voor liet arrondis-
mimi Zierifaee.
1882. No. 13. Woensdag 15 Februari. 85ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Nieuwe Partijvorming.
ziiHikzrisiiüfoiuwi.
Deze Courant verschijnt DINSDAG- en VRIJDAG-AVOND
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Per gewone regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 1 6 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1-5 regels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stokken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II, LAKENHAN.
li.
(Slot.)
De werkelijkheid heeft blijkbaar het Dagbl.
aanleiding gegeven voor de denkbeelden, die
het ontwikkeld heeft. Het is jammer dat het
de werkelijkheid niet onbevangen heeft aange
nomen. Partijhervorming is zeker alleszins
noodig, doch deze laat zich niet tot stand brengen
op de manier door het conservatieve blad aan
gewezen.
Wij laten het smalen op de tegenpartijders,
die door het blad zoo vriendelijk betiteld worden
met allerlei leelijke namen, voor hetgeen het is.
We nemen eens aan dat voor de door het Dagbl.
beoogde hervorming een „hoofdstuk aan den
godsdienst gewijd" iu de Grondwet noodig is
en practisch zou zijn; door wie moest er dan
dat hoofdstuk ingebracht worden Door de
tegenwoordige meerderheid iu ons parlement
Maar deze is tot nog toe liberaal, zullen we
maar zeggen; zeker niet conservatief, noch ook
clerieaal. Nu zien we niet iu, hoe er ooit een
„hoofdstuk aan den godsdienst gewijd" iu de
Grondwet kan komen als er niet een clericale
meerderheid is, zoo groot, dat zij grondwets
herziening kau provoceeren en volbrengen.
Het orgaan der conservatieven schijnt te
meenen, dat ook een kabinet, dat niet clerieaal
is, en een meerderheid die niet clerieaal is,
enkel en alleen uit politieke bedoelingen wat
meer godsdienst in. de Grondwet zullen willen
zetten, om zoodoende den weg te banen tot een
nieuwe partijformatie met een constitutioneel-
monarchaal-godsdieustige partij als bovendrij
vende.
Neen, de partijformatie en reformatie zal
haar weg wel vinden zonder de bemoeiing van
den een of anderen proefnemer met wat meer
godsdienst. Men moet wel blind zijn om niet
te zien, dat de partijvervorming alreeds een
aanmerkelijk eind gevorderd is, zonder dat er
iemand eigenlijk opzettelijk de hand voor geroerd
heeft, ja zelfs tegen de betuigingen dergeuen
in, die er van nabij in betrokken zijn. De
drijvers van de Standaardde anti-revoluti
onairen, en de drijvers der afscheiding en
afzonderlijke aaneensluiting der Katholieken
zouden niet gaarne toegeven dat het clericalisme
de kracht is, die hen drijft. Toch is dit zoo en
zijn wij op weg om te komen tot een nieuwe
partijfonnatie, daarin bestaande, dat er zullen
zijn, clericalen en auti-clericalen. De clericalen
zijn vau tweederlei kleur: groene en zwarte,
van Dordt en van Rome. We durven niet zeggen
welke van de twee wij voor den Staat gevaar
lijker achten.
Doch dit zal niets helpen om het verloop van
het hervormings-proces tegen te houden. Dat
gaat uit zichzelf voort en zal eindelijk wel
weder tot gezonder toestanden leiden. Thans
is de toestand niet gezond. Thans staat onze
roemruchtige Vaderlandsche Geschiedenis nage
noeg vierkant op haar kop. De wolven en
lammeren der veelbewogen en veelberoemde
16e eeuw weiden te zamen. Men zal zich dat
moeten getroosten en hun zelfs de gelegenheid
moeten laten om elkander zoozeer te liefkoozen,
dat het weer op vechten uitloopt en ze elkaar
gaan verscheuren. Of dan, na afloop dier ver-
scheuriugs-scène, de tijd der conservatieven
monavehalen gaan de lui zich uu al noemen 1
of wel de tijd der anti-clericaleu zal komen om
troon en vaderland staande te houden, dat zal
later gezien worden. Wij voor ons gelooveu,
dat do laatsten de daartoe geroepenen zullen zijn.
Het is hinderlijk te lezen wat het conserva
tieve blad, daarin zoowat een Haagsche echo,
schrijft met zinspeling op de soms bespottelijke
monarchistische bewegingen en kleingeestige
manifestatietjes, die men sinds eenigen tijd in
de Residentie opmerkt. Men moest toch dat
oude, afgezaagde en hoogst onverdiende verwijt
van gebrek aan loyauteit bij de liberalen, liever
nalaten 1 De formule der nieuwe partijformatie,
die het Dagbl. geeft, doet schier denken dat
de meerderheid der natie afkeerig zou zijn van
het koningschap. Dat zit immers verborgen
achter dat constitutioneel-monarchaal
en die democraten! Wij outzeggen de Dag-
Wad-partij het recht zich bij voorkeur monarchale
gevoelens toe te eigenen. Integendeel, de liberalen
hebben den troon der Oranje Nassaus steviger
gesteund dan de conservatieven ooit vermochten
te doen. Waren het niet de conservatieven, die
Willem I zijn halve rijk deden verliezen en
hem aan de trouw der andere helft zelfs doden
twijfelenEn zijn het niet de liberalen, die in
1848 de eoustitutioneele monarchie zoo hebben
georganiseerd, dat noch Willem II, noch
Willem III zich daarover ooit in 't minste
onvoldaan hebben betoond? Neen, als er gevaar
voor de monarchie bestaat 't welk wij trou
wens voor 't oogeublik zelfs in de verte niet
zien dan zon 't kuuneu komen van de
ultramontanen, die een ander persoon als wereld
lijk vorst boven den Koning zouden willen
stellen, of van de groene clericalen, die niets
anders dan democraten zijn in den trant der
rondkoppen van Olivier Cromwell.
Wij huldigen liever de volkssouveveiniteit,
die ons constitutioneel koningschap heeft ge
grondvest en het nog steunt, dan 't beginsel
dat de groene en zwarte clericalen drijft, 't welk
geen ander is dan koniug en volk te buigen
onder 't gezag van den priester, die zich aan
matigt onfeilbaar te zijn, en we huldigen dat
ook liever, dan een droit divin, dat in den
mond van een Nederlantlsehen aristocraat een
groote bespottelijkheid is.
Het beginsel der volkssouvereiniteit heerscht
hier minstens sedert 1813 en steeds is 't meer
in zijn wezenlijkheid erkend.
Eu zoo er ooit een kiesrechtsherziening komt,
zij zal nog meer scherpte aan die erkenning
moeten geven, of ze zou een onding zijn.
Binnenland.
ZIERIKZEE, 14 Februari 1 8 8 2.
Onze geachte stadgenoot, de heer W. A. Bowbyes,
kapitein van den reddingskotter »Willem van Houten",
alhier gestationeerd, herdacht Zondag den dag waarop
hij vóór 30 jaar zijn commando aanvaardde. De directie
der Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij vereerde
den heer Bowbyes bij deze gelegenheid de groote
zilveren medaille en een loffelijk getuigschrift.
Het aftreden van den heer Six als Minister van
Binnenlandsche Zaken en het optreden van den heer
Pijnacker Hordijk is zoo stil en vreedzaam in zijn
werk gegaan, dat de natie niet verwonderd heeft
gestaan over 't heengaan van den een, noch over de
komst van den ander. Er was dan ook geen crisis
en er is dus eenvoudig een verandering van personen.
Maar deze verandering van personen zal toch wel
iets meer zijn dan dit alleen. Het is klaar dat men
van den nieuwen Minister belangrijke daden verwacht
en dus zijn optreden in verband brengt met de hangende
vraagstukken. Deze zijn in de eerste plaats de her
ziening van het kiesrecht en die van de militie- en
schutterij-wetten. De herziening van het kiesrecht
dringt zich naar voren. Het is of iedereen gevoelt
dat zonder deze niet te komen is tot de vernieuwing
der partij-formatie waarvan toch ieder de noodzakelijkheid
inziet. Het Vaderland is van meening dat van de
werkkracht en bekwaamheid van den nieuwen Minister
veel te verwachten is, doch het meent tevens dat op
den duur op wetgevend gebied al niet veel meer dan
tot dusver zal geproduceerd worden, zoo er niet op
een andere wijze gewerkt wordt bij de behandeling
van belangrijke wetsontwerpen. Er zou reeds vrij wat
meer tot stand gekomen zijn, zoo niet de tot nu toe
gevolgde manier van handelen de beste ontwerpen
deed falen, of zoo verminkt en misvormd uit het vuur
deed komen, dat zij toch het doel missen.
Het oordeel in de liberale pers over den nieuwen
Minister van Binnenlandsche Zaken is algemeen gunstig.
Zijn scherpzinnigheid en kunde worden door allen ge
roemd. Het Alcj. Hbl. schrijft nog: »Als voorzitter
der plaatselijke schoolcommissie te Amsterdam heeft
hij eigenschappen aan den dag gelegd gemakkelijk
heid van spreken en krachtige leiding die uitzicht
geven, dat hij tegenover de Tweede Kamer een goed
figuur zal maken. Zijn staatkundige richting kan
daaruit worden afgeleid, dat hij hoofdbestuurder is
van het Nut en deel heeft uitgemaakt van het be
stuur der liberale kies vereen iging «Burgerplicht" te
Amsterdam, evenals zijn ambtgenoot de Minister
Modderman."
De conservatieve Amst. Ct. schrijft: »Te Amsterdam
heeft de lieer Pijnacker Hordijk èn als hoogleeraar,
èn als president der plaatselijke commissie van toe
zicht op het Lager Onderwijs, gelijk ook in andere
betrekkingen, den naam achtergelaten van een schrander,
doortastend en welsprekend man te zijn."
Te Melicke bij Roermond hebben de broeders Moors
zulk een hevigen twist gekregen, dat de een den
ander met een revolver in het hoofd heeft geschoten.
De kogel was boven het oog in den schedel gedrongen,
doch had gelukkig de hersenen niet beleedigd, zoodat
het geval nog zonder broedermoord zal afloopen. De
dader was leerling van het Bisschoppelijk collegie te
Roermond. Zou hij daar zoo weinig geleerd hebben
dat hij in een twist zijn eigen broeder wil dood
schieten? Ongetwijfeld niet, en zeer onrechtvaardig
zou het zijn de inrichting, waar het jongemensch
opgevoed is, verantwoordelijk te stellen voor zijn daad.
Doch is dit zoo, dan moest men ook niet, wanneer
soms een leerling eener openbare inrichting van
onderwijs een grooten misstap begaat, daarvoor het
openbaar onderwijs verantwoordelijk stellen. Toch is
dit herhaaldelijk geschied niet alleen, maar zijn er
zelfs drijvers, die algemeene gebreken des volks aan
de openbare school wijten.