ZÏFBIK ZFFSfllluMm
mv het minis- jh&sl semeni Zisrikwe.
1874. No. 6. Woensdag 21 Januari77ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
Feuilleton.
DE ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ.
T
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden f 1.Franco per post 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
'TTEN
PRIJS DER A D VERTEN
.Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, G ei»
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen van 15 regels, mits contant betaald, 25 'ct.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag* voor de uitgave in te zieuden aan den uitgever 51. LAKEAIIAA'.
(Slot).
Wat zal de toekomst zijn der anti-revoluti
onaire partij Waar zal dat schennen met
radicaal-liberale phrases en tegelijk met reac
tionaire clericale en politieke leuzen op uitloopen
Wat zal het einde zijn der tot overdrijving
toe volgehouden agitatie Wat zal rust brengen
in bet zoo zeer in alarm gebrachte kamp der
Nederlandsehe orthodoxe Protestanten Hoe
zal 't gelukken een uit utopieën bestaand pro
gram te vervullen
Als wij wel zien, is de tijd 'nibt verre meer
dat op al deze vragen een beslissend antwoord
zal gegeven worden. De nieuwere anti-revo-"
lutionaive partij, nog pas aan de voogdijschap'
van haar vader en voogd ontsprongen, nadert
met rassche schreden reeds haar culminatie-punt.
In wel dubbelzinnige maar toch niet geheel
onduidelijke formules heeft ze zelf haar to be
or nol to be gesteld en drijft een fatale macht
haar voort naar de beslissing. Zoo lang de
partij haar hoofd erkende in den heer Groen,
deu man der bespiegeling, der theorie, der pen,
zoolang moest haar proces blijven in de phrase
der instructiemaar sedert zij zich heeft ge
steld onder de dictatuur van een nieuw man,
een bekeerling uit de liberale school, doch
daarom een te vuriger geest, van een man
wien velerlei gaven ten goede komen en wien
alle omstandigheden dienen, van een man van
de daad en van 't zwaard, kan de crisis die
het lot der partij moet beslissen niet lang meer
uitblijven.
Wij hebben 't voorrecht dat wij bij dit slot
onzer beschouwingen over de anti-revolutionaire
partij volkomen actueel kunnen zijn.
Wie weet of de verkiezing te Gouda niet
het middel zal wezen om de outknooping der
verwikkelingen te verhaasten.
Het kan nog wel zijn dat Dr. Kuyper ook
I el
ditmaal niet gekozen wordt; vermoedelijk zal
een toevallige wiudsverandering zijn lot daar
beslissen. Maar al werd hij ook thans niet
in de Kamer gebracht, er in komen zal hij
wel, zoo niet bij deze dan bij de eerstvolgende
gelegenheid. Om velerlei redenen zouden we
wel wenschen dat dit maar spoedig geschiedde.
Er kan dan een einde komen aan het gescherm
met woorden; zij die nu lang genoeg vrijwillig
martelaars geweest zijn, moeten in de gelegen
heid gesteld worden te beproeven of ze ook
apostelen kunnen wezen. Het wordt hoog tijd
dat de anti-revolutionaire partij door haar
eminente hoofd in de kamer worde vertegen
woordigd, omdat zij verplicht is aa.u de natie
te toonen dat zij niet enkel van woorden .en
klanken leeft, maar ook tot vruchtbare daden
n staat is; om te toonen dat zij n\et enkel
erdeeldheid, scheuring en isolement predikt
om verdeeldheid en tweespalt te stichten, maar
dat ze ook opbouwen en vereenigen kan. Haar
moet de gelegenheid gegeven worden om te
bewijzen dat zij werkelijk de ziel en karn is
van liet Nedeiiandscke volk. Zij is verplicht
een poging te doen 0111 onze geschiedenis te
reconstrueeren in de moderne wetgeving, zoo.als
zij dit beweert te kunnen doen. Zij is zedelijk
verplicht haar theocratische begrippen van sou -
vereiniteit in de kamer te komen verkondigen.
Zij moet openlijk en ten aansekouwe dei-
natie in liet krijt treden tegen onze heden-
daagschen constitutioneelen staatsvorm, zij mag
't niet langer laten bij vinnig geschrijf en
koppig protest. Zij moet de machtspreuken
van Groen, ötahl en al haar verdere profeten
tot daad trachten te maken.
Zoo moet de anti-revolutie in ons parlement
haar pleit komen beslechten.
En wat zal er dan gebeuren
De heer Groen is bij herhaling in de Kamer
geweestten laatste is hij er wanhopig uitge
gaan, heeft hij zich teruggetrokken in zijn
„isolement;" daarin meende hij zijn kracht te
vinden. Thans acht hij de tijd gekomen dat
de jonge krachten rijp zijn, thans moot Dr.
Kuyper de taak hervatten. Zal deze geluk
kiger zijn?
Uit volle overtuiging zeggen wij neen, dat
zal hij niet 1
Een merkwaardig feit is juist dezer dagen
openbaar geworden na den uitslag der eerste
stemming te Gouda. Dit merkwaardige feit
is liet vernieuwde, schier onverklaarbare, on
mogelijk geachte bondgenootschap der ultra-
montanen met de Standaard-partij. Antipoden
die elkander met keur van hatelijkheden, met
de scherpste essence van bitterheid hebben
bestreden, met de grootste '[antipathie hebben
afgestooten, zietbij de Goudsche stembus
zullen ze broederlijk de handen in één slaan.
De Tijd recommandeert Dr. Kuyper en deze
wijst die recommandatie niet af; dezelfde partij
die altijd'den mond vol heeft van bet tijdperk
onzer historie toen de leuze gold liever Turksch
dan paapsch, diezelfde partij zal nu haar hoofd
man in de Kamer zien brengen door de nltra-
montaanselie hulp. Het geuzensckip wordt
biiineugeloodsd door een loods van over de
bergen! Merkwaardige tijd, dien we beleven!
En toch, boe verklaarbaar.
Het raadsel is geen raadsel meer, als men
maar in bet oog houdt dat de anti-revolutionaire
partij met de ultramontaansche daarin volkomen
overeenstemt dat zij zijn iucarnatiën van het
eleriealisine. Priestergezag, wereldlijke macht
der kerk is de ziel van de ééne zoowel als
van de andere partij, en waar 't er op aankomt
te strijden zoogenaamd voor Gods souvereiniteit
en voor 't geloof, tegen de nieuwere denk
beelden van vrijheid van geweten, van ware
vrijheid, van waarachtig licht der rede dat ook
Fantasie door W E R T H E R,
LX.
»En aangaande de emancipatie der mannen, het is
geenszins ons doel om aan den man weder liet overwicht
en de overmacht in handen te spelen, die onze voorgang
sters met zooveel moeite hebben ontrukt aan het zich
noemende sterke geslacht. Het doel is aan den man over
te laten den industrieelen arbeid, de stoffelijke productie,
en de vrouw zich te doen toewijden aan het huiselijk
leven, aan de kinderen en aan de volksopvoeding.
»Onze vooruitzichten strekken zich verbazend ver uit en
ééii menschenleeftijd zal wel niet voldoende zijn om alles
verwezenlijkt te zien. Als eerst maar de richting is aan
gewezen en de noodige veranderingen in onze staatsin
richting zijn tot stand gebracht, dan zullen de denkbeelden
zich langzamerhand wel ontwikkelen. De toekomst behoort
ons, dat is zeker."
Met bevreemding hoorde ik deze openhartige verklaringen
aan; vooral omdat ik Corrilla deze denkbeelden nog niet
had hooren ontwikkelen, hoewel daartoe in onze gesprekken
meermalen aanleiding genoeg was geweest, en ik zelfs wel
eens tegengestelde begrippen bij haar had ontdekt. Was
't wantrouwen van haar of een zekere trots waardoor zij
zich niet wilde vernederen en van 't voetstuk afstappen,
waarop de vrouw hier stond, doch waarop zij zich in den
grond toch ongelukkig gevoelde?
Wij spraken nog eenigen tijd, en toen ik vertrok moest
ik erkennen dat ik voorloopig nog rnaar weinig bouwstoffen
voor mijn rapport had verzameld. Trouwens ik had mij
al vrij vast voorgenomen om met de volvoering mijner
commissie zoo officieel, dat is zoo langzaam mogelijk te
werk te gaan en als 't kon er nooit meè klaar te komen.
Zoo kwam ik er 't gemakkelijkst af.
's Avonds van den dag van mijn bezoek aan de fabriek,
ging ik eens naar den toestand van mijn beide Fransche
vrienden vernemen. Paulin was al nagenoeg geheel her
steld hij was alleen thuis. Ik geraakte met hem in een
vertrouwelijk gesprek en, dat dwaalde spoedig van zijn
omstandigheden en vooruitzichten af op Corrilla. Ik had
mij gedurig vaster het denkbeeld in het hoofd gezet van
een verzoening tusschen hem en haar. Paulin durfde
nauwelijks aan de mogelijkheid van zoo iets denkenik
trachtte in hem de hoop daarop te verlevendigen. Wij
waren het vrij wel daarover eens dat er van een gewenschte
verzoening en een hereeniging op eenigszins duurzame
grondslagen niet veel komen kon zoolang Corrilla zich
met zulke eerzuchtige plannen bleef bezighouden, en Paulin
meende zelfs dat zij nooit gelukkig zouden kunnen zijn in
dat land en onder den invloed der daar heerschende be
grippen. Wij spraken ook over de beginselen der omwen-
teliugspartijhij scheen daarvan niet veel te weten en
had er van Corrilla ook nooit iets bepaalds van gehoord.
Het bleek mij ondertusschen duidelijk dat hij haar nog
met zijn geheelc hart aanhing, 't Was of die vrouw een
zekere toovermacht kon uitoefenen on daarvan gebruik
gemaakt had ten opzichte van dezen zachtmoedigen en in
den grond zeer goedhartigen man.
»Haar eenige gebreken," zeide hij, «zijn haar rijkdom
en een zekere trotschheid of hooghartigheid, die wellicht
een gevolg is van haar opvoeding en van al haar weder
waardigheden zij heeft van haar vroege jeugd af altoos
op zich zelve gestaan, heeft als 't ware zich zelve gevormd
ook hier heeft zij haar eigen weg bewandeld,- zich in korten
tijd een groot fortuin verworven, en daardoor beschouwt
zij zich haast als een vorstin, als een van niemand afhan
kelijke en door niets beperkte gebiedster over haar lot en
leven. En nochtans is zij volstrekt niet ongevoelig maar
zeer voor teedere aandoeningen vatbaar. Gij kunt er zeker
van zijn dat zij ons kind zeer tegen haar eigen zin van
zich heeft weggedaan; daarin was zij toen zwak en durfde
zij uit een soort van valsche schaamte niet met de heer
schende zeden breken. Ik heb haar dit wel eens verweten
en haar gezegd dat zij liever daarin haar onafhankelijkheid
moest aan den dag leggen dat zij aan haar natuurlijk
moederlijk gevoel toegaf in plaats van dit te onderdrukken
en toe te geven aan de onnatuurlijke heerschende zeden.
Doch zij heeft onzen Paulin wel lief, dat weet ik."
«Dat weet ik ook," zei ik.
Paulin zag vreemd op.
«lloe, mijnheer! heeft zij u dan over ons kind gesproken?"
«Neen, dat juist niet; rnaar ik ben in de gelegenheid
geweest haar te bespieden toen ik haar eens vergezelde
op een tocht naar de opvoedings-kolonie.
Wordt vervolgd).