3V°. 29.
A0. 1831.
SIERIKZEESCHE
COl' 11- A A T:
jDingsdag
NIE U W S TIJ DIN GEN.
DUITSCHLAND.
Berlijn t den i april. Naar brieven uit Koningsbergenvan den
38 maart, had men aldaar berigten van de russische grenzen ont
vangen, waarin gemeld werd, dat er in het gouvernement yan Wilria
een opstand was uitgebroken. De oproerlingen hadden zich van
een aantal geweren meester gemaakt en waren naar Georgenburg
opgeruktgedurende welken togt zij eenige kleine steedjes zouden
hebben uitgeplundert en eene bende kozakken hebben terug gedre
ven. De insurgenten zouden zich reeds in de nabijheid van Toru-
roggen hebben vertoond.
Frankfort, den 5 april. Volgens offiéiele bei'igten uit Romangjia
hebben de oostenrijkscbe troepen den 25 maart, een halfuur van
Rimini, de insurgenten ontmoet, die aldaar met vijftien honderd
man linietroepen en vier stukken geschut in eene zeer sterke posi
tie stonden. In den beginne boden dezen eenigen weerstand doch
namen zoodra de oostenrijkscbe kolonne aanrnkte de vlugt naar
Rimini waarbij zij door de ruiterij vervolgd zijn eti een groot
aantal hunner in de pan is gehakt. In de voorstad van Rimini
waar barrikaden opgerigt waren die door veel volks verdedigd
Werden, poogden zij zich te verweren; doch de oostenrijkscbe ja
gers bestormden deze verschansingen en maakten zich weldra van
de stad meester waarop de oproerigen tot des nachts vervolgd
Werden hebbende zij groot verlies geleden en eenige honderd man
aan krijgsgevangenen verloren waaronder ook officieren.
De hoofden der oproerigen, Z uccldGrabinskyOlini en Ar-
matulihadden bij Gattolica alle hunne magt vereenigd en wilden
zich aldaar tot tegenweer toerusten doch de nederlaag van Riinmi
schijnt hen tot andere gedachten te liebbeu gebragt, want den 26,
des ochtpnds ten vier ure, begonnen zij Cattolica te verlaten, met
zich voerende zestien wagens met gekwetsten. Den 29 is de luite-
tenant-veldmaarschalk baron von Geppcrt, met zijne kolonne te Ri
mini binnengetrokken en zeer wel door de inwoners onthaald. De
voorposten der Oostenrijkers stonden reeds voot'bij die stad.
Naauwelijks waren de Oostenrijkers in Bologna getrokkenof
alle revolutieonnaiee kokarden waren als door een tooverslag ver
dwenen. Het volk schijnt geheel vreemd gebleven te zijn aan de
omwentelingdie als het werk van advocatenstudenten en le-
digloopers wordt beschouwd.
De hertog van Modena heeft een edict uitgevaardigdwaarbij
onder anderen bepaald wordt, dat allen die in het huis van
Menolii verzameld zijn geweest en op de troepen van Este en zelfs
Op den hertog geschoten hebben voor eene militaire commissie te
l*egt zullen staan, terwijl zij, die gewapenderhand of döór geheime
aanslagen tot het oproer hebben medewerkt, door de plaatselijke
regtbanken zullen gevonnisd worden.
Het pruissische leger dat van Erfurt tot aan dé grenzen van
Belgie staat, is 120,000 man sterk, alle wel gewapende en geoe
fende troepen. Het 8ste corps staat aan de Belgische grenzen; het
7de is langs den Rijn gecantonneerd; het 4de ligt in Westphalen
en het 3de in Eifurt en die omstreken.
NEDER LANDEN.
's Gravenhage den 7 april. Het vertrek van HH. MM. den ko
ning en de koningin naar Amsterdam blijft op morgen bepaald.
Aanstaanden zaturdag zullen IIH. KK. HH. de prins en de prin
ses van Oranje zich insgelijks derwaarts begeven.
Naar men verneemt, bevindt H. li. IJ. prinses Marianne, ge
malin van Z. K. H. prins Albert van Pruissen, zich in een' geze-
genden staat, en zullen er openbare gebeden plaats hebben ten
einde van den hemel eene gelukkige verlossing af te smeken van
deze hier te lande algemeen beminde vorstin.
Bij koninklijk besluit van 3i maart, is de stad en vesting
Maastrichtten gevolge der staatkundige gebeurtenissenonder de
regtsroagt van bet hooggeregtshof van 's Gravenbage gebragt.
Men schrijft ons uit Breda van den 6:
Heden morgen ten 2 ure ontstond alhier in de katerstraat (nabij
het Tribunaal) in de woning van den Franschen leeraar der ko
ninklijke militaire akademie Mdrchand, brand, die zoo sterk toenam,
dat in weinige oogenblikken de vlam van alle kanten uit de vensters
sloeg. Ten half drie ure waren de troepen van het garnizoen reeds
onder de wapenen; dadelijk werden de wachten der poorten ver
dubbeld en rukten de piketten uit. Eerst ten 5 ure werd men
den brand meester, na dat bet voorste gedeelte Van het huis ge
heel door de vlammen vernield was. Ofschoon de brandspuiten
allen in geeuen goeden staat waren, is het echter gelukt de belen
dende buizen te redden. Het huisraad van den heer Midderigh en
den hoogleeraar Wap de naaste buren van Marchand, wier huizen
het meeste gevaar liep, heeft nogtans veel geleden. De boekerij eti
de papieren van laatstgenoemde zijn voor het grootste gedeelte ge
borgen. Men verhaalt, dat de heer Mafckand, die sedei't ruim
eéne maand krankzinnig, en als zoodanig bij de politie door de
buren aangegeven was, den brand zelf zou veroorzaakt hebben;
hij is clan dezen ochtend vroeg, 111 verzekerde bewaring genomen.
Alle militaire «n civile autoriteiten, alsmede Z. K. H. prins Frc-
den 12 JipriL
derik der Nederlandenwaren van den beginne af aan bij het
ongeval tegenwoordigZ. K. H. zag men zelfs, nu en dan in het
bovenste gedeelte van huls van de heeren Midderigh en fVap beve
len geven. Voorts heeft Z. K. H. gezamenlijk met den heer op
perbevelhebber Wildeman en den heer commandant Veitholeti aL
die maatregelen van voorzorg genomen zóó noodzakelijk om groo-
tere verwarring en onheilen voor te komen.
Men schrijft nader uit Bergen-op-Zoomomtrent het gebeurde
aldaar op den zg maartdat zich de officieren Dens en van der
Vliesbenevens den serjeant-majoor van Rooyen uitstekend ver
dienstelijk hebben gemaakt door hun eigen leven te wagen tot het
redden van een dertiental militairen welke na het opspringen Van
het laboratorium zich in de regter poterne in den allerbagche-
lijksten toestand bevonden. Een geweldige damp steeg uit het puin;
alle oogenblikken sprong en er nog graDaten in de poterne; het
houtwerk en vensters brandden. Desniettegenstaande besloten ge
noemde officieren en serjeant-majoor alles aan te wendenom hunne
naluürgenooten te behouden. Zij kropen door eenen brandenden
zeer naauvven ingang in de poterneen haalden eenigezeer ver
minkte, doch levende menschen er uit. Doch welhaast volgde hierop
eene doodelijke stilte. Dit bewoog een ingezeten der stad, wiens
naam evenwel niet genoemd Wordtden ingang in te kruipen waar
hij de drie edelmoedige redders, door den kruiddamp bedwelmd,
voor over liggende en met den dood worstelende, vond, doch de
zelve nog tijdig behield. De officier Dens kwam spoedig bijvan
der Vlies bleef lang buiten kennisvan Rooyen werd voor dood
naar het hospitaal gedragendoch kwam evenwel in den loop van
den dag bij.
De lieve vl'ouwestraat is bijkans geheel onbewoonbaar; al de kleine
huizen, daar achter gelegen, zijn ingestort; de haven een gedeelte
der steenbergsche straat hebben veel geleden. De schade wordt op
200,000 gulden begroot.
De oorzaak der uitbarsting] wordt toegeschreven aan het vuur ge
ven van een der ijzeren buizen bij het vullen dei' hommen.
üoTTiv'nAMden 8 april. Van den kant van Eindhoven meldt
men dat onze troepen meer en meer op de grenzen worden ge-
kantonneerd. De dorpen Zeelst, Velthoven\Vaarle enz. zijn goed
bezet door de 13 afdeeling.
Onze voorposten zenden dagelijks zware patrouilles naar Buul
BorcelSchaft en andere op de grenzen gelegen plaatsjens Weert
is nog altoos door een aantal Belgen bezet.
De koninklijke jager J. H. Peereboom, te Esbeekkreeg, in den
avond van den 2 dezer, uit zijn kwartier, een huisje aari het eind
van het dorp, eensklaps acht Belgen in het oog, hem teekenen ge
vende om over te loopenin plaats van hun gehoor te geven
naih de koene jager zijn geweer op leide de patronen naast zich
neder en onderhield hij alleeneen kwartier uur lang een leven
dig geweervuur met de Belgen. Door de snaphaanscliolen gewekt,
kwam de sergeant Reek met drie man ter hulp aansnellenwelke
den vijand deden retireren. Intusschen kwamen op de heide al
meer Belgen tot twintig in getalalle welgewapend, opdagen. Nog
zes jagers voegden zich bij deze dappere strijdersen toen namen
de Belgen, eerst al vurende terug trekkende, met overhaasting de
vlugt tol op de hooge Mierde, waar zich een zestigtal der hunnen
bijeen bevond. In dien zelfden nacht is ook een aantal vijanden op
lage Mierde geweest zeggende op last van den regent daar met
een bataillon te zullen post vatten. Beide dorpen liggen op ons
grondgebied.
De gemeenschap met Maastricht schijnt al weder niet meer te
bestaan. Volgens het zeggen van reizigers zouden er geen Hollan
ders door de Belgen meer doorgelaten worden.
Volgens berigten van den generaal Dibbiis heeft zich den 1 de
zer weder eene bende van 5o belgiscbe vrijwiligers op een kwartier
uur afstand van de vesting vertoond.
De bui-gemeester van lluybergen heeft aan eene onzer patrouil
les die den 5 dezer in dat dorp is geweestbezigtdat den vo-
rigen avond eenige gewapende Belgen in de woning der kinderen
van zekeren Correlis van Tilloouder Calmpliout, en dus op
belgisch grondgebied, zijn doorgedrongen, aldaar geld afgeperst
en een doosjen met gouden sieraden weggenomen hebben. Toen
eene der dochters uit dit huis het doosjen terug vroeg, had een
dezer roovers de wreedheid zijn geweer op haar af te schieten
met dat gevolg, dat zij, aan het hoofd getroffen, dood uederstorle.'
Volgens ber'gt van den luitenant generaal Chassé, van den 5 de
zer is het foi't st. Marie, hij Calloo, op den 3 dezer door bel
gisch krijgsvolk bezet geworden en was het dus deze bezetting
welke, in den nacht van den oden op den /jdenop de postboot
van de citadel naar Bergen-op-Zoom geschoten beeft. Zoodra de
generaal Chassé hiervan onderrigt werd had hij aan den bevelheb
ber der Belgen in Antwerpen zijne klagten over deze inbreuk op
den wapenstilstand ingezonden, en tevens hevel gegeven, dat voor
taan eene kanonneerboot het brievenschuitjen tot voorbij Calloo
zou moeten geleiden.
Uit het antwoord hetwelk de generaal Hardy de Beaidieu aan
den generaal Chassé gezonden heeft, en waarbij hij de stellige ver
zekering gaf van nimmer te zullen dulden dal door zijne onder-
hoprigeu de geringste inbreuk op den wapenstilstand yvierd gedaan