ZIER1RZEESCHE COURANT voor liet arrondis- aAsksement Zieriksef, 1874. No. 34. Zaterdag 2 Mei, 77ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD Het Program der Airisterdamsche Liberalen. Openbare Raadsvergadering Deze Courant verschijnt DINSDAG en VEIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN, Prijs per drie maanden/ 1,Franco per post 1, Afzonderlijke nomraers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PBIJS DEE AD VE ET EN TI EN Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag' voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. LAKE-V91AN. Toen wij ia ons vorig nummer den tekst van liet program opnamen, hebben wij daarbij verklaard dat wij ons verblijdden over de tee kenen van leven der liberale partij, waarvan gewis dit program er wel een is. Het lust ons niet, op 't voetspoor van som mige bladen bet program nrtikelsgewijze onder handen te nemen, na te pluizen, te amendeeren, onder onzen hamer te doen doorgaan enz. Dat is de ware weg niet; dat is niets anders dan onder den invloed der heerschende kwaal, de Tweede Kamer naapen en ten slotte een bewijs te meer leveren voor de aanwezigheid van het kwaad, waartegen het program juist een dam zou willen opwerpen. Wanueer elk liberaal blad en elke bier of daar bestaande grootere of kleinere vereeniging van' liberalen en alle afzonderlijke liberale grootheden op die wijze met dit program gaan handelen, dan zal 't uit dijen tot een corpus liberalis, veel dikker dan ons burgerlijk wetboek en 't zal daarenboven eindigen met noch allen, noch iemand te vol doen. Neen, dat is de weg niet. Wij verblijden ons over de verschijning van 't program, doch niet juist omdat wij meenden dat er aan zulk een stuk een bepaalde behoefte was. Integendeel, we vreezen dat wij, ten dage als de liberale party 't eens mocht geworden zijn over een bepaald geformuleerd program en zij der natie verkondigde: zie, dit is 't nu wat wij willen, dat wij dan mismoedig zouden uitroepen 't is haast gedaan met de liberale beginselen in Nederland. De vraag is maar wat ontbreekt er aan de liberale partij Wat is haar kwaal Heeft zij behoefte aan een program, een confessie, een leerregel of boe men 't noemen wil? Heeft de liberale partij opgehouden te weten wat het zegt liberaal, vrijzinnig, vrijgevig en vrijwillig te wezen'? Niets van dit alles. Toen, tegen 1848, de liberale partij krachtig was, groote dingen deed en wonderen beloofde, was niet een program haar kraolit maar een man, een eminent hoofd, een om zijn meerderheid erkend leider; de ge- heele liberale partij was als een vol en krachtig kloppend hart en er was één mau die als 't ware de mond werd waardoor dat hart overliep. Neen, de kwaal der liberale partij is niet dat zij zou verzwakt zijn iu de leer; maar zij faalt in de practijk omdat de soit disant leiding der partij in handen gevallen is van eenige kleine grootheden, die niet groot genoeg zijn om te imponeeren aan de partij. Dat die kleine grootheden zooveel eigenliefde bezitten, dat zij daardoor eigenzinnig worden en het eigenlijk „zaken doen" beletten, willen wij hun niet verwijten maar 't ergste is dat zij bij de ge noegzame hoeveelheid eigenliefde en eigenzin nigheid geen aplomb, geen moreel vermogen, kortom geen grootte genoeg bezitten om met hun eigen ik en hun eigen inzichten iets uit te voeren, 0111 er de meerderheid mede te winnen door overmacht of doof prestige op groote ver wachtingen gegrond. Daarin ligt de kwaal der partij. Groote staatslieden, erkende partij hoofden hebben ook hun eigenliefde en eigen zinnigheid, doch zij weten te imponeeren door hun moreele meerderheid en dat vergoedt 't gebrek. De Arnhemsche Courant levert een beschou wing van 't program die ons zeer is tegengevallen. Het schijnt dat zij de behoefte aan een program erkent, want zij zet zich met ijver aan 't be- oordeelen van liet meer-of minder voldoende van het stuk. Zij vindt bet niet naar haar zin het is baar te wijd en te eng, te veel en te weinig. Nu, laat dit zoo zijn. Wat ons echter bevreemdt is 'dat de Arnh. de heeren Tydeman c. s. 't recht betwist om zulk een program op te werpen. Sedert wanneer is het liberaal iemand, wien ook, 't recht te ontzeggen om zieh te laten kooren voor 't groote publiek over zaken van publiek belang. De Arnhemsche schijnt te vreezen dat die beeren of Grondwet, Burgerplicht Co. succes zullen behalen op hun streven en- trekt daarom hun bevoegdheid in twijfel. „Welk recht," „met welk recht" enz. vraagt zij bij herhaling, terwijl zij met de gebeele zaak den spot drijft en haar artikelen betitelt„Een nieuwe openbaring en een nieuw Evangelie." Wij zouden de Arnh. willen antwoorden die heeren hebben 't zelfde recht als gij, die zoo luide bun poging afkeurt en belachelijk tracht te maken. Bereiken zij hot voorgestelde doel, dan zal daaruit blijken dat zij goed gezien hadden met een ontwerp- program ter tafel te brengen en dan zal toch de liberale Arnhemsche wel niet aarzelen mede te gaan zij zal erkennen dat dit plicht is. Ondertnssclien verwachten wij voorshands zulk een schitterend succes niet. 't Lot van 't program is wel zoo wat te voorzien. De Mei-feesten zijn ophanden, het oogenblik is niet best gekozen om thans zulk een belangrijke zaak onder handen te nemen. Men zal er nog wat over keuvelen de titels en artikelen wat besnoeien of uitbreiden 't geheel wat wijder en wat enger maken en 'tdan ter griffe deponeeren. Maar 't heeft dan toch wel eenig nut ge sticht, 't heeft nieuwe belangstelling opgewekt en het kan van algemeene bekendheid doen worden wat eigenlijk de kwaal der liberale partij is. Dan zal het geneesmiddel ook wel gevonden worden. gehouden te Z IE RIKZE E den 29 April 1874. Afwezig zijn de beeren van der "Vliet, uitlaudig, Blom, Mulock Houwer en Mr. Moolen burgh. De mededeeling dat de lieer Mr. B. C. Cau de benoeming tot regent van bet Burger-Weeshuis aan neemt, wordt aangenomen voor kennisgeving. Borgem. en We tb. bieden aan den Eaad bet ver- rjj slag nopens den toestand der gemeente over 3 873 aan, hetwelk voor kennisgeving wordt aangenomen. Wordt machtiging verleend tot liet doen van af- en overschrijving van en op de begrooting van 1873 van O. op H. 8, Afd. 4, Art 17, ad f 35,985, tot dekking van liet tekort rekening pensioenfonds der gemeente-ambtenaren, waartoe casu quo bij de begrooting machtiging is verleend. Komt in behandeling bet in de vorige raadsverga dering aangehouden voorstel van Mr. Moolenbnrgh om aan geïnteresseerden van de Meestoof //de Zon" te vragen of zij nog genegen zijn die Stoof te ver- koopen, en zoo ja voor hoeveel Wordt na discussie overeenkomstig Hiet voorstel besloten met 8 tegen 1 stem, die van den beer van der Grijp. Hierna is de vergadering na omvraag gesloten. "TTCThin. -Uit een telegram van generaal van Swieten, gedagt. uit Atchin 22 April blijkt dal te Gigben de Neder- landscbe vlag geheschen is onder een saluut van 21 schoten. Bedil-, dat tot dusver zoo vijandig gezind was, beeft een aanbod gedaan van toenadering. Het gerucht dat er zooveel Pedireezen te Atchin zijn, is onwaar. Vooral de onderwerping van Gigben is een belang rijk feit dat op andere staten vermoedelijk gunstig zal werken. Een telegram van den 25 meldt verder dat de liöofd macht den 26 naar Java zou terugkeeren. De Citadel van Antwerpen vertrekt naar Pedirde Timor naar de Oostkust en de Watergeus naar de Westkust voor dc regeling van politieke zaken. Kolonel J. L. J. II. Pel is benoemd tot militair en civiel bevelhebber te Atchin. De plaatselijke toe stand is rustig. Generaal van Swieten zal slechts korten tijd op Java vertoeven tot regeling van zaken en nog dit jaar in het vaderland terugkeeren. In den laatsten tijd is veel gesproken van een derde expeditie* die tegen het najaar zou ondernomen worden. In sommige particuliere brieven vond men daar zelfs zinspelingen op. Zonder de mogelijkheid van een derde expeditie te willen betwisten, meenden wij toch dat het zoover wel niet zou behoeven te komen. Verder meenden wij dat blijkeu kan wat er van deze zaak was, uit 't geen generaal van Swieten doen zou. Keert deze naar Nederland terug, meenden wij, dan wordt er vast aan geen derden tocht meer gedacht en blijft hij -daarentegen voorloopig nog op Java vertoe ven, dan schijnt er nog een laatste tocht in 't verschiet te liggen. Hebben wij goed .gezien dan is de zaak thans uitgemaakt en kan Atchin beschouwd worden als te zijn overwonnen, terwijl de algeheels onder werping wel binnen betrekkelijk korten tijd zal volgen. Een kleine oorlog van langen duur, of een telkens weder terugkomend verzet, zooals iu de Zuidelijke deelen van Soematra en op Borneo als 't ware regel is, hebben wij, dunkt ons, van de Atchineezen niet te duchten. Dat volk, 't beschaafdste van Soematra en Borneo, heeft veel meer behoefte aan een gevestigde orde van zaken, hoe dan ook, dan de half-,of heel wilde streken. De Atchineezen konden in staat zijn tot een grooten, algeineenen oorlog van tijdelijken duur; een eiiulelooze staat van onrust zou voor die nijvere en handeldrijvende natie de ondergang zijn. Er kan evenwel nog zeer verschillend over 't toe komstige lot van Atchin gedacht worden. Zal de regeering een inlandsch vorst aanstellen onder toezicht van Nederlandsche ambtenaars, of zullen de verschil lende kleine vorsten, elk in hun gebied, onder het leenheerschap van den koning der Nederlanden worden erkend P Of zal Atchin eenvoudig in residentien iu-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 1