ZIERIKZEESfflE COSJMM
voor liet arrondis- xiêfx sement Zierikzee,
1874. No. 5.
Zaterdag 17 Januari.
77ste jaargang.
NIEUWS- en ADVERTENTIE-BLAD
F e uillet o n.
DE ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ.
IV.
Een reisje naar Emancipatoria,
Deze Courant verschijnt DINSDAG en VRIJDAG avond,
uitgezonderd op FEESTDAGEN.
Prijs per drie maanden 1.Franco per post 1.
Afzonderlijke nommers 5 cent, met Bijblad 10 cent.
PRIJS DEK ADVERTENTIEN:
Per gewonen regel 10 cent. Huwelijks-, Geboorte-
en Doodberichten van 16 regels 60 cent.
Dienstaanbiedingen vau 15 regels, mits contant betaald, 25 et.
Alle stukken, de redactie betreffende, gelieve men uiterlijk een dag' voor de uitgave in te zenden aan den uitgever lï. LAKJEMAN.
Het zal wel niet tegengesproken worden al:
wij den lieer Groen den vader van de nieuwere
Nederlandsohe anti-revolutionaire partij uoemen.
Hij zelf zou dit oordeel mogelijk wel ontkennen
en traoliten om te zetten in eenige van die
kernachtige zinsneden, van welke hij zoo hij
uitnemendheid het geheim bezit; doch die ten
slotte onze meening slechts zouden versterken.
Of de heer Groen opdit oogenblik nog zonder
voorbehoud de anti-revolutionaire partij gelijk
zij zich meer en meer in een nieuwe scherp
afgeteekende gestalte kleedt, zou erkennen
zij 't ook met voorbehoud meenen wij te
moeten betwijfelen, en dat hij, als hem nog
eenige jaren levens gegund mogen worden, die
partij niet meer als de vrucht van een door
hem gekweekte plant, als de consequentie zijner
eigenaardige stellingen zal willen erkennen houden
wij voor zeer waarschijnlijk, 't Zon trouwens
niets nieuws zijn als de leerlingen den meester
boven 't hoofd of beter gezegd uit de hand
groeiden.
De beginselen der partij, die zich eerst nage
noeg drie eeuwen lang als kerkelijk en politiek
conservativisme op een en dezelfde hoogte hadden
gehouden, hebben in het midden dezer eeuw als
't ware een stoot gekregen van negentiende-
eeuwsch snelleven. Merkwaardig genoeg is
haar groei en ontwikkeling ook terstond vergroei
en verwikkeling geworden.
Ons heugt de tijd nog dat het Groenianisme
iets was dat alleen thuis behoorde in de kooge
aristocratische kringen der residentie, waar het
zijn weinige aanhangers telde. Er was toen
een geest van aristocratie niet te miskennen in
dien kring. De heer Groen zelf, ofschoon volijverig
Protestant, dacht er niet aan om scherp of hard
te zijn jegens de Katholieken en evenmin kwam
het hem in de gedachten, ofschoon hij volmondig
erkende dat hij wr t vrijheden en rechten, ont
wikkeling en vooruitgang betreft, juist het zelfde
wilde als de liberaalste der liberalen, evenmin,
zeggen wij, dacht hij er aan om over hoop te
raken met de hoogaanzienlijke drommen der
conservatieve partij.
Hetgeen hem destijds van de groote liberale
partij onderscheidde was hoofdzakelijk daarin
gelegen dat hij, als oorspronkelijk genie, op
eigen gelegenheid de reis wilde doen naar de
stad der volkomenheidhet doel zijner reize
had hij met de liberalen gemeen, slechts een
oogenschijnlijk doctrinair verschil hield hem van
de liberalen gesch.'iden. Was dit verschil een
bijzondere nuance van aristocratie Wie zal dit
opklaren Zooveel is zeker dat zoo iemand,
clan de beer Groen getoond heeft de geschiedenis
van 1815'30 te begrijpen en daarin vooral
te lezen hoe bij ons te lande en bepaaldelijk
na 1813 de heerschappij van een Protestantsch
régime een onmogelijkheid is gebleken.
Gedurende zijn gekeele parlementaire loopbaan
en in al zijn geschriften heeft hij dan ook
nimmer de gestalte van een partijganger aan
genomen wiens streven het is zijn beginselen
ook practisck toe te passen. Hij heeft zich
vergenoegd met oppositie en protest.
Hij erkende het ongelijk den katholieken aan
gedaan vóór 1830 maar hij werd geen Veuillot.
Hij brak een lans voor de vervolgde afgeschei
denen tusschen '30 en '40 maar hij zelf stelde
zich niet aan hun hoofd. Hij was tegen grond-
wets-herzieuing reeds in '40maar hij stichtte
geen auti-grondwets-herzienings-houd. Hij was
voor de constitutioneele en vrijheidslievende
beginselen nooit echter streefde hij naar het
aanvoerderschap der partij an den vooruitgang.
Hij zag in oDze staatsontwikkeling niets anders
dan de consequenties en de noodlottige gevolgen
van de groote revolutietoch dacht hij er niet
aan zich op te werpen als partijhoofd eener
actieve contra-revolutie. Hij bleef steeds de
man der bespiegeling, de pen der oppositie hij
bezat veel te wakkeren en helderen geest om
zich te wagen aan al de kansen en gevaren
die de man van de daad moet wachten en
trotseeren.
Maar wat de meester niet heeft gedaan, 't
zij dan dat hij 't niet heeft gewild of niet ge
durfd, dat hebben de leerlingen wel gedaan.
Lés idéés marclienl werd ook hier bevestigd
wie de denkbeelden eens heeft losgelaten kan
ze niet meer weerhouden hun weg ten einde
toe te loopen.
De nieuwere anti-revolutionaire partij is iets
geheel anders dan de oude Haagscke kring
van den heer Groen,
De nieuwere anti-revolutionaire partij heeft
de consequenties geaccepteerd die de heer Groen
nooit beeft gewild.
Zij heeft zich stoutweg opgesteld, met de
kerkelijke, orthodox gereformeerde banier hoog
opgestoken. Zij heeft zich opgetooid met leuzen
de eene al stouter dan de andere „God, Oranje,
Bijbel" is daarvan misschien wel de meest
sprekende.
Zij heeft de conservatieve partij verachtelijk
van zich afgeworpen, na een tijd lang éénzelfden
weg met haar gegaan en ééuzelide lot met haar
gedeeld te hebben.
Zij heeft ook de Ultramontaansche partij af-
gestooten en daardoor onheelbaar gebroken met
de katholieken.
Zij heeft de liberale partij openlijk den oorlog
aangedaan, een oorlog sans trève ni merci en
zij zal vast thans niet meer als eenmaal de
heer Groen beweren dat zij hetzelfde wil
als deze partij, en dat alleen de modus quo
verschilt.
Zij heeft de woorden „God", „bijbel" en
„godsdienst" tot haar yjiboleth gemaakt en alle
elementen van protestantsohe rechtzinnigheid
Fantasie door W E R T H E R.
LIX.
Den volgenden dag wijdde ik aan een eerste bezoek der
groote sigarenfabriek op het Tabagoplein.
Ik had mijn bezoek niet laten aanzeggen en kwam dus
zoo ik dacht met de deur in huis vallen. Dit had ik met
opzet gedaan om van de stijve offieiëele vormen bevrijd te
blijven en tevens om het dirigeerend personeel geheel on
voorbereid te ontmoeten, ten einde des te scherper indrukken
te ontvangen van den staat van zaken.
De fabriek was gevestigd in een zeer uitgestrekt blok
gebouwen, waarvan het hoofdgebouw wel een paleis geleek.
Daar waren de bureaux gevestigd en de kamers der directie.
Reeds de eerste kennismaking met de directrice en de
voornaamste leden van het besturend personeel beviel mij
bij uitstek. De directrice was een dame van omstreeks
dertig jaar. Zij ontving mij zoo ongedwongen, zoo echt
vriendelijk, vrijmoedig en beleefd dat ik al aanstonds met
baar ingenomen was. Ilc vertoonde haar mijn mandaat,
doch niet het minste teeken van verrassing of bevreemding,
allerminst van ontevredenheid kon ik op haar gelaat be
speuren. Zij scheen integendeel een soort vermaak te
scheppen in het idéé dat haar fabriek door een Europeaan
geïnspecteerd zou worden.
Van den aard van het mij opgedragen onderzoek sprak
ik niet, doch ik gaf haar toch te kennen dat ik mij niet
wenschte te bemoeien met de administratie en dat ik in
de eerste plaats wilde kennismaken met het personeel.
Zij begeleidde mij op een wandeling door de verschillende
afdeelingen der fabriek'.. Ik za) die niet beschrijven, daar
't mij ook geenszins om die zaken te doen was. Ik had
mij voorgenomen inzonderheid de werkzalen te bestudeeren.
Wij kwamen dan ook in zulk een zaal; eerst in die waar
uit de hand gewerkt werd. Daar waren een menigte meisjes
en vrouwen aan den arbeid. Allen hadden in haar voor
komen en kleeding een uiterlijk van beschaving en distinctie
dat een gunstigen indruk op mij maakte. Ik merkte menig
figuurtje op dat jn een elegant salon niet misstaan zou
hebben. Allen bewogen zich met de meeste ongedwongen
heid; ik zag zeer wel dat men niet voor dezen keer een
gelegenheidspostuur had aangenomen. Er heerschte een
gepaste stilte, slechts het geruisch der bezigheden was
hoorbaar. Geen gezang, noch luide kwinkslagen werden
gehoord en aan aller houding en doen kon ik wel opmerken
dat die goede toon niet kunstmatig noch toevallig, maar
zeer gewoon was.
Alleen trof mij de eigenaardige opene vertrouwelijkheid,
die ik in menigeen van die arbeidende dames arbeidsters
kan ik ze niet noemen opmerkte. Het ontging mij
geenszins hoe menig snoeperig gezichtje mij met zekere
gemeenzaamheid toelachte, als waren wij oude hek enden,
of'althans goede vrienden. Ook tusschen de directrice en
het arbeidend personeel merkte ik diezelfde gepaste ver
trouwelijkheid en blijkbaar goede verstandhouding op.
Ik ondervroeg enkele van de jongste meisjes, dat waren
er van '18 a 20 jaar, naar haar verdiensten, haar betrek
kingen en omstandigheden. Uit de antwoorden die ik
ontving kon ik niet anders aileiden dan dat zij met haar
lot tevreden waren en aan den ongedwongen, lossen toon
van spreken merkte ik ook wel dat zij zich over haar
bijzondere relatiën volstrekt niet te schamen hadden.
Een van die dames, die zich zeer net uitdrukte en die
ook met haar figuur volstrekt niet verlegen behoefde te
wezen, vroeg mij zeer ongedwongen, doch tevens zeer
beleefd, of ik niet een goed vriend van mevrouw Corrilla
was? Tegelijk merkte ik zeer wel op dat zij, op voor een
oningewijde geheel onmerkbare wijze, het teeken gaf van
tot Corrilla's getrouwen te hehooren. Op dat oogenblik
was de directrice daar juist niet hij; zij was aan het
andere einde der zaal. Ik antwoordde haar met een licht
hoofdknikje en het passende teeken van antwoord.
Zelden echter zag ik een grootev uitwerking van een
schijnbaar zoo geringe oorzaak, 't Was een oogenblik of
er een electrische stroom door de rijen liep en aan allen
een zelfde gewaarwording mededeelde. In 't volgende
oogenblik stonden allen van haar zitplaatsen op en hieven
honderden stemmen een driewerf vivat! aan. Daarna ging
ieder weder zitten, doch de arbeid bleef nog een wijle
gestaakt en ik was 't middelpunt van de algemeene aan
dacht.
»Zulk een ovatie komt mij niet toe," fluisterde ik tot
de dame die mij het herkenningsteeken had getoond. »Ik
zal maar denken dat uw hulde voor Corrilla is."
»Voor Corrilla en voor alle vrienden der heilige zaak,"
was 't antwoord.
De directrice was nu weder nader gekomen.