Zaturdag 22 September. 1849. Woensdag en Zaturdag. II 1 >6. DE TROONREDE. BËSTM AIIEUSTRATID. COURANT. IBONKXaiilTS-VBUS: Per drie maanden f 2,00. Franco per post f 2,15. Inzending der A dvertdaags te noren.'s namidd. vóór t ure verschijnt: PBIJS D£B AOVEBTBNTIS»; Gewone 15 cents de regel. Geboorte-Huwelijks- en Doodberiglen van t-6 regels af 1 behalve het Zegelregh Z\ pC /8 4 erinjjer a 8,20 j wciiii| goedt We rit/, euws, t,30. - 3; dili |0 elite Bruini Paarde- v ER. fLEPI ER. 10, m, at zij i Wel akt za e ruft t spot valitei wordt meers Bmi k hiiven Ildaar ineer\ clie )OS o# into, Er is wel niemand, die maar eenig belangstelt in het welzijn van zijn vaderlanddie niet met zekere gespannen verwachting de uitspraak eener rede te gemoCt ziet, waarmede de Vorst gewoon lijk de zittingen der Staten-Generaal opent. En geen wonder; want men is gewoon, daarin te verwachten een algemeen overzigt, zoo van hetgeen door de Hooge Regering sedert de laatste zitting dier Staten ten nutte en heil harer onderdanen verrigt en daargesteldals van de betrekking en aangelegenhedenwaarin wij tot andere Mo gendheden en Staten staanen van de vooruit- ligten, welke de toekomst ons aanbiedt. Wie ook, op grond van staatkundige leerstellingen of beginseleniets anders van eene zoogenaamde Troonrede moge verwachten; het volk, dat niet kan geacht worden genoegzaam bekend te zijn inet al de verrigtingen der Regering, of met die van andere natiën ten onzen aanzien, merkt eene zoodanige toespraak aan, als eene ontrolde blad zijde in het boek der toekomstdie hetzelve wacht. Uit dat oogpunt beschouwd waarop dan doet die rede hopen En het antwoord hierop kan niet anders zijn dan alles goeds wat wij billij kewijze kunnen wenschen. Hoe ook elders onrust eri wanorde woedt; hoe «klagelijk inwendige verdeeldheid andere Staten verwijdert; die onrust is onze grenzen niet bin nengedrongen die verdeeldheid blijft ons vreemd. Met alle buitenlandsche volken onderhouden wij een vriendschappelijk verkeer; en de onrust of schok, voor welke vroeger gevreesd werd ten aan zien der geschillen over Limburg gerezen is mede geheel verdwenen en afgewend; terwijl de overwinning op Bali den stempel drukt op al dat goede. Wij hebben aizoo van buiten niets te vreezen. En van binnen? De natie geniet ge- ivenschten voorspoed. De oogst is gezegend; de handel herleeftde fabrieken leveren uitmuntende proeven van ontwikkelingen de stand van 's lands geldmiddelen is verbeterd. Alleen de aardappe- fenziekte en de verschrikkelijke cholera geven stof tot bekommering en leed. Wij herhalen: wat kunnen wij billijk meer wenschen Onwillekeurig echter rijzen bij die verzekering vragen op welkenaar ons inzien niet zoo spoedig bevredigend kunnen beantwoord wórden. Misschien hangt hier van de beteekenis welke wij aan die woorden te hechten hebben alles af. De natie geniet gewensc.hten voorspoed. lal dit aanduiden dat ieder in zijnen stand en betrekking die mate van voorspoed genietweike hem in staat stelt, zijn gezin van het noodige te voorzien; zijne kinderen behoorlijk op te voeden; met zekere onbekrompenheid 'slands lasten te dragen en te voldoen, en daarbij nog iéts over te bebben voor den nooddruftigen broeder? Zóódanig denkbeeld hechten wij althans aan voorspoed. En, in dat geval, vragen wij vrij moedig waar zijn de bewijzen voor zoodanige Welvaart? Wij verklaren, dezelve niet algemeen tezien. Raadplegen wij daarenboven de van wege óe Hooge Regering zelve uitgegane opgavedat binnen bén jaar het getal der armen niet minder, dan met 5000 is vermeerderdis dan de Troonrede n'et in lijnregte tegenspraak met die opgave en de bedroevende ondervinding? - De handel her leeft. - Zal dat beteekenen dat meer zeebodems mét rijke ladingen onze havens zijn binnenge- loopen en naar andere gestevenddan vroeger; dat de kleine handel, door onbelémmerde circu latie en aansporing van allerlei takken van nij verheid, zóóveel bloei en welvaart verspreidt, dat alom bedrijvigheid eri vertier op onze kaaijen havens en pakhuizen wordt opgemerkt? Moet het dit te kennen geven- dan roepen wij den geheelen groot- en kleinhandel tot getuige en vragen: of niet van alle oorden luide jammer- klagten opstijgen, dat het debiet en vertier kwij nen ja voor een groot deel stil staanen wij vragen aan alle stoomboot- en vervoerinrigtingen wat het resultaat hunner administratie-rekening in dit jaar heeft opgeleverd? - De geldmiddelen zijn in beteren stand. Zie daar iets van het uiterste gevvigt, waarbij ieder Nederlander per soonlijk belang heeft. Deze uitdrukking is echter zóó algemeen dat wij er moeijelijk eenen bepaal den zip aan kunnen geven. Is die verzeke ring als eene inleiding te beschouwen voor eene voor te dragen wet, strekkende, om onze schou ders te ontheffen van het diep drukkend gewigt der lastenvooral op de eerste onontbeerlijke levensbehoeften welke ons is opgelegd Dan, voorzeker, behelst de Troonrede eene hoogst blijde boodschap, die bi j de natie eene symphatie voor de Regering zal opwekken, als geeneandere meer zou vermogen. Doch, daar die phrase in de Troonrede niet wordt toegelicht, verduidelijkt of nader bepaald wordt omschrevenachten wij ons niet geregtigd er die uitlegging aan te geven. Wel zou het beantwoorden aan hetgeen in het Regeringsprogramma van 1848 zóó stellig is toe gezegd, dat daarin ééne der naaste oorzaken ligt van de ongeschokte rust en orde, welke in den lande gehcerschl. heeft. Maar, als nu gebeuren zalwat niet is beloofd, dan zijn wij er heter aan, dan dat niet nagekomen wordt, wat plegtig is helootd. Wat wij voorts te wachten hebben van de tegenwoordige zitting der Staten is niet minder bevredigend. De beinocijingen door de Grond wet voorgeschreven zullen verrigt worden. De provinciale- gemeente- godsdienst- en onder wijswet en zoo vele andere meer, als de tijdsom standigheden en de ontwikkeling der handels- staalkunde van Europa vorderenzullen alzoo der kamer worden aangeboden. Of dit echter genoeg is? - Wij vragen het aan de ingetrokken of afgestemde wets-voordragten zooals, om er slechts ééne te noemen, die tot dekking van het tekort. Wij beroepen ons, ten bewijze van de gegrondheid der negative beant woording dier vraag op de verklaring van den Heer Groen van Piunsterer, dat er in de laatst geslotene zitting niets gedaan is. - Wenschen wij daarom, dat het Ministerie eene betere zienswijze erlange in 's volks behoeftenregten en belangen opdat wij bewaard worden voor het smartgevoel, dat ook in deze nieuwe zitting weder niets tot stand kome tot verligting des volks. Van tekorten is mede geen sprake in deTroon- rede. Ook dit is troostri jk. Zijn deze gedekt door andere, ons onbekende middelen? Hebben zij in zichzelve opgehouden te bestaan? Of, staat de dekking daarvan in verband met de nieuwe hegrooting der inkomsten en uitgaven van het' Rijk, mede in deze zitting vast te stellen? Wij weten het niet en schorten ons oordeel alzoo daaromtrent op tot meer gelegen tijdstip even als wij voor ditmaal bij onze denkbeelden over de Troonrede zetten punctum. Provincie Zeeland. AANBESTEDING. Op Donderdag den 4 Oclober 1849 des Voormid- dags ten 10 ure zullen onder nadere goedkeuring door den Staatsraad Gouverneur der Provincie Zee- landof, bij zijne afwezigheid, door één der Leden van de Gedeputeerde Staten in hijzijn van den Hoofd ingenieur in hel 11ic district van den Waterstaat aan het lokaal van het Gouvernement te Middelburg worden aanbesteed De noodzakelijke Vemietttvi'itgcil en Hep. Stellingen aan de volgende Provinciale Water* staats-Werlten en Wegen als A. 1. Aan de Veerdammen van hei Sloe. 2. Aan het Paalhoofd en den Sleeuendam buiten den Zeedijk van het Fort tiaih. Aan de Contr'escarpcn langs de rivier de Eendragt. der Stad Violen. Aan de Werken beboerende tot het Poslba- ventje te Gofiskoek. Aan de Havenwerken der Stad Vere. Aan de Havenwerken van Üreshens. Aan de Havenwerken van Philippine. Aan den Straatweg van Zierikzeè naar Zijpc en den daarbij behoorenden Steiger of Aanlegplaats. Aan den Straatweg wederzijds de Stad Sluis. Aan den Slijger en Yeerdanr hij het Haventje van Wolphaartsdijk en den Dam bij Kortgene. Daaronder begrepen alle vereischte Materialen en bet onderhoud tot 1Julij 1850 zooals in twee be stekken is omschreven. Deze Aanbesteding zal gescltiedeh bij inschrijving eri opbod terwijl de bestekken en voorwaarden op do gewone plaatsen ter lezing lisjgen. Gedurende drie dagen vóór de besteding zullen do noodige aanwijzingen worden gedaan terwijl bij den Hoofd-Ingenieur te Middelburg, voor de werken in het algemeen en bij de Ingenieurs in de Arrondissementen, voor de werken onder elks ressort beboorende nadere informatici! te bekomen zijn. De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeeland VAN VREDENBURCH. BEKENDMAKING. De Bokobmbrstf.» der Stad Zierikzee brengt ter kennis van de daarbij belanghebbenden dathet suppletoir koliier van hetfatent- regtüver liet 1ste. kwartaal van de loopendediénstop den 14 dezër maand door Zijne Excellentie den heer Staatsraad, Gouverneur de zer provincie, is executoir verklaard .en op heden gesteld wordt in handen van den Ontvanger der Directe Belastingen te dezer stede, ten fine van invordering en eindethk, dat ieder verpligt is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Zierikzee den '20 September 1849. DE CfUNË. B. 3. 4. 5. 6. 7. 9. De DrüfecTiK van de TeekfNsghooL binnén deze Stad braakt bij deze der, belanghebbenden bekend, dat de School dit jaar zal Worden geopend op Alaaildae den 1 Oclober 1849. tot Ultimo Maart 18S0. Dat de Lessen zoowel in de ÏIOüWKüHtJE als in de HAtÜl)- TEEKEMSri en tIEISTBKBEELDiZ»zuilen tvorden ge geven des Maandags Woensdagi en Vrijdags. Dat op Maandag den 24 September 1&49van 's morgens 10 tot 's middags 12 ure. aan het lokaal der Teekenschoo! zal worden ge vaceerd tot bet erlangen van aangiften door ben welke wenschen tot de cursussen te worden toegelaten, en bij dietelve gelegenheid aan de bekroonde leerlingen door de Directie de belooningen cn prijzen worden uitgereikt. Dat wijders de contributie van eiken leerling voor dit saizoen be paald is op f 5,19, boven en behalve bet benoodigdc materieel, doorhenaan te schaffen terwijl aan hen dievolstrekttinvertnogend. zijn, gratis onderwijs zal Worden gegeven j zullende in geen geval

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1849 | | pagina 1