^Vakantie: wat
een ellende
De bakker laat ook al verstek gaan
Hij wel
Het regeren gaat gewoon door
Komkommers
groeien
de krant uit
ieuwe druk van Slootrnans.
I boek over Bergen op Zoom
e zeven magere jaren van
.-Brabant
rij..
uit-
I
Niet eensgezind
Centrumprobleem
Feesten
PEILINGEN PEin
EILINGEN PEIL m
PEILINGEN p
PEILINGEN pE[,
Zaterdag 3 augustus 1974
£teeds opnieuw bUj!-,
kw estie van fa u
ring van de abortus de gi
deren in hevige beroetL
brengen, ook het mijM
kan daarover nattiueltjlcj'
horen of lezen zonder
emotie. Het is dus faj
dat ik mij in hoge w
die kwestie betrokken Wt|
dat zal wel het geval jij,'
alle anderen die zich ei
opwinden, maar als fy
nuchtere woorden zou
uiteenzetten, waarom e,
welke manier ik mij
betrokken voel, zou me
niet lukken. Dat is op zien
een probleem: ik denk dat
bij meer mensen noortomt
een bron van emoties is M
bespreking van dit vnt
Er staat voor de meestem,
hen geen enkel persoonlijk!
lang op het spel, zij heltd
misschien zelfs niet een ui'J
sproken standpunt inzakt]
legalisering of, ah ze dm J
hebben wordt dit peten™
door begrip voor het i
stelde standpunt, maar
kunnen zij de discussie
aanhoren zonder zich op
winden. Het belang v::
zaak verklaart die opviim
maar voor een deel: ook I
machteloosheid tegenover m
menten moet daarbij en
spelen.
Althans zo vergaat
mij. Diep in mijn hart bol
een oprechte tegenstoii(
maar ik weet ook teel, I
mijn argumenten niet feilkj
zijn. Ik meen zelfs te
pen, hoe dat komt: het
hier niet om een
kwestiemaar om eert te
Die keuze wordt roornl I
paa ld door het gevoel es
geen logisch gevolg van «ijl
menteri' Een keuze is uiteirfj
lijk niet te herleiden, dus»
niet met argumenten als
zaak voor te stellen. Ev
voel" is nogal mislet
Maar het is frustrerend I
merken, dat sommige men
een heel ander gevoel lijlj
te hebben of proberen te i
alsof het voor hen in
kwestie geen rol speelt en li
keuze louter voortvloeit nit'^
gisch argumenten. Dat
is namelijk onmogelijk e»V
eerste niet waarschijnlijk.
Op die manier comfrontsj
de discussie ons met iets1
afgezien van het belang
de zaak, bijna niet te ver'
gen is en ons misschien i
om zo opwindt: onze volsta
te machteloosheid tot het i
vaarden van een verschil isj
inzicht waarvan beide part
denken, dat het overM
kan worden. Maar het
niet om een inzicht °t 1
vanzelfsprekendheid, het
om een keuze die als
vermomd wordt. De argttm\
ten zijn allemaal ontoerewj
en ondeugdelijk: en oniew
lij tee argumen ten zijn W"
ritant. Omdat ik een W
stander ben van alles tra'»
de abortus een vanzelw
kende ingreep maakt, strs^
iïc uiteraard het- meest ot^l
argumenten van de voorlj]
ders. Als zij bijvoorbeelden
ten voor legalisatie, omdat
ders veel vrouwen het slfl
offer worden van onies*'"S
pe aborteurs, vind ik 1
Wel zielig, maar een z'e'?'A
is nog geen argument. M'i
verkeerd is, wordt 9
beter wanneer het desk n
gebeurt. Als dat zo
er tegen moord en 1
mits professioneel bi
ook geen bezwaar zijn.
Nog pas stond in een W
een uitspraak van een
stander in de trant ven,
voor een blindedarmop
geen wetsartikel nodig
ook niet voor abortus:
is „gewoon een stuk h
leving". Zulke ■uitspraken
sen het probleem op
te ontkennen: zij draQ
alleen niets bij tot ve
ring, maar vertroebe B
zaak op de meest
nier. OP ZON .11
KAN HET GEVOED c?i
MACHTELOOSHEID f,j.l
SLAAN IN EMOTIE, WA
DING OF WOEDE. y
niet noodzakelijk voo jp
gevoel daf het eigen,
beleden standpunt
wordt door superieure
of dat de moordenaf
spel zullen krijgen, m
der uit de bange v
mensen voor wie des
zo vanzelfsprekend ZV
ooit iets van begrepe'
Die vraag kan ik
woorden.
jlet klinkt wat boud, zo'n kreet. Maar hij is in
afgelopen weken tienduizendvoudig geslaakt,
por huisvrouwen die horendol gedraaid door jen-
■leiule en ruziënde kinderen ook nog zelf achter
brood en melk aanmoesten omdat bakker en
Jdkboer verstek lieten gaan.
Poor duizenden mannen ook die gewoon hun
erk wilden doen en dan merkten dat de mensen
bjf zij daarbij nodig hadden „weg" waren, op
rakantie.
Vakantie is heerlijk, zolang je in Cadzand op
|uie rug ligt, of in Torremolinos; door de Dor-
^0<,ne kruist of naar de Noordkaap trekt; op de
Amer roeit of met een ferry de Noordzee over
steekt.
Maar verder? Allemaal ellende. Veel te drukke
wegen, veel teveel afwezige zakenrelaties, over
werkte huisvrouwen.
Trouwens: in de bedrijven zitten mensen „die al
geweest zijn" zich ook weer in snel tempo over
werken omdat de opgelopen achterstand moet wor
den ingehaald of afwezige collega's moeten worden
„waargenomen". Al met al zijn we met z'n allen
weer dringend aaii een vakantie toe
Hiernaast drukken wij een paar vakantieindruk-
ken af waarin menig lezer zichzelf en zijn eigen
perikelen zal herkennen.
Nou, ik gun iedereeen zijn (of haar) vakantie. Ook
Im'n broodbezorger. Die man is het hele jaar op de weg.
I Weer of geen weer. Die drie weken heeft hij hard nodig.
nat spreekt voor mij vanzelf. We gaan trouwens zelf
mok ieder jaar een paar weken. Dat is een verworven
Lht voor iedereen, vind ik". De niet meer zo jeugdige
'huisvrouw zegt dat heel beslist. Toch zit haar iets dwars.
Ja, dat is zo. Wat ik namelijk niet begrijp - wat me
kriegel heeft gemaakt - is het feit dat in onze stad die
leveranciers kennelijk niet in staat, of niet bereid, zijn
die vakanties per vakgroep te regelen. Zodat de klanten
Ier niet al te bekaaid afkomen.
Neem nou die brood-ellende
Ijij ons. Want dat is bet toch
'el, Vroeger, een jaar ot wat
gleden, gingen de bakkers en
■oodbezorgers ook met va-
lande. Geen centje pijn voor
klanten. Er was een af-
ipi-aak. Gedurende zes weken
- twee perioden van drie we-
werd er niet huis-aan-
EÈuis bezorgd. Er reden bezor
gers door de straten. Er werd
|et een grote bed geklingeld,
jdere huisvrouw kwam aan
[de kar die op de hoek bleef
jtaan. Prachtig systeem. Bo-
jendien werd je vantevoren
Ketjes op de hoogte gebracht
jan die regeling Met een
lencil dat de bezorger je
[Vorig jaar is de narigheid
jegonnen. Geen stencil meer.
Teen bellende vakantiebezor-
ters. Door vragen kwam ik te
(reten dat ik het brood maar
st halen in winkels. Dat
een enorme handicap,
koor ai, omdat de winkel die
Trior mij het dichtst bij was,
Mtijd nog een wandeling van
|een kwartier vengde. Dit jaar
het nog veel erger. Die
nkel, een bakker, is nu ook
Bdht.
I „Ja- weet u, dat hebben we
'gesproken om klantenverlies
te voorkomen! Want vorig jaar
hebben we klanten verloren.
Die bleven bij die bakker,
omdat ze zijn brood lekkerder
vonden". Op mijn wat geïrri
teerde vraag, of de klanten
zelf in zo'n pet-regeling ook
nog iets te zeggen hadden ge
had, volgde een schouder-op
halend zwijgen. Inspraak is
mooi, maar voor jezelf, vond
de goede mian blijkbaar.
Enfin, ik moet nu voor
brood naar een supermarkt die
vrij ver weg ligt. Dat is niet
zo gezellig. Maar nog veel ver
velender is, dat die winkel
niet op tijd bevoorraad wordt.
Er komt daar inderdaad elke
dag een smak brood. Maar
soms 's morgens, soms veel
later. Keuze is er nauwelijks.
Als je erover klaagt, word je
min of meer netjes te kennen
gegeven dat je nog blij mag
zijn dat je nog brood kunt
„krijgen".
Nee, een pet-regeling die
voorbij gaat aan alle redelijke
belangen van de klant. Het
ka», natuurlijk best anders.
Met een beetje organisatiewil.
Maar ja, het is veel gemakke
lijker ie van die klanten niets
aan te trekken. Die zijn im
mers machteloos. Alle propa
ganda van „eet meer brood"
ten spijt. Misschien is het in
andere steden beter. Bij ons
lijkt het naar nieits", zegt deze
vrouw boos.
„Onze melkman is drie we
ken weg. Met z'n gezin naar
Oostenrijk. Met de tent. Ik
hoop dat ze het fijn hebben.
Ik haal nu om de twee dagen
melk bij een kruidenier in de
buiuirt. Dat gaat wel. Hoewel,
zo'n jaar of wat geleden stond
een bezorger op de straathoek-
op een bepaalde tijd. Toen
gingen ze om de beurt met
vakantie.
Maar ik vind dat halen niet
zo erg. Wat ik wel erg vind, is
dat die kruidenier zeer onge
regeld bevoorraad wordt. Je
kunt er geen touw aan vast
knopen. De fabriek doet kenne
lijk maar wat. Resultaat, je
weet niet wanneer er verse
melk is gekomen. Bovendien
schijnt die fabrieik rustig oude
meffik te leveren. Alle inge-
ponsde data ten spijt. Heb
daardoor al enkele malen be
dorven melk gehad.
Melk in karton, die pas een
paar uren in m'n ijskast zat.
Protesteren helpt niet. Ik ben
immers geen klant bij die
kruideniers. Als je er wat van
zegt, kijkt hij je aan met een
blik die beduidt „nou, dan
neem je maar geen melk". Bo
vendien heeft die onregelmati
ge bevoorrading tot gevolg dat
ik soms te laat kom. Dan zijn
alle bijprodukten al weg. Nee,
dit is een slechte regeling.
Maar tegen de klungels die
het zo in el'kaar hebben gezet,
ben je als enkeling machte
loos".
Ik heb wat geleerd in deze
vakantie-periode, waarin m'n
groenteman niet komt". De
huisvrouw die het zegt, liacht.
„Ja, ik ging vorig jaar in die
tijd naar de buurtwinkel. Die
is nu ook dicht. Ik ga nu een
keer per week, met de auto,
naar de markt. Haal er al onze
groenten en fruit. Bij een
kweker-marktkoopman. Prach
tig spul en vers, meneer. En
nog heel wat goedkoper. Dat
blijf ik doen. Jammer voor die
groenteman, maar het is z'n
eigen schuld. Als er een goede
regeling was geweest, zou ik
dat niet gedaam hebben. Hij
laat mij drie weken in m'n
sop gaar koken. Nou, ik heb
hem niet nodig. Dat heb ik nu
geleerd. Wat? Nee, ik gun
hem z'n vakantie. Maar ik heb
de pest in. omdat er geen
enkele poging is gedaan, in
die tijd toch de klanten te
helpen".
Vader zit er niet zo mee, met de jengelende kinderen. Hij vermaakt
zich toch wel.
lil het Brabantse provinciehuis in Den Bosch vechten
in deze weken twee belangen met elkaar: dat van de
bestuurders en de ambtenaren die, net als ieder ander,
gerechtvaardigde vakantieverlangens hebben, en dat van
de jaarlijkse provinciale begroting die in september ge
reed moet zjjn om aan provinciale staten te worden aan
geboden. Het gevolg van deze „belangentegenstelling" is,
dat op dit moment minder ambtenaren barder moeten
werken om de zaken op tijd voor elkaar te krijgen.
Minder ambtenaren. In de
praktijk wil dat zeggen: min
der dan de helft, want van de
circa 600 mannen en vrouwen
die normaal in het provincie
huis werken zijn er in deze
weken nog geen 300 op hun
post. Nu lijkt dait, als die cij
fers zwart op wit staan, veel
erger dan het is. Tenslotte
bEjft de provincie niet onbe-
■stuurd achter en van degenen
die doorgaans de diensten van
al die vakantie vierende amb
tenaren nodig hebben zijn er
ook een heleboel met vakan
tie. een goede graadmeter
daarvoor is het grote zwarte
bord in de entreehal van het
provinciehuis, waarop dage
lijks geagendeerd staat wat er
binnen het Brabantse be
stuurscentrum te doen is. In
de derde week van juli, een
„dieptepunt" in de activitei
ten, heeft daar precies één
vergadering op gestaan en de
week daarvoor één per dag.
Vorige week werd het al weer
wat meer, maar afgemeten
naar de normale toestand had
het ook toen nauwelijks iets
om het lijf. Ook de gebruike
lijke rondleidingen door het
nieuwe provinciehuis, die ver
zorgd worden door de afdeling
voorlichting en representatie,
gaan tijdens de schoolvakan-
tieweken niet door. Wel ko
men er veel individuele bezoe
kers, die op eigen gelegenheid
het gebouw komen bezichti
gen. Bestuurlijk is Brabant in
elk geval in deze weken niet
verweesd, want de commissa
ris van de koningin is gedu
rende de hele vakantieperiode
op zijn post. Meestentijds in
gezelschap van een aantal ge
deputeerden. In ieder geval
hebben die hun vakanties zo
danig uitgezet, dat de weke
lijkse vergadering van het col
lege van gedeputeerde staten
altijd op woensdag vol
doende bemand is om beslui
ten te kunnen nemen.
Vakantie is het voor ieder
een: ook voor de krant. Die
zomerse periode heet in het
journalistieke jargon komkom
mertijd. Iedereen ook niet-
journalisten kent die kom
kommertijd. Het is de periode,
waarin de monsters van Loch
Ness, de Verschrikkelijke
Sneeuwman, de record-dakzit-
ters, de zeldzame agaven en
de nog nooit in deze streken
geziene alpen-gierzwaluw veel
meer aandacht krijgen dan zij
in drukkere tijden hadden ge
kregen.
Dat zijn zogezegd komkom
mersOverigens die naam
komkommertijd is ook afge
leid van de berichten over uit
zonderlijke vruchten des
velds. U kent ze vast wel: de
aardappels met oude mannen-
gezichten (liefst met foto), de
zonnebloemen ,die vier meter
hoog worden en de komkom
mers van vijf kilo, die tuinder
A- te B. triomfantelijk aan de
krantelezer toont.
Dat verschijnsel van het
„inzakken" van het nieuws,
zoals dat bij de krant heet, is
er al zo lang de journalistiek
bestaat. Merkwaardig eigen
lijk: het kan toch moeilijk aan
de tijd van het jaar liggen, dat
er ineens minder gebeurt. De
verklaring is niet zo moeilijk:
de zomer is ook vakantietijd.
En dat betekent, dat hoog
waardigheidsbekleders weg
zijn, dat de buurman weg is,
dat verenigingen niet vergade
ren, dat bouwwerken stil lig
gen: er zijn gewoonweg veel
minder mensen en dus gebeurt
er ook minder. De krant houdt
daar rekening mee: er wordt
een kleinere krant gemaakt
met minder pagina's. Zelfs
dan nog kost het moeite om
die pagina's vol te krijgen. En
daarom is ieder van de in
deze tijd zeldzame werkende
journalisten erg blij, wanneer
hij wordt opgebeld met de
mededeling, dat er weer een
reuzenkomkommer is ge.von-
den. Nee, het zijn geen schok
kende gebeurtenissen, het is
geen zware kost. Maar om de
waarheid te zeggen, het is
best wel leuk om met dit ma
teriaal een krant te maken. Er
zijn zelfs journalisten en
niet eens zo weinig die
zouden willen, dat er ook in
de rest van het jaar wat meer
komkommers zouden zijn en
wat minder rampen
(Van een onzer redacteuren)
BREDA Korneel Slootrnans, de vroegere gemeente-
'f ivaris van Bergen op Zoom, houdt van „de" stad
rs brandpunt van de samenleving. Hij getuigde daar
fan in het voorwoord van zijn boek „Bergen op Zoom,
nn stad als een huis", dat in 1966 verscheen als bewer-
mg van zijn eerdere publikatie (1949) „Bergen op Zoom,
ÉtaH i !'tr Markiezen". Hij schrijft daarin: „De Europese
la historisch verschijnsel en in haar uitingen op het
e ied van de instellingen en de cultuur, vormt een
n amenteel element van de Westerse beschaving. Om
[»tZ? 'eden 's het onderzoek van de geschiedenis van een
va a heschouwen als een van de dringendste taken
11 e Europese geschiedwetenschap".
Lt„i. ®efeven op papier zetten
e voor Slootrnans zelf
rii.t op<h'a°ht, die hij bepaald
t ontlopen is. Waarbij het
■Oeraard voor de hand ligt, tt
Pt ma liefde voor de stad KanSeil
name richtte op „zijn
ban,°p BerSen op Zoom. Als
gemeente-archivaris zat hij
kiw m ronnen- Wat is er dan
reri jet nodig dan een wel"
■vrJÜ.5)611 en een creatie-
■intr n om van geschiedvor-
maakt voor, zoals dat wel eens
geschreven is, de geschiedenis
van de toekomst.
Nu is de toekomst, ook voor
een historicus al is die ge
traind in lange termijnvisies,
een vluohtige, moeilijk grijp
bare zaak. De zopas versohe-
ljne -gtrscmeuvur- nen derde druk van Sloot-
►tonen ®esch'edschrijving te mans' boek bewijst dat. Met
name in het slothoofdstuk, dat
„Verwachting" heeft en dat in
de tweede druk in 1967 van
de auteur de aantekening
kreeg: „Schrijven over het
geen we in de toekomst ver
wachten is voor een historicus
dubbel gevaarlijk".
Tweemaal hetzelfde hoofd
stuk in twee achtereenvolgen
de drukken van hetzelfde
men.
feeed'j?13? nag wel e6as ?e"
Zoom^ v?' ,dat Be^n °P
itoeic Slootrnans een heel
Stof Sch!varis gehad heeft,
TDzifh!^ .^ee^ in tweeërlei
verk D Zi^n etenschappelijk
Seven TmeXtra. diumensie ge
len tot - eerste heeft hij
den Dpn'S n z'^n welversne-
eti kL. honderden grote
e» kleino «onderden grote de drukken van hetzelfde
ris v le.Publikaties de histo- boek met een tussenruimte
bulai- „fü" letterlijk po- van amper zeven jaren toont
rneeft hii j en ten twe®de duidelijk aan, hoeveel er in
[tieve 'J dank Zij zijn crea- een zo korte spanne tijds ten
die historie aanzien van de verwachting
puikbaa
—ii v*vwi wavituug
en vruchtbaar ge- vool- een gebied kan gebeuren.
Korneel Slootrnans
ponder dat het gebied zelf, in
dit geval West-Brabant, ook
maar iets in die pap te brok
ken heeft. Zeven magere ja
ren.
In mei 1967, toen Slootrnans
de „Verwachting" voor zijn
tweede druik schreef, noteerde
hij daarin: „Behalve op een
vlotte ontwikkeling van de
Theodorushaven, zal de aan
dacht van geheel West-Bra
bant en die van de provinciale
overheid onverdeeld gericht
moeten zijn op het tot stand
komen van het Reimerswaal-
plan op een eerder tijdstip
dan 1978.
In de nieuwe druk wijdt hij
slechts enkele regels aan het
ontstaan van de Reknerswaal-
gedachte en bondig noteert hij
er achter: „Ook dit dreigt
thans de mist in te gaan". Hij
heeft daar wel een verklaring
voor, want wat verderop
schrijft hij: „Het lijkt er sterk
op, dat het Reimerswaalplan is
gebruikt om westelijk Noord-
Brabant zoet te houden met
het doel de arbeidsreserve, die
er aanwezig is, niet te verlie
zen. Nu jaagt men deze streek
in het harnas door haar een
tweede nationale luchthaven
als oplossing voor vele kwalen
in dit gebied voor te houden!
Slootrnans vervolgt dan: „Er
moeten andere mogelijkheden
tot verdere industrialisatie te
vin-den zijn: kwantitatief ls
West-Brabant in de eigen pro
vincie het beste voorbereid op
het aanbieden van ruimtelijke
mogelijkheden voor de vesti
ging van bedrijven, zover dit
van de gemeente afhangt. Ber
gen op Zoom en Roosendaal
beschikken over de helft van
de op korte termijn in deze
streek nodige ruimte".
Hij klaagt erover, dat Ber
gen op Zoom te laat en voor
te korte duur tot stimulerings
gebied is verklaard, hetgeen
onvoldoende was om „het
Scheldeigebied en het daarach
ter gelegen West-Brabant de
kansen te geven die er lig
gen".
Slootrnans signaleert ook:
„Ten gevolge van de snelle
ontwikkeling van Zeeland
(Sloe en Terneuzen) met na
me door zijn infrastructuur
in West-Brabant lang ver
waarloosd ontwikkelde zich
daar een economische aantrek
kingskracht op bedrijven, die
Brabant hard n>odig heeft wil
het zijn industriële structuur
kunnen versterken".
Odk nu nog, en zelfs nog
indringender dan in 1967, pleit
Korneel Slootrnans voor vol
tooiing van de Zoomweg. Hij
ziet de inmiddels geheel vol
tooide rijksweg 17 en de Oos-
terscheldebrug. die door de re
gering van aansluitende wegen
werd voorzien, als concurre
rende noord-zuidverbindingen,
die West-Brabant niet raken
en het gebied dus ook geen
infrastructurele voordelen bie
den.
Alles bijeen, het mag nog
wel eens herhaald worden,
maakt Slootrnans pijnlijk dui
delijk, hoe snel de kansen van
een gebied door al dan niet
bewust gestuurde invloeden
van buitenaf kunnen keren,
zonder dat het gebied zelf
meer kan doen dan lijdelijk
toezien. Of het zou moeten
zijn want daar wijst Sloot-
mans ook enkele malen op
dat een krachtiger, eensgezin
der optreden van West-Bra
bant voor een sterkere eigen
invloed had kunnen zorgen.
Maar wat wil men? In het
booek van Slootrnans valt te
lezen, dat Roosendaal bijna
een eeuw geleden, in 1878,
p', otcsteerde tegm een verbe
tering van de Zoom tot een
scheepvaartkanaal van welge
teld drie meter breed. Het zou
de ondergang betekenen van
de Roosendaalse haven en in
dustrie.
Intussen is het hoofdstuk
„Verwachting" niet het enige
in Slootrnans' boek dat letter
lijk met de tijd is meegegaan.
Om een ander voorbeeld te
noemen: de geschiedenis van
de St. Gertrudiskerk met de
vermaarde Bergse „peperbus"
heeft er een vurig hoofdstukje
bijgekregen. Er is een kort
hoofdstukje gewijd aan de
niet grote, maar wel geuite
greerde joodse gemeenscnap in
Bergen op Zoom voor de oor
log en aan haar synagoge.
Aandacht heeft Slootrnans in
deze nieuwe druk ook gegeven
aan de stadsvernieuwing,
overigens een Westeuropees
probleem. Waarom een pro
bleem? Doordat in een leven
de stad nu eenmaal groei zit
en daardoor uitbreiding, uiter
aard aan de buitenkant, waar
(soms) ruimte is. De gevolgen
daarvan heeft al menige stad
aan dien' lijve ondervonden: uit
holling en functieverlies van
het meest karakteristieke
stadsdeel, het centrum. Kor
neel Slootrnans noemt als
voorbeeld de oude haven In
Bergen op Zoom. die door de
opening van de Theodorusha
ven haar functie verloor en
dientengevolge tot ontvolking
van de havenbuurt leidde.
Slootrnans: „De geleidelijke
uittocht had funeste sociale en
economische gevolgennog ster
kere verkrotting, het sluiten
van buurtwinkels door het
verdwijnen van de clientele
en de ontbinding van een in
vele jaren gegroeide samenle
ving en de relaties die daarbij
een rol speelden".
De schrijver waarschuwt
dan: „In andere buurten noe
men dezelfde verschijnselen
op. Het gevaar bestaat dat het
probleem als een ondergrondse
turfbrand voortsluipt naar de
kern van de stad. Dat kan en
mag niet worden geduld, om
dat iedere binnenstad de
broedstoof moet worden en
zijn van een stuk maatschap
pelijke vernieuwing".
Het blijkt een probleem te
zijn dat met een technocrati
sche oplossing niet feitelijk
opgelost wordt, want het is
een maatschappelijk probleem.
Hoe de technokraten zich
daarop kunnen verkijken toont
Slootrnans aan met verwij
zingen naar het saneringsplan
rond de Lieve-Vrouwepoort
(die nu „eenzaam staat te ver
kleumen aan de nieuwe Wes-
tersingel") en naar de Lucer-
naflat in het stadscentrum. Die
is, volgens de auteur, voor de
zoveelste maal het bewijs, dat
het optrekken van een modern
gebouw in een oude stad zich
wreekt als men zich niet
realiseert dat niet alleen de
plattegrond maar ook de oude
hoogtematen dienen te worden
gehandhaafd.
Voor de goede orde dient er
hier aan herinnerd te wor
den, dat Slootrnans' boek
„Bergen op Zoom, een stad als
een huis" bepaald niet enkel
een verzameling kritische
kanttekeningen en waarschu
wende vingers is. Het is nog
steeds een levendige beschrij
ving van het ontstaan en de
geschiedenis van een stad, in
deze derde druk aangevuld
met een hoofdstuk over fees
ten. Opvallend daarbij is, dat
Slootrnans niet of nauwelijks
aandacht besteedt aan de nog
jonge geschiedenis van feesten
waar zijn stad nu bekend door
is, vastenavond en de Maria
Ommegang, in het ontstaan
waarvan hij toch zelf duchtig
de hand heeft gehad. In zijn
nieuwe uitvoering, weer neet
rijk geïllustreerd, is het boek
een begerenswaardig bezit
voor ieder die zioh, hoe dan
ook, met Bergen op Zoom ver
bonden voelt.
TOON KLOET.
(Korneel Slootrnans .„Bergen
op Zoom, een stad als een huis"
(derde druk); Uitgeverij Euro
pese Bibliotheek, Zaltbommel
prijs f 49,50.)