ZIEMKZEESCHE G0Ï1MT.
voor hot arroiidls-
seraeiit Zimkiw.
1874. No. 22. Woensdag 18 Maart. 77ste jaargang,
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
INTIEME BRIEVEN.
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.-
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DER ADVERT EN TIE N
Per gewonen regel 10 cent. H u w e 1 ij k s -Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 et.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag' voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. LAKËX.HAA'.
XI.
Van onzen luitengewonen correspondent.)
Londen, 13 Mmu-t.
Gij hebt mij opgedragen u een verslag te
leveren van den feestelijken intocht van de
jonggehuwden, den hertog en de hertogin van
Edinburg, komende van Windsor en gaande
naar Buckingham-palace alhier. Zooveel in
mijn vermogen is zal ik aan uw verlangen
voldoenik dacht waarlijk weinig er aan mij
nog eens in de Zierikzeesclie Courant gedrukt
te zien.
Welnu, gisteren heeft de intocht plaats gehad.
Het was koud, 't sneeuwde en er was. ontzet
tend veel slijk op de straten. Van die hoe
veelheid slijk bij ons op de straten van Londen
kunt gij u in Zierikzee geen denkbeeld maken
toen bij u de Schuitliaven gedempt werd was
daar in den omtrek veel slijk, maar dat is er
nog niets bijhier vindt gij op een vierkanten
yard trottoir al veel meer dan toen bij u in
't geheel. Ik had medelijden met de gardes
te voet en met de paarden van de horseguards
ook, want zij stonden uren lang tot over de
enkels in den modder. Van de duizenden en
nogmaals duizenden toeschouwers kan ik dit
niet zeggen dat medelijden namelijk en
van mijzelven ook niet, want wij kwamen
vrijwillig en voor ons pleizier, om den intocht
te zien. En bovendien was er gelegenheid
genoeg om in de voorkamers van de huizen
waar de stoet yoorbij moest komen een heel
goede kijkplaats te huren. Een mooie kamer
kostte voor dien dag van 30 tot 50 360
a f 600) vijf zitplaatsen bij elkaar 10 a 15
en enkele zitplaatsen 1 a 2 Ik dacht er
wel aan van deze gelegenheden gebruik te
maken, doch heb het gelaten omdat ik weet
dat uw blad nog te min is om zulke uitgaven
voor zijn mterveivers te kunnen doen.
Voor ik verder ga eu al wachtende op den
stoet kan ik u nog wat mededeelen van de
groote jachtpartij, die eergisteren op Windsor-
eastle ter eere van het jonge paar gehouden is.
Er werd eeu hert genomen en op een kar ge
zet waar 't niet af kon springener werden
ook veel honden aan touwen medegenomen en
veel heeren en danies gingen ook meê, een
heel eind van Windsor-castle af. Toen alles
eindelijk ver genoeg gebracht was, werd bet
bert van de kar afgezet en losgelaten en de
honden werden ook losgelaten en bet hert,
dat dadelijk naar zijn park terug holde, ach
terop gejaagd. Veel hoeren en dames reden
nu ook de honden en liet hert achterna, door
dik en dun, over heg en steg. De jongge
huwden deden, verstandig genoeg, daar niet
aan meê, maar reden per rijtuig weder naar
Windsor-castle terug, waar zij bijna gelijk met
liet hert eu de honden en de andere heeren
en datnes aankwamen. Het hert was doodmoe
en werd weer in den stal gebrach tof er ook
heeren of paarden de beenen gebroken hebben,
weet ik nog niet.
Maar daar komt de stoet aan. Ik hoor 't
aan het oorverdoovend gejuich der menigte.
Zien kan ik niet veel; want, 't is of 't er om
gedaan wordt, 't begint nu op eens hard te
sneeuwen. Maar ik zie toch wat. Een piket
prachtige horseguards gaat vooruit. Die sneeuw
vlokken maken een aardig effect op de snor
baarden en op de roode rokken en de zwarte
pelsmutsen. Daar zijn de koetsen, er zijn er
zes, getrokken door een zwerm paarden. Kent
gij onze Londensehe staatsiekoetsen Dat zijn
prachtige kolossale gevaarten en vol met goud
en pluimen. Dat is de koets van de jongge
huwden ik zie hen wel niet want de ruiten
der koets zijn erg beslagen aan den binnenkant
eu besneeuwd van buiten; dat valt mij tegen,
maar ik weet toch dat zij er in zitten. Hoe
jammer, dat gij nu niet bij mij zijt, dan zou
ik u den eersten koetsier van H. M. eens wij
zen. Dat is een man. Daar zit bij hoog boven
op bet prachtige kussen van den bok en 't is
of liij er aan vast gegoten is, 't is of bij een
beeldhouwwerk is dat bij de koets behoort.
Hoe deftig staat hein die gepoederde rolpruik
en die steek met goud en dons daar boven op
Hoe aardig wipt het staartje van zijn pruik
over den kraag van zijn rok op en neerToch
heb ik een beetje medelijden met hembij
heeft een korte broek aan en witte kousen
mij dunkt zijn beenen moeten liet wel koud
hebben van die nattige sneeuw en zij zijn
toch maar dun ook. Achterop die koets staan
nog drie rijk gekleede mannen, maar die treffen
het nog al, daar zij wat gedekt staan achter
de koets.
Alles is voorbijhet gejuich rolt als een
onweersbui verder op naar Buckingham-palace.
Ik wacht nog wat tot de menselienstroom wat
regelmatig voortgaat en dan werp ik mij er
ook in en laat mij drijven tot dicht bij 't pa
leis. Heel dicht kan ik er echter niet bijkomen.
Er zijn er al zooveel duizenden vóór mij en
dan de horseguards en de rijtuigen, dis hebben
de voorste plaatsen. Maar ik zal toch nog
wel wat zien; mijn oogen zijn nog goed. Ha!
daar verschijnt het jouge paar op 't balkou.
Welk een gejuich! Vreeselijk, welk een ge
juich Maar zij ziet er dan ook goed uitwel
wat jong nog', maar dat zal wel beter worden
als ze wat ouder wordt. Zij ziet er waarlijk
allerliefst uitecht Russisch, een frissche bloem
van 't koele NoordenHeil u op Engelands
gastvrijen bodem, gij roos van 't Noorden
Uw toegenegen
INTERV E WER.
P.S. Naar ik heden verneem zijn er elf personen in het
gedrang vertrapt en dood uit het slijk opgenomen; daar
zijn vier vrouwen en drie kinderen onder. Jlet juiste getal
van de gekneusden en gewonden zal ik u later opgeven.
Fantasie door WERTHER,
LXX.
Eindelijk werd er een deur geopend een andere dan
die door welke ik binnen gekomen was en trad er een
officier binnen ook al een dame die mij met de
uiterste beleefdheid vroeg of ik ook wapenen hij mij had.
Ik gaf haar terstond en zonder mij te bedenken mijn
revolver af er bijzeggende dat het ding geladen was. Zij
nam 't wapen over en zag mij scherp aan.
«Anders niets?"
«Begeert gij soms mij te visiteeren
Zij kon een ondeugend lachje niet weerhouden.
«O neen, dat is niet noodig. Uw woord is voldoende."
Zij wenkte mij haar te volgen. Na een gang doorgegaan
te zijn kwamen wij aan een deur voor welke twee «blauwen"
de wacht hielden. Mijn geleidster opende de deur en liet
mij binnen, terwijl zij zelf buiten bleef. Het vertrek was
een eenvoudig gemeubeld kabineter stonden een paar
schrijftafels. Doch dit merkte ik slechts vluchtig op want
al mijn aandacht bepaalde zich tot' de persoon in wier
tegenwoordigheid ik mij bevond. Het was niemand anders
dan mijn onbekende uit het heiligdom. Zij droeg weder
dezelfde roode uniform, hetzelfde zwaard hing aan haar
zijdeop 't hoofd droeg zij een eenvoudige zwarte muts
met een witte veder getooid. In groote agitatie liep zij het
vertrek op en neer, toen ik binnen trad, doch mij ziende
bleef zij staan, sloeg de armen over elkander en zag mij
niet bijzonder vriendelijk aan. Haar stem beefde eenigszins
toen zij begon te spreken.
«Het doet mij leed, mijnheer dat ik al weder met u in
aanraking moet komen. Gij kent mij?"
«Ik vermoed dat ik de eer heb in tegenwoordigheid van
de president der republiek te zijn," zeide ik beleefd. «Men
heeft mij gevangen genomen en hier heen gevoerd zonder
dat ik begrijp waaromik dacht een vrij man en in een
vrij land te zijn mevrouw
«Matig uw toon eenigszins, mijnheer Ja, ik hen het hoofd
van den staat. Maar is 't u ook bekend dat het gevaarlijk
is zich met de vijanden op te houden van hen wier vriend
schap men heeft versmaad
«Ja, mevrouw zei ik zoo rustig mogelijk, «dat begrijp ik
zeer goedmaar ik weet niet in welk opzicht ik mij als
uw vijand zou gedragen hebben."
«Gij bemoeit u met samenzweerders. Gij keilt de namen
der zeven en zult mij die zeggen Gij zijt een vreemdeling
en zoudt hier volstrekt niets te vreezen hebben zelfs uw
connectiën met de samenzweerders zal ik u niet zoo hoog
aanrekenen gij zijt daar ingeraakt buiten uw schuld eu de
liefde verleidt een man al licht tot dwaasheden; doch de
eenige voorwaarde op welke ik uw gedragingen zou kunnen
door de vingers zien, is dat gij mij het noodige licht ver
schaft dat mij in deze duistere zaak nog ontbreekt om de
schuldigen te straffen."
«Ik ben geen verrader, mevrouwik verzoek u mij niet
als zulk een te beschouwenbovendien ik heb u reeds
verzekerd dat ik de namen niet ken die gij weten wilt."
«Bedenk tot wie gij spreekt," riep zij uit, terwijl haar
oogen vonken schoten van drift. Bedenk dat ik maar heb
te wenken om u 't hoofd voor de voeten te doen leggen."
Ik vond die bedreiging toch wat al te kras.
«Het kan zijn dat gij in een oogenblik van drift zulk een
bevel zoudt kunnen geven, mevrouwIk ben. burger van
oen land dat zijn kinderen niet ongewroken laat vermoorden.
Gij moogt u wel tweemaal bedenken alvorens gij u en uw
geheele heerschappij in de waagschaal stelt om een weerloos
man te beleedigen, laat staan te dooden."
«Man, gij spreekt stoute taal
- «Dit is zoo, mevrouwDaar neem ik de vrijheid toe, en
dat past een vrije Nederlander."
Zij scheen niet geheel ongevoelig voor mijri houding tegen
over haar.
«Alzoo is u 't geheim niet bekend
«Neen, mevrouw
«Wat moest gij in de fabriek uitvoeren?"
«Ik wilde de directrice spreken, gelijk ik daartoe 't recht
heb, krachtens de mij gedane opdracht.
«Gij hadt uw bezoek toch wel kunnen uitstellen toen gij
alles bezet vondt."
«Neen, mevrouw dat kon niet want ik wilde mevrouw
Lelia het verzoek overbrengen om bij een vriendin te komen,
die in levensgevaar verkeert."
«O, zeker bij Corrilla Is die in levensgevaar
«Ja, mevrouw! men heeft haar trachten te vergiftigen.
Er schuilen snoode misdadigsters hier in de stad. Maar er
is hoop dat mevrouw Corilla gered is."
«Gij spreekt van vergiftiging!" riep zij met een geheel