ar°. os.
ZIEttlRZEESCIIE
O XI11 A !Éf j
NiM.njrstjjjungEN, ;y-.
A°. 1831.
7 /.'OS S'
A»d.
4/,ptytP'rijdag
>nm I'.if r.
GROOT-B R IT T Aft N
LondeM, den 19 augustus. Donderdag ochtend is op^ef Jjürëati
Van buitenlandsóhe.^ahen jeep kabinejspf.d "welfce' dien-
fcelfden morgen vroegtijdig, was belegde j - v»
Donderdag beeft eindelijk sir R. Vy$yan zijné vVóéger 'gahgêköH»
digde mo|tev ttflï hef, dqgq j-overleggenMaajtsstufcken"Be'tVejTénde-
de conferentiea over de belgische zaïen cgedaanV In 'cl e' söhikk'ing-
Van die zaken zeide hij was de öplössiog te vinden vóór de ge->
wigtige- vraag iof^ej^rede; van Europa o,n^estoor^ blijyeii zóu of
door een oor.log zou eindigen. Het voórn,aamsjto jjunt^ en waarbij
de eer van Engeland gemocit was, betrof het terug trekken der
fransyhe-tegerbend^n- 'uit Belgie, en dit vorderde' toelichting. Sct
dert de ministers de verzekering gegeven hadden dat de Efauschen
het-hslgjjscji grondgebied..epuden .oiitj'iripen zoodra de Hollanders
binneij hunne grenzen terug gekeerd vy.a.r.en was het gerucht ,'vefc-
sprei.d, dat de;franschen,,.al trqkkgn de .Hollanders terug, in Bel-
gie zouden blijven'; ten-minste daar dertig duizend,man als een
observatie-leger zouden houden tot dat de hel it der hollandsche'
armee afgedankt en de onkosten van den oorlog door de Hollan
ders betaald zouden zijn. Uit de laatste beraadslagingen' was zon
neklaar gebleken dat er niet de minste grond bestond voor de be
schuldiging tegqn den koning der Nederlanden ingebragtdat hij
ter kwader trouw gehandeld een wapenstilstand verbroken of eene
Wapenschorsing geschonden zou hebben terwijl daarentegen bewe'
sen was, dat die souvérein door het aannemen der békende pro
tocollen meer gedaan had om den vrede te behouden dari met
regt van hem verwacht kon worden. Die koning had niet alleen
sijn regt op territoriale bezittingen opgegeven, maar zelfs bewil
ligd om van zijne souvereiniteit over Belgie af te zien, mits men
behoorlijk op de belangen van Holland lette en hem eene schade
vergoeding voor zijne familie bezittingen gegeven tverd. Hij had
ïich boven allen lof, trouw en opregt gedragen. Niets was billij
ker geweest, dan dat de conferentie, na eepe schikking gemaakt
te hebben, waartoe de koning der Nederlanden, zelfs in weerwil
van zijne eigene belangentoegetreden Wasde Belgen gedwongen
had ook daarmede genoegen te nemen- Integendeel had het en-
gelscli gouvernement aan de Belgen die halstarrig weigerden zich
daarnaar te gedragen den prins gezondenwelke zij tot hunnen1
koning gekozen hadden en die een eed gezworen had op eene con
stitutie, welke lijnfegt streed met de achttien artikelen dèn grond
slag der finale schikking. Toen daarop de koning der Nederlan
den welke met die schikking Ingestemd had de wa.penen opvatte
om zijné régten tegen de Belgen te doen gelden, was Engeland tus-
schen beide gestreden om hem dit te verhindereu. Deze handel-
tvijze zou in de geschiedenis als eene grief tegen Engeland aange-
teekend worden en wél lig! tót eene beschuldiging tegen de ministers
•aanleiding geven. De koning der Nederlanden wiens gedrag de
spreker meendedat volkomen gereglvaardigd was, had'zich met
eer gedragen'tèh opzigte van de hollandsche natie, en zeker zou
den'de géschiedrollen met lóf gewagen vau de bedoelingen zijner
onderneming 'tégen Bélgie. Thans reeds zag men de dagbladschrij-
vers, die het hevigste zijne daden gelaakt hadden vau hunne dwa
ling terug kómen en bekennendat zij hem ten onregte van kwade
trouw hadden beschuldigd. Eindelijk over de bezetting van Bel
gie door de Franscheu sprekendeverklaarde de redenaar wel te
gfelöoven dat het kabinet van Frankrijk geene oneerlijke oogmerken
koesterde, doch tevens overtuigd te zijndat' achter dit kabinet
eene partij bestonddie zeer veel invloed uitoefendezoo zij al niet
zijne daden bestuurde. Daarom wilde hij dat de etigelsche rege
ring zibh niét toegevend maar standvastig toonen zou daar hij ver
zekerd was dat zij in dat geval niet alleen op de medewerking
van het parlement maar zelfs öp deondersteuning van de gansche
natie kon rekenen. Dit was, naar zijne meeniug, de beste weg om
den vrede te behouden. Elke alliantie met Frankrijk om Holland
♦e dwingen tot het aannemen van vredes voorwaarden beschouwde
hij als onteerénd voor Engeland, en als niets anders dan eene al
liantie met de geweldigde partij van Frankrijk, die zeer mogelijk
tot' iü'óéijelijfcheden zou kuunen leiden in welke Engeland den
nieuwen bondgenoot zou moeten verlaten en zich tot ouden kee-
renwaarmede hef altijd eenstemmig gehandeld had. 1Sir Robert
eindigde zijn redevoering met te betuigen dat hij alleen bedoeld
bad den ministers gelegenheid te geven van zich te verklaren om
trent de redenendie hen bewogen hadden om te handelen zoo
ftls zij' tof nog toe hadden gedaan.
Lord Elliot, die de motie ondersteunde, prees zeer het karak
ter en liel gedrag van den koning der Nederlanden en de trouw
Waarmede deze steeds alle zijne verbiudtenissen en verpligtingen ver
vuld had.
Dé miuisler van builenlandsche zaken, lord Palnierstonver-
Vlaarde dè gevraagde papieren te moeten weigeren, op grond dat
ban de Onderhandelingen, die nog hangende waren en die niet al
leen gestrekt hadden om een souverein aan Belgie te geven maar
wel degelijk dienden om den vrede van Europa te bestendigen en
'Orroo
oh
- 5*r
r.v dïzuitq
.1
de'11 216 ding UStllSt
Ml f,ü
.mi t ..f
ijj Verzekeren door het'óntij(jjg,,ppsnEaarinakén der onderhavige
staatsstukken nadeel Izoip -topgehcagV,. jvorden. Tevens zëjdé ziiri
TordiSjChnjJaii dj)t, hij thail» geene vrijhei^ had om te antwoorden op
de verschi!>ende vragen, die hem weggps, «Jgo, st^at Üer pplllij'k vaü
Het lanjl, aj-ar«ii geda.au.
t De heer A. Baring, .die zich één, gggtijolen tijd in de, Necjerlan-
•4ena^)p|ch«icfep hgqffy-sprak geerden,. vpprdeele Van het.' liuis van
OranjeWaaraan ,pièt,alleen.Engeland,,: maar Europa Ja de'gèheéfe'
WcréNLc.meer da.n-,san elkjiud^r yef'pligt, was in zake van gddsdien.
stige en burgelijke vrijheid. Daarom vertrouwde hijdat de her
haalde beschuldigingen en lasteringen, tegen dat huis aangevoerd,
ghen ingang bij ware Engelschen vinden kon. Hij doelde hierbij
voornamelijk op de taaldie de bekende O'Connell gehouden had
Welke, om de Belgen te Verdedigen, de zoogenaamde Belgische grie
ven had opgehaald en de schuld van de scheiding alleen op den
kjoning der Nederlanden had willen schuiven. In 'antwoord op de
aantijgingen door genoemd parlementslid in navolging der Belgi
sche wargeesten, in het midden gebragtbetuigde de héér Baring
ónder anderen dat dc klagten over de bedeeling van het regt in
Holland; öngegi'ond yv.ai-ejj^ en hij liever een procésvoöip een hol-
hndsch gereglsbof, d^n vbpr eejiig ander th 'de wereld'zóii voeren,;
zoo zeker was hij. vgn de ongekrenkte eerlijkheijd' der hoiclsch
regters,Vervolgens liet,hij zich over de tegenwóord'igë staatkunde
uit en betoogde dat Jiet onmogelijk was om tusschen de fr'ansche
en hollandsche gr.enzen een onafliankelijk koningrijk op te rigten
vooral in den tegenwoor.digen ptaat van beroering, der gërno'édcrèi;
iri Europa. Zelfs een man met de bekwaamheden van ceiicn i\7d-
ppleon zou, op den troon, van Belgie zittende rtiet lil staat vvëzeh
om daarvan, een bolwerk tegen Frankrijk té maken. Hij begréép
dat men beter doen zou met Belgie te vérdeelen' onder dé rondoin
ljggende staten dan hel te laten met eene souvereiniteit en onaf-.
hankejijkheid. ;in naam. Dit,, dacht hijzou meer 7,ékérRërd'aau
I|o!land tegen .aanrandingen, van Frankrijk geven, dan om'van Bél
gie eepe. afzonderlijke en onafhankelijke natie te,maken èenë natie,'
die 'zejfs niet tegen, de Hollanders strijden kon. Dit gezegde werd
dooj- dp oppositie-partij toegejuicht, en de spreker vbégde' cr' bij',
dat ;hij .daarmede geenszins de plo'landers wilde heleëdigén want
(Jat hij staand? hielt, dat er geen dapperder vplk dan de Hóllan
ders ill Europa te vinden was. Nu ging, er een gejuich van 'heide
kanten van het huis op. De heer Baring zette vervolgens zijn p'.flti
van verdeeling van Belgie meer nil elkander en éindigd'e met te ve'r-
klaren, dat diergelijke maatregel-alleen geschikt kon zijn om Bel
gie of. Europa in vrede, te houden.
l S\i\Rpbept Peel verhief zich tegen het stilzwijgen, dat de minis
ters omtrent de bnitenlandsche politiek bleven bewaren' en betoogde
Rat-in,een oogenblikwaarop de koning van Frankrijk verklaarde,
dat: de driekleurige vlag van de wallen van Lissabon woei. en dat
ffransche bencjen de nederlandsche vestingen bézettedenterwijl de
.krijgsmagt van Engeland alleen tegen zijne'tweé oudste bondgei.oo-
ten Portugal en Hollandgejrigt scheen elk lid Van het parle
ment, dien de. belangen en de eer van Engeland ter harte gingen,
liet regt had om ophelderingen van de ministers te vragen.
Behalve den heer O'Connell hebben nog de lieeren Hume en Hunt
deel aan deze woordenwisseling genomen. Beide spraken ten voor-
deele der Belgen; de eerste toonde zich verontwaardigd over het
plan van den heer Baring, om Belgie te verdeel enen de tweede
wilde, dat de Franschen zoo lang daarin zonden blijven tol dat
zij zeker waren, dat de konipg..vau.Holland daarop geen tweeden
aanval wagen zou. Eiudelijk heeft sir 11. Fyoyan ziju voorstel'in
getrokken,.-
NEDERLANDEN.
'sGAAVEmueE den 21 augustus. Bij den inspecteur-généraal van'
den geneeskundigen dienst der land en zcemagtis ingekomen van
H. It. E- II. de prinses van Oranje, eéne som van duizend galden,
om uitsluitend te worden besteed tot. den aankoop van verkwikkin'
gen voor de gekwetste militairen.
Van deheeren Hoedt en Bingley eene som van cr.n hondert t'VCC ert
veertig gulden twee en Veertigen eenhalven cents, spruitende, 11a af
trek der onkosten, uit eene door Huh Ed gegeven voorstelling 111 deri
Nederduitschen schouwburg te 's Gravenhage op Diugèdag den 9
Augustus 1801 ,.ten voordeele van die braven, Welke, in den heüi-
gpn strijR vpor Regt Vaderland én Itöning mogten gekwetst wordën
-T- H.H. Itlt. HH. de prins van Oranje en prins Frederik zijti Vrij
dag te. Eindhoven aangekomen, Waar zij vooreerst HooglsderZelver
hoofdkwartier hebben gevestigd. Gisteren werden HH. KK. HH.
te 's Hertogenbosch verwacht, van Waar de prinsen iiüar Tilburg,
en vervolgens naar Breda zouden 'vertrekken'.
Men schrijft ons uit Bféüa onder dagteekéning van den 20
hetgeen vólgt
»Men kan zich moeijelijk Voorstellen de toebereidselen Welke mén
sedert eenige dagen heeft gemaakt voor de ontvangst van de beide
prinsen, welke, als overwinnaars hier uit hét leger zullen binnen
komen. Men zou de stad niet meer herkennen. Zij is geheel in
het groen gelijkt naar een' fraaijén wande! weg j op de markt i»
eene fraaijo eerpoort opgcrigt. Nogthans verzekert meu dat feït