„technische bijstand"
kldssieke kL&nkjuweLen
„soldatenzender
en de steen
graf van Zeus
Een simpele ploeg als belangrijke
HET KIND
Ontwikkeling
Ontspanning
Gezelligheid
Mexicaanse professor leerde boeren
stieren als trekdier gebruiken
Basis-onderwijs fof
verhoging van levens
standaard
Ned. siudentencongres
te Nijmegen
Rumoer rondom een Westduitse
Grapjevan Oost
duits tijdschrift
Eerste Tsjechische atoomreactor
Zweedse Koning reikte
Nobelprijzen uit
Succes voor jeugdig
componist
Oude meesters onder
de hamer
Jan Sluijters 75 jaar
Goed nieuws voor
organisten
Ned. professor zoekt het
O.
pL&tenpRMt
't Zeeiiwscli Weekend
Geslaagde arbeid
In Italiaans
Somaliland
4 11 anneer men de veel gebruikte uitdrukking „technische bijstand
voor economische ontwikkeling" tegenkomt, is een tractor of
een vakschool voor metaalbewerking waarschijnlijk het eerste,
waaraan men denkt.
Technische bijstand kan echter op vele manieren geven worden
en meestal blijkt de eenvoudigste vorm het beste resultaat op te
leveren. Vooral wanneer deze is aangepast aan de plaatselijke be
hoeften en omstandigheden. Dit werd kortgeleden weer eens bewe
zen door een kleine tengere Mexicaan, professor Alfredo Barrera-
Vasquez, die op verzoek van de Unesco gedurende drie jaar in So
maliland heeft gewerkt. Hij had tot taak een centrum voor basis
onderwijs in Dinsor op te richten, een plaats op ongeveer 250 mijl
afstand van dit onder Italiaanse leiding staande trustgebied.
Het basis-onderwijs tracht de leven- is hiervan ijlings terug moeten komen,
standaard te verhogen. In Dinsor had men omdat de vonken, die door dit aangeblazen
daarvoor niet in de eerste plaats behoefte
aan tractoren of vakscholen. Dat bleek
dr. Barrera-Vasquez al vrij snel na zijn
aankomst; het eerste belangrijke resul
taat van zijn werk was het in gebruik
nemen van een nieuw landbouwwerk
tuig, namelijkde ploeg!
De boeren in Dinsor hebben nu
twaalf ploegen tot hun beschikking
met het gevolg, dat de oogst thans
vijfmaal zo groot is als in de tijd, dat
men nog met de traditionele schoffel
werkte.
Om de boeren tot het werken met de
ploeg over te halen kon dr. Barrera-Vas
quez niet volstaan met het louter demon
streren van de voordelen hiervan.
Plus een stier
Er moest ook een dier zijn, dat de
ploeg kon trekken. En zo kwam het, dat
dr. Barrera-Vasquez, stichter van Me
xico's instituut voor Indiaanse literatuur
en buitengewoon hoogleraar In taalwe
tenschap aan de Tulane-Universiteit ln
de Ver. Staten, in Dinsor de boeren
moest leren hoe stieren als trekdier ge
bruikt konden worden.
Gelukkig hebben de stieren in Somali
weinig gemeen met hun vurige soortge
noten in Mexico. In plaats van over de
open vlakten te zwerven worden ze n.l.
vuur ontstonden, fataal bleken voor de
rieten daken van de smederijen.
Meer succes
Meer succes had hij met de houtbe
werkers. Deze vervaardigden vrijwel
uitsluitend keukengerei. Dr. Barrera-
Vasquez toonde hun houten dier- en
mensfiguren, welke elders in Afrika
waren gemaakt.
„Ik liet ze hen niet lang houden, om te
voorkomen dat ze ze konden namaken,
ik wilde slechts laten zien welke andere
mogelijkheden er nog waren", aldus Dr.
Barrera. Het resultaat was zelfs voor de
meest optimistische medewerkers van het
centrum een verrassing.
De houtsnijders begonnen kamelen, gi
raffen, hyena's, leeuwen olifanten en
menselijke figuren te maken en wel zo
kunstzinnig, dat hun houtsnijwerk thans
via kooplieden in Mogadishu wordt geëx-
p 13, 14 en 15 maart 1957 zal te
Nijmegen het vierde Nederlandse
studentencongres worden gehouden.
Hieraan zullen studenten uit Neder
land, België en Zuid-Afrika deelnemen.
Behandeld zal worden het onderwerp:
de invloed van pers, radio en televisie
op de meningsvorming van de studen
ten in het Nederlandse taalgebied. Over
dit onderwerp is een prijsvraag uitge
schreven, bestaande uit het schrijven
van een verhandeling van maximaal
4.000 woorden. De eerste prijs zal be
staan uit een gouden medalje en 1 300,
- ÖVUOil uil, CCU guuucil WH «w»
beschikbaar gesteld door de Neder
landse Dagbladpers.
„Susi" bracht land In rep en roer
«f
Een aantal Duitse dagbladen en
ook een paar radio-tijdschrif-
ten wisten dezer dagen tot in
de kleinste bijzonderheden te ver
tellen, dat er een Westduitse sol
datenzender zou komen en wel
omstreeks medio 1957, die over de
middengolf zou gaan zenden. Deze
soldatenzender, die de naam
„Susi" zou dragen, zou op vier
zorgvuldig bewaakt ter bescherming te
gen hyena's, leeuwen en andere viervoe
tige rovers. Het africhten tot trekdier
duurde daardoor slechts tien tot twaalf
dagen.
Het centrum voor basis-onderwijs in
Dinsor staat nu onder leiding van Camil-
lo Bo nanni, een Italiaan die zelf studeer
de In het Unesco-opleidingscentrum van
Patzcuaro in Mexico.
Nog heel wat meer
Behalve het Invoeren van nieuwe land
bouwmethoden houdt het nieuwe cen
trum te Dinsor zich ook bezig met het
verbeteren van de medische verzorging,
bestrijding van het analfabetisme en de
opleiding van handwerklieden.
Wat dit laatste betreft stuit men, zo ver
telt Dr. Barrera-Vasquez, soms op merk
waardige moeilijkheden.
Het centrum te Dinsor heeft b.v. de
werkplaatsen van de smeden willen uit
rusten met een modern smidsvuur. Men
Koning Gustaaf Adolf van Zweden
heeft in Stockholm de Nobelprijzen
voor natuurkunde, scheikunde, genees
kunde en letterkunde uitgereikt. Aan
wezig waren de drie winnaars van de
prijs voor natuurkunde, de Amerikaan
Shockley, Bardeen en Brattain, de
twee winnaars van de prijs voor schei
kunde, de Engelsman Hinsewood en de
Rus Semjonof, en de drie winnaars
van de prijs voor geneeskunde, Cour-
nand, de Duitser Forssmann en de
Amerikaan Dickinson Richards. De
prijs voor letterkunde werd namens de
winnaar, de Spanjaard Juan Roman
Jimenez, in onl /angst genomen door
Benitez. Na de uitreiking werd een
diner gehouden in de feestzaal van de
Zweedse academie, waaraan ongeveer
150 genodigden deelnamen. De feest
avond, die gewoonlijk wordt gehouden
ln het stadhuis van Stockholm, is dit
jaar niet doorgegaan m verband met
de internationale toestand.
9
A an de jeugdige componist Hans Kox
te Apeldoorn is de culturele prijs
voor 1856 van de gemeente Arnhem
toegekend. De prijs van duizend gul
den zal hem op 28 december ten stad-
huize worden uitgereikt. Na zijn eind
examen h.b.s. heeft Hans Kox, die zes-
en-twintig jaar is, enige tijd gestudeerd
aan het Utrechts Conservatorium. On
der leiding van Henk Badings studeer
de hij verder compositie, contrapunt en
instrumentatie. Van Jaap Spaander
man kreeg hij piano-onderricht. Hoe
wel van een volledige ontplooiing nog
niet kan worden gesproken, is de jury
toch van mening, dat Hans Kox, vooral
blijkens zijn in 1955 geschreven strijk
kwartet, onmisbaar de beschikking
heeft over muzikaal inventieve krach
ten. In de toekomst verwacht men veel
van hem.
Op de veiling van oude en moderne
kunst bij Frederik Muller en Co
te Amsterdam is een klein schilderij
van Ferdinand Bol, een vrouwenpor
tret, gesigneerd en gedateerd 1653, ge
veild voor 21.000 gulden. Twee win
terlandschappen van Hendrick Aver-
camp werden gekocht voor 22.000 en
25.000 gulden.
Een aan Pieter de Hoogh toegeschre
ven doorkijkje uit een binnenhuis, in
gezet op 4.000 gulden, bracht 4.200 gul-
Een overzicht van de werkzaamheden
aan de eerste Tsjechische atoom
reactor welke op het ogenblik bij
Praag wordt gebouwd. Op de achter
grond de watertoren, die het koel
water zal bevatten, in aanbouw
den op. Een doek van Melchior de
Hondecoeter, „Vogels in een bosland
schap", werd na herhaaldelijk opbie
den voor 6.200 gulden afgemijnd. Voor
deze veiling van kunstwerken, afkom
stig uit diverse verzamelingen en na
latenschappen, bestond grote belang
stelling van de zijde van particulieren
en makelaars.
grote vrachtwagens met aanhan
gers worden gemonteerd en dus
regelmatig van standplaats kun
nen veranderen. In hoofdzaak
zouden programma's worden uit
gezonden in de tijd, dat de solda
ten geen dienst hebben, dus in de
late middaguren tot de taptoe.
Opdat iedere soldaat en minstens
iedere kamer de programma's van de
nieuwe zender zou kunnen beluiste
ren, zou de Westduitse radio-industrie
druk bezig zijn met de voorbereidin
gen voor de serieproduktie van een
goedkoop radiotoestel, speciaal voor
de soldaten. De leiding van de zender
zou berusten bij een luitenant en
twee sergeant-majoors, die binnen
kort contact zouden opnemen met
artisten om hen voor medewerking
aan de „Susi"-programma's te winnen.
Bezorgd
De bewering, dat als gevolg van
dit bericht bij alle mogelijke in
stanties van het leger zich al zo
veel artisten hadden aangemeld,
dat, om een voorbeeld te noemen,
het personeel van de sorteerzaal
van het hoofdpostkantoor in Bonn
Eens, zo vertelt het boek Daniël ons, was een machtig koning in
grote onrust om een droom die hij gedroomd had. Een monsterlijk
beeld was hem verschenen: gouden hoofd, zilveren borst, koperen buik,
benen van ijzer en voeten van ijzer en leem, massaal, onrustig, dreigend
flikkerend in de zon!
Nebucadnezar had een visioen gehad van het „wereld-beeld": stra
lend en tegelijk koud, sterk en tegelijk broosimponerend, maar zo
dat hij er koud van werd
Is ons „wereld-beeld" niet van gelijke samenstelling? Overheerst ook
daarin niet het goud, het staal en het slijk., de dollar, de tank en de
vuilpijperij? „De aanblik ervan was schrikwekkend", zegt Daniël
(2:31).
Toen, zonder toedoen van mensenhanden, raakte een steen los van
de berg, „toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het
zilver en het goud verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een dors
vloer in de zomer, en de wind voerde ze mee, zodat er geen spoor
meer van te vinden was".
Waar is dat schrikwekkend beeld der wereld? In zijn plaats werd
de steen die het beeld getroffen had, tot een grote berg, die de gehele
aarde vulde. Hij moet als Koning heersen, roept Paulus, Hij, de Steen,
die door de tempelbouwers verachtelijk was een plaats ontzegd.
Advent roept ons toe: het Kind komt! „Gij wilt met vrede tot ons
komen"! Maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.
haat het u dan nadrukkelijker gezegd worden: het Kind komt èn de
Steen. Hoe zoudt ge de tweede ontvlieden als gij de eerste verwerpt
Het wereldbeeld wordt vermalen en het Kind zal als Koning heer
senAdvent: Komt, wantHij komt.
Nog wekt u de Heiland en nog is er raad,
sta op uit de doden, 't is spoedig te laat!
kA aandag »zal de Amsterdamse schil-
der Jan Sluijters de 75-jarige leef
tijd hebben bereikt. In verband met
zijn gezondheidstoestand is er die dag
geen receptie, ook geen bezoek.
Jan Sluijters werd 17 december 1881
te 's-Hertogenbosch geboren, waar hij
aanvankelijk de koninklijke school
voor beeldende kunsten bezocht om
daarna leerling tp worden van de rijks
normaalschool en de rijksacademie van
beeldende kunsten te Amsterdam.
Daar verwierf hij in 1904 de Prix de
Rome, nadat hem in datzelfde jaar 't
koninklijk subsidie was toegekend ge
worden. Het was deze Prix de Rome,
die hem o.m. gedurende geruime tijd
te Parijs deed verblijven. De hiervan
door hem medegebrachte werken de
den hem reeds dadelijk kennen als
een kunstenaar van uitzonderlijke be
gaafdheid en sterke persoonlijkheid.
Ook bezocht hij Italië en Spanje.
Jan Sluijters schildert stillevens,
stadsgezichten en composities met fi
guren, vooral portretten. Zeer veel be
kende persoonlijkheden heeft hij in
beeld gebracht.
In 1918 ontving hij de erepenning
van de Jaarbeurs te Utrecht, in 1919
de gouden medaille van de Koningin
op de tentoonstelling van „Arti et
Amicitiae", in 1937 werd aan zijn werk
op de wereldtentoonstelling te Parijs
de „Grand Prix" toegekend, in 1940
ontving hij de zilveren medaille van
de stad Amsterdam ter gelegenheid
van het 100-jarig bestaan der maat
schappij „Arti et Amicitiae". In 1933
werd Jan Sluijters benoemd tot offi
cier in de orde van Oranje Nassau.
moest worden verdubbeld, bleek al
spoedig een gerucht en verzinsel te
zijn.
De artikelen en berichten over deze
soldatenzender „Susi" waren méér
dan een gerucht. Zij waren, hetgeen
eveneens zij het aanzienlijk later
bleek, doelbewust en opzettelijk ver
keerd gelanceerd. Dit bleek echter
pas, toen de autoriteiten van sommige
deelstaten, bezorgd ooer de aantasting
van hun soevereiniteitsrechten op het
gebied van de radio-omroep in Bonn
gingen protesteren.
Communistische misleiding
En toen bleek, dat noch bij het
ministerie voor de posterijen, noch
bij het ministerie van defensie iets
omtrent deze zender bekend was.
Evenmin als de Westduitse radio
industrie een zogenaamd volkstoestel
ln serie wilde gaan bouwen.
Toen daarna eens werd nagegaan
waar dit „Susi"-bericht dan wel van
daan kwam, bleek, dat een med-
deling erover voor het eerst ln het
radiotijdschrift van de Sowjetzone
„Unser Rundfunk" van 16 september
1956 was verschenen. Een Zwitsers
tijdschrift had dit bericht overgeno
men, van waaruit het de weg vond
in de Westduitse pers, die zich boven
dien liet voorlichten door een tot in
de kleinste details gaand artikel van
de „Deutsche Presse Zentrale" in
Stuttgart, die hiermee haar onbe
trouwbaarheid op het gebied van de
voorlichting heeft gedemonstreerd.
De minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen heeft zich in be
ginsel bereid verklaard enkele beur
zen te verlenen aan Nederlandse or
ganisten, die in het bezit zijn van het
einddiploma consevatorium voor orgel
of het staatsexamen-b voor orgel met
goed gevolg hebben afgelegd, en voor
wie de kosten, verbonden aan het vol
gen van de cursussen van de in 1957
te houden internationale zomeracade-
mie voor organisten, een belemmering
vormen voor het deelnemen daaraan.
Dit jaar werd in de cursussen van
de academie aandacht besteed aan de
Duitse en Franse school voor interpre
tatie en improvisatie. Volgend jaar zal
ook aan de Nederlandse school aan
dacht worden geschonken.
De commissie internationaal orgel
concours schrijft ter gelegenheid van
de zevende orgelimprovisatiewedstrijd,
te houden in juli 1957 te Haarlem, een
prijsvraag uit voor een compositie voor
orgel met een of twee instrumenten,
of een of twee zangstemmen, met een
speelduur van minimaal vijf en maxi
maal twintig minuten. Uitgeloofd wor
den een prijs van f 300 en een van
200. De jury bestaat uit ir. H. H.
Badings, Albert de Klerk en drs. M.
Geerink Bakker. De bekroonde werken
zullen op een der concerten van het
orgelconcours-1957 worden uitgevoerd
en worden uitgezonden door de N.C.R.
V. en de Wereldomroep.
Opgravingen op Kreta
nze aarde geeft steeds meer
's van haar geheimen prijs. Ge
heimen van het leven van
mensen, die vele eeuwen voor ons
hebben geleefd. De archeologen
ontdekken telkens weer opnieuw
dingen, waarvan men het bestaan
nauwelijks vermoedde. Door hun
werk krijgt de moderne mens heel
vaak een uitstekend inzicht in het
rijke cultuurleven van eeuwen ge
leden. En ook een beter begrip
van de mythologie. Zo is er in de
afgelopen zomer op Kreta een uit
voerig onderzoek ingesteld naar de
geboortegrot en het graf van Zeus,
uiiiw,,"""MtiHii|,,,""i,tttiih,"""|i»iiiiii|i""i|iiiiiiii'>IIHUII<Huuriii)iiii«""«iiiiiiiiii""iiiii|)|iiiii""iiii||]]i"i""ui]miiii>t»iiiimiiin—.<ii|||j|]iii«.»n{]1]]||ii>i..ii(||g|]l|li.
/T\ e laatste tientallen jaren bestrijkt de belangstelling voor de
jfJ^muziek een veel breder terrein dan vroeger. We wezen hierop
reeds in ons eerste platenpraatje. Musicologen en uitvoerende
musici hebben de aandacht gevestigd op onbekende en minder be
kende componisten uit vroegere perioden uit de laatste tijd en het
zijn niet meer alleen wat men wel de klassieken noemt (Haydn, Mo
zart en Beethoven) en de romantici, die in het middelpunt van de
belangstelling staan. Dit is een verheugend verschijnsel en zo komt
het tegenwoordig gelukkig voor, dat men in de discotheek van een
muziekliefhebber werken van Schütz, van de middeleeuwse trouba
dours, van Honegger of Prokofjeff aantreft.
Gelukkig vinden echter ook de
„van ouds bekende" componisten nog
grote aftrek en om in deze behoefte
te voorzien is Philips bezig een serie
30 cm langspeelplaten „Klassieke
Klankjuwelen" uit te geven tegen de
prijs van 16,50 per stuk. „Klassiek"
heeft in dit verband terecht de bete
kenis van „voortreffelijk, waardevol,
voorbeeldig", daar we in de muziek
immers nauwelijks de kunsthistori
sche term „klassiek" in de betekenis
van „in navolging van of onder in
vloed van de klassieke Griekse en
Romeinse kunst" kunnen spreken.
Deze serie omvat dan ook o.a. werken
van Pergolesi, J. S. en Joh. Chr. Bach,
Mozart, Beethoven, Brahms, Liszt en
Debussy.
Beethoven-Schubert
De nieuwste plaat uit deze serie,
Philips S 04611 L (33), bevat de goed
gekozen combinatie van twee zeer
bekende orkestwerken, n.l. de 5de
symphonie van Beethoven en de 8ste
symphonie van Schubert, de zgn.
„Unvollendete". Beide werken worden
gespeeld door het Cleveland-orkest
onder leiding van George Szell, die
ook in ons land geen onbekende is (hij
dirigeerde o.a. het Residentie-orkest).
Szell doet zich in deze werken ken
nen als een nauwgezet musicus, die
geen détail uit het oog verliest.
Van de onvoltooide symphonie
van Schubert geeft hij een lyrische,
fijngevoelige vertolking, die al is
het tempo wat langzaam van het
begin tot het eind boeit. De 5de sym
phonie van Beethoven wordt, over
eenkomstig de aard van dit werk, met
meer dramatische spanning gespeeld.
Hoe mooi spelen de verschillende in
strumentengroepen hun partijen: zoet
vloeiend de strijkers in de Unvollen
dete,warm van toon de houtblazers,
rond en nergens te scherp of te sterk
de koperblazers.
Ook de opname-technici hebben met
deze plaat veel eer ingelegd. De
weergave is prachtig uitgebalanceerd
en alle instrumentengroepen komen
even goed door. Wanneer U een weer'
gave-apparaat bezit, dat zowel de la
ge als de hoge tonen (en niet te ver
geten de boventonen), zowel pianis
simo als fortissimo goed weergeeft,
dan kunt U zich met deze plaat in de
concertzaal wanen!
Twee andere werken, die we stellig
tot de klassieken in bovengenoemde
zin mogen rekenen zijn het pianocon
cert in c mineur (K.V. 491) en dat in
c majeur (K.V. 503) van Mozart, die
voorkomen in de „Mozart Jubileum
ëditie 1756—1956" op Philips A 00339 L
(33), gespeeld door Hans Henkemans
met de Wiener Philharmoniker onder
leiding van Rudolf Mozart. Reeds het
feit, dat Henkemans Mozart speelt,
waarborgt een waardevolle weergave.
Henkemans werd in 1913 in Den Haag
geboren, behaalde eerst in Utrecht
het artsdiploma en is sindsdien
hoofdzakelijk werkzaam als pianist en
componist. Als Mozart- en Debussy-
vertolker heeft hij internationale be
kendheid.
De op deze plaat gespeelde wer
ken zijn beiden afkomstig uit het
jaar 1786 en het is dan ook niet
meer de onbezorgde, jeugdige Mo
zart die we hier horen, maar de
door het leven gerijpte kunstenaar
(al zijn Mozarts composities geen
neerslag van zijn persoonlijke be
levenissen zoals dat bij Beethoven
bijv. wel het geval is).
Henkemans geeft van deze concer
ten een fijngevoelige, bijna enigszins
ingetogen vertolking. Ook de orkest
begeleiding en de technische verzor
ging zijn zeer goed.
Britten: The little Sweep
Het laatste werk, dat we vandaag
in deze rubriek bespreken, is de ope
ra „De kleine schoorsteenveger" uit
„Let's make an opera" (Laten we een
opera maken) van de bekende, talent
volle Engelse componist Benjamin
Britten (geb. 1913).
Dit werk kan geen aanspraak maken
op de betiteling „klassiek" en velen
zullen het ook niet tot de klankjuwelen
rekenen. (Het komt tTomuens ook niet
voor in de serie „Klassieke Klank-
juwelen"). Toch wagen we het te
voorspellen, dat deze bijzonder aardi
ge, interessante, mooie plaat (Decca
LXT 5163 (33) veel gekocht zal wor
den, vooral in Engeland.
Want, ondanks het enigszins mo
derne klankdioom spreekt deze mu
ziek gemakkelijk aan. De opera „Let's
make an opera", waarin Britten aan
kinderen wil laten zien hoe een opera
„in elkaar gezet" wordt, leert de ge
schiedenis van de kleine schoorsteen
veger Sam, die bang is op de hoge
schoorstenen te klimmen en die door
de kinderen van het huis, waarin hij
werkt, verstopt en bevrijd wordt. De
muziek, vooral de eenstemmige kin
derkoren, treft door het pittige, af en
toe typische ritme. De soli worden
deels gezongen door jongenssopranen,
deels door volwassen solisten, o.a.
door de bekende tenor en vriend van
Britten, Peter Pears. Het geheel (het
orkest bestaat uit een strijkkwartet,
twee piano's en slagwerk) staat onder
leiding van de componist. De tekst is
goed verstaanbaar, het is echter jam
mer dat er voor Nederlandse kopers
geen tekstboekje bij de plaat verstrekt
wordt. Een plaat, die vooral bij jeug
dige muziekliefhebbers, die Engels
verstaan, in de smaak zal vallen! R.
de oppergod der Grieken. De op
gravingen werden verricht door
prof. dr. H. Brunsting, buitenge
woon hoogleraar aan de V.U. te
Amsterdam en conservator van het
rijksmuseum voor oudheden te
Leiden, samen met prof. Marina-
tos, hoogleraar aan de universiteit
van Athene en directeur van de
Griekse archeologische dienst.
Prof. Brunsting heeft gegraven in
Archanes, een plaats ten zuiden van het
bekende Knossos, waar volgens de
Griekse mythe Koning Minos resi
deerde en waar de Engelse architect
Evans in 1900 het Minoisch paleis ont
dekte en opgroef. Prof. Marinatos koos
als plaats van opgraving o.m. de grot
van het Idagebergte, waar volgens de
mythologie Zeus zo zijn opgevoed. Dit
onderzoek leverde geen resultaten op.
Eén van de plaatsen, die men als
het graf van Zeus aanwijst, is de berg
Jouktas bij Heracleion, die het profiel
van een man heeft en althans in de
ONDERZOEKINGEN
WORDEN
VOORTGEZET
De gevonden fundamenten beho
ren in elk geval tot een stad of
misschien tot een paleis, zoals er
reeds meer op Kreta tevoorschijn zijn
gekomen. Een voortzetting van dit
onderzoek staat nu voor 1957 op het
programma. Dit geldt ook voor de
resten van het heiligdom op de top
van de Jouktas.
vijftiende eeuw na Christus aan een
reiziger als het graf van Zeus werd
aangewezen.
Op de top van die berg liggen n.l.
de resten van een heiligdom uit de
bronstijd, een cultuurperiode, die men
o- Kreta de „Minoische" noemt, zo
ongeveer tussen 3000 en 1000 voor
Christus. Het is echter niet zeker, of
dit het beroemde Zeusgraf is geweest:
er blijven nog steeds andere mogelijk
heden over. Vandaar, dat prof. Brun
sting aan de voet van de Jouktas één
van die andere mogelijkheden is gaan
onderzoeken.
Bij de bouw van een huis te Archanes
was men nl. op een oude muur gestuit
en voorts waren er scherven uit de
Minoische tijd aan het licht gekomen.
Deze vondsten hadden de vraag doen
rijzen, of hier soms het graf van Zeus
moest worden gezocht. Bij zijn opgra
vingen vond prof. Brunsting de over
blijfselen van monumentale gebouwen
en terrasmuren, waarvan de oorspron
kelijke bestemming nog niet kon wor
den vastgesteld. Daar behalve terra
cotta's ook ritueel vaatwerk werd aan
getroffen, lag de conclusie voor de
hand, dat daar vroeger in de buurt
een heiligdom moet hebben gestaan, al
behoeft dit laatste natuurlijk niet per
sé het graf van Zeus te zijn geweest.
Bovendien werd vaatwerk voor huis
houdelijk gebruik gevonden uit de
midden- en laat-minoische periode
(1880 tot 1400 voor Christus), dat wil
zeggen uit dezelfde tijd als de vond
sten van het paleis te Knossos.