Daarbij zal in het bij
zonder ook aandacht dienen te worden besteed aan de waarborgen
welke zouden moeten worden geschapen ter bescherming van het
culturele peil der programma's bij een eventuele invoering van com
merciële televisie. Dit heeft de staatssecretaris medegedeeld in een
dezer dagen in het ministerie gehouden bijeenkomst van de radio
raad. De raad was voor het eerst in zijn nieuwe samenstelling bijeen,
voorzitter was prof. mr. L. W. G. Scholten.
radioraad wederom het enig adviescol
lege van de regering op het gebied van
de radio werd. waaronder volgens in
ternationaal erkende opvatting zowel
de geluids- als de beeldomroep beho
ren.
DESKUNDIGE
De staatssecretaris van Economische Zaken deelt in een brief aan
de voorzitter van de Tweede Kamer mede, dat de indruk bestaat, dai
in de eerste drie kwartalen van 1957 de verkoop op afbetaling in zijn
geheel nog is toegenomen, waarbij rekening moet worden gehouden
met de seizoensinvloeden, doch dat het tempo van de toeneming aan
zienlijk is vertraagd, wat mede veroorzaakt wordt door de beperkin
gen van de afbetalingsbeschikking 1956.
In <Mt verband kan er nog op wor
den gewezen, aldus de staatssecretaris,
dat ook de cijfers van de gemeentelijke
volkskredletbanken, de particuliere
geldschletbanken en de betaalzegelkas-
sen in de eerste drie kwartalen van
1957 een toeneming van de omzet te
zien gaven.
Uit gegevens, verstrekt door het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, blijkt
dat 1» 1955 en 1656 in de sektor kle
ding en textiel het grootstepercentage
van het totaal op afbetaling is gekocht,
namelijk resp. 36.2 en 32.7 procent.
Daarna is aan meubelen en woningin
richting het meeste op afbetaling ge
kocht, nl. 21.4 en 24.6 procent. In 1955
is 2.6 procent van het totaal op afbe
taling gekocht besteed aan bromfiet
sen, In 1956 was dit 1.8 prooent. Voor
radiotoestellen zijn deze percentages
7.5 en 6.5 procent, voor televisietoestel
len Ï.6 en 5.6 procent en voor koelkas
ten 1.0 en 1.4 procent.
Ofschoon televisietoestellen en koel
kasten slechts een beperkt deel van het
afbetaHngspakket vormen, is de vrjj
sterke omzetstijging van de dure con
sumptiegoederen bU de afbetalingsma-
gazijnen in 1956 ten opzichte van 1955
welke stjjging zich in 1957, naar mag
worden aangenomen, heeft voortgezet
merkwaardig, aldus de staatssecre
taris.
Voorts deelt de staatssecretaris mee,
dat is gebleken, dat sommige van deze
bedrijven omstreeks of na de afkondi
ging van de afbetallngebeschlkklng '56
er toe zijn overgegaan ln het bijzonder
voor koelkasten de mogelijkheid van
verhuur in het leven te roepen. Aanvan
kelijk ls bij sommige huurders op grond
van mondelinge mededelingen het mis
verstand ontstaan, dat de koelkasten
na enige jaren hun eigendom zouden
worden na betaling van een restantbe
drag. Daar deze mondelinge mededelin
gen door de betrokken directies volle
dig zijn gewraakt als zijnde in strijd
met de gegeven Instructies, mag wor
den verwacht, dat ln het vervolg der
gelijke toestanden niet meer zullen
voorkomen.
Zeventig jaar getrouwd
Het echtpaar P. J. Makkus-Quak,
wonende Zuiderstraat 128 te Delft zal
op 15 februari zeventig jaar getrouwd
zijn. De heer en mevrouw Makkus be
horen tot de oudste inwoners van da
stad. De bruid is 95 jaar en de brui
gom zal dit spoedig zijn.
Prof. mr. P. S. Gerbrandy
DE STAATSSECRETARIS deelde
voorts ln zijn toespraak tot de raad
mede dat aan de raad zeer binnenkort
advies zal worden gevraagd over een
wijziging van het televisiebesluit 1956,
dit verzoek om advies bedoe,lt de mo
gelijkheid te verschaffen tot een effi
ciëntere organisatie en werkwijze van
de Nederlandse televisie stichting.
De voorzitter van de radioraad stel
de in zijn antwoord in het licht hoe
zeer het de raad leed doet dat zijn
voorzitter, prof. mr. P. S. Gerbrandy
en zijn onder-voorzitter, mr. F. B. de
Gaay Fortman, gemeend hebben zich
wegens hun leeftijd niet meer beschik
baar te moeten stellen voor het voort
zetten van hun werkzaamheden in dit
college.
Naar aanleiding van het heengaan
van prof. Gerbrandy en mr. De Gaay
Fortman zeide prof. Scholten o.m.:
„Hun beider persoonlijkheden waren
ieder op hun wijze in zeer bijzondere
mate verbonden met de arbeid van de
radioraad. De eerste door zijn volko
men onpartijdige leiding, zRn kloeke
wijze van besluitvorming, zijn onna
volgbare humor en vooral door zijn
scherpe analyse van de aanhangige
vraagstukken.
De tweede als lid door de wijsheid
van zijn adviezen, die steeds gesteund
werden door zijn kennis van de ge
schiedenis van het radiowezen.
RAPPORT
Tenslotte maakte mr. Höppener ge
wag van prof. Gerbrandy's publikatie
uit het jaar 1934, getiteld: „Het vraag
stuk van de radio-omroep", waarin hij
als bij uitstek deskundige in deze za
ken, de ontwikkeling van de omroep
in Nederland heeft geschetst en daar
naast een uiteenzetting heeft gegeven
van alle problemen, welke de radio in
die tijd met zich meebracht.
Tot mr. De Gaay Fortman zei de
staatssecretarie, dat heel veel van wat
hij tot prof. Gerbrandy gezegd had,
ongetwijfeld ook voor mr. De Gaay
Fortman geldt. Ook mr. De Gaay Fort
man heeft de gehele ontwikkeling van
radio en televisie van het begin af me
degemaakt. Niet alleen was hij jaren
lang plaatsvervangend voorzitter van
de radioraad, maar ook was hij een
tijdlang secretaris van deze raad en
enige jaren voorzitter van de juridi
sche commissie. Bij het heengaan van
nrof. Gerbrandy in 1939 werd hij be
last met het voorzitterschap van de
raad.
BELANGRIJK WERK
In de donkere oorlogsjaren hebt u
aldus de staatssecretaris belang
rijk werk kunnen doen, U bent toen
immer in contact gebleven met de om
roepverenigingen en u hebt met hen
de plannen besproken, die hier te lan
de werden uitgewerkt voor de tijd, dat
Nederland weer vrij zou zijn.
Vervolgens sprak de heer J. W. de
Vries, als oudste lid van de radioraad,
een kort afscheidswoord tot de beide
scheidende leden.
Prof. Gerbrandy en mr. De Gaay
Fortman uitten een dankwoord ver
meldende met weemoed afscheid te
nemen van de radioraad en zijn leden,
in wier midden zij dankbaar weren
werkzaam te zijn geweest. Prof. Ger
brandy maakte nog gewag van de ge
makkelijke introductie die hij door
zijn internationale contacten als lid
van de radioraad bij de B.B.C. gehad
heeft bij de aanvang van zijn verblijf
te Londen gedurende de tweede we
reldoorlog.
In antwoord op vragen van het tweede
kamerlid mejuffrouw Lemarie, heeft de
heer Struycken, minister van binnen
landse zaken, bezitsvorming en publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie, medege
deeld, dat gepensioneerden beneden 65
jaar, die een pensioen ontvangen van het
algemeen burgerlijk pensioenfonds, nog
geen compensatie voor de huurverhoging
hebben ontvangen en dat uitbetaling van
deze compensatie niet voor mei a.s. te
verwachten is.
Don G. Mitchell, president-directeur
van een Amerikaanse N.V. heeft ver
klaard dat men een middel heeft ge
vonden om bommenwerpers te be
schermen tegen raketten.
Het gaat hier om een automatisch
werkend elektronisch afweersysteem,
dat in het toestel wordt ingebouwd.
Mitchell zei, dat men geslaagde proe
ven met het nieuwe systeem heeft ge
nomen en dat de nieuwe supersonische
bommenwerper, de convair-b 58 ermee
wordt uitgerust.
Door het nieuwe systeem wordt een
elektromagnetisch veld rond het vlieg
tuig geschapen, waardoor de naderen
de raket uit haar koers raakt.
De minister antwoordt dat, hoewel het
individueel om betrekkelijk kleine be
dragen gaat, bedoeld uitstel van betaling
der huurcompensatie voor bepaalde groe
pen van gepensioneerden inderdaad be
zwaar zal opleveren. Hierbij moet echter
niet uit het oog worden verloren, dat
per 1 januari 1957 reeds zeer belangrijke
verbeteringen zijn aangebracht in de fi
nanciële positie der gepensioneerden,
waaruit rappelbetalingen tot aanzienlijke
bedragen voortvloeiden, die bereids zijn
of eerstdaags worden uitbetaald. Deze
betalingen bedragen ten minste 6 procent.
Primair is het streven erop gericht, al
dus minister Struycken, dat alle gepen
sioneerden de bedoelde rappelbetaiingen
zo spoedig mogelijk zullen hebben ont
vangen en dat de driemaandelijkse pen
sioenbetalingen van 1 januari 1958 af tot
de bedragen van de nieuwe aanspraak
kunnen geschieden.
Voorts is het uit administratief oog
punt wenselijk, dat de regeling tot toe
kenning van een huurcompensatie aan
de gepensioneerden in één arbeidsgang
zo nauwkeurig mogelijk wordt toegepast,
opdat niet weer opnieuw allerlei bere
keningen en verrekeningen in een vol
gend stadium moeten worden gemaakt.
Tenslotte deelde de minister mede, dat
er naar gestreefd wordt het ontwerp van
wet tot regeling van deze huurcompen
satie in de loop van de eerste helft van
dit jaar bjj de Staten-Generaal in te die
nen.
Oostduitse protestanten
veroordeeld
In Maagdenburg in Oost-Duitsland,
zijn de voorzitter van de klassikale
vergadering van de provincie Sakserj
der Evangelisch-Lutherse kerk, Kurt
Grübaum, en een lid van doeze verga
dering, Siegfrief Klewitz, voorwaarde
lijk tot resp. een gevangenisstraf van
twee en een half jaar en een boete van
10.000 mark en een gevangenisstraf van
negen maanden veroordeeld. De twea
mannen waren in oktober j.l. gearres
teerd, omdat er ten tijde van de geld-
zuivering in Oost-Duitsland grote be
dragen in Oostduits geld in Griinbaums
woning zouden zijn gevonden.
Arubaanse steun voor
Indonesische evacué's
Volgens een persbericht zijn bij allo
plaatselijke banken op Aruba rekenin
gen geopend, waarop gelden kunnen
worden gestort ten behoeve van eva
cué's uit Indonesië. Het Arubaans»
Rode Kruis zal deze bijdragen over
maken aan het Rode Kruis in Neder
land om de nood der repatriërenden
uit Indonesië te helpen lenigen.
Ze waren blij op een zeer speciale
manier. Ze aanvaardden onze ge
schenken zonder enige verbazingen
zonder een woord te zeggen verdwe
nen ze er mee. Maar de volgende
dag lagen midden in het dorp sta
pels bananen en suikerriet op ons
te wachten. De indianen kwamen
toen kijken hoe blij wij daar weer
mee waren. Ze hadden toen ook de
kleren aan, die wij hen gegeven had
den. Maar van voor- of achterzijde
hadden zij nog nooit gehoord en van
maten evenmin. De oudere indianen
droegen soms een kindertruitje bin
nenste buiten en de peuters droegen
grote truien als een avondjurk ligne
sac!"
Van Sprang heeft veel gezien en
meegemaakt. Hij sliep evenals de
ambtenaren van het binnenlands be
stuur en de andere deelnemers aan
de expeditie ln hangmatten ln het
oerwoud. Hij hielp de acht koralen
over de drooggevallen plekken sle
pen, at apenvlees en grote vissen en
maakte een dansfeest mee bij de bos
negers.
Juist toen zijn opname-apparaat
het begaf, ontmoette hij' tot zijn ver
bazing midden in Suriname de heer
Ate de Vries uit Haarlem, die als as
sistent van Herman v. d. Horst een
kleurenfilm maakt over Suriname.
De heer De Vries had.... precies
eenzelfde apparaat voor het geluid
bij de film en repareerde binnen
enkele uren het toestel van collega
Van Sprangl De gebarsten rib, die
Alfred van Sprang heeft opgelopen
door een val uit zijn hangmat Is in
middels weer genezen en zijn „oer-
woudbaard" is weer afgeschoren.
Hij werkt nu aan zijn draaiboek
voor twee radioprogramma's „Avon
tuur in Suriname", terwijl ook zijn
reportages voor het Zeeuwsch Dag
blad worden voltooid.