ZIERIKZEEgCHE CO MAN T« Jt°. 89. t r~th£jf Dingsdag NIEUWSTIJDINGEN. A°. 1831, den 8 November. DUITSCHLAND. Frankfort den 26 October. In den avond van den 24 Octo ber omstreeks 9 uurbad zich bij de Allerheilige npoort een hoop nieuwsgierigen meest uit handwerkslieden en jongens bestaan de verzameld. Deze menigte liet spoedig bet voornemen blijken om de poorten 'gewelddadig te openen en viel de mili taire wacht met sleenen aan. Bij deze voorvallen werden eenige- persorien gekwestintusschen was tegen middernacht de rust her steld. Ofschoon nu gisteren avond de poort eerst om tien uur ge sloten werd, vernieuwden zich echter de jammerlijke voorvallen, van den vorigen avond en wel in eenen nog ergeren graad. De wachtposten aan Allerheiligen poort werden op nieuw gehoond, en zonder dat er van den kant der militairen de minste aanlei ding gegeven Was werd er plotse!ijk scherp op hen gevuurd zoo dat drie man, onder welke de serjant zich bevond, nedervielen een zelfs op de plaats dood bleef, terwijl de beide anderen weinig hoop op herstel geven. De wacht werd nu versterkt maar het op roer daardoor nog niet gestild. Ofschoon geen verdere dadelijke aanval geschiedde verstrooide zich echter de menigte niet maar zocht aanhoudend door smaadredenen tegen de militairen dezelven uit te dagen. Met bewonderenswaardige koelbloedigheid beant woordden de militairen dit strafwaardig gedrag, met eene rustige houding, en verhoedden daardoor grootere ongelukken. Om de rust te herstellen werd de burgermagt onder de wapens geroepen en door deze gemeenschappelijk met de militairen de wacht tot aan den dag betrokken. Hierop verstrooiden zich omstreeks 2 uur des morgens de volkshoopen welke nog altijd meest uit nieuwsgier rigen, bestonden. Den 27. De avond van gisteren is zonder verdere buitensporig heden afgeloopen. Men kan nu wel de ganscbe zaak als geëindigd beschouwen en dezelve zou misschien nimmer van dat belang ge- Worden zijn, wanneer niet gelijk verhaald wordt, een der militai ren beboorende- lot de- wacht aan de Allerheiligenpoortin den avond van den 24 eenen burger die aan de opschudding vreemd was bad gekwest eene omstandigheid waardoor de verbittering aanmerkelijk is toegenomen. Den 1 november. In een onzer dagbladen leest men het volgende »De vredes-voorslagen der londensche conferentie zijn voor de Bel gen zoo voordeeligdat men niet kan twijfelen dat zij dezelve zullen aannemen- Holland verliest f van Luxemburg, en bekomt daarvoor f van Limburg, waarvan meer dan de helft uit beideen moerassen bestaat deszelfs oude bezittingen in Belgie, en de door Pruissen afgestane streken zijn in deze schadeloosstelling mede be grepen, zoo dat de ware schadeloosstelling van Holland in deze provincie op i van dit gewest nederkomt waarvoor het in Luxem burg ten minste de viervoudige oppervlakte zou afstaan- Buiten dien ontvangt Belgie bet ganscbe prinsdom van Luik. De deeling van Luxemburg is niet eens geheel naar bet volksonderscbeid ge maakt; zij geeft aan Belgie den weg van Arlon naar Longwij ofT scboon de ingezeten duitsch zijn terwijl de Belgen daarmede eenen weg te meer naar Frankrijk, of liever de franschen naar Belgie ver krijgen. Daarbij is hollands handel met Duitschland zoo opliet spel gezet dat zijn ondergang onvermijdelijk schijnt. Wordt na melijk Holland genoodzaakt om de Belgen toe te staan om over baar éigen gebied kanalen en wegen aan te leggen, zoo zal een ka naal van Antwerpen naar de Maas, en van daar een weg tot inliet pruissische binnen weinige jaren voltooid zijn en Antwerpen des- zelfs waren spoediger en goedkooper naar Keulen leveren, dan Kottérdam en Amsterdam. Holland zou alzoo, door het aannemen van het traktaat, tot den ondergang van hare handelsleden zelfs bij dragen, hetwelk liet wel nimmer doen zal. Het verliest reeds ge noeg daardoor, dat het de vrije vaart op de Schelde in het belang Van den wereldhandel moet toelaten. Berlijn, den 29 October. Volgens berigtuit Warschau van den 2S was aldaar den vorigen dag de tijding aangekomen dat de vesting Zamosc zich onvoorwaardelijk aan de genade van Z. M den Kei zer en Koning onderwopen bad. De bezetting bestond nit 42°° man. In Warschau wordt thans iederen dag, pp een bepaald uur, in tegenwoordigheid van den grootvorst Mickaëi en den maarschalk Pdshevilz wapenschouwing gehouden over de aldaar in bezetting liggende russische troepen. Bij eene dezer dagen afgeloopene telling is bevonden dat de bevolking van Warschau uit Ii3,g43 personen bestaat; onder dat getal zijn niet begrepen de dagelijks aankomende en vertrekkende reizigers. In het laatste jaar is de bevolking op i5ooo mannen en j,oooo vrouwen verminderd. Het getal der in Warschau wonende Israël iten is 29,214, IJit eene waarschuwing van den directeur der. munt blijkt, dat iii Warschau valsche munten in omloop zijn. Het schijnt dat men in meergenoemde lioofstad steeds groot ge brek beeft aan brandhout en dat ook niettegenstaande de beko- pipne toevoeren de prijs der levensmiddelen hoog blijft. GROOT-BRITTANNIEN. Londen, den i november. Te Bristol hebben schrikkelijk oproé' righeden plaats De aankomst van sir Charles PFether elleen der' ijverigste bestrijders van de hervormingswet iu het huis der gemeen ten, die in zijne hoedanigheid van recorden derwaarts gegaan was, ten einde de assises te openen, heeft daartoe aanleiding gegeven. Zaturdag werd hijnaar ouder gewoonte, door den maire en de sheriffs der stad te Totterdown omtrent eene mijl van Bristol verwelkomd en hier stapte hij uit zijn rijtuig in de koets van den maire, die door een volkshoop van meer dan duizencf mensclien omringd en gevolgd werd, onder het aanheffen van al lerlei beleedigende kreeten. Die verzameling van volk groeide al lengs aan en men was beducht, dat het graauwt sir Charles uitliet rijtuig zou halen en liem in de rivier smijten weshalve de rege ring een compagnie van het 4de regement ligte dragonders deed aanrukken om hem te beschermen ook werd de koets door om trent drie honderd speciale constapels omringd. Bij het binnen rijden der 'stad was de menigte volks aanzienlijk toegenomen. Op den weg naar Guildhal werd een steen in de koets geworpen die echter geen kwaad deed en bepaalde het volk zich alleen bij het uitjouwen van den magistraats-persoondie zij om zijn anti-her vormingsbeginselen zoo veel haat en verachting toonden. De pleg- tigheid van het openen der assises liep hoewel niet zonder schrik barend geraas, af; doch toen sir Charles naar het Mansionhouse of stadhuis reed werd het gemeen oproeriger, en op de plaats voor dat gebouw begonnen <J.e konstapels onder liet volk, dat met steenen wierp, te slaan. Met veel moeite gelukte het echter sir Charles onbeschadigd in huis te geraken en nu ontstond er een gevecht lusschen de oproerigen en de konstapels welke laatste eindelijk gedwongen werden te wijken waarop het volk een gere- gelden aanval op het Mansionhouse begon. Ie vergeefs poogden twee of drie magistraatspersonen de oproer-akte voor te lezentel kens werdeu zij door een hagelbui van steenen naar binnen gedre ven alle de vensters werden ingeworpen en de deur in stukken geslagen zoo dat het volk welhaast meester van het ganscbe huis werd. Gelukkig waren de maire en sheriffs als ook sir Charles ontvlugt. Alle vertrekken werden door liet gepeupel doorzocht en alle meubelen verbrijzeld, terwijl van den maaltijd, die aldaar ge reed stondin weinige oogenblikken niets meer te vinden was. Een. half uur daarna verscheen een detachement van liet 3de dragon ders op de plaats, waai van de officier het volk vermaande om uit elkander te gaan en dat zich zeer bedaard gedroeg. Ook pleegde het volk toen aldaar geen geweld verder; alleen wierp liet barri- kaden van straatsteenen op en bluschte al liet lantarenlicht op de plaats uit. Den gelieclen nacht bleef de menigte op de stralen liier en daar werd van tijd lot tijd een der heihamels gegrepen doch meestal spoedig weder door zijne vrienden ontzet, waardoor verschillende gevechten ontstonden en de gemoederen nog meer op gewonden geraakten. Tegen den ochtend was de stoutheid van het volk zoo toegenomen dat het de dragonders onophoudelijk aan viel en hen eindelijk tegen negen ure dwong de plaats voor het Mansionhouse te ontruimen dit gebouw werd vervolgens geheel vernield en in den brand gestoken. Daarna werd Bridewell de gevangenis werwaarts den avond te voreu eenige oproerlingen ge- bragt waren, aangetast; de deuren werden opengeloopen alle de gevangenen in vrijheid gesteld en hét huis verbrand; ook de nieuw gebouwde gevangenis in de New-cut Werd vermeesterd en eene prooi der vlammen, en de oude gevangenis, Old-Newgate onder ging hetzelfde lot, zoo dat nu alle de gevangenen in vrijheid wa- reu. Voorts werd een tolhuis hij de brug van Princéstrcet in brand gestoken, als ook liet bisschoppelijk paléis in College Green. Ein delijk werd nog liet huis Van den maire en dertig der fraaije hui zén in Queensquare geplunderd eii in de ascli gelegd, en liet Cus tomhouse, liet huis der in- en uitgaande regtenuitgeplunderd. De oproerlingen liéten niet toe dat er pogingen tot blusschen aan gewend werden, en de brand leverde een allerakeligst schouwspel op. Het schandelijk gedrag der oproerigen ging alle beschrijving te hoven. Zij hadden zich bij liet plunderen zoo zeer in het ge bruik van wijn en sterke dranken te huiten gegaan dat eenigeii hunner zich bij het iu brand steken dér huizen niet wisten te red den en zelve in de vlammen omgekomen zijn. Voor het paleis van den bisschop en de hoofdkerk versterkten zich de plunderaars on de matrozen, die een groot gedeelte daarvan uitmaaktenplantteu. er stukken geschut, om zich tegen de troepen te verdedigen; ook braken zij de ophaalbrug af, om het krijgsvolk te beletten hen langs den westkant te naderen. Den geheelen zondag was het ge peupel meester in de stad; doch maandagochtend kwamen er ver- sclie troepen aan en begon de magistraat te handelen. De soldaten, kregen 1111 de noodige magt om krachtdadig de oproerigen tot hun pligt te brengen, en dit had dan ook ten gevolge dat omtrent tachtig van deze gedood en gewond werden. De maire moet zijne magt in handen van den hertog van Beaufort hebben nedergelegd en de soldaten drijven het volk met geweld uiteen. De matrozen waren van voor het paleis op College Green verjaagd. Ondertus. schen kwam er veel landvolk te Bristol binnen en-wilden de op.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1831 | | pagina 1