Woensdag 28 Februarij
W°. 17.
1849.
Woensdag en Zaturdag.
A
NIEUWSTIJDINGEN.
BUITENLAND.
Parijs 22 Fp!>. Parijs is rustig maar op onder
scheiden plaatsen in de departementen zijn als voor
spel tot de onrust der aanstaande verkiezingen onlus
ten voorgevallen. Te Niort en te Lyon zijn de oproe
ren zepr ernstig geweest. In eerstgemelde stad heeft men
barricaden opgeworpen in de andere waar de bewe
ging meer dan eenpn dag geduurd heeft, zijn mpnschen
gesneuveld. Woeling van minder ergen aard heeft to
Marmande er te Tonneis plaats gehad.
Parijs 23 Feb. De regering heeft den ingenieur
der mijnen Durocher benoemd oin de goud- en kwik
zilvermijnen in Californie le gaan opnemen.
BINNENLAND.
ZIERIKZEESCHE
COURANT.
AB ONItfEMEIMTS—PRIJS!
Per drie maanden f 2,00. Franco per posi f 2.15.
Inzending der A dverl. daags le voren's namidd. vóór 4? ure.
verschijnt:
pbij3 der advertentie»;
Gewone 15 cents de regel. Geboorte-, Huwelijks- en
lioodberiglen van 1 (i regels af 1 behalve hel Zegelregt.
HET ANTWOORD OP DE
TROONREDE.
Heeft een ooggetuige van de zitting der tweede
kamer van de staten-generaal haar openlijk de
hulde toegebragt, dat zij het den vroegere kamers
verre afwon in achtbaarheid en waardigheid van
houding en kleeding, zoodat, in plaats van hier
eene groep aan te treffen, die couranten zat te
lezen, in allerlei kleur en vorm van rok of vest,
daar eene zamenscholing van wandelaars op en
neêr de zaalterwijl deze of gene spreker over
onze hoogste belangen het woord voerde, na het
oog met genoegen rust op eene vergadering, die
deftig gekleedaandachtig hoort naar hetgeen
behandeld wordten op het gelaat kracht en vuur
en uitdrukking laat lezen; - niet minder onder
scheidt de nieuwe 2t,e kamer zich allergunstigst
daardoor, dat zij nietzooals meer dan het vierde
eener eeuw de gewoonte was, haar antwoord op
de troonrede heeft verlaagd tot eeue enkele echo
van al datgene, wat deze vroeger zoo al onbedui
dends inhield; des, dat een zoodanig antwoord
niets anders was, dan het paraphraseren dier
troonrede, even zinledig en het volk verblin
dend als dat stuk zelf.
Men mag toch, naar ons inzien, met regt van
het tegenwoordig antwoord op de troonrede
zeggendat het kort en krachtig en in overeen
stemming is mét hel algemeen uitgedrukt gevoe
len der natie; - met name dat omtrent de be
zuiniging en het afschaffen van hel onregtvaardig
stelsel der belastingen.
Teregt heeft de 2<Ie kamer den koning opge
merkt datal worden de tekorten nu ookop
welke wijze dan ook, gedekt, dit tóch geenzins
een waarborg oplevert voor een toekomstig nieuw
tekort; maar dat men alle tekorten voortaan moet
voorkomen door beperking en vermindering van
staatsuitgaven, en dat de welvaart der natie moet
gezocht worden in een veranderd stelsel van be
lastingen. Zóó voortgaande, en zich op den duur
kenmerkende door echte liberale beginselen
cordaalhcid in sprekenen vastberadenheid zal
de nieuwe vertegenwoordiging het algemeen ver
trouwen niet alleen niet beschamenmaar der
natie de gegronde hoop geven, dat het geluk des
volks aan waardige handen is toevertrouwd.
Het is niet minder voor den echten vriend des
vaderlands een verblijdend teeken, te mogen
opmerken dat de uitgedrukte liberale gevoelens
der 2dc kamer omtrent de levensquestiën bezui
niging en afschaffing van belasting vollen weer
klank vinden bij de leden der eerste kamer.
In de beraadslagingen toch over het gewijzigd
ontwerp-adres aan den koning, drukt de heer
Diesiokt ten duidelijkste hieromtrent zijn gevoelen
uit, als hij zegt, ten opzigte van het voorgedra-
gene omtrent de bezuiniging, dat hij daarbij
verlangt: alle mogelijke vermindering der staats
uitgaven van welken aard ook. - En waarlijk,
indien de in te voeren bezuinigingen zich bepalen
tot versnipperingen, of tot het vernietigen van
onontbeerlijke inrigtingen, wat dan kan zooda
nige vermindering van staatsuitgaven teweeg
brengen - wat goeds kan zij stichten
Geen spreker echter heelt, naar ons oordeel
zoo krachtig, met zulk' een klem van redenen
en onweêrhoudene vrijmoedigheid zijn gevoelen
over het bedoeld concept-adres uitgehragt, als
de heer Beerekbroek, afgevaardigde uit Limburg
Deze toch zegt met ronde woordendat er
ontevredenheid onder de ingezetenen van Lim
burg heerschtwelke haar voedsel vindt in de
drukkende belasting en derzelver wijze van hef
fing, waaronder die op het gemaalgeslaglde
brandstoffen en het dienslhudengeldeene eerste
plaats bekleeden.
Even als wij in ons laatst hoofdartikelherin
nert die algevaardigde aan de woorden des voor-
maligen voorzitters, graaf Sciiimmelpenmivcken
kan zijne verwondering niet verbergen datna
zoo vele beloften van de zijde der regering, niet
één enkel woord over die bezwaren in de troon
rede wordt aangetroffen- en dat er van de af
schaffing der genoemde belastingen alsnu zelfs
geen sprake meer schijnt te zijn niettegenstaande
door bijna alle gemeenten van Limburg verzoek
schriften aan den koning en de staten-generaal
waren gerigt, verzoekende de afschaffing dier
belastingen, welke hij vooral daar onmogelijk
acht vol te houden.
En als men rui hierop het antwoord leest van den
Minister van financiën, die verklaart, dat in
geeue der provinciën de belastingen zoo laag ge
steld zijn, als in Limburg, en dat afschaffing dei-
tegenwoordige accijnser. voor het tegenwoordige
met kan plaats hebben- als wij daarbij opmerken,
dat door dat antwoord alle hoop en uitzigt op op
heffing of vermindering van dien loodzwaren last
voor onze, nog meer, dan Limburg gedrukte
provinciën, in rook is verdwenen zien wij dan
ons vroeger beweerde niet ten volle bevestigden
beaamt de afgevaardigde Beerenbroek niet op de
krachtigste wijze onze uitspraak, dat, namelijk,
de troonrede geene smakelijke vrucht voor de
toekomst doet verwachten. - En zulks te minder,
als wij het oog slaan op het ontwerp van wet
voor eene belasting tot dekking van tekort in de
middelen over de jaren 1848-1849? - waarover
nader.
Intusschen willen wij dit artikel niet sluiten,
alvorens regtmntige hulde aan genoemden afge
vaardigde gebragt te hebbengevoegd hij den
wensch, dat alle afgevaardigden den moed en de
vastberadenheid zullen hebben en behouden
om zóó onweêrhouden hunne beginsels en ge
voelens hlobt te leggen als deze gedaan
heeft; dan gewis zal het den troon en dei-
natie niet ontbreken aan mannendie toonen
doordrongen te zijn van het gewigt hunner eer
volle betrekking, en de op hen uitgebragte keuze
door daadzaken regtvaardigen. Zoo zal de
eerste kamer zich rehabiliteren in de publieke
opinie, en voortaan niet meer door de natie
als onnuttig, ondoelmatig en onbeduidend wor
den aangemerkt, maar door hare waardigheid
en kracht aan hare bestemming beantwoorden.
ÏJjSt der Prijzen van de Loterij ran Hand
werken en Voorwerpengetrokken in tegenwoordigheid
van den Notaris M.r J. J. ernrkins en Getuigen
op de navolgeiide nummers, te weten
1
41
80
114
173
213
237
286
323
44
83
117
181
215
241
287
324
6
45
86
123
182
216
247
288
326
9
47
87
125
186
217
255
290
328
17
48
90
127
188
218
261
291
330
IS
51
93
134
189
219
262
293
336
22
54
95
137
192
220
265
294
338
23
55
96
139
194
222
266
302
340
24
60
97
141
197
224
270
304
341
25
61
98
142
201
226
276
305
343
26
63
99
144
202
227
277
307
344
28
67
100
145
203
229
279
308
346
29
68
103
148
204
230
280
311
347
30
75
104
151
207
232
281
312
350
35
77
105
159
211
233
282
313
353
37
78
108
171
212
234
285
322
De
lie) an
"hebbenden
worden verzocht liünne ge-
ti unnoin, i i ijzen (t-tjC/l li Co JJol l>UUI l Hol ElflcJl Op UOIl"
derdag rlen 1 Maart 1849 te doen afhalen en wel
van n.° 1-125, van half 1 tot 1 ure in den namiddag,
van n.° 126-250 van 1 tot half 2 ure en
van n.° 251 en daarboven van half 2 tot 2 ure.
Zierikzee den 26 Februarij 1849.
Uit naam «Ier Directie,
H. de JONGE t geb. van Brrugel.
FRANKRIJK.
De Republikeinen te Rome hebben thans een stap
gedaan welken zij reeds lang op het oog hadden. In
de zitting der vergadering van den 13 dezer zijn na
melijk alle geestelijke goederen tot eigendom der Ro-
meinsche Republiek verklaard.
's Gravenhage 24 Feb. Heden namiddag ten 1
ure, heeft eene commissie uit de eerste kamer der
staten-generaalhet navolgende adres in antwoord
op de troonrede, aan Z. M. den koning aangeboden
Sirf.
«Als leden van de eerste kamer der staten-generaal, bij bet
nieuwe tijdperk dat wij thans intreden voor de eerste maal tot Uwe
Majesteit, sprekendegevoelen wij terstond de behoefte aan U de
verzekering te geven, dat wij geen ander doel hebben dan om met
warme belangstelling, zonder vooringenomenheidin beraden over
leg inet Uwe Majesteit en den anderen tak der wetgevende magt,
voor hei heil des vaderlands werkzaam te zijn en onze hooge roe
ping onder alle omstandigheden te vervullen.
Het gewigt onzer taak voor oogen houdende, worden wij bemoe
digd door de gedachte, vertegenwoordigers le ziju van een volk,
dat bij tie afgelooperie verkiezingen heeft getoond niet alleen zijne
rekten op prijs te stellen maar ook die te willen uitoefenen met
kalmte, in ordelievemlen zin.
Liet deed ons genoegen te vernemen, dat de goede verstandhou
ding met andere staten is bewaard gebleven, bij den onrustigen
toestand van Europa, mag dit vooral eene weldaad worden genoemd.
vVij wenschen met Uwe Majesteit, dat, op grond der traktaten
de mocijelijkhedenwelke de betrekkingen van liet hertogdom
Limburg.tot den Duitschen Bond hebben opgeleverd, zullen mogen
worden uit den weg geruimd Het verheugt ons, dat rust en orde,
waar die op enkele plaatsen in dat hertogdom werden bedreigd
daar zoowel als elders, met medewerking der Jandinagt op prijzens
waardige wijze zijn gehandhaafd
Wij hebben het onaangeroerd laten van een gedeelte der geld
sommen met welke de begroeting van oorlog voor den jare 1848
werd verhoogdbet voornemen lot vermindering van die begrooting
voor dit jaar en het aannemen van een gewijzigd minder kostbaar