f>. 24.
ZÏERIK.ZEESCHË
Dingsdag
A°. 1834.
COUEA
25 Mauri*
BESTUREN EN ADMINIS TRA TIEN.
Nl E U WS TIJD IN G EN.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad ZIERIKZEE.
Brengen door deze ter kennis van derzelver In- en Opgezetenen,
dat de lColiierên van Pérsonelen Omslag ter voorziening in liet te
kórt óp de behoeften dezer Stad over het jaar i833, door II. E.
G.'A. Heerén Gedeputeerde Staten van Zeeland, op den i4 de-
zér maand zijn executoir verklaard en ten fine van invordering
gesteld in handen van den Stedelijken Ontvangerwordende mits
dien' alle belastingschuldigen aangemaand om hunnen aanslag, waar
van .penen ieder bij biljet zal worden kennis gegeven getrouwelijk
ie voldoen.
Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzeeden ig Maart 1834-
Burgemeester en Wethouders voorlid,,
DE CRANE, vt.,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris,
W. 3, P. KR OEF.
DUITSCHLAND.
Frankfort den 16 Maart. In een der duitsche dagbladen leest
Uien het volgende: «Dezer dagen is bij de regtbank te Parijs een
merkwaardig proces wegens eerroof uitgewezen. Het vonnis is 'ten
hoogste onreglvaardig, en bewijst hoe zwak en verkeerd de fransóhè
wet 4n bet stuk van laster is. Tevens leeren degenen 'die gelegen
heid hebben de diplomaten te Parijs eénigerniate in dekaart te zien,
hoe zwak aldaar de diplomatieke belangen behandeld worden. De
zaakgelastigde van een duitsch hof, hetwelk met Bronswijk bij de
böhasvefgadèrïng eene gemeenschappelijke stem heeftwerd door
de hanoversche en brunswijksche regeringen uitgenoodigd, om her
tog Karei, die zich te Parijs ophoudt, geregtelijk te vervolgen,
hem te noodzaken om gelden aan den slaat toebehoorende die
hij mede genomen had, terug te geven en hem, ook in Frankrijk,
als onder curatele staande te laten verklaren. Bij eenige kertnis
der fransche wetten en voornamelijk van den openbaren haat te
gen vreemde regeringen die bij de 'regtliankeu en de advocaten te
Parijs heerscht, de, bedoelde diplomaat wel kunnen vooruitzien
dat in de zaak door hem aan te vatten langs den weg van regten
Weinig zou te verkrijgen zijn en dat liet verstandiger was geweest,
om door onderhandelingen met het fransche, ministerie het oog-
Jnerk te bereiken. Daar hij echter nu eenmaal het middel van be
klag gekozen had, was het voor het minst geheel nutteloos in
iÖ3z door cenen heer Neen boek tegen hertog Karei te la
ten schrijven het auteurschap daarvan door eenen heer Cakltas
te laten overnemen en dezen daardoor in den ireurigen toestand
té brengen zich tot een jaar gevangenis itiöó franken bóeVè én
TOO,óoo fr. schadevergoeding voor den hertog veroordeeld te zien.
Het boek is overigens niet als een paskwil te beschouwen maar
behelst niet dan daadzaken, welker waarheid in ganscb Dnitschland
nergens in twijfel getrokken wordt; maar zoo ellendig zijn de be
palingen nopens den laster in de fransche wet, dat zij aan den be
schuldigde niet eens toelaten om hét bewijs zijner gezegden te leve
ren waardoor zij zouden ophouden laster te zijri:"
Bijzondere brieven uit Griekenland schildéren den toestand der
ongelukkige bewoners van Candia met de zwartste kleuren af. Nog
altijd klaagt men zeer over de wreedheid waarmede de Egyptenaren
de bewoners van dat eiland behandelen: Dezelfde brieven melden
dat men in Griekenland met gespannen verwachting te gemoet ziet de
openbaarmaking van het vonnis dér, in de laatste tijden in hech
tenis genomene personen. De processen der meeste moeten reeds
opgemaakt zijn en men kan het uitspreken der vonnissen dagelijks
verwachten. Overigens leèst men in die briéven nóg het volgende:
«De geest der grieksche bevolking voor de maatregelen der hooge
regering was nimmer gunstiger dan thans. Men kan iiitusschen
niet ontkennendat het vertrouwenhetwelk men vóór verschei
dene inaanden voedde, mill of meer gedaald was, bijzonder bij de
lagere volksklasse, welke van de nieuwe regering een' plotselingen
ommekeer van alle zedelijke en stoffelijke verhoudingen had ver
wacht doch die verkoeling maakte spoedig plaats voor nationale
blijdschap bij de eerste invoering der nieuwe instellingen waar
door men overtuigd werd, dat de regering geene andere bedoelin
gen had, dan hechte en zekere grondslagen voor Griekenlands wel
zijn te leggen. Voornamelijk hebben de regeling van de gemeente
besturen en de oprigting der scholen veel bijval gevonden.
«Binnen kort vullen de levensbeschrijvingen der helden welke
zich in den griekschen bevrijdingsoorlog hebben doen kennen door
Oenen Griek zeiven Nikolo Argyviades, geschreven in druk ver
schijnen."
In den nacht van den n op den 12 dezer is, omstreeks t
u#e te Maintz een brand uitgebarsten, zoo men zegt in bet huis
eeiw glazenmakers en heeft zicli zoo snel lings en regts medege
deeld dat 5 huizeu ia weinig tijds genoegzaam geheel in de asch
lagen. Eenige der bewoners waren tegen brand verzekerd. Er is
dadelijk een streng| geregtelijk onderzoek nopens bet ontstaan van
dezen brand begonnen.
Iri Wallachije is de winter uiterst zachtgesneeuwd heeft het
er in bel geheel niet; de rivieren zijn niet toegevroren geweest, en,
in het laatst van Februarij waren er de weiden met voorjaars
bloemen bedekt.
Den 18. Berigten uit Konstantinopelvan den n Februarij,
melden: «Er worden hier weder groote ligtingen voor de armeé
gedaan. Men weet indferdaad niet wat de Porte bedoelt met de
geduchte magt., welke zij op dezen oogenb'lik onder de wapens heeft
en nog dagelijks versterkt wordt. De pacha van Egypte kan haar,
wel is waar, zorg baren maar hij kan de reden niet zijn van zulk
eene groote inspanning daar hij thans zijn eigen land met groote
opmerkzaamheid moet gadeslaan en het oog op Arabie moet geves
tigd hóuden. Men zegt ookdat in Egypte en Syrië veel misnoegd,
held,heerscht, veroorzaakt door allerlei knevelarijen, en misschien
ook door vreemden invloed bevorderd. Derhalve bevreemden de
ongemeene krijgstoerustingen van de Porte en men weet er geene
juiste verklaring van te geven. Het is waar, dat Frankrijk en En
geland alles in het werk stellen om Rusland hier de loef af te
steken dat nog onlangs de vertegenwoordigers van deze mogend
heden stappen gedaan hebben om het oude thema hel Julij-trac-
taat, weder op het tapijt te brengen: maar hiermede kan men
toch geene militaire maatregelen in verband brengen daar het ia
allen gevalle niet waarschijnlijk is dat de weg van onderhande
lingen in deze zaak verlaten is en geweld tegen de Porte zou ge
bruikt worden. Ook voedt dé Porte daaromtrent geene de minste
vrees, en is, zoo het schijnt zeer gelaten gebleven onder de eenig-
zins hevige vertogen welke haar uit Londen en Parijs zijn gewor
den wel wetende dat zij niets verders ten gevolge zullen hebben.
Het moet derhalve te meer verwondering baren de geringe geld
middelen voor eenen bovenmatigen militairen staat te zien uitput
ten. Overigens is het geene memorie, maar eene nota geweest
welke de engelsche gezant in de eerste dagen van Februarij aau de
Porte wegens het traktaat met Rusland heeft overhandigd. Bij
dezelve wordt naar meu verzekert, op eene zeer stroeve wijze te
kennen gegeven dat dergelijke bepalingen in Europa eenen slaat
vaii zaken zouden te weeg brengen welke, men moet tracliteo voor
te komen, en derhalve nogmaals dringend verzocht wordt, daar
van terug te komen. De fransche gezant heelt daaromtrent ook
éene nota ingeleverd welke echter in gematigder bewoordin
gen dan dié van den engelscben gezant scliijnt vervat te zijn.
Men weet nti niet wat de Porte doen zal maar gelooft, datzij,
gelijk reeds eenmaal geschiedde zeer eenvoudig verklaren zal dat
het haar leed doet, niet naar den wensch der beide zeemogend
heden te kunnen handelen om van verbindtenissen terug Ie ko
men welke zij plegtig aangegaan heeft. Veel anders kan zij wel
niet zeggen. Het slaat dan aan Engeland en Frankrijk om het kwa
lijk te nemen, of gedane zakén te laten zoo als zij zijn. Waar
schijnlijk zal men het laatste kiezen als nren de wijsheid te rade
neemt. Merkwaardig blijft het steeds, Engeland en Frankrijk,
wier belangen toch zoo zeer uiteenloopen uit overdrevene vrees
voor de toenemende magt van Rusland hierin gemeenschappelijk
te zien handelen. Wij gel opveil dat daardoor de invloed van het
petersburgsche kabinet bij dp Porte slechts zal vermeerderd wor
den; want meii heeft in het serail een zeker ontzag voor alles,
wat magt heet, en zal voor Rusland ie meel- eerbied krijgen hoe
meer anderen deszelfs magt verheffen om vrees te verwekken.
Overigens hebben de oud: overleveringen welke spreken vaneenen
blonden volksstam, die aan bet rijk van Muhatned een einde zon
maken, aan kracht verloren men gelooft er niet meer aan of,
gebeurt hetmen past ze niet meer toe op het russische volk het
welk voor de Porte een helper in den nood is geweest maar maakt
daarmede zinspelingen op yalsuhe vriendschap; want even als erin
Europa een vooroordeel tegen rood haar bestaatzoo zegt een
lurksch spreekwoord «Vertrouw den rooden niet." Men
spreekt van uitrustingen, welke bij de engelsche zeemagt op Malta
waargenomen worden en meent dat zij legen de Porte gerigt zijn.
Dit is niets meer dan een bloot gerucht; want als het lot vijande
lijkheden mogt komen zon de oorlog in Europa algemeen zijn
waarvoor toch niemand zoo zeer als Engeland moet beducht zijn.
Wij hebben reeds eenmaal van zulke maatregelen hooren spreken
maar er niets verder van gezien. De Porte van haar regt over
tuigd zal zich door geene verwijderde demonstration laten be
vreesd maken; zij blijft bij haar woord, en zal het op het uiter
ste laten aankomen. Niemand zal nu welligt de verantwoordelijk
heid op zich willen laden Europa in oorlog te storten in een
oogenblik, dat de gemoederen buitendien zoo opgewonden zijn en
de strijd om belangen spoedig in eenen strijd om beginselen zou
ontaarden.
-De keizer van Rusland beeft den generaal der ruiterijgraaf
Palden Itot lid var. den rijks raad benoemd.
Om de koopvaart in de Zvvarte Zee,te verlevendigen zullen in
de steden Alesckyin het gouvernement van Taurie en Nikopolis
in bet gouvernement Katberinoslaffvoor den tijd van tien jaren