r. 62.
Zaturdag 4 Augustus.
1849.
S
Woensdag en Zaturdag.
buitenland.
>or i
C.J
'oor
S
m
HOf
at
31(1
i ho
Fir
baat
>efen
w
nde
n I
[ereJ
eréj
ïoor'
ABODJWEIHEMTS-PRIJS:
r drie maanden 2,00. Franco per post f 2,15.
file i tending der A dveri.-daag.tte voren,'snamidd. vóór 4t ure.
vebscsijnt:
prijs HER aBVERTESJTSEW:
Gewone 15 cents de regel. Geboorte- Huiselijks- en
fiöodberiglen van 1 —6 regels h f 1 behalve hel Zégelregt
- -■
e Wet oVer de tóelatiiig en uitzetting
dep "Vreemdelingen.
Wij zeiden in het laatste nummer dezer courant
zullen terugkomen op de wet van het toelaten
uitzetten yan vreemdelingen én déden dit met
doel om die wet in haar beginsel te regt-
ardigenen door Voorbeelden aan te toonen,
lke rampen ühs vaderland heeft te betreuren
rm had omtrent het toelaten en innemen van
•h twj>emdeling'en ja, hoé zélfs dé gehéele ondergang
pwli Ti onzen geboortegrond eenmaal op het spel
>n jjnd door het toevertrouwen Van höogë en gé-
r.?.,i ïgtige betrekkingen Sart vreemdelingen.
(Een bijzonder zwak, zegt de beroemde Simon
[ijl dat óns geeh minder nadeel heeft toegé-
agt ,dan de verkeerde opvoeding der jeugd is
e onmatige zucht voor vreemdelingen waardoor
j vervallen in eené ongerijmde nabootsing vötl
les, wat zij ons tot eeh voorschrift aanprijzen,
iet het niet vreemd schijnen, dat onze iand-
rd, altijd zoo afkeerig van Vreemde regeringen
o gereed is Om zich aan de gevoelens van Vreem-
liugen bijna in alles te onderwerpen? Inder
ad, vreemdelingen in hooge posten, zijn veelal
'ijk aan interende kapitalen.
Van dat zwak zijn wij nog niet geheel genezen,
igzijn Cr vreemdelingen zoo in burgerlijke, als
lllaire betrekkingengeplaatstdie Zeer goed
3 niet beter, door inboorlingen konden waar-
S4
uni
Foil
Hg
g'81
men dat er gelegen is in het toegeven aan dat
ak, willen Wij onzen lezers eer/ige daadzaken
de geschiedenis ohzés vaderlandsdaartoe be-
kkelijkherinneren (want ons bestek gedoogt
it vele voorbeelden aan te halen), iets, wat wij
enen niet onvoegzaam te zi jn voor de pén van
dagbladschrijver, wiens hoofddoel moet we
en, kennis verlichting en beschaving te bevof-
1 leren, en uit het voorledenc lessen der wijsheid
oor de toekomst te doen opzamelen
lm Vw& Lodewük de xiv en Kauel ii, door de vér-
[f v Jftiging Van den Staat der Vereenigde Nedér-
ieit®den, de godsdienst des landsde burgerlijke
ie» ryheid en alle onbekrompen denkbeelden wil
ls en smoren; toen de koning van Engéland door
"iichandelijke buitensporigheden meer geld ver-
P'lde, dan het parlement kon geven; door de
■ui fieri jen van Zijne Allerchristelijkste Majesteit
li eene Fransche boeleerster geboeid en met
lid overgehaald tot het verzaken zijner gods-
'1 st en tot liet verraden van 's lands belangen
e zaak verliet én van bet drievoudig verbond
Eerd afgetrokken toen genoemde LodewiIk met
",|ie troepen op IVezel troken van daar naar
mmerik, was het opperbevelhebberschap onzer
pei Rgsinagt opgedragen en toevertrouwd aan een'
lfgenaamd: Offeki. En wat deed hij? In
Bats van zich behoorlijk te verdedigenwerd
G® op de aannadering des konings van Frankri jk
r*0 onthutst, dat hij zich zónder slag of sloot
'gaf en verlof erlangde, met de bezetting vrij
e trekken.
De Piins Tan Oranje bezat te veel vaderlaöds-
'éfde, om die lafhartigheid ongestraft te laten,
ofn ni naar Maastricht gezonden zijnde en eenigen
M daarna bij het leger komende, werd hem
f tiaar het hoofd voor de voeten gelegd.
Toen in denzelfden oorlog de Frahschéri doof
verraad mét hunne paarden dén Rhijn zouden
doorwaden en dé Hollanders alzoo overrompelen
kon men dit niét zóó geheim houdendat men
van Onze zijde daarvan geene kennis kréég. En
nu werd aan den Graaf van Mombas éen Fransch-
marlCommissaris-Generaal der Hellandsehe
ruiterij, de last opgedragenom dien voorgeno
men overtögt te verhinderen op hoop van welks
goeden uitslag Lobcwus 's avonds te vóren eénBn
grOolen maaltijd aanrigtte. En wat deed Mombas?
In plaats van den Prins van Oranje te töönen
dat hij als éen goed patriot Waardig was het
vaderland te dienen, dat hij gekozen had en dat
hem voedde, beving hein eene laffe vrees, omdat hi j
strijden zou tegen den Heerschef, wiens onder
daan hij geweest was, en verzocht aan de Gede
puteerde Staten, dit bevel aan èénen anderen
op te dragen.
Toen de tijding bij den Prins van Oranje
kwam, hoe lafhartig en verraderlijk Mombas
(dién hij liever den kop voof de voeten liad
moéten leggendan hem later vast té zetten té
Nijmegen ,)zielr gedragen en de weinige artillerie
stukken medegenomen liadzoodat de eerste
barrière des lands weldra in handen dés vijands
viel, zond hij met allen Spoed den veldmaar
schalk Wiirtz, een Duilscheraf, om ddn Fran
sehen den overtogt te betwisten dochzonder
eénig goed gevolg. De Markies de Langalleiue
stelde zich tegen onze ruiterij; doch, deze van
achter de boomen komende, wierp hém ténigih
het water. Eu, hoe gedroeg Wüufz zich verder?
In plaats Van de Franschen te vervolgen, kroop
hij weêr lafhartig achter dé boomén waardoor
ue Langallehie honderd passen verder weder op
den oever kwam"Wurtz aanviel en op de vlugt
dreef, die, in plaats van zijn veegen wal te ver»
dedigen, om lijfsgenade smeekte en de geweren
ten btiit der Fransehen Weg Wierp.
Zoo was ons vaderland op het punt, geheel iii
de magt te vallen van eenën oVèrhfcersclierdit'
niets beoogde, dan de diepste verdrukking, uit
putting en vernietiging Van een volk dat hij
zoowel uit hebzucht, als uit verkeerden gods
dienstijver, haatte; Want in éótie irtaand had
Lodewijk drie gewesten van de unie afgescheurd
(Holland en Zeeland stond op zichzelve)6il zulks
alleen door verraad én lafhartigheid van 'vreem
delingen.
In dién véegen staat rustte dé éértige hoop op
redding op onze vloot. Déze was altijd ontzag
wekkend geweest; nog voerde de Ruiter het
bevel over Hollands kielen; deze waren nog nooit
geweken, de RuitkR had nog nooit zijn pligt ver
zaakt, en het is aan dezen önVergelijkélijken
zeeheld, die het zeegedrogt dért nek indrukte,
dat Nederland zijne redding verschuldigd was
én, na 25 rampspoedige jarenkon dankofferen
voor desielfs bevrijding.
Wij vragen met grond: of het niet te wenschen
is, dat wij, hunne nazaten, lessdn Van wijsheid
putten uit dd rampspoeden onzer voorvaders
en daardoor aanvangen, liet initialif te geven,'
om vreemdelingen niet alleen niet in dé gewig-
tigste, vooral niet militairebetrekkingen te
plaatsenmaar ook bij tijds op onze hoede te
zijn, om hen niet te ligtvaardig op onzen bodem
toe te latenen vooral dezulken zorgvuldig te
werénvan welken Wij niétsdan nadeel én
bedrog té wachten hebben? - Tenslotte: Beveelt,
de wét over de toelating en uilzelling van vreem-
delingen zich in dit opzigt niét gunstig aan
BEKEN D Tl A R I N G.
Achtervolgcns art 3 van Zijner Majestëüs besluit van den 6 Ja-
nuarij 1831 n 68Siaalsbtad n.° 2,) heeft Zijne Excellentie dè
Minister van Financiën, bij resolutie van den 2 tiezer maótid be
paald de prijzenliet opgeld daaronder begrepen waarvoor dé
'cólb 'ctëiirssplitters en debitanteu <ieV Staats-Loterij de loten eu
gedeelten van dien voorde derde week der trekking van de laalSlé
klasse der 208sle Loterij zullen mógen uitgeven te weten
Bij verkoop
Geheelé l'ot'e
Hak
Bij verhuring
f 82.00 Gë'neele loten f 4.4,00
- 41 00 Halve - 22,00
Vijfde - 16,40 Vijfde - 8,80
Tiende h - S.20 Tiende - 4,40
Twintigste 4,10 Twintigste o - 2,20
Wórdentle de bel an.'.hebbenden bij deze herinnerd, dat bij voor
noemd artikel van Zijner MajeSleits besluit, uitdrukkelijk is vastge
steld dat de 'cbilrctenVs Splitters éndebiiantèn gelioudët» zijn órh
Zich naar die prijsbepaling te regelen en dezelve gedurig ter inzage
vb'ör bet publiek beschikbaar te hebben.
Zierikzcè den, 3 Augustus 1849.
Voor Zijne Excellentie den lieere Staatsraad^
Gouverneur van Zeeland,
De Burgemeester dér Stad Zierïkzee,
DL CRANE.
CuiUfoREft dér LatlInsche Scholen te Zicrikzee
maken hierbij aan do Ixdanghehhbndén békend dat de
fisleïawê óp dié Scholen den 10 der
véigetide irtrtand een' aanvang zal netneti en noödigeri
derlialvé ihedu hierbij alle Ouders of Voógden die hunno
Kinderen of Pupillun in het onderwijs op de genoemde
Scholen zöude.n Willen doen doelen uit, om zich daar
toe vóór dien tijd hij de'ó eersiondergeteeketidó aart
lü nielden.
Ztérrkzee den 1 Augustus 18-49.
Curatoren voórhOérrid
W. J. P. KtUjKF President
P. J. AND^EiE Secretaris.
f r a e k r ii e,
Parus 3(1 Jolij. öe verwachting leh dpzi^të (lof
oiidcrslelile pogingaif lut verandering van den regerings
vorm is iii ileiè hnnfdstad geheel veranderd. Het is
inderdaad onbegrijpelijk (zegt teil lierigt daarover) hoe
ligt Veranderlijk de nieeningen en indrukken ie Parijs
steeds zijn. Twee dagen geleden had men misschien
geen twee menscheh kunnen ontmoeten die zich niet
Overtuigd hielden dat er onverwijld een coup d'étai
ondernomen zou worden: Heden is men daarover ill
bijna volle gerustheid én zoo goéd als eenstemmig dat
er Voor hét oogfenhlik riiéts dergelijks te vreezen isten
liiiliSte riiel gedurende de prorogatie dor vergadering.
Dit geeft ons twee lange rriaandéd respijt twéé maan
den nu in den tegenwoordigen tijd zijn meet dart
geiioég rjrti aan dé iheeiiingeil lijd te lateil ttdg Ver
scheiden maal te Veranderen."
Men verzekert dat door den gewezen koning Lo.
dewijl: FilipS het vnrzuek is gerigt aan den president
der Republiek óm Ureux te mogen bezoeken ten einde»
dast <>p het graf zijner kinderen te bidden en schikkin
gen te maken Voor zijn eigen graf, naardien de gewe
zen koning aan de oevers van de Seine te midden van
het Fraitscke volk wenscht te rusten.
Paus PiuS ÈX heeft den 17 dozer van Gaëta het
volgend stuk aan zijne vee! geliefde onderdanen gerigt:
God heeft Zijn arm omhoog geheven en aan dd
hruischendo zee der regeringloosheid en der goddeloos
heid bevolen stil te wezen. Hij heeft de Ralholijltó
Wapenen geleidom de regten slaande te houden van
de met voeten getredon naenschheid en van het aaiïge-