ZIERIKZEESCI1Ë COURANT. 1874. No. 79. Zaterdag 7 October, 77ste jaargang. NIEUWS- en. ADVERTENTIE-BLAD voor liet arrondis- sement Zierikzce. Feuilleton. IETS OSTeR ROiVIERSWAAL. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTE NT1 EN Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 1oregels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever n. I.AiiEVJlAA. BRIEVEN UIT HOLLAND. xn. »Neen maar, daar waag ik mijn geld aan Met deze woorden lei ik de krant op mijn lessenaar. «Rijk worden, tiendubbele winst trekken, voor verlies volkomen gewaarborgddie woorden plaatsten zich in gloeiende letters voor mijn verbeelding, terwijl ik met groote stappen mijn kluis op en neer liep. Hoelang reeds had ik naar een middel omgezien om aan die bekrompenheid in mijn uitgaven, aan dat ongelukkige doodblijven op een cent, te ontkomen. En zie daar bezorgt men me een blad, dat drie centen kost en dat me in een oogenblik uit den brand helpt. Niet dat ik nu aireede de schatten in mijn kast heb, dat niet -- maar de weg is me aangewezen, en 't is thans zoo zeker als~',t korten der dagen in dit seizoen, dat het slechts van mijn fail afhangt binnen kort een rijk man te zijn. Ik greep .mijn hoed, 't was me binnen te eng. De bui tenlucht mföest me mijn kalmte hergeven en ze deed dat althans toen 'k weerkeerde, was alle agitatie geweken. Met aandacht las ik nogmaals het heuglijk bericht en volkomen klaar stond me het plan voor de oogen. »Vtje, Vtje," zei ik tegen me zeiven, »je hebt het legaat van je oude tante zaliger grootendeels vermorst in Amerikaansche sporen, in Boxtel-Wezelsche en Spaansche papieren, daar is de gelegenheid om met het overschot een slag te slaan, een slag die je je pilaar aan de beurs en je plaats in de opera zal terugbrengen!" Aangezien echter mijn consciëntie me zou veroordeelen wanneer ik de pogingen om rijk te worden maar stil voor me hield, in plaats van ook anderen, in 't bijzonder u, op dien gemakkelijk te verwerven rijkdom te wijzen, ga ik u thans meedeelen hoe de zaak in elkaar zit, vast overtuigd dat ge, evenals ik, geen oogenblik aarzelen zult den schat in ont vangst te nemen, die aan de overzij van 't kanaal gedepo neerd ligt voor u en mij en voor ieder, die spoedig en zeker rijk wil wordenen wie wil dat niet? Engeland heeft de eer op zijn bodem te herbergen de firma CARTER, KLEIN Co. Mocht u dit onbekend zijn, zeker wel niet dat onder de Engeische volksvermakelijkheden de wedrennen bovenaan staan en dat het Engeische volk er bijzondere liefhebberij in vindt bij die gelegenheden eenige honderden, soms duizenden te verwedden. Hoe genoemde firma nu met de wedrennen in één adem genoemd wordt, zal u duidelijk zijn, als ik zeg dat zij zich uitsluitend met dat wedden tijdens de harddraverijen bezig houdten dat ze daarin zeer sterk is, bewijst ze door aan te toonen dat verlies van haar kant tot de onmogelijkheden minstens tot de wonderen behoort. 't Is verduiveld aardig om te lezen hoe ze dat aanlegt. De heeren Carter c. s. staan in betrekking tot alle paarden fokkerijen. Zoo maar ergens in 't vereend koninkrijk van een paard gefluisterd wordt dat het harddraversbloed in zijn aderen heeft en dus bestemd is voor den wedren, zenden zij een agent derwaarts. Deze heeft in last al de bewegingen van 't onschuldige dier te bespieden, en bij zijn meester te informeeren naar de afkomst, den ouderdom, de groeikracht, den vermoedelijken uitslag der fokkerij etc. etc. Ja, hij koopt desnoods de jockeys om ten einde achter de eigenschappen van 't paard te komen, die men liefst met 't oog op de concurrentie, voor 't publiek wil verborgen houden. Hij telegrafeert wanneer het paard eenigszins vreemd hinnikt, hij schrijft een brief van dubbel port als 't dier struikelt in 't kort, de man mag 't geen oogenblik aan zichzelven overlaten, want tot in de kleinste, schijnbaar onbeduidendste bijzonderheden wordt alles aangeteekend in een daarvoor bestemd register. Veronderstel nu dat Liverpool een wedren uitschrijft, waaraan 20 paarden zullen deelnemen. De heeren Carter, Klein Co. arriveeren op 't terrein met de boeken waarin de geschiedenis van al deze dieren opgeteekend staat. Natuurlijk kunnen ze nu met reden aantoonen welke van die de meeste kans hebben als overwinnaars 't ren perk te verlaten. Ze zijn b.v. haast zeker dat Victoria 't niet zal uithouden dewijl vóór drie weken de stalknecht onder 't genot van een borrel verklapt heeft dat ze een weinig kort ademig is, dat Lady Harriet zal verliezen omdat ze schichtig is, enz. Daarom blijven Victoria en Lady Harriet buiten spel en dagen de heeren Carter, Klein Co. de wedlustigen uit een som tegen de hunne te zetten op 't goed geluk van de andere paarden, die in de dagboeken als volmaakt staan gesignaleerd. Geen wonder, dat ze 't met zulke gegevens altijd winnen. In den staat, dien ze publiceeren, van de wedrennen te New-Castle hebben ze dan ook slechts 90 pd. verlies te vermelden tegenover 395 pd. winst, en deze winst met 50 pd. inleg verkregen, zal nog verre overtroffen worden bij de aanstaande races, wanneer de firma zeker is 1000 pCt. winst te zullen behalen. Duizend percent winst! Het mooie, het edele van hunne zaak is, dat de heeren Carter, Klein Co. zoo Christelijk zijn deze enorme baten wel te willen deelen met hunne medemensehen. 't Is een beschamend voorbeeld. Gij en ik zouden als compagnons in zulke affaires wellicht heel anders handelen. Nu het dus wiskundig zeker is dat ze winnen zullen hebben we niets beters te doen dan onze spaarcenten op te zenden. (Glasgow, 15, St. Enoch Square.) Ze garandeeren tegen verlies, daarvan is dus geen sprake de winst is zeker. Geef slechts bij uw toezending (minstens f 100) op, hoe ge de winst wilt ontvangen, in bankbiljetten, postwissels of wissels op bankiers't is den heeren Carter c. s. 't zelfde, als ze u maar rijk kunnen maken. Zoo langzaam aan onder 't schrijven is mijn kalmte weer gevloden, 't Is ook niet mogelijk die te bewaren bij 't vooruitzicht van f 1000 winst.op mijn f 100, die 'k plan heb te zenden. En wat doe 'k daarvoor Eén enkele gang naar 't postkantoor is voldoende om deze kolossale winst ad 1000 pCt. over een paar weken franko mijn woning te zien binnendragen Welke handelsoperatie in ons schriele vaderland is te vergelijken met deze Internationale Aandeelen-Maatschappij voor Geldbelegging Ik zou hier gevoegelijk kunnen afbreken, dewijl het me slechts te doen was u attent te maken op 't goud dat ginds voor u gestapeld ligt. Doch er zijn nog enkele nevenzaken en omstandigheden, die me duister zijn. Ik voeg er echter terstond bij dat deze duisterheden mijn hooge ingenomen heid met het edelmoedige aanbod der heeren Carter c. s. geen graad kunnen verminderen. Wat mij duister schijnt, zal bepaald voor hen daghelder zijn. Hoe ook zou ik, met mijn bekrompen verstand, dat hoogstens met 100 gulden kan rekenen, de zaken van zulk een winstenfabriek kunnen doorgronden, die met duizenden omspringt? Ze gaan me dan ook niet aan. Zoo ik maar mijn 1000 pCt- winst trek ben 'k knap in mijn schik. Toch meld ik ze u. Misschien dat ge me uitlacht, zooals ik mezelven soms bespot om dat spijkers zoeken op laag water. Wellicht erkent ge ook «dat er wel wat in zit I" Ter zake dan. De firma Carter, Klein Co. wint altijd en alle geldinzendingen worden met acht-, tiendubbele winst aan de eigenaars gerestitueerd, dat staat vast. Maar ver onderstel nu dat we allen meedoen, wat volstrekt niet vreemd zou zijn een gek, die niet winnen wil op zoo'n manier. De Engelschen, doen natuurlijk allen mee, zoo ze slechts f 100 liggend geld hebben. Zou er dan echter nog wel iemand overblijven om tegen Carter, Klein Co. te wedden, en zou zelfs de meest excentrieke Engelschrnan redeneeren de firma heeft mijn geld, ergo hou ik me overal buitenBovendien als we allen winnen kunnen, neen, winnen moetenwie moet dan 't verlies dragen? Toch zeker niet de firma Carter, Klein Co.? Dat zou on- menschelijk van ons zijn. Een andere bedenking is dezeaangenomen dat er nog honderden overblijven, die bij de wedrennen eigen zaken drijven, zooals onze firma, zal hun de lust daartoe dan niet vergaan, nu 't der wereld op zoo overtuigende wijze bewezen is dat Carter, Klein Co. altijd moet winnen en dat ze dus tegenover die firma altijd de dupe der historie wordt? Nog een kleinigheid. De heeren Carter c. s. hebben een onnoemelijk getal agenten en handlangers te hunnen dienste. Al die sujetten ontvangen zeker een loon, geëvenredigd aan de belangrijke diensten, die ze de firma en ons bewijzen. Bovendien komt er een niet onaardige som op hun begrooting voor reiskosten, porten, advertentiën etc. De laatste vooral zijn niet malsch. De advertentie in 't Nieuius van den Dag alleen zal onge veer f '125 kosten, matig berekend. De heeren zelf stel ik me voor te wonen in huizen van den eersten rang, voorzien van al de gemakken des levens. Niets billijker ook, dat ze althans thuis schadeloos gesteld worden voor de moeiten en zorgen aan hunne menschlievende pogingen onafscheidelijk verbonden. Ik wil maar zeggen, dat de onkostenrekenir.g geen kleinigheid zal bedragen. Hoe daarmee nu te rijmen Slot. Ondertusschen was het tijdstip van Roraerswaal's grootsten bloei ook dat, waarop de stad met rassche schreden haar ondergang tegemoet snelde. De groote watervloed van 1530 ovei stroomde na genoeg geheel Zuid-Beveland en knakte de welvaart der stad voor zoover deze van den landbouw der omstreken afhing. Zij zelve bleef wel behouden binnen haar omwalling, alsook een zekere streek gronds onder de stad behoorende, de Wilde Moer genaamd, en 6 a 7000 gemeten groot, doch de welvaart harer inwoners ontving een gevoeligen slag. Alleen de zoutnering bleef nog bloeiend en in 1540 waren er nog een groot aantal zoutkeeten. Weinige jaren daarna was ook deze tak van nijverheid zoozeer verkwijnd, dat de regenten in 1547 verklaarden dat er van al de zoutkeeten nog slechts tien of twaalf over waren, //waarvan de beste niet gelden mocht twee hondert Carolus guldens." In de vloeden van 14 Januari en 15 Februari 1551 had de stad zeer veel te lijden doch de nood klom nog hooger den 2 en 3 November 1555 toen al liet buiten de wallen gelegen land verloren ging en de stad daarna, letterlijk binnen haar wallen beperkt, als eeu hulpeloos wrak te mid den der wateren bleef liggen. De watervloed van den 11 en 12 Januari 1557 teisterde nu de stad zelf en deed de meeste huizen, zoutkeeten en poorten, alsmede het stadhuis en de godshuizen instorten. Nog grooter ramp trof haar in het volgende jaar op den 31 Augustus toen een zware brand bijna al de nog overgebleven gebouwen vernielde. Den 15 Februari 1561 en den 30 September 1563 troffen andermaal geduchte watervloeden de over blijfselen der arme stad en was na deze rampen de toestand der stad zoo ongunstig geworden dat de regenten zich tot den stadhouder van Zeeland, Willem van Oranje, wendden om ondersteuning. //Anno 1564 gaven sy een request over, waerop dat die van Rorn- merswale nihil kregen, dat sy haer selven souden helpen, alsoo sy best konden." De toestand door prins Willem I en de staten in overweging genomen, kwam dezen te eetiemale hopeloos voor. In 1572 en '73 diende haar haven eenige maanden lang tot hoofdkwartier der Zeeuwsche watergeuzen die van daar uit Bergen op Zoom blokkeerden en de Zeeuwsche stroomen voor de Spanjaarden onveilig maakten, zoo Smallegange pag. 276. dat er destijds nog tijdelijk weder eenige drukte kan geheerscht hebben. In 1574 werd het nog overig gedeelte der stadsmuren geslecht en bleef de plaats nog alleen door een zwakken dijk omgeven. Het laat zich denken dat onder al deze rampen de bevolking van Romerswaal nagenoeg geheel was ver- loopen. Deze ontvolking was reeds begonnen tijdens den vloed en daarmede gelijktijdigen hongersnood in 1557. De vaderlijke regeering van die dagen met haar eigenaardige opvattingen van staatkunde ver bood wel deze verhuizing op boete van 20 Carolusguldens voor elk afgebroken huis en verbeurte van den afbraak, doch de verloopende stroom was op den duur niet te keeren. Vele inwoners trokken naar 't land van Tbolen waar zij en hun nakomelingen zich nog lang in kleeding en onderlinge gehechtheid van de overige bevolking bleven onderscheiden en ook als speciali teiten in de meeneringhe en 't mosselen vangen een zekere vermaardheid verwierven, terwijl zij door de Tholenaars betiteld werden met den naam van //Rei- merswaelsche natie." Door deze vermindering van bevolking verloor de stad ondertusschen al haar vroeger aanzien zij hield op ouder de //goede steden" mede te tellen en haar gedeputeerden kwamen niet meer op ter verga dering der edelen en steden van Zeeland. Nochtans

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 1