liet arrondis-
1874. No. 57. Woensdag 22 Juli. 77ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Het Zuidèr Zendingsfeest.
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN,
Prijs per drie maanden/1,— Franco'per post 1,-
Afzouderiyke nommeis 5 cent, inet Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 1—*-6 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van l1—5 regeH, mits contant betaald, 25 et.
Alle stukken, redactie betreffen Ie, gelieve men niterl jk een «lag; voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. LAKEMSAN.
Wanneer wij 'dezen haam boven dit artikel
plaatsen doen wij 't alleen omdat wij dien
'aldus afschreven van het programma en hem
dtls ali officieel kunnen beschouwen. 'Wij hebben
'iets tegen die benaming. Het begrip zendings-
feest op zich zeil' is ons niet helder. Wij kunnen
ons voorstellen dat de resultaten der evangelie
verkondiging z.'O verblijdend zijn dat men er
aanleiding tot een opzettelijke feestviering in
vindt. Of dit rn'n echter de bedoeling is van
die tochten naar de lommerrijke omstreken van
Goes, U'trefcbt of AsSe'ii ween en wjj te moéten
betwijfelen. En een ander begrip kunnen wij
met den besten Wil niet aan het woord „zen
dingsfeest verbinden. Te veronderstellen dat
onze goede lamlgenooten bij manier van spreken
„heidenen" geacht worden, zoodat zij dan 't ob-
jjtjcfc der Zending zonden zijn, gaat niet aan
en vooral kan daaraan geen argument voor een
feestviering op groote schaal worden ontleend.
De bedoelde groote ophooping van meuschen
kan ook geen zendingsfeest 'heeteu omdat men i
er collecteert ten behoeve der zending, 't Moet
toch ieder duidelijk zijn dat dan de kosten
van invordering dier giften voor de zending
noodeloos wat al te boog worden opgedreven
immers zjj zullen wel meer beloopen dan bet
bedrag der collecte zelf, zoodat 't geen dan zou
lieeten voor de zending uitgegeven te worden
voor een grooter deel kwam te vloeien in de
zakken vau ondernemers van vervoermiddelen,
ververscliiugen, dranken enz. dan ten bate der
zending zou komen. Brengt jb.'v. de collecte
f «00 op, dan mag men de totale vertcrings-
en reiskosten van de deelnemers aan 't feest
wel op 't dubbele van die som stellen. Zoo
wordt nu wel de circulatie bevorderd, maar dit
alles maakt van de bijeenkomst nog geen zen
dingsfeest.
OndertusscliPn willen wij de inzamelingen
voor de zending op zich zelf geenszins afkeuren.
Wij merkten 't gezegde alleen op omdat wij
meenen dat het zijn bedenkelijke zijde heeft
de niet zoo diep doordenkende menigte met
verkeerd gekozen namen ook geheel onjuiste
denkbeelden te doen opvatten. Wij zijn toch
zoo vrij op te merken, dat de goede eerzame
huisvader die met zijn gezin het pleizierreisje
naar 't kersenland beeft medegemaakt en nu
thuiskomende in zijn schik is over zijn mede
arbeid aan het werk der zending, al in een
zeer pertinente dwaling, zachtst genomen in
een 'wonderlijke illusie verkeert.
Tot slaving van onze opvatting van liet
minder gepaste der benaming zendingsfeest
zouden we nog kunnen aanvoeren eeltige va
rianten van toespraken op de bedoelde bijeen
komsten, vooral ter voorbereiding of inleiding
gehouden. Daarbij kwamen al bier en daar,
nu en in vorige jaren, zulke ititeeulonpende
beschouwingen aan den dag dat men, die met
elkander in verband brengende, wel tot de
overtuiging moet komen dat de bijeenkomsten
gewild, prettig," aangenaam, geoorloofd, onschul
dig, kortom volkomen goed en geenszins te
veroordeelen zijn, maar dat 't den aanlcggers
en leiders zeiven niet helder is welk karakter
de samenkomsten eigeidijk hebben. Zoo is bet
vrij gezocht 0111 op dergelijk feest met eenigen
nadruk stil te staan bij de geschiedkundige
berinnering aan de „liagepreekeri" der 16e eeuw.
De punten van overeenkomst zijn inderdaad
zoo weinige en zoo onbeduidend dat men even
goed den tocht der Israëliten door de woestijn,
de WoJansfeesten der Germanen of zoo menig
ander historisch feit er bij kon halen.
Zulke rethorisclie spelingen hebben zelfs veel
tegen zich. Zij kunnen zwartgallig gestemde,
gemoedelijke menschel! zoo licht in den wuau
brengen dat wij tegenwoordig de donkere dagen
van '1565 weder beleven; 't geen toch gelukkig
zoo, weinig het geval is, dat. de tochten naar
de Hollandsche hoeve zelf wel bet krachtigste
.protest tegen zulk een dwaalbegrip uitmaken.
■Nomen et omen1 waarom verliest men dit
zoo vaak uit bet oog!
Wij voor ons kunnen in de zoogenoemde
zendiiigsfcesten niets anders zien dan plcizi-r-
toeliten. We schatten ze daar zell's niet minder
om, maar zouden 't integendeel betreuren wan
neer zij een bijzonder verschijnsel waren van
het godsdienstig leven; dan zouden wij ze,
hoe onschuldig ze ook tot dusverre geweest
zijn, een bedenkelijk verschijnsel noemen en
't begin eener beweging, waarvan de ontaarding
aldra vast bet meest zou betreurd worden door
ben, die, met geheel andere dan kwade bedoe
lingen, den eersten stoot gegeven hebben.
In onze oogen zijn die zendingsfeesten plei
ziertochten, niets anders, maar pleiziertochten
van meuschen die 't bewijs willen leveren dat
men ook fatsoenlijk pleizier kan hebben, dat
nten kan uitgaan om 't schoon der schepping
te aanschouwen en de gaven der natuur te
genieten, zonder den Schepper te vergeten,
dat men zijn godsdienstig gemoed ook kan
luehtgeven in de vrije natuur, ouder den blauwen
hemel of 't groene lommer der hoornen en dat
men dit juist niet altoos en uitsluitend behoeft
te do;n in een hol steenen gebouw met turf-
lucht en geur van pruimensop. Wij zien in
die pleiziertochten iets van den practischen
godsdienst, e.en uiting van de godsdienstigheid
in bet leve.i en al ware 't alleen omdat zulke
uitingen zoo zilden zjjn waar te nemen in onze
wonderlijke Cnristen wereld hebben wij een zekere
ingenomenheid met bijeenkomsten als zulke
zendingsfeesten.
Wij hebben wel eens anders gedacht en
strenger geoordeeld over de zendingsfeesten.
Dat was tuen ook om goede redenen. Daar
zijn wel van die feesten gevierd, die allerminst
zoodanig mochten heeteubijeenkomsten van
groote scharen menschen, die weinig anders
van de sprekers vernamen dan schelden en razen
op 't booze en ongeloovige geslacht dat niet
meê deed; samonroltingen, waar eigenwaan en
eigengerechtigheid, vroom geverfde onbarmhar
tigheid en menschenhaat, lasteringen tegen de
werken des Scheppers, en dat nog wel op een
uitgekozen scliooue plek der schepping, werden
geleeraard. Toen luidden die bijeenkomsten een
ander karakter en 't had er ai den schijn van
alsof de scharen moesten huiswaarts lo eren in
den waan dat zij de verdrukte ounoo/.elbeid
vertegenwoordigden die in de bossclien een
schuilplaats .zocht tegen de booze wereld.
De natuur heeft in dit opzicht denkelijk rnitn
haar aandeel in de b langrijke correctie die
de zendingsfeesten, als ongevoelig, hebben on
dergaan. We zouden haast zeggen dat een
sombere, droefgeestige, hel- en duivelachtige,
ernstig gerimpelde godsdienstige overtuiging,
of laat ons liever zeggen waan van godsdien
stigheid, niet is vol te honden cp den duur,
in een heerlijk oord, beschenen door de wanne
Julizon, overschaduwd door eiken, olmen en
beuken, terwijl 't gerniseb van 't, golvend rij
pend graan de oureu treft en streelt en alles
't gemoed week maakt en stemt tot mildere
gevo.Jeus omtrent Go.l en menschen.
W|j verblijden ons er dan 0 >k in dat de
donkere tinten, die wel eens de zemlingsteeRten
onaangenaam deden contrasteeren met de lichte
verwen der natuur, van lieverlede wat opge
helderd en weggetrokken zijn.
Wij vernamen met ingenomenheid dat op de
dit jaar reeds in 't midden en noorden des
lands gevierde feesten zelfs zekere vroolijke
opgewektheid, soms zelfs een koddige hilariteit
o.ider liet bespreken van voor 't overige ern
stige zaken, zijn waargenomen. Dat is goed,
dat is natuurlijk, zoo mag, ja zoo moet bet zijn.
Zoo komen ook dergelijke groote volksver
gaderingen tot haar recht iu de lijst van onzen
tijd. Het is toch immers ook niet mogelijk om
tegen den stroom op te roeien. Een geuuege-
lijk, fatsoenlijk, weinig lostbaar uitstapje naar
buiten waarop bovendieii behalve goedkoope
consumables ook nog voedsel voor den geest
te genieten is, dat willen de menschen wel en
't ware goed dat de behoefte daaraan nog
algemeencr gevoeld en voldaan werd. Hage-
preekje spelen echter, deu schijn aannemen
alsof zulk een feestelijke samenkomst een door
den drang der tijden bewerkte of gewettigde uiting
van het godsdienstig leven des volks zon wezen,
zoo iets is niet op ware grondslagen gevestigd
't verongelukt, neen, 't wordt gelukkig dooi
de practjjk gecorrig lerd juist de wezenlijke
geest des tij.Is brengt de schare op bet normale
standpunt terug.
Wat zouden wij ons verbengen als zulke of
eenigszins daarmede overeenkomstige goedkoope
volksuitspanniugi'u, do kermissen, pinkstervie
ringen eu dergelijke burbaarxehh -den geheel
overvleugelden en uit d m smaak doden gaan
Eii we hebban daar wel eenigen moed op.
Ja wij durven gêhioven dat nis fatsoen ijke
bijeenkomsten zooals de zendiugsfeesten meuig-
vuldiger hoewel dan op minder breede schaal
gehouden konden worden, dit een.spoedig vo. l-
biren moreelen invloed op de menschoi.toerende
zoogenaamde volksfeesten, alskermissen en
dergelijke zou tri to benen. Het openlijk g tnigenis
van het fatsoenlijke, godsdienstige publiek zon