ZIERIKZEESCHE COURANT voor het arrondis- sciiieni Zierikzee. 1882. No. 48. Zaterdag; 17 Juni. 85ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Vergadering van den Gemeenteraad Jill l< I Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-A VOND uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden '1,Franco per post ƒ1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad '10 cent. PRIJS DER ADVERT ENTI EN: Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men niterl jk een dag- voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. I.AKF.A'M *Y Binnenland. ZIERIKZEE, 16 Juni 1 88 2. Het weer is hier te lande wel afwisselend. Voor tien dagen was het 75°, dat is de warmte van een licht zomerjasjeeen paar dagen daarna werd het weder demi-saison koudvervolgens zakte de thermo meter tot een winterborstrok en heden is hij gedaald tot winterjas en kachel. Men is thans ook te Goes en in andere gemeenten van Zuid-Beveland bezig met overleggingen, betreffende een stoomtram door dat eiland. De eerste lijn zou loopen van Goes naar Ellewoutsdijk over Kloetinge, 's Gravenpolder, Nisse, Ovezande en Driewegen. In het zeegat van Vlissingen heeft de stoomboot »Shuay Dagone", varende als goederenboot voor de Maatschappij «Zeeland", den loodsschoener No. 4 aan gevaren en zwaar beschadigd. De schoener is niet gezonken, maar door de stoomboot mede naar binnen gesleept. Te Ilillegersberg is een papiermolen en te Steenwijker- wold een watermolen door den bliksem in brand geslagen en in de asch gelegd. Te Wateringen heeft de bliksem den kerktoren in brand geslagen. Door ijverige werking der brandweer en inzonderheid door de per telegraaf uit den Haag ontboden hulp van een stoomspuit heeft men den brand tot de spits van den toren beperkt en is ook de kerk, die groot gevaar liep, behouden. Te Groningen heeft een man zich met opzet op de rails van den tram gelegd en zich het linkerbeen laten verbrijzelen. Zonderlinge liefhebberij Eenige «uitmiddelpuntige" dames te Chicago, op welker zeden niets aan te merken viel, hadden volgens de Huisvrouw een vereeniging opgericht, die zich ten doel stelde, jongelieden van fatsoenlijken huize, die 's nachts dronken op straat werden gevonden, op te nemen, hen door sodawater, ijs, enz. weder te ont nuchteren en ze met een vriendelijke vermaning naar huis te zenden. Den eersten nacht werden zeven slachtoffers op lief derijke wijze behandeld, maar o weeden tweeden nacht lag de helft der Chicagosche jongelingschap «in kennelijken staat" op straat en zoo moesten de liefde zusters het opgeven, wegens overvloed van medewerking en medewerking van overvloed. TE ZIERIKZEE, gehouden den 14 Juni 1882, Voorzitter de heer H. G. Mulock Houwer, Wethouder. Afwezig zijn bij de opening der vergadering, de lleeren Goemans en Moens, die evenwel later ter vergadering zijn gekomen. De Burgemeester is buiten de gemeente. De notulen van het verhandelde in de vorige ver gadering worden voorgelezen en goedgekeurd. De heer Goemans is in de vergadering gekomen. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen 1°. zes brieven van de Ged. Staten, berichtende de goedkeuring der raadsbesluiten: ct. van 29 April ll. tot beschikking over den post voor Onv. Uitg. der gemeentebegrooting voor 1882; 6. van 29 April 11. tot af- en overschrijving en tot beschikking over den post voor Onv. Uitg. der begrooting voor 1881 c. van 10 Mei 11. tot verkoop van Inschrijving in het Grootboek der Nat. Schuld; cl. van 10 Mei 11. tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1882; e. van 29 April 11. zooals het is gewijzigd bij besluit van '10 Mei daaraanvolgende, tot uitgifte van gemeente grond in erfpacht aan J. P. Koomanen van 4 October 1881 tot ruiling van grond met J. van der Jagt en het in erfpacht geven van gemeentegrond aan de firma de Bondt Co. 2°. eeri brief als voren, houdende machtiging om, nadat ook het gemeentebestuur van Bergen op Zoom die zal hebben verkregen, onder hunne goedkeuring en die van Ged. Staten van Noord-Brabant gemeenschappelijk te regelen, de opheffing van het beurtveer tusschen Bergen op Zoom en Zierikzee. De Voorzitter geeft kennis, dat later als het ge meentebestuur van Bergen op Zoom ook gemagtigd is om tot regeling der zaak over te gaan, Burgem. en Weth. de noodige voorstellen zullen doen om tot de opheffing van het beurtveer gemeenschappelijk te be sluiten. Wordt besloten deze stukken voor kennisgeving aan te nemen; 3°. een brief van de Gedep. Staten, met verzoek ter kennis van den Raad te brengen, dat zij eenige bepalingen der bij raadsbesluit van 20 Dec. 1881 geldigverklaarde strafverordeningen, dat besluit zelf, alsmede het besluit van 10 Mei 1882 tot niet her ziening der strafverordeningen aan Z. M. den Koning tot vernietiging voorgedragen hebben en dat in verband daarmede tevens de vernietiging van de op 10 Mei 11. vastgestelde wijziging van het politie-reglement is voor gesteld voor zooveel daarin strafbepalingen voorkomen, betreffende artikelen welke van rechtswege zijn vervallen of tegen welker overtreding bij verordeningen posterieur aan het politie-reglement, eene andere straf is bedreigd. Voor kennisgeving aangenomen. De heer van Manen vraagt naar aanleiding van laatstgemelden brief of het Dagelijksch Bestuur de wijze van behandeling van dergelijke zaken kent en of het meent, dat aan het Bestuur de gelegenheid zal gegeven worden om de in deze zaak uitgebrachte rapporten mede te deelen. De Voorzitter zegt, dat hem dit niet met zekerheid bekend is. De Weth. Boeije geeft te kennen, dat Burgem. en Weth. meenden, dat de Raad van State waarschijnlijk in deze zou worden gehoord en dat zij in dat geval bij dat collegie hunne grieven of opmerkingen kunnen inbrengen. De heer van Manen meent wel te weten, dat de Raad van State in -dergelijke zaken wordt gehoord, doch is er onzeker van of aan het Bestuur de gelegen heid zal worden gegeven om berichten of ophelderingen van het verhandelde in te dienen en vraagt daarom, of het niet wenschelijk zou zijn den Koning in kennis te stellen met. de rapporten over deze zaak, niet omdat daardoor invloed op de beslissing zal worden uitgeoefend maar om de gedragslijn van den Raad toe te lichten. Na eenige beraadslaging, waaraan ook de heeren Moolenburgh, van Kinschot en Goemans deelnamen, doet de heer Boeije het voorstel, dat Burgem. en Weth. dadelijk zullen onderzoeken of hun nog nader de ge legenheid zal worden gegeven om hunne grieven onder de aandacht van den Minister te brengen. Mocht uit het antwoord blijken dat die gelegenheid gegeven wordt, dan kunnen zij de rapporten inzendenzij meenen evenwel dat deze wel door de Gedep. Staten zullen zijn overgelegd. De Raad vereenigt zich met dit voorstel. De Voorzitter stelt de ingekomen rekeningen van de Bewaarschool voor minvermogenden, het Burgerlijk Armbestuur en het Harmoniegezelschap «Kunst en Eer", allen over 1881, in handen van de heeren W. A. Ochtman, van Kinschot en de Crane, om daarover na onderzoek aari den Raad verslag uit te brengen. De heer Moens komt in de vergadering. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt gunstig beschikt op het vroeger ter tafel gebracht verzoekschrift van K. Aleman, om een perceeltje gemeentegrond, verkregen door het overdekken eener openliggende vroon achter zijn woonhuis, in erfpacht te bekomen en zulks tegen betaling van twee cent in het jaar voor den vierkanten meter en voorts onder de gewone voorwaarden. De ontvangen jaarverslagen van de gemeenten Groningen, Utrecht, Alkmaar, Amersfoort, Zutfen, Middelburg, Leeuwarden, Amsterdam en Hoorn, worden ter inzage van de leden gelegd. Zij zullen later in de boekerij worden geplaatst. De Voorzitter deelt mede, dat nog zijn ingekomen '1°. van den heer J. Franse ten geschenke, een exemplaar van het door hem bewerkte boekwerk: Hypothekair-, Kadastraal- en Scheepswetboek. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt besloten den gever hiervoor dank te betuigen en het geschenk in de boekerij te plaatsen 2°. een verzoekschrift van den heer C. Maaüre om eervol ontslag als keurmeester van vee en vleesch, wegens vertrek naar elders. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt het ge vraagd ontslag eervol verleend, te rekenen met ingang van den '1 Juni 1.1.; 3°. een verzoekschrift van den heer G. A. Blinden- bach, provinciaal veearts alhierom in de plaats van den heer Mazure te worden benoemd tot keur meester van vee en vleesch. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Blindenbach de eenige sollicitant is en stelt namens Burgem. en Weth. voor, tot de benoeming over te gaan. De heer Blindenbach wordt daarop met algemeene stemmen tot de door hem verlangde betrekking benoemd 4°. een verzoek van Dr. Z. Th. Diehl, leeraar in de Scheikunde enz. aan de Hoogere Burgerschool, waarin hij naar aanleiding van art. 10 der verorde ning regelende het middelbaar onderwijs verzoekt, de betrekking van onderwijzer bij de Rijks-normaallessen te mogen waarnemen. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt overeen komstig het advies der Commissie van Toezicht voor het middelbaar onderwijs, besloten de geviaagde ver gunning te verleenen. De Voorzitter brengt in behandeling, het in een vorige vergadering medegedeelde verzoekschrift van IJr. P. Schnringa, leeraar aan de Hoogere Burgerschool, om verhooging zijner jaarwedde. Op voorstel van den heer Schneiders gaat de open bare vergadering over in eene zitting met gesloten deuren. Heropend zijnde, wordt dooi* den Voorzitter mede gedeeld dat Burgem. en Weth. na ingewonnen advies van de Commissie van Toezicht voor het middelbaar onderwijs, voorstellen, om op dit verzoek afwijzend te beschikken. Daar eene verhooging der belooning van den adres sant de verhouding tusschen de jaarwedden onderling zou verbreken, komt het hun niet wenschelijk voor, tot zoodanige verhooging over te gaan. Wat betieft de door den adressant gemaakte ver gelijking tusschen zijne belooning en die van zijn ambtgenoot voor de Scheikunde, herinneren Burgem. en Weth. dat beider jaarwedden gelijk zijn, en dat aan den laatste eene personeele toelage van 400 is toegekend wegens buitengewone omstandigheden, die bij den adressant niet hebben bestaan. De heer Zuurdeeg stelt voor, de belooning van den adressant te verhoogen door hein eene personeele toe lage van 200 's jaars te verleenen. Dit voorstel wordt verworpen met 7 stemmen tegen 6.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1882 | | pagina 1