„technische bijstand" kldssieke kL&nkjuweLen „soldatenzender en de steen graf van Zeus Een simpele ploeg als belangrijke HET KIND Ontwikkeling Ontspanning Gezelligheid Mexicaanse professor leerde boeren stieren als trekdier gebruiken Basis-onderwijs fof verhoging van levens standaard Ned. siudentencongres te Nijmegen Rumoer rondom een Westduitse Grapjevan Oost duits tijdschrift Eerste Tsjechische atoomreactor Zweedse Koning reikte Nobelprijzen uit Succes voor jeugdig componist Oude meesters onder de hamer Jan Sluijters 75 jaar Goed nieuws voor organisten Ned. professor zoekt het O. pL&tenpRMt 't Zeeiiwscli Weekend Geslaagde arbeid In Italiaans Somaliland 4 11 anneer men de veel gebruikte uitdrukking „technische bijstand voor economische ontwikkeling" tegenkomt, is een tractor of een vakschool voor metaalbewerking waarschijnlijk het eerste, waaraan men denkt. Technische bijstand kan echter op vele manieren geven worden en meestal blijkt de eenvoudigste vorm het beste resultaat op te leveren. Vooral wanneer deze is aangepast aan de plaatselijke be hoeften en omstandigheden. Dit werd kortgeleden weer eens bewe zen door een kleine tengere Mexicaan, professor Alfredo Barrera- Vasquez, die op verzoek van de Unesco gedurende drie jaar in So maliland heeft gewerkt. Hij had tot taak een centrum voor basis onderwijs in Dinsor op te richten, een plaats op ongeveer 250 mijl afstand van dit onder Italiaanse leiding staande trustgebied. Het basis-onderwijs tracht de leven- is hiervan ijlings terug moeten komen, standaard te verhogen. In Dinsor had men omdat de vonken, die door dit aangeblazen daarvoor niet in de eerste plaats behoefte aan tractoren of vakscholen. Dat bleek dr. Barrera-Vasquez al vrij snel na zijn aankomst; het eerste belangrijke resul taat van zijn werk was het in gebruik nemen van een nieuw landbouwwerk tuig, namelijkde ploeg! De boeren in Dinsor hebben nu twaalf ploegen tot hun beschikking met het gevolg, dat de oogst thans vijfmaal zo groot is als in de tijd, dat men nog met de traditionele schoffel werkte. Om de boeren tot het werken met de ploeg over te halen kon dr. Barrera-Vas quez niet volstaan met het louter demon streren van de voordelen hiervan. Plus een stier Er moest ook een dier zijn, dat de ploeg kon trekken. En zo kwam het, dat dr. Barrera-Vasquez, stichter van Me xico's instituut voor Indiaanse literatuur en buitengewoon hoogleraar In taalwe tenschap aan de Tulane-Universiteit ln de Ver. Staten, in Dinsor de boeren moest leren hoe stieren als trekdier ge bruikt konden worden. Gelukkig hebben de stieren in Somali weinig gemeen met hun vurige soortge noten in Mexico. In plaats van over de open vlakten te zwerven worden ze n.l. vuur ontstonden, fataal bleken voor de rieten daken van de smederijen. Meer succes Meer succes had hij met de houtbe werkers. Deze vervaardigden vrijwel uitsluitend keukengerei. Dr. Barrera- Vasquez toonde hun houten dier- en mensfiguren, welke elders in Afrika waren gemaakt. „Ik liet ze hen niet lang houden, om te voorkomen dat ze ze konden namaken, ik wilde slechts laten zien welke andere mogelijkheden er nog waren", aldus Dr. Barrera. Het resultaat was zelfs voor de meest optimistische medewerkers van het centrum een verrassing. De houtsnijders begonnen kamelen, gi raffen, hyena's, leeuwen olifanten en menselijke figuren te maken en wel zo kunstzinnig, dat hun houtsnijwerk thans via kooplieden in Mogadishu wordt geëx- p 13, 14 en 15 maart 1957 zal te Nijmegen het vierde Nederlandse studentencongres worden gehouden. Hieraan zullen studenten uit Neder land, België en Zuid-Afrika deelnemen. Behandeld zal worden het onderwerp: de invloed van pers, radio en televisie op de meningsvorming van de studen ten in het Nederlandse taalgebied. Over dit onderwerp is een prijsvraag uitge schreven, bestaande uit het schrijven van een verhandeling van maximaal 4.000 woorden. De eerste prijs zal be staan uit een gouden medalje en 1 300, - ÖVUOil uil, CCU guuucil WH «w» beschikbaar gesteld door de Neder landse Dagbladpers. „Susi" bracht land In rep en roer «f Een aantal Duitse dagbladen en ook een paar radio-tijdschrif- ten wisten dezer dagen tot in de kleinste bijzonderheden te ver tellen, dat er een Westduitse sol datenzender zou komen en wel omstreeks medio 1957, die over de middengolf zou gaan zenden. Deze soldatenzender, die de naam „Susi" zou dragen, zou op vier zorgvuldig bewaakt ter bescherming te gen hyena's, leeuwen en andere viervoe tige rovers. Het africhten tot trekdier duurde daardoor slechts tien tot twaalf dagen. Het centrum voor basis-onderwijs in Dinsor staat nu onder leiding van Camil- lo Bo nanni, een Italiaan die zelf studeer de In het Unesco-opleidingscentrum van Patzcuaro in Mexico. Nog heel wat meer Behalve het Invoeren van nieuwe land bouwmethoden houdt het nieuwe cen trum te Dinsor zich ook bezig met het verbeteren van de medische verzorging, bestrijding van het analfabetisme en de opleiding van handwerklieden. Wat dit laatste betreft stuit men, zo ver telt Dr. Barrera-Vasquez, soms op merk waardige moeilijkheden. Het centrum te Dinsor heeft b.v. de werkplaatsen van de smeden willen uit rusten met een modern smidsvuur. Men Koning Gustaaf Adolf van Zweden heeft in Stockholm de Nobelprijzen voor natuurkunde, scheikunde, genees kunde en letterkunde uitgereikt. Aan wezig waren de drie winnaars van de prijs voor natuurkunde, de Amerikaan Shockley, Bardeen en Brattain, de twee winnaars van de prijs voor schei kunde, de Engelsman Hinsewood en de Rus Semjonof, en de drie winnaars van de prijs voor geneeskunde, Cour- nand, de Duitser Forssmann en de Amerikaan Dickinson Richards. De prijs voor letterkunde werd namens de winnaar, de Spanjaard Juan Roman Jimenez, in onl /angst genomen door Benitez. Na de uitreiking werd een diner gehouden in de feestzaal van de Zweedse academie, waaraan ongeveer 150 genodigden deelnamen. De feest avond, die gewoonlijk wordt gehouden ln het stadhuis van Stockholm, is dit jaar niet doorgegaan m verband met de internationale toestand. 9 A an de jeugdige componist Hans Kox te Apeldoorn is de culturele prijs voor 1856 van de gemeente Arnhem toegekend. De prijs van duizend gul den zal hem op 28 december ten stad- huize worden uitgereikt. Na zijn eind examen h.b.s. heeft Hans Kox, die zes- en-twintig jaar is, enige tijd gestudeerd aan het Utrechts Conservatorium. On der leiding van Henk Badings studeer de hij verder compositie, contrapunt en instrumentatie. Van Jaap Spaander man kreeg hij piano-onderricht. Hoe wel van een volledige ontplooiing nog niet kan worden gesproken, is de jury toch van mening, dat Hans Kox, vooral blijkens zijn in 1955 geschreven strijk kwartet, onmisbaar de beschikking heeft over muzikaal inventieve krach ten. In de toekomst verwacht men veel van hem. Op de veiling van oude en moderne kunst bij Frederik Muller en Co te Amsterdam is een klein schilderij van Ferdinand Bol, een vrouwenpor tret, gesigneerd en gedateerd 1653, ge veild voor 21.000 gulden. Twee win terlandschappen van Hendrick Aver- camp werden gekocht voor 22.000 en 25.000 gulden. Een aan Pieter de Hoogh toegeschre ven doorkijkje uit een binnenhuis, in gezet op 4.000 gulden, bracht 4.200 gul- Een overzicht van de werkzaamheden aan de eerste Tsjechische atoom reactor welke op het ogenblik bij Praag wordt gebouwd. Op de achter grond de watertoren, die het koel water zal bevatten, in aanbouw den op. Een doek van Melchior de Hondecoeter, „Vogels in een bosland schap", werd na herhaaldelijk opbie den voor 6.200 gulden afgemijnd. Voor deze veiling van kunstwerken, afkom stig uit diverse verzamelingen en na latenschappen, bestond grote belang stelling van de zijde van particulieren en makelaars. grote vrachtwagens met aanhan gers worden gemonteerd en dus regelmatig van standplaats kun nen veranderen. In hoofdzaak zouden programma's worden uit gezonden in de tijd, dat de solda ten geen dienst hebben, dus in de late middaguren tot de taptoe. Opdat iedere soldaat en minstens iedere kamer de programma's van de nieuwe zender zou kunnen beluiste ren, zou de Westduitse radio-industrie druk bezig zijn met de voorbereidin gen voor de serieproduktie van een goedkoop radiotoestel, speciaal voor de soldaten. De leiding van de zender zou berusten bij een luitenant en twee sergeant-majoors, die binnen kort contact zouden opnemen met artisten om hen voor medewerking aan de „Susi"-programma's te winnen. Bezorgd De bewering, dat als gevolg van dit bericht bij alle mogelijke in stanties van het leger zich al zo veel artisten hadden aangemeld, dat, om een voorbeeld te noemen, het personeel van de sorteerzaal van het hoofdpostkantoor in Bonn Eens, zo vertelt het boek Daniël ons, was een machtig koning in grote onrust om een droom die hij gedroomd had. Een monsterlijk beeld was hem verschenen: gouden hoofd, zilveren borst, koperen buik, benen van ijzer en voeten van ijzer en leem, massaal, onrustig, dreigend flikkerend in de zon! Nebucadnezar had een visioen gehad van het „wereld-beeld": stra lend en tegelijk koud, sterk en tegelijk broosimponerend, maar zo dat hij er koud van werd Is ons „wereld-beeld" niet van gelijke samenstelling? Overheerst ook daarin niet het goud, het staal en het slijk., de dollar, de tank en de vuilpijperij? „De aanblik ervan was schrikwekkend", zegt Daniël (2:31). Toen, zonder toedoen van mensenhanden, raakte een steen los van de berg, „toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een dors vloer in de zomer, en de wind voerde ze mee, zodat er geen spoor meer van te vinden was". Waar is dat schrikwekkend beeld der wereld? In zijn plaats werd de steen die het beeld getroffen had, tot een grote berg, die de gehele aarde vulde. Hij moet als Koning heersen, roept Paulus, Hij, de Steen, die door de tempelbouwers verachtelijk was een plaats ontzegd. Advent roept ons toe: het Kind komt! „Gij wilt met vrede tot ons komen"! Maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. haat het u dan nadrukkelijker gezegd worden: het Kind komt èn de Steen. Hoe zoudt ge de tweede ontvlieden als gij de eerste verwerpt Het wereldbeeld wordt vermalen en het Kind zal als Koning heer senAdvent: Komt, wantHij komt. Nog wekt u de Heiland en nog is er raad, sta op uit de doden, 't is spoedig te laat! kA aandag »zal de Amsterdamse schil- der Jan Sluijters de 75-jarige leef tijd hebben bereikt. In verband met zijn gezondheidstoestand is er die dag geen receptie, ook geen bezoek. Jan Sluijters werd 17 december 1881 te 's-Hertogenbosch geboren, waar hij aanvankelijk de koninklijke school voor beeldende kunsten bezocht om daarna leerling tp worden van de rijks normaalschool en de rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam. Daar verwierf hij in 1904 de Prix de Rome, nadat hem in datzelfde jaar 't koninklijk subsidie was toegekend ge worden. Het was deze Prix de Rome, die hem o.m. gedurende geruime tijd te Parijs deed verblijven. De hiervan door hem medegebrachte werken de den hem reeds dadelijk kennen als een kunstenaar van uitzonderlijke be gaafdheid en sterke persoonlijkheid. Ook bezocht hij Italië en Spanje. Jan Sluijters schildert stillevens, stadsgezichten en composities met fi guren, vooral portretten. Zeer veel be kende persoonlijkheden heeft hij in beeld gebracht. In 1918 ontving hij de erepenning van de Jaarbeurs te Utrecht, in 1919 de gouden medaille van de Koningin op de tentoonstelling van „Arti et Amicitiae", in 1937 werd aan zijn werk op de wereldtentoonstelling te Parijs de „Grand Prix" toegekend, in 1940 ontving hij de zilveren medaille van de stad Amsterdam ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan der maat schappij „Arti et Amicitiae". In 1933 werd Jan Sluijters benoemd tot offi cier in de orde van Oranje Nassau. moest worden verdubbeld, bleek al spoedig een gerucht en verzinsel te zijn. De artikelen en berichten over deze soldatenzender „Susi" waren méér dan een gerucht. Zij waren, hetgeen eveneens zij het aanzienlijk later bleek, doelbewust en opzettelijk ver keerd gelanceerd. Dit bleek echter pas, toen de autoriteiten van sommige deelstaten, bezorgd ooer de aantasting van hun soevereiniteitsrechten op het gebied van de radio-omroep in Bonn gingen protesteren. Communistische misleiding En toen bleek, dat noch bij het ministerie voor de posterijen, noch bij het ministerie van defensie iets omtrent deze zender bekend was. Evenmin als de Westduitse radio industrie een zogenaamd volkstoestel ln serie wilde gaan bouwen. Toen daarna eens werd nagegaan waar dit „Susi"-bericht dan wel van daan kwam, bleek, dat een med- deling erover voor het eerst ln het radiotijdschrift van de Sowjetzone „Unser Rundfunk" van 16 september 1956 was verschenen. Een Zwitsers tijdschrift had dit bericht overgeno men, van waaruit het de weg vond in de Westduitse pers, die zich boven dien liet voorlichten door een tot in de kleinste details gaand artikel van de „Deutsche Presse Zentrale" in Stuttgart, die hiermee haar onbe trouwbaarheid op het gebied van de voorlichting heeft gedemonstreerd. De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen heeft zich in be ginsel bereid verklaard enkele beur zen te verlenen aan Nederlandse or ganisten, die in het bezit zijn van het einddiploma consevatorium voor orgel of het staatsexamen-b voor orgel met goed gevolg hebben afgelegd, en voor wie de kosten, verbonden aan het vol gen van de cursussen van de in 1957 te houden internationale zomeracade- mie voor organisten, een belemmering vormen voor het deelnemen daaraan. Dit jaar werd in de cursussen van de academie aandacht besteed aan de Duitse en Franse school voor interpre tatie en improvisatie. Volgend jaar zal ook aan de Nederlandse school aan dacht worden geschonken. De commissie internationaal orgel concours schrijft ter gelegenheid van de zevende orgelimprovisatiewedstrijd, te houden in juli 1957 te Haarlem, een prijsvraag uit voor een compositie voor orgel met een of twee instrumenten, of een of twee zangstemmen, met een speelduur van minimaal vijf en maxi maal twintig minuten. Uitgeloofd wor den een prijs van f 300 en een van 200. De jury bestaat uit ir. H. H. Badings, Albert de Klerk en drs. M. Geerink Bakker. De bekroonde werken zullen op een der concerten van het orgelconcours-1957 worden uitgevoerd en worden uitgezonden door de N.C.R. V. en de Wereldomroep. Opgravingen op Kreta nze aarde geeft steeds meer 's van haar geheimen prijs. Ge heimen van het leven van mensen, die vele eeuwen voor ons hebben geleefd. De archeologen ontdekken telkens weer opnieuw dingen, waarvan men het bestaan nauwelijks vermoedde. Door hun werk krijgt de moderne mens heel vaak een uitstekend inzicht in het rijke cultuurleven van eeuwen ge leden. En ook een beter begrip van de mythologie. Zo is er in de afgelopen zomer op Kreta een uit voerig onderzoek ingesteld naar de geboortegrot en het graf van Zeus, uiiiw,,"""MtiHii|,,,""i,tttiih,"""|i»iiiiii|i""i|iiiiiiii'>IIHUII<Huuriii)iiii«""«iiiiiiiiii""iiiii|)|iiiii""iiii||]]i"i""ui]miiii>t»iiiimiiin—.<ii|||j|]iii«.»n{]1]]||ii>i..ii(||g|]l|li. /T\ e laatste tientallen jaren bestrijkt de belangstelling voor de jfJ^muziek een veel breder terrein dan vroeger. We wezen hierop reeds in ons eerste platenpraatje. Musicologen en uitvoerende musici hebben de aandacht gevestigd op onbekende en minder be kende componisten uit vroegere perioden uit de laatste tijd en het zijn niet meer alleen wat men wel de klassieken noemt (Haydn, Mo zart en Beethoven) en de romantici, die in het middelpunt van de belangstelling staan. Dit is een verheugend verschijnsel en zo komt het tegenwoordig gelukkig voor, dat men in de discotheek van een muziekliefhebber werken van Schütz, van de middeleeuwse trouba dours, van Honegger of Prokofjeff aantreft. Gelukkig vinden echter ook de „van ouds bekende" componisten nog grote aftrek en om in deze behoefte te voorzien is Philips bezig een serie 30 cm langspeelplaten „Klassieke Klankjuwelen" uit te geven tegen de prijs van 16,50 per stuk. „Klassiek" heeft in dit verband terecht de bete kenis van „voortreffelijk, waardevol, voorbeeldig", daar we in de muziek immers nauwelijks de kunsthistori sche term „klassiek" in de betekenis van „in navolging van of onder in vloed van de klassieke Griekse en Romeinse kunst" kunnen spreken. Deze serie omvat dan ook o.a. werken van Pergolesi, J. S. en Joh. Chr. Bach, Mozart, Beethoven, Brahms, Liszt en Debussy. Beethoven-Schubert De nieuwste plaat uit deze serie, Philips S 04611 L (33), bevat de goed gekozen combinatie van twee zeer bekende orkestwerken, n.l. de 5de symphonie van Beethoven en de 8ste symphonie van Schubert, de zgn. „Unvollendete". Beide werken worden gespeeld door het Cleveland-orkest onder leiding van George Szell, die ook in ons land geen onbekende is (hij dirigeerde o.a. het Residentie-orkest). Szell doet zich in deze werken ken nen als een nauwgezet musicus, die geen détail uit het oog verliest. Van de onvoltooide symphonie van Schubert geeft hij een lyrische, fijngevoelige vertolking, die al is het tempo wat langzaam van het begin tot het eind boeit. De 5de sym phonie van Beethoven wordt, over eenkomstig de aard van dit werk, met meer dramatische spanning gespeeld. Hoe mooi spelen de verschillende in strumentengroepen hun partijen: zoet vloeiend de strijkers in de Unvollen dete,warm van toon de houtblazers, rond en nergens te scherp of te sterk de koperblazers. Ook de opname-technici hebben met deze plaat veel eer ingelegd. De weergave is prachtig uitgebalanceerd en alle instrumentengroepen komen even goed door. Wanneer U een weer' gave-apparaat bezit, dat zowel de la ge als de hoge tonen (en niet te ver geten de boventonen), zowel pianis simo als fortissimo goed weergeeft, dan kunt U zich met deze plaat in de concertzaal wanen! Twee andere werken, die we stellig tot de klassieken in bovengenoemde zin mogen rekenen zijn het pianocon cert in c mineur (K.V. 491) en dat in c majeur (K.V. 503) van Mozart, die voorkomen in de „Mozart Jubileum ëditie 1756—1956" op Philips A 00339 L (33), gespeeld door Hans Henkemans met de Wiener Philharmoniker onder leiding van Rudolf Mozart. Reeds het feit, dat Henkemans Mozart speelt, waarborgt een waardevolle weergave. Henkemans werd in 1913 in Den Haag geboren, behaalde eerst in Utrecht het artsdiploma en is sindsdien hoofdzakelijk werkzaam als pianist en componist. Als Mozart- en Debussy- vertolker heeft hij internationale be kendheid. De op deze plaat gespeelde wer ken zijn beiden afkomstig uit het jaar 1786 en het is dan ook niet meer de onbezorgde, jeugdige Mo zart die we hier horen, maar de door het leven gerijpte kunstenaar (al zijn Mozarts composities geen neerslag van zijn persoonlijke be levenissen zoals dat bij Beethoven bijv. wel het geval is). Henkemans geeft van deze concer ten een fijngevoelige, bijna enigszins ingetogen vertolking. Ook de orkest begeleiding en de technische verzor ging zijn zeer goed. Britten: The little Sweep Het laatste werk, dat we vandaag in deze rubriek bespreken, is de ope ra „De kleine schoorsteenveger" uit „Let's make an opera" (Laten we een opera maken) van de bekende, talent volle Engelse componist Benjamin Britten (geb. 1913). Dit werk kan geen aanspraak maken op de betiteling „klassiek" en velen zullen het ook niet tot de klankjuwelen rekenen. (Het komt tTomuens ook niet voor in de serie „Klassieke Klank- juwelen"). Toch wagen we het te voorspellen, dat deze bijzonder aardi ge, interessante, mooie plaat (Decca LXT 5163 (33) veel gekocht zal wor den, vooral in Engeland. Want, ondanks het enigszins mo derne klankdioom spreekt deze mu ziek gemakkelijk aan. De opera „Let's make an opera", waarin Britten aan kinderen wil laten zien hoe een opera „in elkaar gezet" wordt, leert de ge schiedenis van de kleine schoorsteen veger Sam, die bang is op de hoge schoorstenen te klimmen en die door de kinderen van het huis, waarin hij werkt, verstopt en bevrijd wordt. De muziek, vooral de eenstemmige kin derkoren, treft door het pittige, af en toe typische ritme. De soli worden deels gezongen door jongenssopranen, deels door volwassen solisten, o.a. door de bekende tenor en vriend van Britten, Peter Pears. Het geheel (het orkest bestaat uit een strijkkwartet, twee piano's en slagwerk) staat onder leiding van de componist. De tekst is goed verstaanbaar, het is echter jam mer dat er voor Nederlandse kopers geen tekstboekje bij de plaat verstrekt wordt. Een plaat, die vooral bij jeug dige muziekliefhebbers, die Engels verstaan, in de smaak zal vallen! R. de oppergod der Grieken. De op gravingen werden verricht door prof. dr. H. Brunsting, buitenge woon hoogleraar aan de V.U. te Amsterdam en conservator van het rijksmuseum voor oudheden te Leiden, samen met prof. Marina- tos, hoogleraar aan de universiteit van Athene en directeur van de Griekse archeologische dienst. Prof. Brunsting heeft gegraven in Archanes, een plaats ten zuiden van het bekende Knossos, waar volgens de Griekse mythe Koning Minos resi deerde en waar de Engelse architect Evans in 1900 het Minoisch paleis ont dekte en opgroef. Prof. Marinatos koos als plaats van opgraving o.m. de grot van het Idagebergte, waar volgens de mythologie Zeus zo zijn opgevoed. Dit onderzoek leverde geen resultaten op. Eén van de plaatsen, die men als het graf van Zeus aanwijst, is de berg Jouktas bij Heracleion, die het profiel van een man heeft en althans in de ONDERZOEKINGEN WORDEN VOORTGEZET De gevonden fundamenten beho ren in elk geval tot een stad of misschien tot een paleis, zoals er reeds meer op Kreta tevoorschijn zijn gekomen. Een voortzetting van dit onderzoek staat nu voor 1957 op het programma. Dit geldt ook voor de resten van het heiligdom op de top van de Jouktas. vijftiende eeuw na Christus aan een reiziger als het graf van Zeus werd aangewezen. Op de top van die berg liggen n.l. de resten van een heiligdom uit de bronstijd, een cultuurperiode, die men o- Kreta de „Minoische" noemt, zo ongeveer tussen 3000 en 1000 voor Christus. Het is echter niet zeker, of dit het beroemde Zeusgraf is geweest: er blijven nog steeds andere mogelijk heden over. Vandaar, dat prof. Brun sting aan de voet van de Jouktas één van die andere mogelijkheden is gaan onderzoeken. Bij de bouw van een huis te Archanes was men nl. op een oude muur gestuit en voorts waren er scherven uit de Minoische tijd aan het licht gekomen. Deze vondsten hadden de vraag doen rijzen, of hier soms het graf van Zeus moest worden gezocht. Bij zijn opgra vingen vond prof. Brunsting de over blijfselen van monumentale gebouwen en terrasmuren, waarvan de oorspron kelijke bestemming nog niet kon wor den vastgesteld. Daar behalve terra cotta's ook ritueel vaatwerk werd aan getroffen, lag de conclusie voor de hand, dat daar vroeger in de buurt een heiligdom moet hebben gestaan, al behoeft dit laatste natuurlijk niet per sé het graf van Zeus te zijn geweest. Bovendien werd vaatwerk voor huis houdelijk gebruik gevonden uit de midden- en laat-minoische periode (1880 tot 1400 voor Christus), dat wil zeggen uit dezelfde tijd als de vond sten van het paleis te Knossos.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1956 | | pagina 13