ZIERIKZEESCHE COUR A 3VT. Vrijdag BESTUREN EN ADMINISTRA TIEN. A°. 1831. den 5 Augustus. NIEUWSTIJDINGEN. BK 62. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS de Stad ZIERIKZEE Provincie Zeeland. In overweging nemende de nadeeleDwelke den Landeigenaren of gebruikers worden toegebragtdoor het rapen van Koorn-aren of bet zich-toeèïgenen op welke wijze ook, van te, velde staande Vruchten zoo lang de oogst niet gevallen en ingezameld is; zoo mede bet uitkappen of opzoeken van Aardappelenhet sprokkelen ,van Hout enz. Gezien de art. 44 en 53 van het Politie-Reglement voor deze Stad van den i4 Julij'1826. Hebben goedgevonden Aan elk en een iegelijk uitdrukkelijk te verbieden het rapen van Koorn-aren of andere Veldvruchten zoo lang deze op den akker staan behoudens bet regt om na bet rooven derzelve op de velden te mogen rapen, en zulks op straffe van vervolging overeenkomstig meergemeld Politie-Reglement, waarvan de bepalingen op de over treders gestrengelijk zullen worden toegepast. De Commissaris van Politie wordt gelast, op de stipte nakoming dezes toetezien en de schuldigen dadelijk aan de Regterlijke Magt over te leveren. En opdat een iegelijk hiervan kennisdrage zal deze afsvvórden afgekon digd en in de Stads-Courant geplaatst, terwijl afechrift dezer aan voornoemden Commissaris van Politie zal worden gezonden. Gedaan ten Raadhuize der Stad Zierikzee, op heden den 4 Au gustus i83i. Burgemeester en Wethouders voornd. de CRANE, vt. Ter ordonnantie van dezelveD De Stads-Secretaris W. J. P. KROliF. BEKENDMAKING. Het Hoog Geregtsbof te 's Gravcnhage. Gezien het requisitoir van den Heer Procureur-Generaal, betrek kelijk het daarstellen der kamer van vakantie van den 29 Julij, tot en met den 3o September dezes jaars 1831 Gezien de atikelen 4°. 4'4,?» 43 en 44 van het Dekreet van den 3o Maart 1808, en de artikelen 29, 3o en 32 van het dekreet van den 6 julij 1810; V Hééft na voorgaande deliberatie goedgevonden te bepalenzoo als bepaald wordt bij deze dat de kamer vab vakantie in dit jaar beurtelings zal worden gepresideerd door de Heeren Mrs. Hendrik van-den JSurgh en Cornelis Carbatius, Presidenten in dit Hof, en voorts bestaan uit de Heeren Mrs. Jacob Schonck, Simeon Pierre van Swinden, Jonkheer Frans Bcclaarts van Blokland, Evert Chris- tiaan VerhueHCornelis Reinharit ~FaillantWillem IJsbrand van Jldmelsvcld en Hugo GcPersRaden. Dat dezé kamer haie teregtzittingen--zal - houden tweemaal ter weeken wel Vrijdag den 5 Augustus, Zaturdag den 3 September, Zaturdag den 6 dito Maandag deir—5-dito Maandag den 8 dito, Dihgsdag den 6 dito, Dihgsdag den 9 dito, Vrijdag den 16 ditoj Vrijdag den 19 dito, Zaturdag den 17 dito', Zaturdag den 20 dito, Maandag den 19 dito y Maandag den 22 dito, Dingsdag den 20 dito, en Dingsdag den 23 dito, Vrijdag den 3o derzelvo Vrijdag den 1 September. maand. Zullende de eerste civiele Kamer hare zittingen weder beginnen op Maandag den derden October en de derde civiele Kamer op Don derdag den zesden derzelve maand. En zal een afschrift dezer aan den Heer Prócureür-gèneraa. worden ter hand gesteld ten einde hieraan de noodige publiciteit te geven. Gedaan in algemeene vergadering van hel Höog Geregtshof voor noemdden 23 Julij i83i. Bij absentie van den Heer Eersten President: Gezien door mij Pro- De President, cureur-Generaal bij V A N H U G E N P O TII. bovengemelde HoveIn kennisse van mij fungerènden Eerste Griffier: A. W. PH1LIPSE. J. H. SPEIRMAN. Extract uil het Register der Civile Deliberatien pan de Regtbank van eersten Aanleg te Zierikzee. De Regtbank van eersten Aanleg te Zierikzee. Geboord het requisitoir van den Heer Officierbetrekkelijk de opening der vakantie van dit jaar.. Gezien het Koninklijk Besluit van den vierden Julij 1816 No. 5,. Heeft, na voorafgaande deliberatie, bepaald, dat gedurende de vakantie, beginnende niet den tweeden Augustus 1800. een en der tig en eindigende den dertigsten September daaraanvolgendealle thans aanhangige civile zaken zullen blijven gestateerden geene andere dan zoodanige summiere zakenwelke uit derzelver aard cenen hijzonderen spoed vereischenzullen kunnen worden aange drongen: en vervolgdten welken einde, ook voor het Commercieële-, telken week, des Vrijdags voor de middags vau tien tot twaalf ure zal worden gevaceerd. Ordonneert dat deze kopijelijk zal worden opgezonden aan de Heeren Vrederegters binnen het ressort dezer Regtbank, ten einde daaraan de noodige publiciteit te geven. En zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd ter gewone Au- dientie-zaal. Aldus gedaan ter vergadering der Regtbank van eerste Aanslag over het Arrondissement jZierikzeeProvincie Zeeland, dezen zes en twintigsten Julij 1800 een en dertig; present de Heeren Mrs. van Adricliem, President; de Jonge en van Tonningen, RegtersKroef Officier en Borrendamme; Commis Griffier. In kennisse van mij Griffier, W. BORRENDAMME, Com-Griff. NEDERLANDEN. Breda den 1 augustus. Z. K. H. de prins van Oranje heeft uit gevaardigd de navolgende DAGORDER voor het LEGER tb VELDE. Door den wil van mijnen vader en koning geroepen om het be vel over zijn leger te voeren, stel ik mij aan het hoofd op den dag waarop het woord Voorwaarts door hem is uitgesproken. De bewijzen van liefde en trouw, welke gij reeds aan den koning en aan het vaderland hebt gegeven en die den volkeren van Europa tot het schoonste voorbeeld strekkenwaarborgen mij ook de dap perheid welke gij zult ten toon spreiden op lietslagtveld dat on3 welligt binnen weinige dagen ten strijde wacht, voor de ware bei langen van het vaderland en lot verkrijging van voordeelige voor waarden eener afscheiding van de gewesten, die zich onttrokken hebbenaan de regering van dien zelfden vorst voor welken wij bereid zijn ons leven en onze dierbaarste belangen ten offer te brengen. Maar bij bet nemen van.toevlugt tot de wapenen, sluit de ko ning, cue eene ware vader zijner onderdanen is geenzins den weg der onderhandelingenhoezeer deze tot dus verre zoo vruchteloos beproefd zijnzijne gevplmagtigden bij de conferentie te Londen zullen aldaar, bij voortduring, de regten der natie blijven voor slaan. Wat mij betreft, ik gevoel al het gewigt van de eervolle taak, mij door den koning opgedragen; zij zal ongetwijfeld voor mij ver ligt wprden door uwen moedwaarop ik met vertrouwen rekene bij de herinnering aan de dapperheid van zoo vele oude wapen broeders van alle. rangendie ik nog in uwe gelederen zie, en aan de geschiedenis, welke mij leert, wat het vaderland van de edele pogingen van deszelfs schutterijen en vrijwilligers mag ver wachten. Na Quatre-Bras en Waterloo hebben wij ons niet meer in gelijke betrekkingen bevonden als die welke ons thans vereenigen, in dat tijdverloop hebben er vele gewigtige meestal gelukkigedoch sedert een jaar zeer ramspoedige omstandigheden voor ons vaderland plaats gehad; mijne pligten pa. de wil des konings hebben mij geroepen, om een werkelijk deel aan de laatste staatkundige gebeurtenissen in Nederland te nemen. Alle mijne daden, woorden en bedoelingen hadden destijds eeniglijk ten oogmerk, om van het koningrijk die onheilen af te weren, welke het te voorzien was, dat hetzelve koude treffen en welke wij tegenwoordig allen ondervinden; maar daar de middelen met zulk een oogmerk door mij aangewend geene gunstige uitkomst hebben opgeleverd, moet ik zelf geloven dat ik mij in de keuze der middelen beb bedrogen. De drijfveren, die mij bezielden, waren iutusscben van den zui- versten aard. Thans hoop ik u, met het zwaard in de band lo overtuigen, dat het bloed der Nassau's nog in mijne aderen vloeit en dat geen offer mij te zwaar zal zijn, om het geluk te verzeke ren van dieu geboortegrond, voor welke onafhankelijkheid onze voorouder^ zoo dikwerf met een' geweDscliten uitslag, legermag- ten hebben bestreden die de huqnen verre in getal, maar geens zins in moed te boven gingen. f Hoofdkwartier Breda, den 1 Augustus 1831 Willem, Prince van Oranje. Bij besluit van den 29 julij jl.. heeft Zijne Majesteit goedge vonden de hierna vermelde bevorderingen bij het leger te doen als: Tot generaal van de infanterie, de luitenant-generaal baron Chassé. Tot luitenant-generaalde gcneraal-majoor barbn van der Capellen. Tot generaal-roajoorsde kolonels Vcrkoateren van Hooff, Evers, KnolzerGuicherit en Favauge. Tot kolonels: de luitenant-kolonel de Waldkirch (zonder bezwaar voor 's rijks schatkist en blijvende in zijne tegenwoordige betrekking) de luitenant-kolonel de (iainocnsvau den generalen staf. Tot majoors: de kapiteins dc l-lfe" en.de Petit, beide van den ge» ueralen staf. V*-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1831 | | pagina 1