S°. 50. ZIEMRZEESCIIE Vrijdag Berlijn, den 16 junij. Volgens een berigt uit het russisch hoofd kwartier te ICieczewo, bij Pultrusk, is de keizerlijke russische op perbevelhebbergeneraal veldmaarschalk graaf Diebitsck Sabalkanski aldaar den 10 junijdes namiddags ten half een ure, plotseling overleden. Hij had zich tot dat de ziekte hem overviel, en Wel daags voor zijnen dood, volkomen wel bevonden, was bij den maal tijd bijzonder vrolijk, geweest en .had dien dag volmaakt gezond doorgebragttoen eensklaps des nachts ten twee ure de rampzalige ziekte hem aantastte; zij. droeg ontwijfelbare teekenen der cholera en overwon met geweldige aanvallen zijne sterke en krachtvolle natuur na een' zeer pijnlijken strijd. Hij eindigde zijn roemvol en werkzaam leven met mannel ijken moed en rustige gelatenheid. GROOT-BRITT AN NI EN. FRANRRIJR. A°. 1831. COURANT. den 24 Junij. NEDER LANDEN. NIEUWSTIJDINGEN. DUITSCHLAND. Dit droevig sterfgeval schijnt een bewijs op te leveren voor de meeningdat de cholera meer van de luchtgesteldheid en den aan leg der personen dan van aanraking afhangt, want tot hiertoe Was in het hoofdkwartier nog geen zieke van dezen aard gevonden. De geuenaal der infanteriegraaf Toll, heeft oogeublikkelijk het bevel over de armee op zich genomen. Men zegt, dat den veldmaarschalk graaf Paskewilsch Erivanski liet opperbevel over de russische troepen zal opgedragen worden. Loudest, den 17 junij. Een berigt, dat het fransche ministerie aan het russisch kabinet ophelderingen gevraagd heeft omtrent een artikel in .een dagblad van Petersburg, dat beschouwd wordt onder liet onmiddelijk. toezigt van het russisch gouvernement geschreven te zijn en honende uitdrukkingen voor de fransche regering te be vatten heelt hief veel indruk gemaakt. Het ministerieel avondblad meent, dat de heer Casimir Périer geen man is om ophelderingen te vragen zoiider voornemens te zijn óm die vordering in geval van een weigerend antwoord door vijandelijkheden te doen volgen. Het begrijptdat Rusland die gevraagde voldoening zal geven en dat Oostenrijk en Groot-Brittannien te veel belang stellen in het behoud van den vrede, om niet door bemiddeling of vertoogen te heietien, dat een oorlog tusschen Rusland en Frankrijk uïlbrekv: welke tusschenkom.t door Rusland niet in den wind geslagen zal worden. Voorts verklaart het, dat het niet gaarne zien zou dat Frankrijk Rusland den oorlog aan deed zonder de medewerking of ten minste de neutraliteit van die mogendheden buiten wier hulp Rusland allen politleken invloed in Europa verliezen zou. Het ein digt met te zeggendat gedurende de laatste drie jaren de politieke hemel dikwerf met zoo donkere wolken is bedekt geweest, dat het uitbarsten van den storm onvermijdelijk scheen doch dat het altijd gelukt is de wolken uit een te drijven, zonder 'dat "het tot eene uitbarsting is gekomen en dat dit naar alle waarschijnlijkheid weder het geval zal zijn. Het raadt de regeringen van Europa ten sterkste aan om te bedenken dat deze staat van' zaken ni'jt altijd duren kan en dat, zoo zij geen beter stelsel van vrede invoeren, dan dat zij nu met hare nola's en ophelderingen en talrijke staande legers aannemen, eene algemeene en niet zeer verwijderde uitbar sting te wachten zal zijn. Zij moeten, dus gaat het voort, eenige algemeene regels van staatkunde tusschen de natiën bepalen, en de eerste schender daarvan moet door de vereenigde mayt der an- deve partijen gestraft worden. Onmogelijk is het voor Europa langer te gaan zoo als hare gouvernementen thans geconstitueerd zijn. Zoo zij den vrede willen behouden moet er mner rtaar den geest der eeuw, meer naar den invloed van de opvoeding geluis terd worden. Prins Leopold heeft donderdag een gesprek gehad met den burg graaf Palmerslon op het bureau van buitenlandsche za'sen. Daarna hebben de prins de Talleyrand en andere der vreemde ambassadeurs eene conferentie met dien minister gehouden. Gisteren heeft ook de belglsche deputatie eene confeTentie mét lord Palmerslon gehad. De lieeren Devaux en TSolhomb hebben met de belgiscbe deputa tie gisteren bij prins Leopold gegeten. Onder de gasten bevond zich ook lord Ponsonhy. Men zeidedat men aldaar tort eene definitive schikking der belgische zaken zou komen. Parijs, den i3 junij. Heden leest men in den Moniteur eene be langrijke verklaring nopens de belgische aangelegenheden. Het re- grringsblad neemt daartoeuit hetgeen onlangs iu de engelsche dag bladen deswege gestaan heeft, aanleiding, en zegtdat die zaak zich na de verkiezing des konings en de aankondiging van het vertrek van den generaal Bclliard en Ponsonhy, nog in denzelfden toestand bevind. Vervolgens zegt dat blad, dat de belgiscbe commissarissen tlians uit den mond van prins Leopold zeiven zijne bedoelingen in dezen rreds zullen hebben vernomen, welke, naar men vooron derstellen moet, in overeenkomst zullen zijn met de wijze en wel willende besluiten der groote mogendheden. Den Moniteur herin nert daarna dat Belgic de welwillendheid, welke hetzelve tot bier toe ondervonden beeft, geheel en al paan Frankrijk verschuldigd isen dat de Belgen nimmer behooren te vergeten dat hunne omwenteling, alleen door de. deelneming van Frankrijk, er in ge slaagd Is in vier maanden datgene tot stand te brengen wat dit rijk gedurende veertig jaren zoo veel bloeds en opofferingen gekost heeft. Het regcringsblad spreekt daarna van het vraagpunt der grens scheiding tusschen Holland en Belgie, en laat zich deswege in den- „zelfden geest als vroeger de Messager des Chamhres uit, namelijk: dat men bij de scheiding tot natuurlijken grondslag moest aannemen de grenzen van Holland en Belgie, tijdens het laatste onder o'os- tenrijksch bestuur stond; dat dus de kaart van 1790 die van 1831( werddat de Belgen dus volstrekt geen aanspraak op den linker-, oever der Schelde noch op Limburg konden maken, en dat Belgie in het tegenwoordig stelsel van verdeeling op een punt zelfs begunstigd was. De Belgen" zegt den Moniteur verder«hebben achtervolge lijk Luxemburg, geheel Limburg en den linkeroever der Schelde geeischtop grond van afstand in 17g5 die echter niet aan Belgie dat niets door zich zeiven was, maar aan Frankrijkwaarmede hetzelve was ingelijfd, geschied was." Deze vorderingen noemt den Moniteur dan ook overdrevenen. even weinig voordeelig voor de Belgen als de Hollanders. Het zegt dat de londensche conferentie zich zelve had aangeboden door ruiling en schadeloosstelling, eene behoorlijke schikking gemakke lijker te maken, en eindigt, met de hoop te uiten, dat nieuwe wegen ter schikkingdoor de eenstemmigheid vau Europa en de welwillendheid van Frankrijk, weldra zullen heropend worden; doch dat iutusschen de generaal Bclliard, eveneens als lord Pon sonhyeene stad hadden moeten verlaten, alwaar hunne stem op hield gehoord te worden. Het fransche gouvernement, voegt den. Moniteur er bij was dit vooralzelfs uit hoofde van zijne wel willendheid jegens Belgie, aan de zaak der beschaving en de bij de verdragen daargestelde regten verschuldigd. Ten laatste vertrouwt den Moniteur, dat de Belgen langzamerhand in plaats van alleen hunne hartstogten te volgen, meer wijze gevoelens zullen aanne men; dat zij de noodzakelijkheid zullen inzien, om tot een voor hen zeiven verstandiger gematigder, regtmatiger en voorzigtiger gedrag te komenen zicb niet ter toelating in het algemeen euro- pesch statenstelsel zullen aanbieden zonder de verdragen te erken nen die er de grondslag van uitmaken cn die alle andere staten aangenomen hebbenen dat zij zich niet zullen opwerpen als de oorzaak van rustverstoring in Europa en de deur zullen ope nen tot wanorden welke sommige verblinde lieden als het eeuig middel inroepen om huuue gevaarlijke ontwerpen te verwezen lijken. Den r5. Ia den Moniteur vindt men het volgende.' «In liet Journal polilicjue et littéraire da si. Pelersbourg van den 38 mei is een arlikel geplaatst van zoodanigen aard, dal het spoe dige openhartige en volmaakte ophelderingen vereischtdie dan ook gevraagd zijn." Het hiér bedoelde artikel is datWaarin betoogd wordt de nood zakelijkheid dat de sourereinendoor het aanwenden der kracht dadigste middelen, de vreesselijke rampen doen eindigen, die bet liberalismus in naam der verlichting heeft veroorzaakt en waarin gezegd wordt, dat de keizer van Rusland die taak reeds begint te vervullen en geheel volbrengen zalzoodra de demon der regeringloosheid uit zijn rijk verdreven zal zijn. 's HertogenCOscK den 19 junij. Den 16 des namiddags tusschen 1 en 3 ure zijn de streken van OosterwijkHclvoortHaren, Michiels-gestel en Vuclit, door een zwaar onweder verzeld door een allergeweldigsten hagelslag, geteisterd geworden. De hagelstee- nen hadden eene hoekachlige gedaante en eene iudedaad buitenge- meene zwaarte; op eerie menigte akkers zijn de zoo veel belovende graangewassen en peulvruchten geheel vernield en hier en daar heeft het hoornvee rn de weiden bloedige wonden bekomen. Dit Onheilhet springen van de poterne te Bergen de brand van Oss de ovei'strooming van Uiterwaarden door den hoogen stand der rivieren, en eindelijke de onvermijdelijke inundatien in de nabij heid der vestingen, zijn rampen, welke zwaar pp deze provincie drukken. De troepen liggen in de vorige standplaatsen. De observatie divisie van den generaal Cort-IIciligers strekt zich niet verder uit langs de Zuid-Willemsvaart, dan tot Beek weshalve Helmond eu Someren rog onbezet blijven. Weert en ommesyjekeu zijn thans door de Belgen zeer zwak bezet. De militaire weg naar Maastricht blijft niet alleen onbelemmerd maar het is zelfs eene zeldzaam heid eenen gewapenden Belg op denzelven te ontmoeten. Alhier is weder het noodige'voor eene batterij veld aitilïerie aan- gebragt, waartoe de manschap van Nijmegen wordt verwacht. Breda, den 19 junij. De.verjaardag van den roemrijken veldslag van LFalerloo is gisteren in het kamp van Rijen plegtstatig gevierd. Reeds met 't aanbreken van den dag waren de teuten van oüieiereu en onder officieren en manschappen van vlaggen voorzien. Des ochtends ten half elf ure heeft er eene godsdienst oefening plaats gehad, zoowel voor de belijders van de r. k. godsdieustals voos de protestanten. Yoor de eerstgeuocsadon was eeu altaar in ge-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Courant | 1831 | | pagina 1