Woensdag 28 Maart. N°. 25. 1849. A&/ V* Woensdag en Zaturdag. f mm ADMiMSTRATIEN. e tol den 1 zijn lomp i 'as op onf>e 'len wachtii rij jl. is \ikzeekap) is alles wel derlandsch afgestaan nsportscbi| e bet bark) h Ai. 3(1 j de terugu Kreije ri irda/n ver' veil, kapt pil rif va het vol gzaam abonnemente-phijs: Per drie maanden f 2,00. Franco per post f. 2,15. n zending der Advert, daags te voren.' snamidd. vóór 4? ure. verschijnt: prijs dér advehxèmïien: Gewone 15 cents de, regel. Geboorte-, Huwelijks- en Doodherigien van 1-6 regels h f 1 behalve het Zege Ir egt. gekomen n Batavi 5ure; 7 8 >/2 sten Maart. urn: 6 7 S'/a ure. Wij beloofdenin ons n.° 22onze denkbeel- én mede te deelen omtrent en te bewijzen dat et wets-ontwerpbetreffende vergaderingen en ereenigingenonze billijke verwachting deswege rovelijk teleur gesteld heeft. Sedert die belofte en heden heeft ons vader- and een zeer beklagelijk verlies geleden in het lotseling afsterven van eenen geeerbiedigden en eininden Koning, hetwelk regtmatige rouwe erwekt in het hart van elk die den ontslapenen n zijn heldhaftig karakter en beminnelijke hoe danigheden van hart eeriigerinate naar waarde weten te schatten. En toch is dat wets-ontwerp, hetwelk onzes [inzienszoo zeer aandruischt tegen de regten onzer burgerlijke vrijheidwelke wij door de gewij zigde Grondwet zoo krachtig meenden gewaar borgd te zien, namens dien ontslapenen, ter .EGr,E]\nE[jgoedkeuring aan onze nieuwe Vertegenwoordiging onderworpen geworden. Er is eene wijsheidsspreuk der oudheid, die leert: «eerbiedig de doodenen ga niet zitten op )>hun graf- zoudt gij u op hunne legerstede «plaatsen, als zij sluimerden?" en het heeft den schijn, als of wij die regt Christelijke - ofschoon Van Heidenen afkomstige - zedeleer in den wind slaannu wij een wets-ontwerp veroordeelend zullen beoordeelen door eenen nu dooden voor gedragen, en alzoo handelenals of wij op zijne laatste slaapstede gingen zitten. - Doch dit is slechts schijnbaar en niet in het wezenalthans niet in dien zin welke de algemeenheid der op vatting van die spreuk schijn! aan de hand te geven. pC. am, ven. f/i» P/s" f''/2 gunstig r koersen KEEEN Mudde i 0 a 0,00 0 a 6,00 CP a 0,00 0 a 0,00 p a 11,00 0 a 7,00 0 per vat, 1 1» B )40stuks, ihz5eb I S5' ros, Maar daarenboven staat daartegenover eene niet minder wijzeen behartigingwaardige leer. Zij is dezedat het graf der goeden en braven u tot een «altaar verstrekke, maar zonder in allen gevalle «de dankbaarheid met afgoderij te Verwarren." En met deze leer laat zich onze beoordeeling, zoo wij meenenzeer wel rijmen. - Immers, wij betreuren jamet geheel Nederlandhet groot verlies van eenen koning, van wien wij dezer dagen lazen, dat de geschiedenis hem eenmaal met den naam van: de goedezal bestempelen. Wij blijven hem onze dankbaarheid wijden voor het vele en groote, ten nutte en heil van Neder land verrigtmaar wij wenschen ons te onthou den van eene afgoderijdie, vleijend en laag, alles goed zou noemen, wal, tn omdat die I oning het gedaan heeft- wij verfoeijen in elksoortig gebied de afgodische uitspraakipse Pythagoras dixit. Toetsen wij toch dat ontwerp aan het ondub belzinnig uitgedrukt beginsel, omschreven in art. 10 der gewijzigde Grondwet, dan valt het bij de meest oppervlakkige lezing van hetzelve in het oog, dat het regt tot vergaderingen en bijeen komsten binnen zoo enge grenzen beperkt wordt dat, indien dat ontwerp tot wet werd verheven men gcrustelijk de geheele erkenning van een zoo hoog opgevijzeld en der natie toekomend regt in de Grondwet kan uitschrappen, ener voor in de plaats stellen fictifillusoir. En, evenzeer, als men door hetzelve de uni versele strekking onzer nieuwe staatsverordening O Men leze hiervoor, om den zin le vatteni hel is goed (of Waai) \\,anLYTCJti.\Gon&s heej t hel gezegd* onregt en geweld aandoet; evenzeer miskent men door hetzelve eene natie, die, in spijt van alle de oproerige bewegingen in schier alle staten, in weerwil van de tallooze offersdoor hetzelve op het altaar des vaderlands gebragten onver minderd de grievendste teleurstellingen omtrent de opheffing van den loodzwaren last der veel soortige opbrengsten, waaronder zij zucht, de ondubhelzinnigste en onloochenbaarste proeven heeft geleverd, dat zelfs eetie onbegrensde vrij heid van vergaderingen en Vereenigingen haar niet kan vervoeren tot stappenwaardoor de openbare rust en orde voor het allerminst kan gekrenkt of geschokt worden. De staatkunde, die men daarbij aan den dag gelegd heeften waaruit middagklaar blijktdat men de natie door den drang van omstandig heden iels heeft beloofdwat men in gednen deele Voornemens is, haar te geven, is beleedigend voor een zoo rustig en vreedzaam volk. - Of wat baat het, haar op de eene blad?.ijde een regt toe te-kennen, van hetwelk men haar, door beper kende bepalingen op eene andere belet gebruik te maken? - Is dat niet hetzelfde als met het goed vertrouwen openhaar dén spot drijven; - of, op zijn zachtst genomen een Wettig verkregen en er kend regt te Veranderen in een regt van grati hetwelk men wel kan vragen maar nooit eischen Men meene niet, dat wij, dit zéggende, te hard of partijdig oordeelen. Leesals een eerst bewijs voor de waarheid van hetgeen wij stellen, het tweede nrtikel van het ontwerp. Daar vindt men met even zoo vele duidelijke woorden ge schreven: - «dat geene vereenigingwelke zich «als zedelijk ligchaain wil vestigen daartoe de bevoegdheid kan erlangen, dan, na verkreqene verkenning van den koning én door dezen ver- leende goedkeuring harer statuten." Leg hier naast art. 291 onzer nog in werking zijnde straf wet, en wij vragen, ofhet niet allen schijn hoéft, dat hetzelve naar dat artikel is ontworpen, het welk voor zoo vele heillooze vervolgingen ten grondslag heeft verstrekt? liet vervolg hierna.) Wij zijn het met de Jrnliemsche Courant ge heel eensdat het allerbelagehelijkst isliefde, achting en toegenegenheid verpligtend voor te schrijven jegens iemandalleen daaromomdat hij koning is, en dat deze gewaarwordingen niet kunnen ontstaandan ten gevolge van bemin nelijke en achtingwaardige eigenschappenen verder - dat, indien Willem hl niet slechts ge hoorzaamd, maar ook bemind en geacht wil zijn, hij dan leere, onze liefde en achting te verdienen. Zoozeer als elk die niet uitgaat van het krui pend, vernederend beginsel, om elke opgaande zon te aanbiddenhiermede zal instemmen even zeer móet men erkennen, dat Willem iii, van de staatkundige zijde beschouwd, nooit beter zijne regering had kunnen aanvangendan met zijn antwoord op het adres van rouwbeklag, door de tweede kamer der Staten-Generaal aan Hoogst- denzelven aangeboden. Daarin toch verklaart H. D «dat hij reeds nu «bereid is, met die kamer mede te werken tot «het welzijn van het trouwe volkwaaraan zijn «leven Voortaan lal zijn toegewijd, en welks ge- «luk hij als één beschouwt met het zijne;" - ter wijl II. D. van de zedelijke zijde wel niets had kunnen aanwenden om eenen gunstiger indruk bij dat trouwe ro/k te verwekken dan, om het zelve, elk in zijne godsdienstige gezindheid uit te noodigen, zich met hem in den gebede te ver eenigen tot den Allerhoogste oni Hem bij het aanvaarden zijner regering, vurig te smeeken, dat Zijne Goddelijke goedheid de pogingen onder- steune, welke hij ernstig voorheeft tot heil van het Nèderlaridsche volk aan te wenden en zijne regering door Zijnen zegeji te begunstigen en voor spoedig te maken. i Gewis zoo deze betuigingen waaraan Wij niet tnogen twijfelen, de tolken zijn van's konings ge zindheid jegens zijn volk en van zijnen godsdien- stigen zin, en naar dien maatstaf zijne regering inrigten cn wetten uitvaardigen zal, dan zal dat volk niets ligter vallen dan hem te beminnen zoo als hetzelve zijnen ontslapen koning bemind heeft. Jadie gelofte die ge ons garft (Eerlang met lieilgen eed gestaafd) Dat ge u ons heil verpandt wat lol ons ook moog' beiden Dat woord zij ons voldingend borg Dal gij met onverpoosde zorg Uw leven en uw' kracht aan ons geluk zult wijden. Dien eed getrouw versiere als loon Den nimmer te verwelken kroon Dievtm do liefde uws volks in grijzigheid uw' haaren Een' liefde, aan 's harten grond ontleend Die 't kostbaarst diudeemgestcent In onvervatschlcn prijs noch duur kan evenaren. 'WO PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Zierikzee brengen ter kennis van de ingezetenen de volgende S £1 A. M jS- T 113. Wij WILLEM lil hij de gratie Gons Koning der Nederlanden Prins van Oranje-Nassau Groot-Hertog van Luxemburg enz. enz. enz. GELIEFDE LANDGENOOTEN EN ONDER- DANEN VAN ALLE RANGEN EN STANDEN! «Door het afsterven van mijnen onvergetelijken vader geroepen tot den troon der Nederlanden gevoel ik diep het gewigt van de taak die op mij rust. «Met het oog op God en vol vertrouwen op een volk dal zoo innig aan mijn huis is verhonden aan vaard ik de regering. «Mijne eerste behoefte was, hiervan, uit mijne residentie openlijk bekendmaking te doen ofschoon treurige en heilige pligten mij onverwijld elders roepen. «Willem of. Eerste nam het souverein gezag op om het naar eene constitutie uil te oefenen. Willem de Tweede wijzigde in overleg mei de vertegenwoordiging de Grondwet naar de behoeften des tijds. «Mijne roeping zal liet zijn op denzelfden voet aan die Grondwet volledige werking te geven. «Ik reken hij de vervulling van die roeping op de getrouwe medewei king van alle grondwettige magleii. »lk bevestig alle ambtenaren alle officieren vau het

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1849 | | pagina 1