muss COURAN 5" N.° 64. Woensdag 10 Augustus. 1853, Woensdag en Zaturdag. KL .ZEE 6KKT.) peil. lorg. 4 u 4 ïSTEMj LEGGEKDÏ lugustui, dam.) dam kid. I2'/a urt Tg- 21/, iam.) lam? rg. HVjurt ABOWNEHEÏBTB-PRIJ8 Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,25. Inzending der Advert, daags te voren.'snamidd. vóór 4 ure. verschijnt: prijs Der advebtentien Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van 1-6 regels af 1 behalve hel Zegelregt tzkei.e! d. Mudde l.oO a Vervolg der levensbeschrijving van Jonhhr. Mr. JT. VDE JOXGE. Al spoedig ondervond hij dal men zijne pogingen op prijs stelde; in 1814 werd hij benoemd tot lid van de maatschappij der Nederl. letterkunde te Leiden één jaar later van hel Zeeuwsch genootschap der wetenschap- 30 a 9,U( 00 a O.Ofj oil a 12 Oil (iO a 0D[ 00 a O.Ol 00 per vat 00 00 1040 stuks O.0( pptl 5tus. ms. 4 'enk. prs. alvorens hij den ingeslagen weg vervolgen Iter). H- ter). n A. van toot van lochler] Waller. LERCQ n wijlen Vrijda| 9 ure Sterfhui! rijde der t3i 1)8' panligds t ;m»des .Matras Tin- worden zal op middag! 't Hof puiamen leren U 13 VU. vens een it vief sag- op ,ore va" B VOS- niogt wachten hem nieuwe lotwisselingen. Bij het nieuw dreigend gevaar des vaderlands behoorde hij tol de jongelingschap, die voor 's lands onafhankelijkheid de wapenen aangordde hij maakte den geheelen aan- vankelijk zoo hagchclijken veldlogt mede, en nog hooren wij hem zijne wederwaardigheden, gedurende dien logt, verhalen. In het vaderland teruggekeerd narr. de ve der de plaats van 't geweer weder in en nu bragl hij in dankbare stemming over de verlossing van den dier baren geboortegrond zijne studiën, aan *s lands hooge- school te Leiden ten einde en werd hij in Julij 1816 onder het rectoraat van den hoogieeraar van Voorsttot doctor in de regten bevorderd na het verdedigen van oen geschied— en regtskundig proefschrift bevattende pi'nigc deels onuitgegeven deels door hem verbeterde Hollandsche en Zeeuwsche charters en oorkonden. Daar in trok hij o. a. partij van eenige der door hem be houden stukken uit het archief van Zimkzeo welke alle door zijne aanteekeningen zijn opgehelderd. Van nu af gingen er weinige jaren voorbij waarin lrij niet hetzij als geschied- en levensbeschrijver hetzij als oudheid- en penningkundige, met werken van grooter of kleiner omvang optrad. Reeds in 1817 gaf hij zijne verhandeling in het licht ever den oorsprong der IIoelcsche en Kabcljaauwsche twisten (Leiden) waarin zich de invloed der lessen van zijnen vaderlijken gids duidelijk doet kennen door heldorheid pp natuurlijkheid van voordragt en grondige degelijke behandeling. Hij (naakte daarbij van nieuw opgedolven oorkonden gebruik. Niet minder naam verwierf hij door de beantwoording van de door de maatschappij van Nederl. letterkunde te Leiden, uitgeschreven prijsvraag: over den oorsprong, (ten voortgang en de hoedanigheid van den invloed des Der den Staats in de Staatsvergaderingen gedurende het [ler- te gelijk en Grafelijk Bewind in Draband, Vlaanderen Holland en Zeeland. Hij rnogl den palm behalen deze merkwaardige verhandeling is gedrukt iri de nieuwe Werken der Maatschappij 1ste deel l8le stuk. Het onderzoek en de nasporingen tot hel zamettstel- len van deze werken noodig braglen hem tot de uitgave van Verhandelingen en onuitgegeven stukken betreffende de geschiedenis der Nederlanden Delft 18*25 en 's Gra- lenhage 1827 met facsimile's2 dl. in welk werk Vele zeer belangrijke stukken voorkomen welke bij de nieuw ontwaakte onderzoekingen op het veld der vader- lan'lsche geschiedenis zeer te stade kwamen onder ando ren eene Verhandeling over de oorzaken van de scheiding der noordelijke en zuidelijke gewesten van Nederland lus- schen de jaren 1579 en 1584 door den hoogleeraar Ty- detnan met onderscheiding vermeld (Bilderdijlc s Gesch. des Vaderl.Vil Aanl.) Men vindt er voorts in het Facsimile der vermaarde herroeping van het eeuwig edict te Dordrecht, in hel jaar 167 2 de Briefwisseling tus- schen IJieron. van Beverningh en den Baad pensionaris Joh de Witt - de Briefwisseling lusschen dien Raadpen sionaris en zijn broeder Cornells de Wiltvan hetzelfde gewigtig historisch jaar en vele andere naauwgezel aan Let licht gebrogle en opgehelderde stukken van vroe gen en laleren tijd. Tot diezelfde klasse van geschriften des heeren de Jonge brengen wij de Unie van Brussel des jaar s 1577, is ,j. Voegselen tot dezelve en facsimilé's Hage 1825, Delft 18^7 mede 2 stukken. Hij ontwikkelde daarin de wer ing van dit door vroegere geschiedsehrijvers slechts ter bmps vermelde verbond naar een handschrift uil den Üj(i zeiven herkomstig. Delleville Baussart gaf van dit ^rrk eene Franscho vertaling Histoire de i Union de fintaceUes de 1577, Rotterdam 1829) - Voorts kan men fold eze zelfde categorie brengen zijne in 1829 op last pT regering uitgegeven besluiten der staten generaal, Pd toelichtende aanteekeningen daarvan kwaui het 1deel in kwarto uit hetwelk het jaar 1576 omvat. De geschiedenis van Belgio in dien tijd de schroome- lijke verwarring in de meeste gewesten en de rampen, welke Antwerpen door de plunderingen van allerlei vreemde krijgsbenden troffen worden daarin door do oorspronkelijke stukken zelve in het licht gesteld. Do later, in 1830, gevolgde staatkundige omstandigheden deden de uitgave van de besluiten der staten generaal en andere door de regering beoogde wetenschappelijke on- dern mingen staken. Aan een ontwerp des heeren de Jonge, om de uitgave daarvan op kleinere schaal to be werkstelligen werd evenmin gevolg gegeven. Hij bad ook sedert lange vele bouwstoffen verzameld lot juistere kennis van de Ünio van Holland en Zeeland in 1576, en do bekrachtiging door die gewesten van de Pacificatie van Gend maar zijne andere werken leidden hem daar van welligl cenig/ins af en do dood heeft hem verrast, zonder dat hij die stukken aan hel licht Imïft kunnen brengen. Alvorens wij van zijne andere geschiedkundige wer ken welke hel zeewezen betreffen gewagen behooren wij aan te stippen wat hij op het gebied der penning kunde deed eene rigling waarin hij met niet minder vlijt en lust dan in de historie werkzaam was of liever die hij lot de juiste kennis van deze onmisbaar achtte. Buitendien was hij ambtswege daartoe ook moeren meer gebragt. Immers in 1816 tot opzigler over de verzameling van penningen het koninklijk ka binet benoemd gaf hij eene door deskundigen zeer geprezene beschrijving in de Fransohe taal van de me dailles en gegraveerde steenen, welke zich in dat kabinet bevinden die beschrijving kwam in 1823 te 's Graven- hnge uit en een jaar later een vervolgstuk daarvan (Notice sur le Cabinet des Medailles en Premier Supple ment). Een tweede vervolgstuk liet bij in handschrift na. Van hoeveel gewigt die verzameling is vooral ook wat de cameeën betreft bleek uit hetgeen Göthedaarover schreef in zijn Kunst und Alterlhum (deel IV stuk 1 en 3). In laleren tijd (1837) gaf de heer de Jonge nog den Catalogue d'empreintes du Cabinet despierres gravées de S M. le Boi des Pags-Bas welke afgietsels door zijne zorgen en onder zijn op/.igt vervaardigd waren. Aan de Beschrijving van Nedcrïnndsche 11 isloriepen- ningen ten gevolge op het werk van Mr. Gerard van Loon uitgegeven door de tweede klasse van het Ko ninklijk Nedcrlandsche instituut van wetenschappen letteren en schoono kunsten Amsterdam 1821 —48 5 deelen in folio nam hij een ijverig deel en leverde daarvoor belangrijke bijdragen uit de aan zijne zorgen toevertrouwde schatten zoodat do klasse zich door besef van erkentelijkheid gedrongen voelde hulde te doen aan de dienstvaardige medewerking bovenal van den waardigen opzigler vari 's rijks penningkabinet den heer J. C. de Jonge een man geheel voor het vak van penningen en dat in den uitgestreklsten zin berekend, leder dio ile orde kunde en ijver v.in dezen verdien stelijken oudheidkundige heeft mogen leeren kennen zal met de klasse moeten roemen het geluk dat 's rijks penningkabinet in hein is le beurt gevallen en niet welen wal hij meest zal prijzen 's mans nederig heid ervarenheid of hulpvaardigheid." Het is hier ook de plaats le vermelden dat hij met zijnen vriend den waardigen Jde Vries, van 1829 lot 1837, uitgaf eene verklaring van Nederlandsche gedenkpenningen 2 deelen in 4." Deze geschriften en andere liemoeijingen ten nutte der wetenschappen hadden hein in 1829 de eer doen verwerven dat hij tot correspondent en in 1825 lol lid der 2dt lil. van liet Koninkl. Nederl. Instituut werd benoemd in hetzelfde jaar zag hij zich het lidmaatschap opdragen van het provinciaal Ulrochlsch genootschap van kunsten en wetenschappen vervolgens ook dal dor maatschappijen le Haarlem in Vriesland Noord-Bra- liiuid - in 1826 werd hij lol lid verkozen der konink lijke akademie van wetenschappen en fraaije lettoren te Brussel en tol honoraii lid van het genootschap Con cordia in latere jaren tol die der maatschappijen te Ba tavia Lausanne New-York en vele andere die hel Zich tot eene cere rekenden hein onder hare leden op te nemen, ln het begin van 1830 onlving hij eeno gouden me daille van Z. M. den koning voor zijne Verhandeling over de beste bewerking van eene algemeene Nederl. Geschiedenis. Vervolg hierna.) Openbare Itaadsvergtaderiiig leliouden te Kierikzee, «ten Augiistus ÏS53. De Notulen der vorige Vergadering worden gelezen en goedgekeurd. De Burgemeester opent de Vergadering met een gelukwenscli aan de herkozen Lerleridoor liet vernieuwde blijk van vertrouwen, dat zij in hunne herkiezing van hunne medeburgers heb ben ontvangen Daarna deelt hi j het afsterven van den Secretaris M VV. J. P. Kroef inede die ruim drie en dertig jaren dien post bekleedde brengt welverdiende hulde aan zijne nagedachtenis en stelt voor om de familie de deelneming van den Raad in dat zwaar verlies te betuigen. Wordt overgelegd door Burgemeester en Wet houders de Gemeente-rekening over 1852, die 14 dagen zal ter visie gelegd en voor het algemeen verkrijgbaar gesteld worden terwijl daarvan bij publicatie zal worden kennis gegeven. Voorts wordt benoemd eene commissie van onderzoek, bestaande in de heeren M.' vak Bgkges, Fokker en Ermerins. Komt ter tafel de Rekening der dienstdoende Schutterij, welke in handen wordt gesteld der heeren M.r vak Adricuem, D.' Goeiiaks en P. C. Lamiskke&t. Wordt medegedeeld een voorstel der Com missie vari Fabrijkage, om de som van 485,95'/. te vinden uit onvoorziene uitgaven 1853, voor buitengewone reparation aan do brug buiten de Zuiilhavenpoort gemaakt, volgens prijstarief. Jh.r de Jokgi! geeft hierop eenige nadere inlichtin gen. Het voorstel wordt aangenomen. Wordt gelezen een verzoekschrift van A. Root- haert, aannemer der bruggen, te kennen ge vende, dat de Commissie van Fabrijkage zijne rekening heeft verminderd met 40 en verzoekt met opgave van redenengeheele voldoening zijner rekening. Jh r de Jokge en de heer Ochtman deelen mede Waarom die rekening is verminderd en géven de noodige inlichting. üp voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt het ver zoek afgewezen Komt ter tafel de voordragt der Commissie van Fabrijkage van een zestal, ten einde daaruit een Architect te benoemen. Op dit zestal waren ge plaatst de heeren J. G. vak Biïusekom, te Haarlem, M. Couvée, te Leiden, P. Jaksek te UtrechtJ. K. Labrijk, te Zierikzee, Sguumh, te Zalt-Bommel en Zemel, te Vlissingen. Alvorens tot de benoeming over te gaan, verlangde de Commissie van Fabrij kage in eene geslolene vergadering, eenige na dere inlichtingen te geven. Aan dit verlangen voldoende, wordt na een half uur de zitting her opend, tot de stemming overgegaan en benoemd de heer M Couvée, te Leiden, met 9 stemmen de overige 4 stemmen waren op den heer Scuumm vereenigd. Wordt gesteld in handen der heeren MvMoens M vak Adricuem en Ochimak eene ampliatie op het reglement voor de Bank van Leening. Wordt voor notificatie aangenomen de mede- deeling dat de verordeningen der verdeeling van de gemeente in wijken, en de heffing van een waag- en kraangeld zijn goedgekeurd en gepu bliceerd. Wordt gelezen het advies der School-Commissie

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1853 | | pagina 1