3V.° 67. ZIERIIiZEESCIIE dingsbag COURANT* 20 AUGUSTUS. Hesturen en Administration. Burgemeester en wethouders «er stad zierikzee. Nieuwstijdingen groot-b rittannien. f r a n k r ij k. A.'0 1844b INSPECTIE op be STRATEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE maken bekend dat op Zaturdag den 24 dezer maand een omgang door de Stad en langs de Dijken plaats hebben zal oni zich te overtuigen of al de bepalingen van bet Policie-Reglement voor deze Stad alom worden nageleefd wordende een iegelijk bij deze gewaar schuwd om te zorgen dat de Straten elk voor en achter zijne woning of erf, behoorlijk schoongemaakt cn gezuiverd zijn, terwijl de Beambten der Policie bepaaldelijk zijn gelast om op de voortdu rende reinheid der stralen te letten en zonder oogluiking wegens alle overtredingen en nalatigheid behoorlijk proces-verbaal op te maken. En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende zal deze worden afgekondigd omgeroepen en in de Stads-Courant geplaatst. Zierikzeeden 14 Augustus 1844. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE ei. Ter ordonnantie De Stads Secretaris W. J. P. KROEF. oproeping van verlofgangers der nationale militie. Ontvangen hebbende eene circulaire aanschrijving van Zijne Excel lentie den heer Staatsraad Gouverneur dezer Provincie van den 12 dezer maand Provinciaalblad n.° 103), waarbij de Miliciens Ver lofgangers der Liglingen van 1841 en 1842 worden opgeroepen tot bijwoning van de najaars-éxercitiën van den 1 tot den 30 der maand September aanstaande brengen zulks ter kennis van de daarbij belanghebbende Verlofgangers dat zij op don 1 September aanstaande vóór vier uren des namiddags i bij bet korps tegenwoordig moeten zijn en dat de wijzo van opkoming niet van hun eigen goedvinden afhangt, maar dat zij daarin de gegevene orders tol vertrek moeten opvolgen en dat geen individueel gereisd hebbende verlofganger in werkelijke dienst bij het korps zal worden toegelaten dan alleen de zoodanigen wiens verlofpas in dorso door hel Plaatselijk Bestuur is afgeteekend terwij! alle afzonderlijk bij het korps komende miliciens die niet van hunne verlofpassen zijn voorzien of aan Wier verlof passen de bovengemelde alteekening ontbreekt, niet alleen tën bunnen koste naar de Gemeente zullen terug gezonden worden om de ver lofpassen af te halen of wel daarop do vereischte aantcekéning alsnog le doen stellen maar daarenboven den tijd welke door deze heen- en terugreize verloren gaat door een daarmede gelijkstaand langer verblijf bij bet korps lot completering vail den exBrcitietijd zullen moeten te goed doen, onverminderd de disciplinaire strafwelke hun ter zake dat zij mot veronachtzaming der hun bekend gemaakte ver ordeningen zich niët ten bepaalden tijdë onder de wapens hebben gesisteerd kan te beurt vallen. Dat wijders de opgeroepen verlofgangers zullen moetetl voorzien zijn van al de voorwerpen van kleeding welke door ben bij bet Vertrek met verlof, zijn medegenomen, en dat degenen, van wie liet bij de opkomst onder de Wapenen zal blijken dat zij hunne kleeding geheel of gedeeltelijk verwaarloosd of van de band gedaan hebben aan zichzelven de straf zullen hebben te wijten welke aan hen voor die handelwijze zal worden opgelegd en dat een ieder die in gebreke mogt blijven om op den bepaalden dag Onder de wapenen op te komen niettemin gedurende den tijd van cene maand in den wapenhandel zullen worden geoefend en dus zoo veel dagen langer bij hunne korpsen zullen verblijven als zij zich later bij dezelve hebben vervoegd. En opdat niemand hiervan onwetend zoude zijn zal deze worden afgekondigd en in dc Stads Courant geplaatst. Zierikzee, den 19 Augustus 1844. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE CRANE vt. Ter ordonnantie van dezelve' De Stads Secretaris AV, J. P. IA ROEF. LONDEN, den 14 Augustus. Dit China wordt slechts een énkel berigt van aanbelang aangebragt, te weten dat van den verraderlijken moord door den sultan van Coti aan Erskine Murray gepleegd. Het schijnt dat deze ongelukkige IIong-Kong met 2 engelSche schepen Verlaten heeft, om eene kolonie, nederzetting of factorij op het eiland Borneo te gaan stichten. Na 3 weken onderhandelens met den sultan, die zich aanvankelijk hield als droeg het voorstel zijne goedkeuring weg, zijn de beide schepen onvergoeds in de rivier, in welke zij zich begeven hadden overvallen geworden en hebben eerst na 30 uren veebtens en na den beer Murray benevens eenige manschappenzoo aan doodenals aan gekwetsten verloren le hebben zich daar weder Uit kunnen reddefi. Het is niet onwaarschijnlijk dat deze heleédiging tot eehen óoriog tusschen de Engelschen en den sultan van Goti zal leiden. PAJUJS den 15 Augustus. Eene gewigtige telegrafische depêche van den prins van Joinville luidt aldus: «Voor Tanger den 7 Au gustus. Den 4 is eon onaannemelijk antwoord ontvangen op heit ultimatum van den heer Nyofi. Den 5 ben ik ondorrigt geworden dat de heer Hay (engelsch consul-generaal) zich in zekerheid bevond. Den 6 heb ik de werken van Tanger beschoten. 80 stukken geschut hebben ons vuur beantwoord. Na verloop van een uur was hun vuur verdoofd en waren de werken vernield. Óns verlies is ollezins gering en onze schade weinig belangrijk. Het kwartier, door de europesche consuls bewoond is gespaard geworden." De voor Tanger thans aanwezige fransche zeemagt beslaat uit 3 linieschepen 1 fregat 3 brikken en 9 oorlogstooinbooten Welka gezamenlijke bodems een aantal van 450 vuurmonden voeren. Voorts waren ter reede nog geankerd, 8 spaansche oorlogsvaartuigen van verschillende grootte 3 engelsche oorlogschepen onder welke een linie schip 1 sardiniscbe en 1 zweedsche korvet. Het ministeriële ochtendblad deelt een brief medé uit de Slillé Zuid-Zee, waaruit blijkt, dat de Archipel der Gambier-Eilanden, op den 17 Februari] namens Frankrijk door den bevelvoerenden officier van bel fransclie fregat la Char tealmede in bezit is genomen. Naar men meldt, zijn de inboorlingen, ten gevolge van de onver moeide pogingen der in die gewesten sedert lang gevestigde fransché zendelingen grootcndeels tot den Kolbolijkcn godsdienst overgegaan en hadden zij aan den admiraal Dupetit Thouars te kennen gegeven dat zij voortaan onder de bescherming van Frankrijk wenschteh ló leven aan welk verlangen de vlootvoogd gemeend beeft te moeten voldoen. Nadat een deel der bemanning van hel fregat aan wal was gebragtis eene plegtige mis gehouden de fransche vlag ingezegend, en deze onder het gejuich der Franschen en der eilanders en het gebulder van het geschut geheschen. Het fransche scheepsvolk is naar men er bijvoegt door de bewoners dier eilanden met dó meeste voorkomendheid ontvangen. NEDERLANDEN. 's GRAYENHAGE den 18 Augustus. Z. M. de koning, did donderdag avond deze residentie heeft verlaten is des vrijdags morgens ten 9 ure, Vergezeld van hoogstdeszelfs adjudant, den hëer M'erkés te Tilburg aangekomen. Z. M. heeft den volgenden dag bet kamp en de in de omstreken van Vught ëri Ci'omvoirt aangelegd wordende forlificatiewcrken in oogenschóuw genomen en is heden morgért alhier teruggekeerd. Naar meri verneemt, heeft Z. m. hij besluit van dén 5 dezer eene som van dertien duizend gulden toegestaan voor den opbouw cehcr Protestantsché kerk in de Onunerschans. Een koninklijk besluitvan den 11 dezer, is vari dert navolgen den inhoud «Óverwegende, dat de Opheffing van den kwijnenden toestand vari vele lakken van landbouw ëri nijverheid ih 's rijks west-indische bezit tingen kan worden bevorderd dobr vergelijkende inspectiënzoowel in die bezittingen als in naburige vreemde koloniën bepaaldelijk dó zoodanige alwaar thans wordt beproefd de centralisatie der süiker- fnhrijken en de afscheiding van cultuur en fabrikaadje »Óp bet rapport van onzen minister van koloniëh, van den 10 Augustus 1844, n.° -30, bobben besloten en besluiten: «Art. 1. Tot inspecteur van nijverheid en cultures in 's rijks west- indische bezittingen wórdt benoemd de beer IF. II. Lans; »Art. 2. De eigenaren van plantaadjen in "s rijks west-indische be zittingen 7,ullcn onzentwego worden uitgenóodigd tot welwillende medewerking, om den inspecteur voornoemd in staat to stellen tot hot opzamelen der inlichtingen en daadzaken voor het oogmerk zijner benoeming gevorderd." Men Verneemt dal de verlofgangers der nationale militie vari de liglingen van 1841 en 1842, die aan de exercitiën van de volgends triaaiid werkelijk zullen deelnemen van de bijwoning der inspectie in de maand October en vervolgens verschoond, zAtllon zijn. Uit bet verslag nopens den staat der fióógë middelbare eri lagere scholen in bet rijk over 1842 hetwelk in de afgeloopene zitting der staten-geileraai aan dezelve werd aangeboden blijkt onder anderen, dat er op den 3! December 1842: aan.de boogescliolen bij <le verschillende faculteiten ingeschreven waren 1296 studenten als 632 le Leiden ,- 374 te Utrecht en 290 le Groningen. Dat getal bedroeg op ultimo December 1841 1425; als: te Leiden 678, Utrecht 444 en Groningen 303. Het getal van 1296 studenten was op ultimo December 1842, verdeeld als volgt: godgeleerdheid 234 j regtsgelnerdheid 437, geneeskunde 318, wis- en natuurkunde 89 bespiegelde wijsbegeerte en letteren 218. Uit het verslag nopens don staat van bet armwezen over 1842; blijkt dat er in het geheel 6385 instellingen van weldadigheid iu dit rijk bestaan; 6369 der zelve zijn gemeentelijkede ó-verige h^bberi eene meer algemeene bestemming. De gevraagde inlichtingen ont breken voor 202. - 635,290 personen hebben genoten van de wel daden van diegene dézer instellingen' omtrent welke inlichtingen zijn ontvangen. Onder dal getal zijn echter niet begrepen degenen die toevlugt hebben genomen tót de commission of vcreenigingen welke uitdeelingefi doen van levensmiddelen' én brandstoffen en lot dé banken van leening. Het gebeele getal dezer personen staal tot dè bevolking als 215s/100 *ot 1000. Yolgé'ns de opgaven vari do besturen der bedoelde instellingen ontvangen bedragen de uilgaven in hét geheel f 20,102,680,09. Yolgen'S dezelfde opgaven bedragen de ontz vangsten tri het géhcëf f 20/400,083,24'/,. Die' uitgaven maketi

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1844 | | pagina 1