n°. 36.
ZIEMIRZEESCHÈ
jDingsdag
COURANT.
6 ilfen
BESTUREN EN ADMINIS TRA TIEN.
Schutterij.
NIEUWS TIJDINGEN
ITrC
'Ui iV'i i I A «iaft
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZlERlKZEF.
Provincie ZEELAND.
Gelet hebbende op art. 7 van Zr. Ms. besluit van den 7 Septem
ber 182s, Staatsblad no. 55) 'roepen bij deze op alle personen
welke als gehuwd, of als weduwenaars met kind of kinderen in
liet afgeloopen jaar uil dien hoofde in de tweede klasse van de Al
gemeene Schuttersrol gebragt zijn geworden, doch sedert dien tijd
duor het overlijden hunner vrouwen of kinderen de bevoegdheid
hebben Verloren om in die klasse te verblijven en düs alsnu in
de eerSte klasse der voor dit jaar te formeren Algemeene rolge
rangschikt moeten worden om van dusdanige verandering van om-
staudigheden kennis aan Hun Ed. Achtb. te geven of wel zich daar-
Icfe ter Secretarie dezer Stad aan te melden, vóór de aan te van-
gene inschrijving, des morgens van 10 tot des middags 12 uren,
en dus uiterlijk voor of op den i4 dezer maandMei; zullende bij
verzuim dezer aangifte, de belanghebbende, ingevalle hij dien ten
gevolge niet op de Bijzondere rol mogt zijn overgenomen, dadelijk
volgens art. 8 van Zr. Ms. voornoemd besluit bij de Schutterij wor
den ingelijfd, tegen ontslag van hem, die in zijne plaats is opge
roepen alles onverminderd de toepassing van de strafbepaling bij
art. 1 der wet van den 6 Maart 1818 Staatsblad no. 12), hou
dende eene geldboete van ten minsten tien en ten hoogsten. honderd
gulden of cene gevangenis van ten minste e'e'n en ten langste veer
tien dagen of met boete en gevangenis te zamen.
Voorts brengen Burgemeester en Wethouders ter kennis van de
belanghebbenden dat de Schutters welke ten gevolge der plaats
gehad hebbende Loting voor de Reserve naar aanleiding van Zr. Ms.
besluit van den 18 Julij 1829 Staatsblad no. 5a), in 1829 tot de
2de hoofd-afdeeling of Reserve zijn overgegaan ten gevolge van het
bepaalde bij de art. 26 en 86 der wetvan den >i April iSay (Staats
blad no. 17) tot het ontslag uit den schutterlijken dienst geregtigd
zijn op den i5 Augustus aanstaande mits dat hetzelve in de maand
Junif'tc voren schriftelijk aan Hun Ed. Achtb. worde aangevraagd.
Wordende de ouders, fauiiliè'n en betrekkingen van met de Mo
biele Schutterij uitgetrok'kene Schutters attent gemaakt öp het ttveede
gedeelte dezer Publicatieten einde de zoodanigenwelke in de
termen vallen om hun ontslag te reclameren vau deze gelegenheid
gouden kunnen gebruik maken.
En opdat niemand hieromtrent ecnige onwetendheid zoüde kun
nen Voorwenden Zal deze afgekondigd en ia de Stads-Courant wor
den geplaatst.
Zierikzeeden 1 Mei 1834.
Burgemeester en Wethouders voornd.
DE CRANE, vt.,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Seci etaris
W. J. P. KRO EF.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad Z1ERIKZEE,
Provincie Zeeland.
Gezien Art. 6 der Wet öp de Schutterijen van den 11 April
1827 (Staatsblad no. 17).
Gezien art. 5 en 7 van Zijner Majesteits besluit in dato n Maart
j82s (Staatsblad no. 6) brengen bij deze ter kennis van de be
langhebbende in- en opgezetenen.
Dat de registers ter inschrijving voor de Schutterij zullen worden
geopend op den i5 dezer maand Mei aanstaande, en dat mitsdien
ter inschrijving worden opgeroepen alle manspersonen zonder on
derscheid die hun vtjf en twintigste jnar zijn ingetreden of in het
jaar 1809 zijn geboren alsmede de zoodanigen welke in vroegere
jaren zijn geboren in de termen der Schutterij verkecren en sedert
de laatsivorige inschrijving zich met er woon alhier hebben neder
gezet waaronder ook begrepen zijn de gepasporleerde Militairen
en de' vreemdelingen welke vati buiten het rijk zijn gekomeu en
zich alhier hebben gevestigd om zich ter Secretarie dezer Stad te
vervoegen van den vijftienden tot den een en dertigsten Mei aan
staande dek morgens van tien tot des middags twaalf uren (zon.
en feestdagen uitgezonderd)ten einde zich voor den schutterlijken
dienst te laten inschrijven ieder in dat register waartoe hij vol
gens zijnen ouderdom behoort, waaromtrent de belanghebbende
voor zoo ver zij niet in deze stad zijn geboren zich van eene ge
boorte-acte behooren te voorzien, afgegeven op ongezegeld papier,
om te dienen voor de Schutterij ten einde de inschrijving behoor
lijk zoude kunnen geschieden en om voor te komen dat niemand
door cene verkeerde opgave van zijnen ouderdom vervalle in de
straffen bij de wel bepaald. 1
Wordende al verder de opgeroepenen herinnerd dat zij verpligt
zijn bij hunne inschrijving opgave te doen van hunne namen, voor-
6» bijnamen van de plaats eu den tijd huuucr geboorte hunne
woonplaats en beroep, met aanduiding van het wijk en nommer j
het beroep hunner ouders of zij zijn gehuwd ongehuwd,
of weduwenaars; van het getal hunner kinderen van beide sese
sedert wanneer zij ingezetenen der Stad zijn en van waar zij alhier
zijn korrïcn inwonen, en eindelijk van de reden die zij zouden ver-
meenen dat hen van de schutterlijke dienst zouden vrijstellen of
daartoe onbevoegd maken naar aanleiding van art. 3 en 4 der wet
met opgave van het art. en het onderdeel van hetzelve, waarop
zij zich beroepen.
Burgemeester en Wethouders waarschuwen de belanghebbenden,
dat de inschrijvings registers op deij eersten Junij aanstaande finaal
zullen worden gesloten en dat de zoodanigen welke zich vóór
dien tijd niet hebben doen inschrijven en daarna ontdekt worden,
uit krachte van art. 9 der wet en art. 6 van Zijner Majesteits be
sluit van den 21 Maart 1828 alsnog ambtshalve zullen worden in
geschreven en door den Schuttersraad worden verwezen tot cene
geldboete en daar te boven zonder Loting worden ingelijld indrert
het zal blijken dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene re.
denen tot vrijstelling of uitsluiting ten hunnen aanzien hebben
bestaan.
En opdat niemand hieromtrent eenige onivetenheid zoude kunnen
voorwenden, zal deze afgekondigd en in de StadsCourant worden
geplaatst.
Zie r ikzeeden 5 Mei 1834-
Burgemeester ên Wethouders voornd.,-
t> E C R A N vt.,
Ter ordonnantie van dczelvén
De Slads-Secretaris
W. J. P.KÉOEF.
SCHOUWING DÉR WEGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Brengen door deze ter kennis van alle de Eigenaars en Gebrui
kers van landen en gronden gelegen binnen het Poort Ambacht de
zer Stad
Dat in het begin der volgende maand Junij eene algemeene Schou
wing geschieden zaldoor het geheele Poort-Ambacht met last
op alle de gelanden om zorg te dragen dat vóór dien tijd al de
wegen en wekkens behoorlijk zijn geëffend de putten gevuld eu
de slooten uitgedieptovereenkomstig de artikelen 49 en 5o vau
het Reglement van Policie voor deze Stad zullende tegen de na-
latigen worden geverbaliseerd en zij alzoo ïich zalven dé gevolgen;
van hun verzuim te wijten hebben. t
En opdat een iegelijk hiervan kennis drage zal deze wordea
afgekondigd, mitsgaders in de StadsCourant geplaatst.
Zie rikzee, den 5 Mei 1834.
Burgemeester en Wethouders voornd
DE CRANE, vt.,
Ter ordonnantie van dezelve
De Stads-SeCretaris
W. LP. KR OEF.
DUITSCHLAND.
Frankfort, den 3o April. De Rheinbaijcr behelst nog de volgende
berigten over de poging, om dr. Wirth gewelddadig te bevrijden.
Het was des nachts een uur, toen de koets, waarin hij zich hei
vond bij den zoogenaamden bruchhof, een uur van Homburg, aan
kwam. Op eens sprong, er een persoon achter öp de koets erï'
schoot een pistool in dezelve af, waardoor dr. Wirth in den rug
getroffen werd. Daar echter de kogel bij het doorboren van het
achterste gedeelte des rijtnigs, gelijk natuurlijk, aan kracht verlo
ren had, werd de getroffene er slechts sterk door gekneusd. Naau-
welijks was dit schot gevallen, of een bedorven kandidaat in de
theologie uit Tweebruggen Kurz genaamd greepzoo als ver
haald wordt, de paarden Bij de teugels en trachtte, doorbel snel
omdraaijen van dezelve, de koets te doen vallen hetwelk hem ech
ter niet gelukte, daar de luitenant Neumann dadelijk, uit het rij
tuig sprong en den booswicht met de sabel over den arm hieuw.
In denzelfden oogeriblik had ook de brigadier de koets verlaten
niet bedreiging aan dr. Wirth, die ziek en lijdend is, dal hij hem
zoude ter nederschieten als hij niet rustig bleef. De beide gen
darmen werden nu door eene bende van omtrent 16 personen met
geweerschoten begroet, waarvnn een den heer Neumann inden arm
trof, zonder het bot te beschadigen; twee schoten gingen den bri
gadier door de schako en (wee door den mantel. Ook de man
tel van den luitenant werd doorboord en een paard viel dood ne
der. De heer Neumann, aar. den regter arm gekwetst vatte d«
sabel ir. de linkerhand, gaf den kandidaat Kurz nog een houw ira
de zijde en een ander over liet hoofd, en het gelukte zoo de beide
dapperen de moordenaarsbende op de vlugt te jagen. Men reed
nu zo O snel men konde met hel cene paard verder; maar het
duurde niet lang of van ecnen berg geschiedde er een tweede
aanval met geweerschoten die echter niemand troffen.