ZIERIKZEESCIIE COERANT voor het arrondis- a*êt* sement Zierikzee. 1874. No. 8. Woensdag 28 Januari. 77ste jaargang. NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD ANTI-LIBERAAL OF CLERICAAL. STATEN-GENER AAL. Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond, uitgezonderd op FEESTDAGEN. Prijs per drie maanden 1.Franco per post ƒ1.- Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent. PRIJS DER AD VERTE NTIEN: Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten van 16 regels 60 cent. Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 ct. Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag voor de uitgave in te zenden aan den uitgever II. LAÏiEAlIA\. De uitkomst der verkiezing te Gouda is een te belangrijk feit 0111 nu reeds in den Letke- stroom gedompeld te zijn. Het regent commen taren, en geen wonder. Daar is meer dan eene reden voor ieder, van welke partij of richting hij zijn moge, om zijn aandacht te wijden aan de verrassingen die zoo nu en dan der natie bereid worden. Wij zijn niet verrast door den uitslag, wij hadden dien voorzien. We hebben daarentegen wel met belangstelling uitgezien naar de houding die de pers zou aannemen na het voldongen feit. Merkwaardig is iu dit opzicht de houding van het Dagblad. Nadat de conservatieven eerst, evenals de ratten die het zinkende schip ontvluchten, zich aan de wanhopige kansen hadden onttrokken, voor een deel althans, haast hun hoofdorgaan zich om van de verkregen uitkomst dadelijk zoo mogelijk partij te trekken. Wij zeggen zoo mogelijk, want het moet nog blijken of er van de verwachtingen iets vervuld zal worden. De gedane vinding is niet ge lukkig en voorspelt weinig goeds. Het Dagblad ziet ui. de oplossing van het gebeurde en de verheffing van Dr. Kuyper in de coalitie van de gezamenlijke anti-radicalen, andere bladen zeggen, iets minder bar, anti-liberalen. Wat is hiervan? Is er werkelijk een verbond tot stand gekomen van 't welk de formule van eenigbeid zich aldus laat stellen: wij zijn de vereenigde anti-liberalen of anti-radicalen 1 Niets daarvan, meenen wij; schijn noch schaduw. Van anti-radicalen behoeven wij niet eens te spreken; dat is al te onzinnig; immers de groote meerderheid der liberalen is ook anti radicaal en men zal toch niet willen beweren dat de liberale stemmen Dr. Kuyper het over wicht gegeven hebben. Anti-liberalen dan? Anti-liberalen is een groot woord en een hol woord. Vooreerst zou een verbond dat zijn kracht vond in een ne gatief begrip al een zonderling iets zijn. Doch dit nn eeus daar gelaten; er is niets aan van zulk een anti-liberalen bond en dat wel om de eenvoudige reden dat bij onbestaanbaar is, dat er wonderen zouden moeten geschieden en ge daanteverwisselingen grooter dan die waarvan Ovidius ooit heeft gedroomd om zulk een boud tot stand te brengen. Het Dagblad aarzelt niet om de anti-revolu tionaire partij uit te noodigen zich met de conservatieve te verbroederen (en waarom ook niet met de ultramontanen?) maar Dr. Kuyper zal zich nog wel eens bedenken vóór hij die broederhand aanvat. Wij hebben betere ge dachten van het karakter der anti-revolutionaire partij dan het Dagblad schijnt te hebben. Wij willen natuurlijk niet vooruitloopen op de gebeurtenissen en kunnen dus voor de toe komst niet instaanwat er nog gebeuren kan als de anti-revolutionaire partij haar illuziëu achtervolgens zal moeten prijsgeven, daar kun nen wij nn niets van zeggen. Slechts op de voor 't oogenbljk aanwezige gegevens kunnen wij ODze redeneering bouwen, en dan meenen wij te kunnen beweren dat Dr. Kuyper geen anti-liberaal program onderschrijven kan noch wil. Immers de heer Groen heeft nooit iets anders dan liberale politieke beginselen beleden. Dat ze kwalijk houdbaar waren op zijn stand punt is een geheel andere zaak. Dr. Kuyper belijdt niet slechts liberale, maar in menig opzicht zeer geavanceerde, ja zelfs radicale beginselen. Geen der door de historische ont wikkeling verkregen volksrechten noch eeus verworven vrijheden wil hij prijsgeven; hij wil volstrekte scheiding van kerk en staat; hij is liberaal-koloniaalhij wil het algemeen stem recht, kortom, hij wil meer dan vele erkende liberalen oorbaar achten voor 't 0,ogenblik, en hij zou zich met de Dagblad-mannen verbroe deren in een anti-liberalen bond 1 't Is te dwaas om er aan te denken. Er is meer. Het Dagblad stelt bet zijdelings zóó voor alsof vooral de conservatieve hulp Dr. Kuyper had gebaatvan het ultramontaan- sche initiatief rept het niet, en dat het toch niet vergeten wordehet was juist het kom- mando uit het ultramontaausche hoofdkwartier dat den wind te Gouda heeft doen omslaan. Wij voor ons gelooven tot dusver volstrekt niet aan een anti-liberaal bondgenootschap. Wat wij in het gebeurde zien is alleen dit: dat de ultramontanen in de uiterste ure de manoeuvre hebben uitgedacht als een coup de désespoir en te gelijk als een finesse, zooals er wel eens meer uit datzelfde hoofdkwartier zijn uitgegaan. Wat Dr. Kuyper eompromit- teeren kan is alleen dat hij zich lijdelijk onder die manoeuvre heeft gedragen en .daardoor den schijn heeft op zich geladen alsof hij ook de verplichting tot wederdienst erkent nu hij den dienst heeft aanvaard. Voor de anti-revolutionaire partij is de over winning een zeer weinig schitterende, ja veel meer een treurige. Nog een paar zulke over winningen en zij is geruïneerd. Het „niemand kan twee heeren dienen" zal Dr. Kuyper in zonderheid spoedig ondervinden; hij kan niet Rome dienen en Genève, en daar hij Genève wel kiezen zal, zal Rome hem even gedecideerd in den steek laten, als het hem nu in een kritiek oogenblik heeft gemeend te moeten helpen. Door het overlijden van den heer de Brauw is ook de andere zetel voor Gouda vacant. Zou in deze omstandigheid ook de strooppotterij van het Dagblad haar oorsprong kunnen hebben Met kunst en vliegwerk is de anti-revolutio naire kandidaat er nu ingekolpenzoo nu eens door een nieuw en dan nog grooter kunst en vliegwerk een conservatieve kandidaat in de Kamer moest geholpen worden? Wie weet? Maar als dit gebeurt, als de anti-revolutionaire partj zich daartoe zal laten gebruiken, dan zullen wij met schaamte belijden dat wij niet meer weten te zeggen wat men tegenwoordig onder beginselen en onder karakter verstaat. Het lang verwachte en veel maal toegezegde wets ontwerp op het hooger onderwijs is bij de Tweede Kamer ingekomen en wij venneenen onze lezers geen ondienst te doen met een kort overzicht van de wijze waarop volgens dit ontwerp het hooger onderwijs zal geregeld worden. Allereerst valt het in het oog, dat d e vorming van predikanten voor het Nederlaudsch Hervormd kerk genootschap ,niet meer direct aan de hooge scholen zal plaats hebben. Bij een consequente toepassing der scheiding van kerk en staat, die sedert eeuige jaren gehuldigd wordt, was .het behoud daarvan onmogelijk, Wordt het ontwerp tot wet verheven, dan kan gemeld kerkgenootschap even als de andere protestantsche gezindheden bezitten, seminaricn oprichten en aan deze zal ,de ondersteuning van rijkswege, waarop zij aanspraak hebben, niet onthouden worden. Aan de hoogescholen zal alleen een leerstoel voor de gods dienstwetenschap voorhauden zijn, zoodat men voortaan den titel van doctor in die wetenschap zal kunuen behalen. Na de vermelding van deze en op de grondslagen der wet gebouwde verandering, die het wetsontwerp beoogt, willen wij de bepalingen van het ontwerp korfcelijk nagaan. Evenals het lager en middelbaar, zal ook het-hooger onderwijs onderscheiden worden in openbaareu bijzonder. Het openbaar onderwijs zal worden gegeven aan gymnasia, athenea en universiteiten. De eersten, van gemeentewege opgericht met of zonder rijkssubsidie omvat het onderwijs dat aan de lioogere burgerscholen wordt gegeven met bijvoeging van het Latijn en Grieksch, en weglating van gymnastiek en boekhouden. De cursus duurt zeven jaren, terwijl de onderwijzers, die aanspraak hebben op rijkspensioen, waarvan de helft door de gemeente wordt bijgedragen, den naam voeren van leeraar, met een rector of prorector aan aan Jt hoofd. Het toezicht is aan een collegie van curatoren opgedragen, benoemd door den gemeenteraad. Athenea zijn eveneens gemeentelijke instellingen, wier inrichting geregeld wordt door plaatselijke ver ordeningen, binnen veertien dagen ua hare vaststelling aan den minister mede te deeleu. Het verslag van den toestand der inrichting moet .ieder jaar aan den minister worden ingezonden. De universiteiten blijven te Leiden, Utrecht en Groningen gevestigd. Vijf faculteiten zijn er rechts geleerdheid, geneeskunde, wis- en natuurkunde, wijs begeerte en letteren en de boveuvermelde godsdienst wetenschap. De onderwijzers zijn hoogleeraren en privaat-docenten. De eersten genieten eene jaarwedde van 4000, die na vijf jaren op f 5000 wordt ge bracht en na tien jaren tot f 6000 klimt. Het maximum kan evenwel reeds bij de aanstelling worden toegekend. Behalve de behandeling van lijders in ziekenhuizen mogen de hoogleeraren in.de geneeskunde geen practijk uitoefenen en aan de hoogleeraren in de rechtsgeleerdheid is het alleen vergund consulten te geven. Op zeventigjarigen leeftijd wordt hun ontslag verleend. De privaat-docenten worden door curatoren toegelaten. Als student beeft iedereen vrijen .toegang tot de lessen, na inschrijving bij den rector-magnificus, tegen eeue jaarlijksche bijdrage van 150 voor alle lessen en 30 voor elke afzonderlijke les. Zes rijksbeurzen elk van 800 worden aan iedere universiteit verbonden. De bezitters daarvan zijn vrij van collegiegelden. De Senaat, bestaande uit de hoogleeraren, kan een wetenschappelijken titel toekennen, na voorafgegaan openbaar examen, tot welk examen alleen zij worden toegelaten die een voorbereidend examen, waartoe

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1874 | | pagina 1