ZIERIKZEESCHE COURANT.
1882. No. 66. Zaterdag 26 Augustus. 85ste jaargang.
POLITIEKE HERVORMING.
Binnenland.
1Y.
(Slot.)
Het is ai een zeer onbillijk verwijt dat door
de rechtzinnige ijveraars 't Nederlandsche volk
naar bet hoofd geslingerd wordt, n.l. dat bet
volk tegenwoordig niet godsdienstig is, dat
door de duivelscke streken der liberalisten alle
geloof uit bet volk geweken is, dat God is
verjaagd uit de school, uit deu staat, uit alles.
Geen onbillijker verwijt dan dit. Integendeel
beeft Nederland in geen mensclieugeslachten
zooveel godsdienstigheid, zegge kerkschheid eu
uiterlijk vertoon van vroomheid, aanschouwd
als te dezen dage. Zoo Paulus nog leefde en
hij hier kwam rondzien in onze steden eu
landpalen, hij zou getuigen dat het volk alleszins
godsdienstig was, dat het voor 't geen het het
ééne noodige acht een ijver aan den dag legt
een nog betere zaak waardig, maarop
de vraag naar de innerlijke waarde van al
dat kerksch vertoon, zou hij vermoedelijk beden
kelijk de schouders optrekken en betuigen, dat
hij 't zoo nu juist liever niet zou zien, maar
liever wezenlijk godsdienstig leven in plaats
van uiterlijken schijn wilde aanschouwen.
Voor de liberalen ligt evenwel o. i. de weg
in geen geval door de sombere wouden der
hedendaagsche kerkelijke godsdienstigheid. 'tZou
ook al een hoogst vreemde vertooning zijn als
men het liberalisme de orthodoxe pij zag aan
trekken. Al ziet men ook hier en daar de
liberalen, door doctrinairen zin gedreven, koren
op den molen der clericalen dragen, ofschoon
't hun niet onbekend kan zijn, dat er op dien
molen allicht muizentarwe voor 't liberalisme
van gemaakt zal worden, toch is 't niet denkbaar
dat het liberalisme voor zich zelf redding zal
gaan zoeken in 't clericalisrae.
Wat echter wel denkbaar is en wat men
zoo van lieverlede ziet voorbereid worden, is,
dat 't clericalisme voor het liberalisme een rei
nigende vuuroven zal worden, een gehenna
des vuurs, waardoor het liberalisme gelouterd
en geschikt gemaakt zal worden om weder
eens een stap vooruit te doen, een graad kooger
te klimmen.
De liberalen, die thans onvermogend zijn om
een flinke regecriogspartij uit te maken, zullen
ook van de macht, die zij tot dusver nog
hadden als heerschende meerderheid, afstand
moeten doen, vrijwillig of althans door eigen
lamlendigheid, zij zullen de clericalen van
beiderlei kleur aan 't bewind moeten laten komen
en wanneer dan, wat niet uitblijven kan, de
pogingen der clericalen om iets tot stand te
brengen, of zelfs maar om zich onder elkaar
en tegen elkaar staande te houden, wanhopig
zullen blijken, al bezorgen zij ook den liberalen
last en moeite genoeg, eerst dan d. o. zullen
de laatsten weder wakker geschud worden uit
hun tegenwoordigen slaap. Als hun 't roer
ontglipt is en zij 't schip een spel der golven
zien, nu dreigende op de Scylla-klip van Geneve
te Stooten, dan weder in gevaar van op de
Charybdis-klip van Rome wrak ie worden,
dan eerst zal er weder nieuiv leven ontluiken.
En dan zal de uitkomst niet gezocht behoeven
te worden in wat meer godsdienstigheid die
komt altoos van zelf genoeg! maar iu ver
nieuwde flinkheid, veerkracht, wakkerheid,
werkzaamheidinitiatief.
Even onbillijk als het verwijt dat het Neder-
landsche volk tegenwoordig uiet godsdienstig
is, zou ook het verwijt zijn dat de drijvers,
grooten en kleinen, van de clericale partij en
van het onmondige „alleszins godsdienstige"
volk iu de laagte, geen ijver en ambitie ont
wikkelden. Neen, daar wordt integendeel zeer
geijverd. Gegradueerde mannen der kerk in
menigte eu beunbazen in den wijngaard des
Heeren in nog grootere menigte ijveren met
grooten ijver, ganscb zeer. Terwijl Ür. Kuyper
du haul de son olympe dondert als een Dord-
sche Zeus tegen de liberalisten, ploeteren omlaag
in 't slijk der achterbuurten gansche scharen
van kleine kuipertjes en ijveraartjes, en allen
doen wat ze kunnen.
Och of van de liberalen ook zooveel ijver
gezien wierd! De crisis dezer dagen zou er
niet zijn.
Zierikzee, 23 Aug. De heer J. van der Linden
alhier is aannemer geworden van het amoveeren der
3 woonhuizen op den Scheepmakersdijk, naast de
gasfabriek, en het bouwen terzelfder plaatse van een
steenkolenmagazijn, voor f 2029.
Sedert 't begin der week woedt hier en over
't geheele land een felle westelijke storm. Het weder
is zoo guur alsof November voor de deur stond. De
hoornen hebben 't hard te verantwoorden en op wat
men noemt een mooi najaar bestaat weinig kans meer.
Een windhoos, vergezeld van onweder en stortregen,
heeft onder de gemeenten Steenbergen en Nieuw-
Vosmeer nog al belangrijke schade veroorzaakt; twee
gevels z'y'n ingestort en een menigte pannen van de
daken geruktvan een huis is het achterste gedeelte
weggeslagen; verschillende boomen zijn ontworteld en
hoopen graan van het veld opgenomen en door de
lucht geslingerd.
Op Dwars in den weg is de Engelsche kolenbrik
«Quaiside", kapit. Hardcastle van New-Gastle met kolen
naar Rotterdam, aan den grond gezet, daar het schip
op den Ooster gestooten had en lek geworden was. De
lading is in vaartuigen gelicht.
In den mond van den Nieuwen Waterweg heeft
het stoomschip »City of Antwerp", van Mary port naar
Rotterdam met ijzer, door het breken van den stuur-
ketting tegen den Lagen Dam gestooten en heeft een
gat in den boeg gekregen, doch de reis voortgezet.
Te Wageningen is een pistoolschot gelost op den
knecht van de sociteit «Harmonie", terwijl deze onder
de veranda stond. Men vermoedt dat het schot niet
op den bediende maar op den kastelein gemunt was.
Gelukkig werd niemand getroffen.
Bij de gecombineerde manoeuvres van de garnizoenen
van Zutfen en Deventer op de Gorsselsche heide is
een le luit. der infanterie zwaar gewond door een
slag van een paard.
Z. M. den Koning maakt het den in het kamp van
Milligen gelegerden troepen nu en dan nog al druk
en moet als bevelhebber lang niet malsch zijn. Hij
meent het echter zoo kwaad niet, 't welk o. a. kan
blijken uit het feit dat de troepen op Zr. Ms. kosten
onthaald zijn op extra-spek en extra-erwtensoep, wat
wezenlijk welkom was, daar de manschappen door het
gure weder het allesbehalve pleizierig hebben op de
doorweekte hei.
Er gaan tegenwoordig veel slechte sujetten, na uit
Ommerschans ontslagen te zijn, naar Frankrijk om bij
het vreemden-legioen aldaar dienst te nemen. Het zijn
flinke kerels die reeds in onze Oost gediend hebben, doch
daar niet wilden deugen en eindelijk als landloopers
in de Ommerschans terecht gekomen zijn.
Het Nederlandsche oorlogsschip »Marnix", onder
bevel van den kapit.-luit. jhr. C. C. Six, is den 21
dezer van Port-Saïd vertrokken om naar Nederland
terug te keeren. Evenals te Alexandrië heeft dus ook
te Port-Saïd onze marine vermeden de Engelsche
expeditie te ontmoeten.
Volgens het Rott. Nbl. hebben een aantal Duitsche
groothandelaren een adres ingezonden bij de Rijks-
regeering om de Duitsche postverzendingen naar Engeland
voortaan over Vlissingen te doen plaats hebben, daar
de verbinding over België door de herhaalde vertraging
der Belgische treinen onpractisch is, terwijl de tijdelijke
of gedeeltelijke verzending over Vlissingen tot nog toe
uitstekend bleek te voldoen.
Zooals men weet, nemen in Duitschland de zooge-
genaamde »vacantie-kolonies" meer en meer in aantal
toe. Die vacantie-kolonies hebben ten doel arme,
zwakke schoolkinderen gedurende de drie-of vierweeksche
zomervacantie uit de enge, bedompte stegen en sloppen
der groote steden naar een gezonde streek te ver
plaatsen, waar frissche lucht, gezond voedsel, vrije
spelen en flinke wandeltochten aan het lichaam sterkte
en nieuwe kracht moeten geven. De heer II. van
Kalken heeft dezen zomer met die kolonies van nabij
kennis gemaakt en geeft van hetgeen hij zag in het
Volksblad, een kort verslag. Te Dresden zijnde, zag
hij 324 jongens en meisjes uit de volksscholen van
Dresden naar de kolonies afreizen. De kinderen waren
in 21 groepen verdeeld, die, ieder met een onderwijzer,
naar verschillende plaatsen in Saksisch-Zwitserland
vertrokken. Zij waren geheel reisvaardig, eenvoudig,
maar zindelijk gekleed, blijken gevende van opgetogen
vreugde, «gepakt en gezakt", en daarbij stonden de
gelukkige moeders, dankbaar voor de weldaad, die
haar kinderen te beurt viel.
Eenige dagen later reisde de heer v. K. naar Gott-
leuba om te zien, op welke wijze de kinderen hun
tijd doorbrachten. Daar vond hij een groep van 15
jongens in een der netste herbergen. De indrukdien
de kolonie op hem maakte, was zeer gunstig. De
jongens ontvingen viermaal daags gezond en krachtig
voedsel en brachten den tijd door met wandelingen
of spelen en springen in de open lucht. Bij slecht
weer speelden zij in de zaal, of maakten zij gebruik
van de boeken, die uit de schoolbibliotheek waren
meegenomen. Huiswerk werd niet gemaaktde kinderen
hielden alleen hun reisboek bij, waarin zij de lotge
vallen gedurende hun verblijf verhalen.
Met het oog op de mogelijkheid, dat men ook hier te
lande een proef zal willen nemen, is het niet onbe
langrijk te vernemen, op welke wijze het noodige
geld wordt bijeengebracht. Dat er vrij wat geld voor
noodig is, spreekt vanzelf. De kinderen hebben alleen
te zorgen voor handdoek en zeepal het overige wordt
hun kosteloos verstrekt. Ieder kind kost ongeveer 70
cent per dag. Al die gelden nu worden door particu
liere giften bijeengebracht, terwijl de zaak onder bij
zondere bescherming van de een of andere vereeniging
staat. Te Dresden b.v. weet de «Gemeinnnützige Verein"
ongeveer 8000 gulden 's jaars voor de koloniën bijeen
te brengen.
Naar men bericht, heeft de Nederlandsche gezant
te Londen aan de Engelsche Admiraliteit een fraaien
gouden chronometer gezonden, bestemd voor kapt.
Edwards, van de «Ready", als blijk van erkentelijkheid
voor de diensten, door dezen gezagvoerder in October 11.
bij het vergaan van de «Koning der Nederlanden"
bewezen.
Het kapitaal dei" naamlooze vennootschap Stoom
tramweg-Maatschappij Bergen op ZoomTholen is
bepaald op 125,000, verdeeld in 250 aandeelen,
elk van f 500. De verschillende aandeelen zijn geplaatst.
Tot commissarissen zijn benoemd de heeren D. Bolier,
C. A. Daverveldt, A. G. V. Hombach en J. C. de Bruyn.
Uit de Staats-Courant blijkt, dat de landverhuizing
over Rotterdam in 1881 zeer is toegenomen. In 1881
toch vertrokken over Rotterdam naar N.-Amerika
17823 personen, waaronder 4414 Nederlanders. Direct
van Rotterdam naar New-York gingen 16186, over
Liverpool 710, over Antwerpen 505, over Londen 389,
over Glasgow 33. Verder gingen van Rotterdam uit
naar de Kaap de Goede Hoop, over Londen 158naar
Australië over Liverpool 62 en over Londen 31naar
Brazilië over Antwerpen 48, over Liverpool 29 personen.
Het geheele aantal van Rotterdam uitgegane landver
huizers is dus in 1881 geweest 18,151 personen.
Uit Amsterdam gingen in 1881 naar zee 10,004
landverhuizers, als: 4203 Nederlanders, 5657 Duit-
schers, 94 Russen (Polen), 36 Engelschen, 7 Denen,
3 Zwitsers, 3 Italianen en 1 Zweed. Uit Harlingen
voeren uit 1491 landverhuizers.
In het geheel zijn dus uit Nederlandsche havens
vertrokken 20,646 landverhuizers.
De politie-flottille op de Zeeuwsche stroomen is
blijkbaar nog niet sterk genoeg, want ondanks de
scherpe look-out zijn er van de Yerseke-oesterbanken
tusschen de 10,000 en 15,000 oesters gestolen.
In den Haag is een tram-conducteur door een
voorbijrijdende goederenwagen overreden met doodelijk
gevolg.