IN HET NOORD-SLOE IS DE GROND RIJP VOOR INPOLDERING Bastiaan de Lange- en Calandpolder gingen rond 1900 verloren. Vierhonderd ha Hoord-Sloegrend voor ruim een millioen gulden. In de nieuwe Calandpolder zou plaats zijn voor drie bedrijven* V' Stap voor stap dreef de zee de mens terug Iherindijking verantwoord Zij hebben niet meer dan eèn halve eeuw bestaan. Wachten op uitvoering van Drie-eilandenplan of Deltaplan zou niet verstandig zijn. Tegenstelling en tegenslag* Zaterdag 8 Augustus 1953 'ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 OUDERE MENSEN zullen kunnen vertellen, dat zij wel eens in de Bastiaan de Langepolder en in de Calandpolder zijn geweest. Met laag water kan men er nog komen, maar zonder flinke laarzen gaat het moeilijk. En zonder gids is hét gevaarlijk! Want poldergrond, die meer dan een halve eeuw geregeld door het zeewater wordt over stroomd, blijft niet gelijkmatig. Heel lang hebben de twee polders niet bestaan. De Bastiaan de Langepolder werd eind 1847 ingedijkt en ging op 19 Juni 1897 verloren. De Calandpolder kwam in 1857 ge reed en werd op 28 November 1901 een prooi der golven. Over deze episode uit de strijd der Zeeuwen tot het winnen van nieuw land en over de overwinning van de zee heeft de heer F. P. Polderdijk in 1932 een interessant boekje geschreven. Nu er plannen bestaan om tot herindijking van de Calandpolder over te gaan, loont het alle moeite om daarvan iets meer te vertellen. De Oranjeplaat, gelegen in het Noord- Sloe tussen da eilanden Walcheren en Zuid-Beveland, bleek in het begin van de 19e eeuw voor een deel tot schor te zijn opgewassen. De heer Dirk Dron- kers, aannemer van openbare weiken te Middelburg, die de plaat met schor van 1830 tot 1851 had gehuurd, kreeg eind 1848 van het Domeinbestuur toe stemming om het eilandje, ca. 400 ha, waarvan bijna 60 ca schor, te kopen, f 4500,voldoen en verder moest hij In zes jaar moest hij de koopsom van toestaan, dat voor de afdamming van het Sloe grond uit zijn eigendom zou worden gehaald, als de mensen van de Zeeuws-Limburgse Spoorweg dat nodig zouden hebben. Het werk was in enkele maanden gereed. Nog in 1843 verzocht Dronken oon- cessie aan de minister van Binnenland se Zaken voor de bedijking. Op 26 Fe bruari 1847 werd die hem verleend. Zy had betrekking op wat later de Basti aan de Langepolder zou heten. Voor- Jaar 1847 werd met het werk begonnen op 1 December was het voltooid. Het werd vermoedelijk door Dronkers zelf uitgevoerd. Voor de helft was de polder zijn eigendom, terwijl de andere helft behoorde aan Henri Dlgnus Fock, ontvanger ten kantore van waarborg der gouden en zilveren werken te Mid delburg. Om aan het geld voor de indijking te komen schreven zij een lening uit van f52.000,tegen 5 pet. rente. Na uitvoerige correspondentie tussen Bin nenlandse Zaken, Provinciaal Bestuur en gemeentebestuur van Arnemuiden werden de gronden, 75 ha, toegevoegd aan de gemeente Arnemuiden. Dit ge schiedde slechts voorlopig. Pas in 1877 volgde definitieve toevoeging. Ala later Van Speijk.. De polder werd genoemd naar de Veerse admiraal Sebastiaan de Lan ge, die op 22 Mei 1572 op de Lem mer, ongeveer op de plaats van de nieuwe polder, met vier Spaanse schepen slaags raakte en na een scherp gevecht geënterd werd. Hij gaf zich niet over, maar stak als later van Speijk de brand in het buskruit en vloog met vriend en vijand in de lucht. De nieuwe polder kreeg aan de Oostzijde een haventje met losplaats De verbinding met het vasteland werd onderhouden door een roeiboot. Kort na de indijking werden twee com plexen huizen gebouwd en later volg de de bouw van een grote landbouw schuur en nog eens twee complexen huizen. In totaal stonden er toen elf woningen. Inpoldering Calandpolder kostte f 72.000.—. Al spoedig breidden de schorren ten Oosten van de B. de Langepolder zich aanzienlijk uit en In 1856 dienden Dron kers en Fock een nieuw verzoek tot verlening van concessie ln. Het werd gegeven by K.B. van 31 Mei 1856. In datzelfde jaar verkochten de heren ech ter de Oranjeplaat aan Jacobus Barnar dus Thomaes, grondelgenar te Biervliet, voor ongeveer f 73.000. Deze dijkte het nieuwe gedeelte ln, hetgeen hem nog eens f 72.000 kostte. Het werk kwam ln 1857 gereed, maar de storm ln het na jaar richtte voor f 30.000 schade aan de dijken aan. En ln 1858 moest op nieuw f25.000 voor herstel aan de dijk worden betaald. Thomaes noemde de polder naar de toenmalige hoofd-in- genleur van de Waterstaat, Abraham Caland. De oppervlakte was ruim 72 ha. Veel plezier had de eigenaar er de eerste jaren niet van, want het koolzaad mis lukte grotendeels. Later verbeterde dit gelukkig. In 1858 werd een heren huis in de polder gebouwd en later volgden nog een boerenhuis met twee grote landbouwschuren, een bergplaats en een varkens- en kippenhok, alles van steen. Ook deze polder werd aan het grondgebied van Arnemuiden toe gevoegd. De weduwe van Thomaes verkocht in 1874 de Oranjeplaat aan Clement en Custave Dorzée, ingenieurs te Bos- su, en Lydia Dorzée, gehuwd met Gus- tave Quinet, wijnkoper te Mons. Vijf jaar later werd een dam met rijweg gelegd van de zeedijk van de Caland polder naar de Schengepolder. Reeds spoedig begon de aftakeling. Reeds kort daarop bleek, dat de toe stand der zeeweringen allerminst guns tig was. Het onderhoud van de dijken kostte veel. De Goudplaat tussen de B, de Langepolder en de Spieringpol der op Noord-Beveland breidde zich steeds uit en daardoor werd de vaar geul door de Zandkreek steeds meer naar de dijk van de B. de Langepolder gedrongen. Er ontstonden gevaarlijke oeverafschuivingen, die het leggen van een inlaagdijk in 1882 noodzakelijk maakten. Hij kostte f12.000,Een enkele jaren d aarvoor aangelegd strandhoofd over het schor was al tengevolge van onvoldoende verdedi ging verdwenen. In Mei 1884 brak de zeedijk door en werd de inlaagdijk al waterkerend. Drie jaar later, op 28 April 1887, werd de Oranjeplaat weer verkocht. Gustave André Boël uit Brussel werd eigenaar. Hij betaalde voor de beide polders met gebouwen f26.500,— en voor de omliggende schorren f 9500, Stormvloed van. 1897 bracht de fatale beslissing. In hetzelfde jaar moest een tweede inlaagdijk worden gelegd van 740 m lengte, die f5600,kostte. Dit bleek niet overbodig; op 6 September 1888 stond het zeewater tot aan deze in laagdijk. Stap voor stap dreef de zee de mens terug. Opnieuw werd bijna f5000,— besteed aan verhoging van de dijk, maar voordat het werk ge reed was, stortte het zeewater op 9 Fe bruari 1889 over de dijk in de polder. Twee dagen bleef het erin staan, maar dat betekende slechte oogsten voor enkele jaren. Nog enkele jaren gaf de zee res pijt, maar toen was haar geduld ten einde. Mocht de oeverafschuiving be gin 1897 van ongeveer 70 meter dijk de inundatie van de polder dan nog niet met zich meebrengen, de storm vloed van de 19e Juni bracht de fa tale beslissing: 800 meter dijk be zweek en de polder vloeide geheel blank. De woningen werden later af gebroken en de landbouwschuur werd verplaatst naar de hofstede van Crucq te Arnemuiden. De Calandpolder volgde in 1901. In 1895 was de scheidingsdijk tussen B. de Lange- en Calandpolder ver hoogd en verzwaard, omdat de eige naars van de Calandpolder het gevaar zagen naderen. Bovendien was de uit wateringssluis in de dijk verlengd. Al dit werk bleek helaas tevergeefs te zijn geweest. De sluis bezweek door onderloopsheid bij de stormvloed van Donderdag 28 November 1901. Van de dyk sloeg 20 meter weg. Op 13 December volgde de evacuatie der bewoners, behalve die van het dijkwerkersgezin, de weduwe Knsse met twee zoons en een dochter, die op de bovenverdieping van het he renhuis bleven wonen. Pogingen tot dichting der gaten werden niet ondernomen. De grote kosten deden de eigenaar terugschrik ken. Hij had toch al veel geld ten kos- W moeten leggen aan de dijken, die grotendeels uit zand hadden bestaan, voorzien van een lichte kleibekleding. Begin 1906 was er naar schatting nog tweederde van de polder over. De wo ningen waren grotendeels ingestort. Licht dijkje werd om het herenhuis gelegd. Om het herenhuis met bijbehoren te behouden werd een zeer licht dijkje rondom gelegd het ding kostte f750,en was 160 meter lang, maar 'toen het werk nog niet geheel gereed was, werd het vernield door de be ruchte stormvloed var. 12 Maart 1906. Het dijkwerkersgezin vertrok ln de loop van het jaar naar Arnemuiden en alle gebouwen werden voor af braak verkocht. De gebroeders van Doorn uit Krabbendijke kochten de bouwvallen voor f 1250,In 1908 was alles met de grond gelijk gemaakt. Zo kwam een einde aan het be staan van deze kleine, maar vrucht bare polders. De schaapherder koos er bij laag tij zijn domein. Van de plannen uit het begin der dertiger jaren om het Noord-Sloe in te dijken is niets terechtgekomen, om dat de particuliere eigenaren geen medewerking wilden verlenen, en wie zal zeggen, wanneer weer de ploegen hun voren zullen trekken door de akkers van herwonnen land? IS HET VERANTWOORD OP KORTE TERMIJN over te gaan tot herindijking van de Calandpolder, gelegen in het Noord-Sloe tussen Walcheren en Zuid-Beveland? Is het niet zonde van het geld, nu wellicht binnen afzienbare tijd het Drie-eilandenp'lan tot uitvoering zal komen of nog verder gaande de zeearmen van Zuidwest Nederland zullen worden afgesloten? Ons antwoord luidt bevestigend: deze inpoldering is verantwoord, maar zij zou dat nog meer zijn, indien een deel schorrengrond van ongeveer gelijke grootte, grenzend aan de Sloedam, tegelijk van het water zou worden afgesloten. Waarom? Omdat Zeeland dan rond 400 ha uit stekende bouwgrond, erbij zou krijgen, die niet veel meer zou behoeven te kosten dan ruim één millioen gulden. De aanvraag tot herindijking van de voormalige Calandpolder, met wat omliggende schorrengrond, door de heer J. van 't Westeinde te Nieuwdorp, is in eerste instantie afgewezen. Vol gens een uit 1880 daterend contract met de Staat heeft de eigenaar der gronden in dit geval een Belgische familie, namens welke de aanvrager optrad te allen tijde het recht tot indijking over te gaan. Dat het ver zoek (in feite het gebruik maken van een recht, dat o.i. prevaleert boven de bepalingen van de wet op de indijkin gen van 1904) niet werd ingewilligd, zal verschillende oorzaken hebben ge had. In de eerste plaats zal de vraag, of deze partiële indijking en herbedijking economisch verantwoord móet worden tweede oorzaak (men kan ook spreken van dg achtergrond) moet worden geacht een rol te hebben gespeeld. Als genoemd de overweging, dat er ten gevolge van de ramp grote plannen aan het ontstaan zijn, welke omstan digheid op zijn minst de vraag op werpt, of het verstandig zou zijn nu deze 193 ha in te polderen. Keuze uit vijf mogelijkheden- Zien wij het goed, dan is er keuze uit niet minder dan vijf mogelijkhe den, een keuze, die het Rijk zal moe ten doen en naar mag worden ge hoopt zo spoedig mogelijk. De eer ste mogelijkheid is: uitvoering van het plan, waarop de particuliere eigenaren volgens de gesloten overeenkomst van 1880 recht hebben. Het tweede project gaat een stuk verder. Het omvat, behalve de bijna ilrtlIHHm, Bestaande binnen- en buitendijken Verharde weg ■SSKVStaOïEnc Dijk tussen Wilh.pldr en voorn». Bast. de Lange pkk Dijk volgens plan Westeinde 200 ha, waarop de aanvraag betrekking heeft, nog eens rond 200 ha. Op de uit voering daarvan is niet alleen aange drongen door de landbouworganisaties, maar ook door de besturen van de Ja cob- en de Suzannapolder. Daarbij zou een dijk moeten worden gelegd vanaf de Wilhelminapolder op Walcheren tot de voormalige Bastiaan de Langepol der. De derde keuze is: inpoldering van het gehele Noord-Sloe, een oppervlak te van rond 600 ha. In de vierde plaats komt in aanmerking de uitvoering van het Drie-eilandenplan en tenslotte is er dan het grootse Deltaplan, de af sluiting der zeearmen. Dijk tussen Wilhelmina- en voorm. B. de Langepolder. Wanneer men uitsluitend het eer ste plan de aanvraag voor 193 ha. dus bekijkt, dan springen al direct grote voordelen in het oog. Allereerst zijn daarmede grote eco nomische en sociale belangen ge moeid. En.... voor het Rijk is het een koopje, want de particuliere eigenaren willen geheel op eigen kosten, die op 8 ton worden geschat, herindjjking overgaan. Voor Rijks schatkist is er dus geen bezwaar, geen bezwaar. Nu kunnen wij ons voorstellen, dat het Rijk bezwaar maakt op grond van de gedachte, dat het zonde is ook par ticulier geld te investeren, omdat bin nen korte tijd toch verdere inpolderin gen zullen volgen en het risico be staat, dat de particulier straks om res titutie van gelden komt aankloppen. Wat daarvan waar is zullen wij ver derop in dit artikel bezien. Het tweede project: een dijk tus sen Wilhelmina- en voormalige B. de Langepolder. Deze zou voor rekening van het Rijk komen en de kosten kunnen worden geschat op 6J4 ton, De voordelen van dit plan zijn groot. Niet alleen uit een oogpunt van land winning (300 ha), maar ook om rede nen van bescherming tegen het water, Men weet, dat er op 1 Februari j.l. in de dijken van de Suzannapolder grote gaten zijn geslagen. Had de be wuste dijk er gelegen, dan zou er naar menselijke berekening hier niets zijn gebeurd! Komt de gevraagde dijk er, dan zullen de onderhoudskosten voor genoemde polder dus aanmerkelijk la ger worden enzal de veiligheid sterk toenemen, ook voor de Jacob- polder. Daar komt nog bij, dat ook de Sloedam alleen maar een zand- lichaam, dat de Quarlespolder moet beschermen die in de rampnacht bijna onderliep, dan een volledige vei ligheid zal hebben. Kosten worden aanzienlijk minder. Er komt echter nog iets bij. De be- dijkingskosten worden verminderd, omdat het aantal meters dijk per ha. lager wordt, aangezien de geprojec teerde dijk aan de Westkant komt te vervallen. Het één en het ander be rekenend komt men tot een bedrag van ruim één millioen. Wie zou nu nog niet enthousiast worden: 400 ha. beste grond voor een dikke millioen! Het derde plan heeft betrekking op de inpoldering van het gehele Noord Sloe, met een dijk tussen de Oranje polder aan de Walcherse kant en de Egbert Petruspolder aan de Zuidbeve- landse zijde. Dit plan is enkele jaren Herindijking kost maar acht ton. Dijk van 4100 meter lengte moet herwonnen grond beschermen» BOVENOP DE SCHORREN VAN HET NOORD-SLOE ligt nog altijd een dyk. Hy heeft tot ln het begin van deze eenw de Calandpolder tegen het wa ter beschermd. Nu doet hy geen dienst meer, want de polder bestaat niet meer. Die U prysgegeven. Vanzelfsprekend is hetgeen men ziet, wanneer men op de dijken der aan het Noord-Sloe grenzende polders op Walcheren en Zuid-Beveland staat, slechts een gedeelte van wat eens de zeedijk van de Calandpolder vormde. Maar er zijn toch nog stukken by, die na een halve eeuw de krachtproef van wind en water goed hebben doorstaan. En dat is bijzonder prettig voor degenen, die plannen hebben om tot herlndyklng van dit eiland middenin de schorren over te gaan. Die plannen bestaan en zij zou den al ten uitvoer zijn gelegd, wanneer het Rijk toestemming had verleend. Dan zon, met de omliggende schorren erbij, een gebied van 193 ha puike cul- tuurgrond aan Zeelands bodembezlt zyn toegevoegd 1 De plannen zien er aanlokkelijk uit I zand bestaat en dientengevolge de ont- en wie er kennis van neemt, zegt 1 watering beter is dan op metersdikke Dr>A ISAL TA trlitrf »v» 1 AT spontaan: „Doe het zo vlug mogelijk, want er is een enorme landhonger!" Er kunnen drie flinke bedrijven met gebouwen op deze grond worden ge sticht en dat betekent een goed be staan voor drie naar een eigen be drijf snakkende boeren. De grond is van uitstekende kwaliteit. Wanneer wij vertellen, dat de afslibbaarhe'id varieert van 22 tot 40 pet, dan weet iedere landbouwer voldoende. Zonder overdrijving mag worden gezegd, dat grote gedeelten van deze schorren grond beter zijn dan de gronden in het Zuid-Sloe. Dat komt, doordat hier, in het Noord-Sloe, de ondergrond uit kleigronden. Als zulke schorren een maal droog zijn gevallen, dan zal het maar zeer kort duren, voordat er ge oogst kan worden. HET PLAN. Het hermdykingsplan voorziet in een dyk ter lengte van 4100 meter. Een deel daarvan moet geheel nieuw op het schor worden gelegd, terwyl voor het andere deel kan worden volstaan met het herstellen en het verzwaren van de oude dyksgedeelten van de voorma lige Calandpolder. De dijk is geprojecteerd vanaf een punt van de zeedijk, die de Schenge polder beschermt. Over een afstand van 700 meter moet hij komen te lig gen tot de oude dijk van de Caland polder. Deze wordt hersteld en ver zwaard en zal doorlopen tot aan de Westkant van de polder. Vervolgens komt er weer een geheel nieuwe dijk, die ongeveer 1000 meter lang zal zijn, tot aan de dijk van de Jacobpolder. In het te herstellen stuk zit een deel van de dijk, die vroeger de Caland polder en de eveneens verloren ge- gane Bastiaan de Langepolder scheid de. Aan de Noordoostzijde van het in te polderen gebied is een uitwaterings sluis geprojecteerd.. DIJK VOLDOET AAN ALLE EISEN. De nieuwe dyk zal in elk opzicht voldoen aan de eisen, die van hoger hand worden gesteld. Lag het eerst ln de bedoeling hem te brengen op 6 meter boven N.A.P., na de ramp ls het plan gewijzigd ln deze zin, dat de hoogte 6.50 meter boven N.A.P. zal worden of 5 meter boven de lioog- wateriyn. De breedte van de kruin zal 3 meter bedragen. Het buitenbe loop is 1 op 3 en het binnenbeloop 1 op 3. Natuurlijk zullen, als het tot uit voering van het plan komt, de kreken worden gedicht. De grond daarvoor kan eenvoudig worden verkregen uit een stuk van de oude buitendijk van de Calandpolder, die geen dienst meer behoeft te doen en toch zou moeten worden opgeruimd. De oude kavel- sloten zijn alle practisch nog te zien, maar zij passen niet bij een moderne verkaveling. De oude dam is nog wel enigszins te zien, maar niet noemens waardig. De opritten zijn er nog wel. DE KOSTEN. Nu zal waarschijnlijk ieder wel be nieuwd zijn te weten, hoeveel de uit voering van dit plan moet kosten. Wij dachten: enkele mïllioenen, maar ble ken ons te vergissen. De aanleg van de nieuwe dijk en het in orde brengen van de oude dijk zal, met het maken van de noodzakelijke kunstwerken, niet meer dan acht ton kosten! Nu is dat altijd nog een heel bedrag, maar daarvoor krijgt men dan ook 200 ha prima cultuurgrond terug. Ende Staat kan rustig de beurs dichthouden! Het is alles particulier geld, waarbij alleen verzocht zal wor den om eventuele subsidies, die het Rijk naar vaste normen bv. voor boer derij enbouw en egalisatie over de ge hele linie pleegt te verlenen. Wij zeiden al, dat met dit project 193 ha ls gemoeid. Daarvan is 130 ha Belgisch eigendom en wel van de Brusselse familie Boël. In handen van de gebr. Lindenbergh uit Wemeldinge is 30 ha, terwijl de rest, 33 ha, Staats- grond is, nl. de omliggende schorren. Voor wie misschien de vrees mocht koesteren, dat Belgische landbouwers straks hier bedryven gaan stichten, zy volstaan met de mededeling, dat ln elk geval alleen Zeeuwse boeren hier een bestaan zullen vinden. Ingezonden Mededeling (adv.) HOUTWORM PROBLEEM OPGELOST door H.W.T. (houtwormtoxyl) in tuben met speciale spits. Verkrijg baar bij erkende drogisten. Fabr. DO-A-CO, Dordrecht, Vest 105. Bij ontvangst van Uw naamkaartje zen den wy gratis onze folder over H.W.T. geleden door de Vereniging voor Land aanwinning ook naar voren gebracht en schijnt ook nu door het Rijk te wor den overwogen. Het Drie-eilandenplan behoeft er o.i. niet door te worden ge traineerd. Dit plan heeft het voordeel, dat ook de Schengepolder geheel en de Westkerkepolder aan de Westzijde wordt beveiligd. De dijk wordt onge veer 2900 meter lang. Het Drie-eilandenplan. Daarmede komen we op het Drie- eilandenplan als zodanig. Dit zou zon der enige restrictie dè oplossing zijn, mitshet spoedig tot uitvoering zou komen. En daarop zijn we aller minst gerust. Optimisten zijn van oor deel, dat over zes jaar -de drie eilan den aaneengesmeed kunnen zijn, maar realisten en wij delen, hun stand punt menen, dat wij blij mogea zijn, als de zaak over 10 jaar haar beslag zal hebben gekregen. Men moet daar niet licht over den ken: er kan bij wijze van spreken on middellijk met de herindijking van de Calandpolder worden begonnen. Het werk zal enkele maanden duren en practisch 10 jaar kunnen hier land bouwers een bestaan vinden, voordat het Drie-eilandenpian zal zijn uitge voerd! Tenslotte het vijfde plan: de afslui ting der zeearmen. De vrees is niet on gegrond, dat daaraan het Drie-eilan denplan zal worden opgehangen. Hei Prov. Bestuur is uiterst diligent, dai het niet gebeurt, maar de macht en da invloed der Provincie reiken op dit punt, bij de huidige verhoudingen, niei bijzonder ver, ook al zijn de aange voerde argumenten nog zo steekhou dend. Het is zeker niet te pessimistisch g<K redeneerd, wanneer wordt vastgesteld dat de huidige generatie de totstand koming van het Deltaplan niet meer zal beleven. En daarom kunnen wij ont niet voorstellen, dat al het ander# daarop zal moeten wachten. Onze slotconclusie. Daarom kan onze slotconclusie slechts zijn: dijk in wat rijp is en ver* liest u niet in fantasieën. Concreet ge zegd: win 400 of 600 ha Noord-Sloe- grond en ga rustig door met het ont werpen en uitwerken van grootsera plannen! Geef bovendien de eigenaaj van buitendijkse gronden royaal d# kans zijn recht te effectueren! De ramp van 1 Februari 1953 eist, dat wij voorzieningen moeten treffen t.a.v. de zeeweringen ea daar niemand kan garanderen, da* er de eerste jaren geen stormvloe den zullen komen, is het een ge» biedende eis, dat zo snel mogelijk wordt ingegrepen daar waar dat mogelijk is. Men moet in of bij de overstroomde gebieden wonen om te beseffen wat een onveilige zee wering betekent. Het is daarom, dal polderbesturen en landbouworgani» saties achter deze plannen staan. HET is vandaag wel een merk waardige krant. U vindt er arti kelen in over inpolderingen, maar ook over de grote tegenslag bij het dijk herstel op Schouwen en Duiveland. Wij hebben ons even afgevraagd, of het niet beter zou zijn de artikelen over het Noord-Sloe voorlopig maar in portefeuille te houden. De tegen stelling is wel erg groot. Bij nader in zien hebben wij het niet gedaan, om dat er geen sprekender voorbeeld te vinden is van de worsteling der Zeeu wen tegen het water. Een worsteling, die niet altijd eindigde in een over winning: de zee nam vaak meer dan de mens kon terugwinnen. Maar nim mer werd die zee haar prooi voor altijd gegund! De Calandpolder, eens goede grond, waarop het koren groeide en de mensen hun vreugden en droef heden beleefden, moest worden prijs gegeven. Nu ligt het plan gereed om voor de tweede maal tot indijking over te gaan het tijdstip, waarop dit zal geschieden, is niemand bekend en daarom hebben wij in een beschou wing, welke men in dit nummer vindt, op spoed aangedrongen. OP Schouwen en Duiveland is ge beurd wat ingewijden al had den gevreesd. Het water in de Polder Schouwen heeft zijn vernielende werking gedaan en die is nu zicht baar geworden. Het is een tegenspoed, waarop wij moesten rekenen, maar die wij zo ver mogelijk uit onze ge dachten hadden gebannen. Wanneer het hard waaide waren wij met onze gedachten wel bij de arbeiders op Schouwen en Duiveland en zeiden wij tegen elkaar, dat het zou spannen. Maar bij mooi zomerweer, zoals wij dat de laatste dagen hebben, hielden wij er eigenlijk geen rekening mee, dat Zeeland in de loop der geschiede nis misschien meer grond heeft ver loren door plotselinge dijkvallen dan door stormen. Schouwen is het nieuws, dat van de Schelphoek komt, het slechtste nieuws, dat zij kunnen vernemen. Hoe (slot op le kolom onderaan pag. 4).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 3