ZIEMKZEESCHË GOUBMT.
voor het arrondis- sement Zierikzee.
1874. No. 96. Zaterdag 5 December. 77ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VEIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PEIJS DEE ADYEETENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. 1AKENMAN.
SINT NICOLAAS.
O. Gelukkige, zalige tijd toen wij nog kleine
kinderen waren en nog geloofden aan Sinter
klaas! Wat een genot reeds dagen vooruit
in alle straten der stad de oogen te vergasten
en de kinderlijke begeerlijkheid te scherpen op
al 't moois en 't lekkers dat er uitgestald was
Iedere suikerbakkerswinkel een paradijs vol
heerlijke dingen iedere bakkerswinkel zelfs in
feestdos getooid pronkende niet maar alleen
met het alledaagsehe proza van brood, beschuit
en kleingoed, maar ook met liooge stellaadjes
vol blinkende klaasmannen, verleidelijke sui
kervrijsters, boterletters, harten om te stelen,
kortom alles iedere boekwinkel een eldorado
vol mooie prenten, boeken en allerlei prachtige
zakenelke speelgoedwinkel herschapen in een
kermiskraam
Wat een popelend verlangen naar 't heerlijk
avondjeWat een nachten vol akelige zoete
droomen van dien ontzaglijken Sinterklaas die
zoo geheimzinnig, onder rumoer en vreeselijke
teekenen, zijn verschijning maakte en die toch
zoo goed was, zoo gul en die zoo veel van
„zoete kinderen" hield! Wat een inspanning
dan voor ons, oolijke jongens, om er, gedu
rende eenige dagen althans vóór den grooten
dag, uit te zien als zoete kinderen! Wat een
gver om versjes en gebedjes van buiten te
leeren, 't eenige waarmede naar 't scheen
Sinterklaas 't beste te paaien was.
Gelukkige, zalige dagen toen!
En nog,
„Sinterklaas is dood, leve Sinterklaas'tgeldt
waarlijk niet enkel van de Fransche koningen z. g.
't geldt ook van Sinterklaas. „Hij is er niet,"
beweert onze verlichte jeugd, en toch is zij
recht blij dat hij er nog is. 't Schijnt tegen
strijdig en 't is toch zoo. Laat de kritiek
Sinterklaas vrij wegredeneerenhij is er nog,
al wordt ook 't geduchte zijner verschijningen
over 't algemeen aanmerkelijk getemperd.
Hij is er nog; laat hij er nog maar een
eeuw of wat blijven! Hij is mijn liefste Heilige.
Ik houd van hem omdat hij een echte humane
heilige ishij is niet clericaal, hij is humaan.
Hij bedenkt alle kinderen, klein en groot, rijk
en arm, en onverschillig van welken „gods
dienst" zij zijn. Zijn godsdienst is; een goede
Sinterklaas te zijn, een goed heilig man, en
goed te doen als de zon, zonder te zien aan
wien. Sinterklaas is niet exclusief, hij gedenkt
allenhij verdoemt niet, hij doet goed en geeft
goede gaven. Ik vind Sinterklaas bovendien
een echten nationalen Heilige; hij is Neder
lander in zijn hartdaar ginds aan gene zijde
der besneeuwde bergen kent men hem niet en
hij houdt zich met de lieden daar ook niet op;
zij hebben daar andere heiligen.
Ik geraak onwillekeurig aan 't soezen als
ik ernstig aan Sinterklaas denk. Hebben de
groote kinderen niet menigmaal ook een geloof
als dat der kleinen en hebben ook zij niet hun
Sinterklaas? Maken ook zij niet vaak zich
zelren en elkander bang en angstig met de
gedachte aan een God die vreeselijk is, die te
zijner ure komen zal, met gerucht en sehrik-
kelijkheid endie toch zoo goed is, zoo
vol liefde, ja de liefde zelf? En trachten ook
zij niet Hem te paaien met, een korter of lan
ger poosje vóór den vreeselijken en toch met
zulk vurig verlangen verbeiden dag, zich te
houden alsof zij heel zoete jongens waren?
En loopen er ook onder ben niet velen om,
die zich heel zoet en vlijtig afsloven met recht
veel mooie teksten en gebeden te leeren om
die te kunnen opzeggen ten grooten dage, ten
einde zoo de roede te ontgaan En vermoeien
ook zij niet hun geest met de vraag: is hij
er of is hij er niet? Leert niet, ook onder
hen, zekere kritiek dat hij er eigenlijk niet is,
terwijl ieder toch in 't nachtelijk uur van stille
aandacht als de slaap wat lang uitblijft, zoo
menigmaal onder een echt goeddoende huivering
't innerlijke gemoed, dat altoos blijft als dat
eens kinds, zacht hoort fluisteren dat hij er
toch wel is en dat hij o, zoo oneindig goed
is en allen zal gedenken?
Maar neen, thans geen gesoes.
't Is Sinterklaas, 't kinderfeest. Laat ons
thans weder eens kinderen zijn, aan de kin
deren denken, onze harten openen tot mildheid
en onze beurzen, naar omstandigheden natuurlijk,
tot gulheid.
Laat [ons onzen lieven kleiuen gedenken die op
een vroolijken avond rekenen en op een nog
vroolijker ontwaken den morgen daarna. O, 't Is
zoo zalig kind te zijn, te hopen en te gelooven,
te verwachten en te vertrouwen als een kind,
zich gelukkig te droomen in het bezit van een
klaasman of van een klaasvrijster, zoetheid te
vinden in Parijsck suikergoed en een genot in
't consumeeren van een overdreven hoeveelheid
lekkersLaat ons dan 't onze doen om 't geluk
der kleinen te vermeerderen. Winkeliers en
bakkers zullen onze bezoeken met ongeveinsde
ingenomenheid afwachten en met voorkomendheid
ons bijstaan met raad en daad in de keuze
van allerlei gepaste aardigheden, surprises en
lekkers. Laat 't ditmaal Sinterklaas zijn als
van ouds en dat 't nog lang na dezen zoo zij
Binnenland.
ZIEKIKZEE, 4 December 187 4.
Zierikzee, 3 Dec. Gisteren avond had de aange
kondigde opeubare voorstelling plaats door de Eede-
rijkerskamer //Euysch" met medewerking van het
muziekgezelschap //Kunst en Eer." Het stuk de Vrek
van Molière, liep tot algemeen genoegen flink af, de
deelneming van het publiek in de reüssite dezer voor
stelling is ook vrij goed geweest, daar naar wij vernemen,
liet bestuur der Kcderijkerskamer in staat is om aan
de kas voor den herbouw van het Armengesticht een som
van X1490£> als netto opbrengst te schenken.
Eere aan //Euysch" en //Kunst en Eer" die op zulk
een doeltreffende wijze de kunst ook dienstbaar weten
te maken aan de liefdadigheid. Wij mogen mede niet
onvermeld laten dat de heer C. den Toom voor deze
voorstelling de zaal met vuur en licht kosteloos be
schikbaar heeft gesteld.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier heeft
zich tot den Min. van Finauciën gewend om te verkrij
gen dat ook de stoombooten Zierikzee en Middelburg
zullen gebruikt worden voor het brievenvervoer. Zij
heeft tevens verzocht dat aan den postiljon van hier
op Bergenopzooin een conducteur zal worden toege
voegd. De kamer heeft zich ook bij adres tot de
Tweede Kamer der Staten-Generaal gewend om te ver
krijgen afschaffing van den zeep-accijns.
Verder heeft de Kamer uitvoerige mededeelingen
ontvangen betreffende detentoonstelling eu het congres
voor aardrijkskunde die in Maart en April 1875 te
Parijs zullen gehouden worden.
Den 9 Nov. heeft te Delft een meeting plaats
gehad, aangelegd door de aldaar toen pas gevestigde
afdeeling der vereeniging //Volksonderwijs". Den
30 Nov. is in het zelfde lokaal wederom een meeting
gehouden doch alsnu aangelegd door het bestuur der
Delftsche Vereeniging tot bevordering van Christelijk
schoolonderwijs. Had in de vorige vergadering de
heer Kerdijk het woord gevoerd, tot deze vergadering
was als spreker uitgenoodigd de heer A. Brummel-
kamp van de Theologische school te Kampen. Even
als den 9 Nov. was ook nu de meeting zeer talrijk.
De heer Kerdijk had den 9 Nov. in hoofdzaak
betoogd dat onderwijs voor het volk een behoefte is
dat de staat van het onderwijs hier te lande onvol
doende is te achten zoo wegens gebrek aan onder
wijzers-personeel, als wegens hun te geringe 'bezolding
en ook wegens het schoolverzuim dat de Staat toch
geroepen is voor liet volksonderwijs te zorgen dat
de neutrale school de goede is, dat zonder herziening
der onderwijs-wet geen afdoende verbetering is te
wachten, dat leerplicht te voorzien is, doch thans
nog niet uitvoerbaar, enz.
Het waren juist deze stellingen die de heer Brum-
melkamp ten grondslag legde voor zijn rede. De
eerste stellingen werden ook door hem aangenomen,
ofschoon dan cok met eenig voorbehoud, o. a. dat
het er voor de onderwijzers meer op aan kwam dat
zij recht in de leer waren dan dat zij liooge tracte-
menten hadden.
Daarentegen meende de heer B. dat het onderwijs
geen staatszaak moest wezen maar aan de //particuliere
industrie" moest worden overgelaten. Ook bracht hij
de bekende bewering ter tafel dat alleen de //moderne
richting" met de bestaande neutrale school kan ge
diend zijn. Hij beweerde almede dat de moderne
beginselen moeten leiden tot communisme enz. Deu
leerplicht vond de heer B. een afschuwelijk iets.
De heer B. betoogde ook dat Nederland een Chris
telijke staat is, ofschoon hij toegaf dat dit niet. waar
is in staatsrechterlijken zin (dus dat 't niet zoo is.)
De christelijk nationale school is, zoo beweerde hij,
de protestautsclie school, gegrond op den Bijbel, op
bet woord van God. Hij en zijn geestverwanten
zouden daarom op dit punt blijven agiteeren, en vooral
blijven aandringen op de herziening van art. 194.
Het was te bejammeren dat de heer Kerdijk niet
in deze vergadering kon tegenwoordig zijnhij
moest juist dienzelfden avond in een vergadering van
//Volksonderwijs" te 's Gravenhage optreden. Hij
was anders de aangewezen man geweest om een lans
met prof. Brummelkamp te breken. Toch bleef deze
spreker niet onbeantwoord, daar prof. Pekelharing op
enkele punten repliceerde. Hij wees o. a. aan hoe
de heer Brummelkamp te eenemale dwaalde toen hij
beweerde dat in N. Amerika de staat zich met liet
volksonderwijs niet bemoeit, daar er juist in geen
staat ter wereld zoo mild voor het onderwijs wordt
gezorgd door den staat als in N. Amerika. ("Wij
begrijpen niet hoe de heer B. dit niet geweten heeft.)
Het komt ons voor na al wat we van deze meeting
hebben gelezen dat de heer B. nog behoort tot de arrière
garde van zijn partij. Hij houdt nog van de wijzi
ging van art. 194 en hij houdt zijn school nog voor
de nationale. Het is bekend dat de coripheeën van
het anti-schoolwetverbond deze beide cardinale punten