^Vakantie: wat een ellende De bakker laat ook al verstek gaan Hij wel Het regeren gaat gewoon door Komkommers groeien de krant uit ieuwe druk van Slootrnans. I boek over Bergen op Zoom e zeven magere jaren van .-Brabant rij.. uit- I Niet eensgezind Centrumprobleem Feesten PEILINGEN PEin EILINGEN PEIL m PEILINGEN p PEILINGEN pE[, Zaterdag 3 augustus 1974 £teeds opnieuw bUj!-, kw estie van fa u ring van de abortus de gi deren in hevige beroetL brengen, ook het mijM kan daarover nattiueltjlcj' horen of lezen zonder emotie. Het is dus faj dat ik mij in hoge w die kwestie betrokken Wt| dat zal wel het geval jij,' alle anderen die zich ei opwinden, maar als fy nuchtere woorden zou uiteenzetten, waarom e, welke manier ik mij betrokken voel, zou me niet lukken. Dat is op zien een probleem: ik denk dat bij meer mensen noortomt een bron van emoties is M bespreking van dit vnt Er staat voor de meestem, hen geen enkel persoonlijk! lang op het spel, zij heltd misschien zelfs niet een ui'J sproken standpunt inzakt] legalisering of, ah ze dm J hebben wordt dit peten™ door begrip voor het i stelde standpunt, maar kunnen zij de discussie aanhoren zonder zich op winden. Het belang v:: zaak verklaart die opviim maar voor een deel: ook I machteloosheid tegenover m menten moet daarbij en spelen. Althans zo vergaat mij. Diep in mijn hart bol een oprechte tegenstoii( maar ik weet ook teel, I mijn argumenten niet feilkj zijn. Ik meen zelfs te pen, hoe dat komt: het hier niet om een kwestiemaar om eert te Die keuze wordt roornl I paa ld door het gevoel es geen logisch gevolg van «ijl menteri' Een keuze is uiteirfj lijk niet te herleiden, dus» niet met argumenten als zaak voor te stellen. Ev voel" is nogal mislet Maar het is frustrerend I merken, dat sommige men een heel ander gevoel lijlj te hebben of proberen te i alsof het voor hen in kwestie geen rol speelt en li keuze louter voortvloeit nit'^ gisch argumenten. Dat is namelijk onmogelijk e»V eerste niet waarschijnlijk. Op die manier comfrontsj de discussie ons met iets1 afgezien van het belang de zaak, bijna niet te ver' gen is en ons misschien i om zo opwindt: onze volsta te machteloosheid tot het i vaarden van een verschil isj inzicht waarvan beide part denken, dat het overM kan worden. Maar het niet om een inzicht °t 1 vanzelfsprekendheid, het om een keuze die als vermomd wordt. De argttm\ ten zijn allemaal ontoerewj en ondeugdelijk: en oniew lij tee argumen ten zijn W" ritant. Omdat ik een W stander ben van alles tra'» de abortus een vanzelw kende ingreep maakt, strs^ iïc uiteraard het- meest ot^l argumenten van de voorlj] ders. Als zij bijvoorbeelden ten voor legalisatie, omdat ders veel vrouwen het slfl offer worden van onies*'"S pe aborteurs, vind ik 1 Wel zielig, maar een z'e'?'A is nog geen argument. M'i verkeerd is, wordt 9 beter wanneer het desk n gebeurt. Als dat zo er tegen moord en 1 mits professioneel bi ook geen bezwaar zijn. Nog pas stond in een W een uitspraak van een stander in de trant ven, voor een blindedarmop geen wetsartikel nodig ook niet voor abortus: is „gewoon een stuk h leving". Zulke ■uitspraken sen het probleem op te ontkennen: zij draQ alleen niets bij tot ve ring, maar vertroebe B zaak op de meest nier. OP ZON .11 KAN HET GEVOED c?i MACHTELOOSHEID f,j.l SLAAN IN EMOTIE, WA DING OF WOEDE. y niet noodzakelijk voo jp gevoel daf het eigen, beleden standpunt wordt door superieure of dat de moordenaf spel zullen krijgen, m der uit de bange v mensen voor wie des zo vanzelfsprekend ZV ooit iets van begrepe' Die vraag kan ik woorden. jlet klinkt wat boud, zo'n kreet. Maar hij is in afgelopen weken tienduizendvoudig geslaakt, por huisvrouwen die horendol gedraaid door jen- ■leiule en ruziënde kinderen ook nog zelf achter brood en melk aanmoesten omdat bakker en Jdkboer verstek lieten gaan. Poor duizenden mannen ook die gewoon hun erk wilden doen en dan merkten dat de mensen bjf zij daarbij nodig hadden „weg" waren, op rakantie. Vakantie is heerlijk, zolang je in Cadzand op |uie rug ligt, of in Torremolinos; door de Dor- ^0<,ne kruist of naar de Noordkaap trekt; op de Amer roeit of met een ferry de Noordzee over steekt. Maar verder? Allemaal ellende. Veel te drukke wegen, veel teveel afwezige zakenrelaties, over werkte huisvrouwen. Trouwens: in de bedrijven zitten mensen „die al geweest zijn" zich ook weer in snel tempo over werken omdat de opgelopen achterstand moet wor den ingehaald of afwezige collega's moeten worden „waargenomen". Al met al zijn we met z'n allen weer dringend aaii een vakantie toe Hiernaast drukken wij een paar vakantieindruk- ken af waarin menig lezer zichzelf en zijn eigen perikelen zal herkennen. Nou, ik gun iedereeen zijn (of haar) vakantie. Ook Im'n broodbezorger. Die man is het hele jaar op de weg. I Weer of geen weer. Die drie weken heeft hij hard nodig. nat spreekt voor mij vanzelf. We gaan trouwens zelf mok ieder jaar een paar weken. Dat is een verworven Lht voor iedereen, vind ik". De niet meer zo jeugdige 'huisvrouw zegt dat heel beslist. Toch zit haar iets dwars. Ja, dat is zo. Wat ik namelijk niet begrijp - wat me kriegel heeft gemaakt - is het feit dat in onze stad die leveranciers kennelijk niet in staat, of niet bereid, zijn die vakanties per vakgroep te regelen. Zodat de klanten Ier niet al te bekaaid afkomen. Neem nou die brood-ellende Ijij ons. Want dat is bet toch 'el, Vroeger, een jaar ot wat gleden, gingen de bakkers en ■oodbezorgers ook met va- lande. Geen centje pijn voor klanten. Er was een af- ipi-aak. Gedurende zes weken - twee perioden van drie we- werd er niet huis-aan- EÈuis bezorgd. Er reden bezor gers door de straten. Er werd |et een grote bed geklingeld, jdere huisvrouw kwam aan [de kar die op de hoek bleef jtaan. Prachtig systeem. Bo- jendien werd je vantevoren Ketjes op de hoogte gebracht jan die regeling Met een lencil dat de bezorger je [Vorig jaar is de narigheid jegonnen. Geen stencil meer. Teen bellende vakantiebezor- ters. Door vragen kwam ik te (reten dat ik het brood maar st halen in winkels. Dat een enorme handicap, koor ai, omdat de winkel die Trior mij het dichtst bij was, Mtijd nog een wandeling van |een kwartier vengde. Dit jaar het nog veel erger. Die nkel, een bakker, is nu ook Bdht. I „Ja- weet u, dat hebben we 'gesproken om klantenverlies te voorkomen! Want vorig jaar hebben we klanten verloren. Die bleven bij die bakker, omdat ze zijn brood lekkerder vonden". Op mijn wat geïrri teerde vraag, of de klanten zelf in zo'n pet-regeling ook nog iets te zeggen hadden ge had, volgde een schouder-op halend zwijgen. Inspraak is mooi, maar voor jezelf, vond de goede mian blijkbaar. Enfin, ik moet nu voor brood naar een supermarkt die vrij ver weg ligt. Dat is niet zo gezellig. Maar nog veel ver velender is, dat die winkel niet op tijd bevoorraad wordt. Er komt daar inderdaad elke dag een smak brood. Maar soms 's morgens, soms veel later. Keuze is er nauwelijks. Als je erover klaagt, word je min of meer netjes te kennen gegeven dat je nog blij mag zijn dat je nog brood kunt „krijgen". Nee, een pet-regeling die voorbij gaat aan alle redelijke belangen van de klant. Het ka», natuurlijk best anders. Met een beetje organisatiewil. Maar ja, het is veel gemakke lijker ie van die klanten niets aan te trekken. Die zijn im mers machteloos. Alle propa ganda van „eet meer brood" ten spijt. Misschien is het in andere steden beter. Bij ons lijkt het naar nieits", zegt deze vrouw boos. „Onze melkman is drie we ken weg. Met z'n gezin naar Oostenrijk. Met de tent. Ik hoop dat ze het fijn hebben. Ik haal nu om de twee dagen melk bij een kruidenier in de buiuirt. Dat gaat wel. Hoewel, zo'n jaar of wat geleden stond een bezorger op de straathoek- op een bepaalde tijd. Toen gingen ze om de beurt met vakantie. Maar ik vind dat halen niet zo erg. Wat ik wel erg vind, is dat die kruidenier zeer onge regeld bevoorraad wordt. Je kunt er geen touw aan vast knopen. De fabriek doet kenne lijk maar wat. Resultaat, je weet niet wanneer er verse melk is gekomen. Bovendien schijnt die fabrieik rustig oude meffik te leveren. Alle inge- ponsde data ten spijt. Heb daardoor al enkele malen be dorven melk gehad. Melk in karton, die pas een paar uren in m'n ijskast zat. Protesteren helpt niet. Ik ben immers geen klant bij die kruideniers. Als je er wat van zegt, kijkt hij je aan met een blik die beduidt „nou, dan neem je maar geen melk". Bo vendien heeft die onregelmati ge bevoorrading tot gevolg dat ik soms te laat kom. Dan zijn alle bijprodukten al weg. Nee, dit is een slechte regeling. Maar tegen de klungels die het zo in el'kaar hebben gezet, ben je als enkeling machte loos". Ik heb wat geleerd in deze vakantie-periode, waarin m'n groenteman niet komt". De huisvrouw die het zegt, liacht. „Ja, ik ging vorig jaar in die tijd naar de buurtwinkel. Die is nu ook dicht. Ik ga nu een keer per week, met de auto, naar de markt. Haal er al onze groenten en fruit. Bij een kweker-marktkoopman. Prach tig spul en vers, meneer. En nog heel wat goedkoper. Dat blijf ik doen. Jammer voor die groenteman, maar het is z'n eigen schuld. Als er een goede regeling was geweest, zou ik dat niet gedaam hebben. Hij laat mij drie weken in m'n sop gaar koken. Nou, ik heb hem niet nodig. Dat heb ik nu geleerd. Wat? Nee, ik gun hem z'n vakantie. Maar ik heb de pest in. omdat er geen enkele poging is gedaan, in die tijd toch de klanten te helpen". Vader zit er niet zo mee, met de jengelende kinderen. Hij vermaakt zich toch wel. lil het Brabantse provinciehuis in Den Bosch vechten in deze weken twee belangen met elkaar: dat van de bestuurders en de ambtenaren die, net als ieder ander, gerechtvaardigde vakantieverlangens hebben, en dat van de jaarlijkse provinciale begroting die in september ge reed moet zjjn om aan provinciale staten te worden aan geboden. Het gevolg van deze „belangentegenstelling" is, dat op dit moment minder ambtenaren barder moeten werken om de zaken op tijd voor elkaar te krijgen. Minder ambtenaren. In de praktijk wil dat zeggen: min der dan de helft, want van de circa 600 mannen en vrouwen die normaal in het provincie huis werken zijn er in deze weken nog geen 300 op hun post. Nu lijkt dait, als die cij fers zwart op wit staan, veel erger dan het is. Tenslotte bEjft de provincie niet onbe- ■stuurd achter en van degenen die doorgaans de diensten van al die vakantie vierende amb tenaren nodig hebben zijn er ook een heleboel met vakan tie. een goede graadmeter daarvoor is het grote zwarte bord in de entreehal van het provinciehuis, waarop dage lijks geagendeerd staat wat er binnen het Brabantse be stuurscentrum te doen is. In de derde week van juli, een „dieptepunt" in de activitei ten, heeft daar precies één vergadering op gestaan en de week daarvoor één per dag. Vorige week werd het al weer wat meer, maar afgemeten naar de normale toestand had het ook toen nauwelijks iets om het lijf. Ook de gebruike lijke rondleidingen door het nieuwe provinciehuis, die ver zorgd worden door de afdeling voorlichting en representatie, gaan tijdens de schoolvakan- tieweken niet door. Wel ko men er veel individuele bezoe kers, die op eigen gelegenheid het gebouw komen bezichti gen. Bestuurlijk is Brabant in elk geval in deze weken niet verweesd, want de commissa ris van de koningin is gedu rende de hele vakantieperiode op zijn post. Meestentijds in gezelschap van een aantal ge deputeerden. In ieder geval hebben die hun vakanties zo danig uitgezet, dat de weke lijkse vergadering van het col lege van gedeputeerde staten altijd op woensdag vol doende bemand is om beslui ten te kunnen nemen. Vakantie is het voor ieder een: ook voor de krant. Die zomerse periode heet in het journalistieke jargon komkom mertijd. Iedereen ook niet- journalisten kent die kom kommertijd. Het is de periode, waarin de monsters van Loch Ness, de Verschrikkelijke Sneeuwman, de record-dakzit- ters, de zeldzame agaven en de nog nooit in deze streken geziene alpen-gierzwaluw veel meer aandacht krijgen dan zij in drukkere tijden hadden ge kregen. Dat zijn zogezegd komkom mersOverigens die naam komkommertijd is ook afge leid van de berichten over uit zonderlijke vruchten des velds. U kent ze vast wel: de aardappels met oude mannen- gezichten (liefst met foto), de zonnebloemen ,die vier meter hoog worden en de komkom mers van vijf kilo, die tuinder A- te B. triomfantelijk aan de krantelezer toont. Dat verschijnsel van het „inzakken" van het nieuws, zoals dat bij de krant heet, is er al zo lang de journalistiek bestaat. Merkwaardig eigen lijk: het kan toch moeilijk aan de tijd van het jaar liggen, dat er ineens minder gebeurt. De verklaring is niet zo moeilijk: de zomer is ook vakantietijd. En dat betekent, dat hoog waardigheidsbekleders weg zijn, dat de buurman weg is, dat verenigingen niet vergade ren, dat bouwwerken stil lig gen: er zijn gewoonweg veel minder mensen en dus gebeurt er ook minder. De krant houdt daar rekening mee: er wordt een kleinere krant gemaakt met minder pagina's. Zelfs dan nog kost het moeite om die pagina's vol te krijgen. En daarom is ieder van de in deze tijd zeldzame werkende journalisten erg blij, wanneer hij wordt opgebeld met de mededeling, dat er weer een reuzenkomkommer is ge.von- den. Nee, het zijn geen schok kende gebeurtenissen, het is geen zware kost. Maar om de waarheid te zeggen, het is best wel leuk om met dit ma teriaal een krant te maken. Er zijn zelfs journalisten en niet eens zo weinig die zouden willen, dat er ook in de rest van het jaar wat meer komkommers zouden zijn en wat minder rampen (Van een onzer redacteuren) BREDA Korneel Slootrnans, de vroegere gemeente- 'f ivaris van Bergen op Zoom, houdt van „de" stad rs brandpunt van de samenleving. Hij getuigde daar fan in het voorwoord van zijn boek „Bergen op Zoom, nn stad als een huis", dat in 1966 verscheen als bewer- mg van zijn eerdere publikatie (1949) „Bergen op Zoom, ÉtaH i !'tr Markiezen". Hij schrijft daarin: „De Europese la historisch verschijnsel en in haar uitingen op het e ied van de instellingen en de cultuur, vormt een n amenteel element van de Westerse beschaving. Om [»tZ? 'eden 's het onderzoek van de geschiedenis van een va a heschouwen als een van de dringendste taken 11 e Europese geschiedwetenschap". Lt„i. ®efeven op papier zetten e voor Slootrnans zelf rii.t op<h'a°ht, die hij bepaald t ontlopen is. Waarbij het ■Oeraard voor de hand ligt, tt Pt ma liefde voor de stad KanSeil name richtte op „zijn ban,°p BerSen op Zoom. Als gemeente-archivaris zat hij kiw m ronnen- Wat is er dan reri jet nodig dan een wel" ■vrJÜ.5)611 en een creatie- ■intr n om van geschiedvor- maakt voor, zoals dat wel eens geschreven is, de geschiedenis van de toekomst. Nu is de toekomst, ook voor een historicus al is die ge traind in lange termijnvisies, een vluohtige, moeilijk grijp bare zaak. De zopas versohe- ljne -gtrscmeuvur- nen derde druk van Sloot- ►tonen ®esch'edschrijving te mans' boek bewijst dat. Met name in het slothoofdstuk, dat „Verwachting" heeft en dat in de tweede druk in 1967 van de auteur de aantekening kreeg: „Schrijven over het geen we in de toekomst ver wachten is voor een historicus dubbel gevaarlijk". Tweemaal hetzelfde hoofd stuk in twee achtereenvolgen de drukken van hetzelfde men. feeed'j?13? nag wel e6as ?e" Zoom^ v?' ,dat Be^n °P itoeic Slootrnans een heel Stof Sch!varis gehad heeft, TDzifh!^ .^ee^ in tweeërlei verk D Zi^n etenschappelijk Seven TmeXtra. diumensie ge len tot - eerste heeft hij den Dpn'S n z'^n welversne- eti kL. honderden grote e» kleino «onderden grote de drukken van hetzelfde ris v le.Publikaties de histo- boek met een tussenruimte bulai- „fü" letterlijk po- van amper zeven jaren toont rneeft hii j en ten twe®de duidelijk aan, hoeveel er in [tieve 'J dank Zij zijn crea- een zo korte spanne tijds ten die historie aanzien van de verwachting puikbaa —ii v*vwi wavituug en vruchtbaar ge- vool- een gebied kan gebeuren. Korneel Slootrnans ponder dat het gebied zelf, in dit geval West-Brabant, ook maar iets in die pap te brok ken heeft. Zeven magere ja ren. In mei 1967, toen Slootrnans de „Verwachting" voor zijn tweede druik schreef, noteerde hij daarin: „Behalve op een vlotte ontwikkeling van de Theodorushaven, zal de aan dacht van geheel West-Bra bant en die van de provinciale overheid onverdeeld gericht moeten zijn op het tot stand komen van het Reimerswaal- plan op een eerder tijdstip dan 1978. In de nieuwe druk wijdt hij slechts enkele regels aan het ontstaan van de Reknerswaal- gedachte en bondig noteert hij er achter: „Ook dit dreigt thans de mist in te gaan". Hij heeft daar wel een verklaring voor, want wat verderop schrijft hij: „Het lijkt er sterk op, dat het Reimerswaalplan is gebruikt om westelijk Noord- Brabant zoet te houden met het doel de arbeidsreserve, die er aanwezig is, niet te verlie zen. Nu jaagt men deze streek in het harnas door haar een tweede nationale luchthaven als oplossing voor vele kwalen in dit gebied voor te houden! Slootrnans vervolgt dan: „Er moeten andere mogelijkheden tot verdere industrialisatie te vin-den zijn: kwantitatief ls West-Brabant in de eigen pro vincie het beste voorbereid op het aanbieden van ruimtelijke mogelijkheden voor de vesti ging van bedrijven, zover dit van de gemeente afhangt. Ber gen op Zoom en Roosendaal beschikken over de helft van de op korte termijn in deze streek nodige ruimte". Hij klaagt erover, dat Ber gen op Zoom te laat en voor te korte duur tot stimulerings gebied is verklaard, hetgeen onvoldoende was om „het Scheldeigebied en het daarach ter gelegen West-Brabant de kansen te geven die er lig gen". Slootrnans signaleert ook: „Ten gevolge van de snelle ontwikkeling van Zeeland (Sloe en Terneuzen) met na me door zijn infrastructuur in West-Brabant lang ver waarloosd ontwikkelde zich daar een economische aantrek kingskracht op bedrijven, die Brabant hard n>odig heeft wil het zijn industriële structuur kunnen versterken". Odk nu nog, en zelfs nog indringender dan in 1967, pleit Korneel Slootrnans voor vol tooiing van de Zoomweg. Hij ziet de inmiddels geheel vol tooide rijksweg 17 en de Oos- terscheldebrug. die door de re gering van aansluitende wegen werd voorzien, als concurre rende noord-zuidverbindingen, die West-Brabant niet raken en het gebied dus ook geen infrastructurele voordelen bie den. Alles bijeen, het mag nog wel eens herhaald worden, maakt Slootrnans pijnlijk dui delijk, hoe snel de kansen van een gebied door al dan niet bewust gestuurde invloeden van buitenaf kunnen keren, zonder dat het gebied zelf meer kan doen dan lijdelijk toezien. Of het zou moeten zijn want daar wijst Sloot- mans ook enkele malen op dat een krachtiger, eensgezin der optreden van West-Bra bant voor een sterkere eigen invloed had kunnen zorgen. Maar wat wil men? In het booek van Slootrnans valt te lezen, dat Roosendaal bijna een eeuw geleden, in 1878, p', otcsteerde tegm een verbe tering van de Zoom tot een scheepvaartkanaal van welge teld drie meter breed. Het zou de ondergang betekenen van de Roosendaalse haven en in dustrie. Intussen is het hoofdstuk „Verwachting" niet het enige in Slootrnans' boek dat letter lijk met de tijd is meegegaan. Om een ander voorbeeld te noemen: de geschiedenis van de St. Gertrudiskerk met de vermaarde Bergse „peperbus" heeft er een vurig hoofdstukje bijgekregen. Er is een kort hoofdstukje gewijd aan de niet grote, maar wel geuite greerde joodse gemeenscnap in Bergen op Zoom voor de oor log en aan haar synagoge. Aandacht heeft Slootrnans in deze nieuwe druk ook gegeven aan de stadsvernieuwing, overigens een Westeuropees probleem. Waarom een pro bleem? Doordat in een leven de stad nu eenmaal groei zit en daardoor uitbreiding, uiter aard aan de buitenkant, waar (soms) ruimte is. De gevolgen daarvan heeft al menige stad aan dien' lijve ondervonden: uit holling en functieverlies van het meest karakteristieke stadsdeel, het centrum. Kor neel Slootrnans noemt als voorbeeld de oude haven In Bergen op Zoom. die door de opening van de Theodorusha ven haar functie verloor en dientengevolge tot ontvolking van de havenbuurt leidde. Slootrnans: „De geleidelijke uittocht had funeste sociale en economische gevolgennog ster kere verkrotting, het sluiten van buurtwinkels door het verdwijnen van de clientele en de ontbinding van een in vele jaren gegroeide samenle ving en de relaties die daarbij een rol speelden". De schrijver waarschuwt dan: „In andere buurten noe men dezelfde verschijnselen op. Het gevaar bestaat dat het probleem als een ondergrondse turfbrand voortsluipt naar de kern van de stad. Dat kan en mag niet worden geduld, om dat iedere binnenstad de broedstoof moet worden en zijn van een stuk maatschap pelijke vernieuwing". Het blijkt een probleem te zijn dat met een technocrati sche oplossing niet feitelijk opgelost wordt, want het is een maatschappelijk probleem. Hoe de technokraten zich daarop kunnen verkijken toont Slootrnans aan met verwij zingen naar het saneringsplan rond de Lieve-Vrouwepoort (die nu „eenzaam staat te ver kleumen aan de nieuwe Wes- tersingel") en naar de Lucer- naflat in het stadscentrum. Die is, volgens de auteur, voor de zoveelste maal het bewijs, dat het optrekken van een modern gebouw in een oude stad zich wreekt als men zich niet realiseert dat niet alleen de plattegrond maar ook de oude hoogtematen dienen te worden gehandhaafd. Voor de goede orde dient er hier aan herinnerd te wor den, dat Slootrnans' boek „Bergen op Zoom, een stad als een huis" bepaald niet enkel een verzameling kritische kanttekeningen en waarschu wende vingers is. Het is nog steeds een levendige beschrij ving van het ontstaan en de geschiedenis van een stad, in deze derde druk aangevuld met een hoofdstuk over fees ten. Opvallend daarbij is, dat Slootrnans niet of nauwelijks aandacht besteedt aan de nog jonge geschiedenis van feesten waar zijn stad nu bekend door is, vastenavond en de Maria Ommegang, in het ontstaan waarvan hij toch zelf duchtig de hand heeft gehad. In zijn nieuwe uitvoering, weer neet rijk geïllustreerd, is het boek een begerenswaardig bezit voor ieder die zioh, hoe dan ook, met Bergen op Zoom ver bonden voelt. TOON KLOET. (Korneel Slootrnans .„Bergen op Zoom, een stad als een huis" (derde druk); Uitgeverij Euro pese Bibliotheek, Zaltbommel prijs f 49,50.)

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1974 | | pagina 13