Rede van H.M. de Koningin te Wageningen
Herdenkingsrede van Z.K.H. Prins Bernhard
in de Ridderzaal
MOEDERDAG
WEERSVERWACHTING
HOOGWATER
ZON- en MAANSTANDEN
SMIDT-POTHOVEN - Terneuzen
Radiorede van minister-president Dr W. Drees
Huishoudgoed
VRIJDAG 6 MEI 1955.
10e Jaargang No. 3449.
Vliegtuigen zetten elf
plaatsen op stelten
Geef Moeder NU eens
Daar heeft ze JAREN plezier van en.
kans op het winnen van 110.000.-
West-Duitsland souverein
West-Europese Unie
treedt in werking
rrankerlng bij abonnement Temeuzen
Directeur-Hoofdredacteur I. van de Sande
N;ordstraat 55-57 Temeuzen
«Wdactie-adres:
Telefoon 2073 en 2510
Nó 5 uur uitsluitend 2073
Gironummer 38150
Abonnementsprijs: 5,35 per ïcwartaal; per
maand 1,80; per week 43 cent. Losse nrs 8 ct.
Verschijnt dagelijks Uitgeefster N.V. v/h Firma P. J. van d» Sande, Temeuzen.
Advertentieprijs, per nia 15 c%.cuintecw» .is-»»
advertentie ƒ2,25.
Rubriek Kleine Advertentie»; S rege&e 1,
iedere regel meer 20 cent.
Vermelding: Brieven onder nummer of.
Bureau van dit Blad 20 cent meer.
Inzending advertenties tot 's namiddag»
Voor het Maandagnummer: Zaterdags 10 uw
Tijdens de gisteren te Wage
ningen gehouden herdenkings
samenkomst heeft H. M. de Ko
ningin de volgende rede uitge-
spraken:
„Gaarne zou ik willen begin
nen met een woord tot generaal
Foulkes te richten, destijds com
mandant van het eerste Canade
se legerkorps.
„General, we are happy that
you are representing here the
Canadian army, which, together
with American, Belgian, British,
Polish and other allied forces,
under the supreme command
of general Eisenhower took
the lion's share in our liberation,
now 10 years ago.
Furthermore, we are glad that
the allied forces are represented
here by detachments from Bel
gium, Canada, France, Luxem
burg, the United Kingdom and
the United States side by
side once more with our own
sea-, land- and air forces.
I know that your men, gene
ral Foulkes, have had to fight a
particularly hard battle and that
they had to suffer very severe
blows.
Because they became our libe
rators, a grand monument of
gratitude for them came into
being in our hearts and the bonds
between our countries, which you
mention, now so strong and
for ever there were forged
and strengthened in those days."
Landgenoten,
Het is vandaag een dag van
vreugde. Wij herdenken het mo
ment van het wegvallen der el
lende. Nooit is de mens zo ge
lukkig als op dat ogenblik, nooit
leeft men intens en zo bewust
behalve in de ellende zelf.
Wij willen onze dankbaarheid
dan ook in het bijzonder richten
op hen, die God ons in de nood
als redders gezonden heeft. Op
hen; die onverzettelijk waren
tegen de machten van het kwaad.
Op hen, die hun leven veil had
den voor de .goede zaak. Op hen,
die wakers waren over ons gees
telijk goed en met deze talenten
juist onder de druk hebben weten
te woekeren. Op hen, die onze
bevrijding hoe dan ook hebben
bewerkstelligd en tot werkelijk
heid gebracht.
Wij herdenken heden de nood
en het verzet in ons Land en in
Indonesië en de strijd hier en
ginds en waar ook ter wereld
door ons en door onze bondge
noten gestreden.
Bij dit alles kan de één een
grote activiteit hebben ontplooid,
de ander drager zijn geweest van
een naamloos leed.
De één streed met de hand en
de ander met het vernuft, de één
door de daad, de ander door zijn
uithoudingsvermogen.
Wij moeten terugdenken aan
het leed van honger en van mar
teling, van angst, teleurstelling
en wanhoop, van het moeten
aanzien van de verdierlijkte
mens, maar ook aan het geloof
in een goede zaak en in de uit
eindelijke overwinning, aan de
ongelooflijke en, naar het schijnt,
bovenmenselijke voorraden aan
geestkracht.
Zij, die in het verzet waren en
die het leven mochten behouden,
hebben voor zichzelf geen uiter
lijk ereteken gewenst. Ondeel
baar is inderdaad het geheel van
al diegenen, aan wie Nederland
te danken heeft wat het thans
waard is, in het heden, en in de
toekomst, die daarop voort moet
bouwen tot in onafzienbare verte.
Het zaad, door hun vaak naam
loos werk in de akker van de
geest van ons volk gezaaid, zal
in de levens van de komende ge
slachten vrucht dragen.
Evenals het dit doet in onze
levens nu. Geen uiterlijk teken
is in staat, hier uitdrukking aan
te geven, en hoger onderschei
ding is er niet dan deze, dat
iemand zelf die uitzonderlijke
offervaardigheid heeft betoond,
tot die van het eigenleven toe.
Deze is van een draagwijdte, die
niet is te noemen, noch te meten.
In het nü zien wij haar als de
weemoedige stimulans, die hun
onvergetelijk voorbeeld geweest
is in tijden van grote vaderland
se nood.
In de toekomst zal zij er zijn
als de levende herinnering, dat
helden het vaderland hebben be
hoed voor ontaarding en verderf.
Het heeft zich daardoor in korte
spanne tijds opnieuw opgericht
op een wijze, die de vergelijking
met vroeger met ere kan door
staan, dank zij de offers van
hun leven en hun heilige wil.
Hoe dan ook zijn zij door het
vuur gegaan zij die „naamloos
rusten" in de aarde of de zee of
wier as in de lucht is wegge
waaid. Zij zijn door God bij hun
eigen naam opgeroepen. En zij,
die naamloos in de wereld geble
ven zijn, zijn eveneens geroepe
nen, want zij zijn uitverkoren
geweest tot deze taak ons land
te stempelen tot wat het is en
worden zal.
De bodem van samenwerking
is in de oorlog ontstaan en is
nog steeds vruchtbaar voor alle
tijden van nood, maar zou reeds
nu zoveel groei en bloei kunnen
voortbrengen wanneer men zich
meer ervan bewust was, dat een
zo toebereide grond niet tot
braak liggen en tot vergankelijk
heid is gedoemd, maar gereed is
voor de wederopbloei der een
heid. Zo zou er weer nieuwe
eenheid kunnen ontstaan bij het
vormen van ons inzicht in de
problemen, die wij voor ons zien
en in ons streven die op te los
sen. Zo zouden wij weer ver
bonden kunnen zijn door een
zelfde begrip en door eenzelfde
daad - op ieder moment wan
neer het vaderland dit van node
heeft, en zo zouden wij gereed
zijn ieder internationaal belang
te dienen, in elk streven, dat de
mensheid kan helpen te ontko-
komen aan ellende en leed.
Kijkt vandaag niet alleen naar
uw verloren illusies. Het is nog
geen zelfoverschatting, als men
op een dag als deze met dank
baarheid terugziet op wat er in
deze tien jaren in ons land is be
waard. ontstaanen verworven.
Onze geallieerde vrienden hier
aanwezig, zullen, voor zover zij
het voor tien jaren gezien heb
ben. Nederland dan ook op vele
plaatsen onherkenbaar veranderd
vinden. Richt uw blik op wat ge
van de toekomst verwacht en op
die dingen, die in geleidelijke
groei tot leven kunnen worden
gewekt.
De verwoestingen, die door
leden zijn, hebben ook hun spo
ren voor altijd gezet in de histo
rie van ons land en het beeld van
de ruïnes staat in onze herinne
ring gebrand. Juist hun afschrik
wekkendheid is ons tot een grote,
sterke stimulans geworden tot
herstel en tot het zoeken van de
beste en meest verantwoorde
vorm daarvoor. En uiterlijke
verschijnselen kunnen niet los
bestaan van de innerlijke drijf
kracht. die ze voortbrengt, zodat
schijnbaar ondragelijk leed door
Gods genade kan worden veran
derd in nieuw leven.
Als wij dit alles herdenken en
weer voor ogen hebben, dan zien
wij, dat zelfs in deze totale oor
log iemand nog een heldendood
kon sterven, waarbij hij het beste
kon geven wat in hem was.
Wanneer men vandaag of mor
gen een oorlog tot explosie zou
brengen, zou daartoe de kans
nauwelijks meer gegeven wor
den daar het nu ailicht grote
delen van de mensheid of de
mensheid in haar geheel zouden
zijn, die voor de mogelijkheid
van de dood zouden komen te
staan, in plaats van vroeger de
enkeling.
Zij. die wij vandaag eren, of zij
nog bij ons zijn of niet meer,
hebben geleden en gestreden om
hen. die na hen zouden leven een
toekomst te geven een schone
toekomst, een waardevol bestaan.
Zij verplichten de gehele mens
heid het leven op aarde te ver
kiezen boven de dood van het
menselijk geslacht.
Moge hun boodschap wijd en
zijd in het wereldrond worden
begrepen en zijn volle weerklank
vinden in «onze en in aller har
ten".
Vliegtuigen hebben gisteren elf
plaatsen in Nederland, één in
elke provincie, op stelten gezet.
In deze elf gemeenten werden
weer, zoals een traditie is gewor
den, parachutes gedropt met
voedselpakketten en pakjes ciga-
retten, die de vinders bovendien
mooie prijzen opleverden. Dit
spel was georganiseerd door de
Nederlandse Radio-Unie in sa
menwerking met de Rijkslucht
vaartschool.
In de elf plaatsen (Veendaih,
Sneek, Hoogeveen, Zwolle, Delft,
Zutphen, Den Bosch, Zierikzee,
Amsterdam, Gennep en Jutfaas)
hebben de inwoners hard gelo
pen en soms een beetje gevochten
om de parachutes. Overal waren
radio-reporters ter plaatse om het
gébeuren in de elf gemeenten te
verslaan.
De A.N.P.-correspondent meld
de het volgende over de dropping
te Zierikzee:
Midden in de feestvreugde te
Zierikzee, op het havenplein bij
de gecostumeerde voetbalwed
strijd, renden de belangstellenden
weg bij het horen van de drop-
pingsvliegtuigen. Even na twee
uur daalden de parachutes op het
sportterrein achter het station
van de Rotterdamse Tramweg
maatschappij. Springend over slo
ten en onder afrasteringen door
kruipend werd het een wedloop
van tientallen om één der para
chutes te pakken te krijgen.
De heer G. Mulder passeerde
met zijn motor juist 't droppings
terrein en had spoedig een wim
pel te pakken. Met een geleende
vrachtwagen keerde hij: in vlie
gende vaart naar de stompe to
ren in Zierikzee, waar zich on
danks het stuifzand enkele hon
derden mensen de gelukkige vin
ders opwachtten.
Inmiddels had de 16-jarige ly-
ceïst Rinus v. d. Ende de twee-
I de parachute gevonden. Als der-
I de kwam tenslotte de heer H. v.
j d. Berg aan, die geen ander com-
mentaar had dan: „Ik heb geen
benen meer".
j Binnen de Vier minuten waren
de winnaars op de aangegeven
- plaats.
medegedeeld door het K.N.M.I. te
De Bilt, geldig van Vrijdagoch
tend tot Vrijdagavond.
Veel minder wind.
Toenemende bewolking met
enige regen. Over het algemeen
weinig verandering in tempera
tuur. Aanvankelijk matige zuid
westelijke wind, later zwakke tot
matige wind uit uiteenlopende
richtingen.
ZATERDAG 7 MEI.
v.m.
n.m.
Breskens
2.05
2.25
Temeuzen
2.40
3.00
Hansweert
3.20
3.40
Walsoorden
3.30
3.50
ZON MAAN
op onder op onder
Mei.
6
5.05
20.13
20.18
7
5.03
20.15
21.22
8
5.01
20.16
22.22
9
5.00
20.18
23.13
4.24
4.51
5.24
6.05
In het nationale programma leden. Geen ander volk is zó ge- andere verwachtingen doen koes-
In het nationale programma
over beide Hilversumse zenders
heeft de minister-president dr W.
Drees gistermiddag om 13.00 uur
de bevrijding van ons land her
dacht.
De Meimaand, aldus de minis
ter-president, roept niet enkel
herinneringen op aan de be
vrijding tien jaar geleden. Zij
herinnert ons ook aan de 10e Mei
1940, toen in de nacht het ronken
der vliegtuigen ons deed weten,
dat de ellende van de oorlog ook
over Nederland was gekomen, en
aan de 14e Mei, toen het bombar
dement van Rotterdam en de be
dreiging met een dergelijk bom
bardement op onze andere grote
steden de inleiding was tot ca
pitulatie van ons leger, niet ech
ter tot overgave van ons land.
Van Londen uit hebben Konin
gin Wilhelmina en uitgeweken
ministers leiding gegeven aan de
deelneming van het koninkrijk
der Nederlanden met alle nog ter
beschikking staande middelen
aan de strijd der geallieerden
tegen de poging der asmogendfhe-
den om een groot deel der wereld
te overweldigen. In ons land
vlamde spoedig het verzet op.
Allen, die die tijd met bewust
zijn hebben doorleefd, weten hoe
zwaar de druk is geweest, die op
ons volk werd gelegd. Het Hitier-
bewind volstond niet met de .stra
tegische en economische voorde
len, die het uit de (bezetting van
Nederland kon trekken. Het
trachtte in zijn rassenwaan het
Joodse deel van ons volk uit te
roeien en is daar helaas groten
deels in geslaagd. Het poogde,
maar dat tevergeefs, het Neder
landse volk geestelijk gelijk te
schakelen. Het preste tot slaven
arbeid in dienst van zijn oorlogs
doeleinden. Het heeft daardoor
echter tenslotte de weerstand
versterkt.
Bijna was ons volk te gronde
gericht doordat ons land vele
maanden later werd bevrijd dan
b.v. Frankrijk en België. In geen
ander land van West-Europa zijn
zoveel verwoestingen aangericht
en is zoveel materiële schade ge
leden. Geen ander volk is zó ge
teisterd door de honger. De be
volking in het Westen van ons
land heeft gestaan dicht bij de
overgang van hongersnood tot
hongerdood.
De uitredding, aangekondigd
door de bommenwerpers, die
voedsel afwierpen en zo voor het
eerst een vredestaak te volbren
gen kregen, kwam op het aller
laatste ogenblik. 5 Mei bracht de
capitulatie, bracht de bevrijding
van het Westen, bracht de her
eniging van ons land in vrijheid.
Zware offers zijn nodig geweest
om dit te bereiken.
Niemand, die dit niet zelf heeft
doorleefd, zal ooit ten volle kun
nen verstaan wat de druk en wat
de verlossing hebben betekend.
In de donkerste periode der (be
zetting schreven vertegenwoordi
gers der verzetsbeweging in een
manifest:
Onze stellen zijn verwoest,
maar wij zullen ze herbouwen.
Onze fabrieken zijn vernietigd,
maar wij zullen ze beter her
stellen. Ons land is onder wa
ter gezet, maar wij zullen het
wee'r droogmaken".
Toen kan de feestvreugde, hoe
groot ook en hoe gerechtvaar
digd, -niet onvermengd zijn.
Ten dele vindt dit zijn oorzaak
in die verhoudingen in de wereld,
waar de spanningen en tegenstel
lingen veel groter zijn dan wij in
1945 meenden te mogen hopen.
Ten dele in het feit, dat in Indo
nesië de capitulatie van Japan na
een strijd, waarin Nederlanders
zowel als Indonesiërs zoveel of
fers hadden gébracht, gevolgd is
door een langdurig conflict, ter
wijl geen duurzame verbinding
tussen Nederland en Indonesië in
goede verstandhouding en nau
we samenwerking is verkregen.
De redevoering van Koningin
Wilhelmina in 1942 zowel als de
wjjze, waarop in ons land Indone
sische nationalisten met Neder
landse verzetsstrijders zij aan zij
stonden tegenover het Nazi-regi
me en overleg pleegden over de
toekomst, heeft ook dn dit opzicht
andere verwachtingen doen koes
teren.
Economisch is Nederland de
veranderingen in de verhouding
tegenover Indonesië sneller en
beter te boven gekomen dan on
dersteld kon worden. Zij heeft in
tussen velen persoonlijk blijvend
getroffen en geestelijk is de won
de nog niet geheeld.
Het verkleinde koninkrijk heeft
een levenskracht en een veer
kracht getoond, die het weer een
eervolle plaats onder de volkeren
doet innemen. Nederlandse acti
viteit ontplooit zich opnieuw over
een groot deel van de wereld.
In menig opzicht hebben wij in
ons land reden om dankbaar te
zijn voor de ontwikkeling, die zich
in de afgelopen tien jaar heeft
afgetekend.
Toch is er reden ons ook af te
vragen, waarin wij als volk nog
te kort schieten. Ik denk niet al
leen aan de feitelijke tekorten, die
nog bestaan, aan de omstandig
heid, dat de woningnood nog niet
overwonnen is, dat er nog leem
ten zijn in onze sociale en cultu
rele voorzieningen, dat er volks
groepen zijn, wier inkomen bij
de algemene ontwikkeling is ach
tergebleven. Ik denk ook aan
onze onderlinge verhoudingen.
De herdenking van de bevrij
ding is bij uitstek een ogenblik
om in ons het bewustzijn daar
van te verlevendigen, om ons te
brengen tot nieuwe bezinning op
het vele, dat wij als volk gemeen
hebben, en op de grote taak, die
nog vervuld: moet worden.
Op de 5de Mei mag weer het
woord van de dichter gelden:
„Vandaag verbergt het land
zijn wonden en hangt de vlag
gen van zijn vreugde uit".
De oorlogsjaren hebben ons de
waarde van de vrede sterker doen
beseffen maar ook de ontzaglijke
betekenis van de vrijheid. Voor
beide hébben wij alle krachten in
te spannen, mede door samen
werking met andere volkeren.
Moge ons de zegen geschonken
worden, die in het behoud van
vrede en vrijheid gelegen is".
Woensdag heeft Z.K.H. Prins
Bernhard in de Ridderzaal te
's-Gravenhage een herdenkings
rede uitgesproken, waaraan wij
ontlenen
„Op deze dag staat mij nqg heel
duidelijk de vierde Mei 1Ó45
tien jaren geleden voor ogen.
De geallieerde legers waren
overal, waar men nog vocht, in
volle opmars.
De Duitse troepen in Italië had
den op 2 Mei gecapituleerd.
De dag daarop viel Berlijn. Zo
wel Hitier als Mussolini waren
verdwenen van het wereldtoneel.
Russische en Amerikaanse
troepen hadden elkaar midden in
Duitsland op 26 April reeds de
hand gereikt.
Het Zuiden, Oosten en Noor
den van Nederland was vrij
gedeeltelijk al geruime tijd.
Maar nog zuchtte Westelijk-Ne-
derland onder de druk van de be
zetter en van de honger.
Zeker, wij wisten dat het einde
niet ver af kon zijn. Wij waren
begonnen met capitulatie-onder
handelingen, zowel mijn onderbe
velhebber met de Duitse gene
raals op hun eigen hoofdkwar
tier, als de Canadese bevelheb
bers ergens aan het front.
Maar wanneer zou het werke
lijkheid worden? Elke dag, die
het nog duurde, vroeg nieuwe
slachtoffers.
Maar toen, op 4 Mei 1945 om
9.15 uur 's avonds, kwam, juist
toen ik van een telefoongesprek,
via een geheime lijn, met Am
sterdam terugkeerde naar Apel
doorn, een ordonnans met het be
richt
„De Duitse troepen in Noord-
west-Duitsland, Nederland en
Denemarken hebben voor de
21ste legergroep van maar
schalk Montgomery onvoor
waardelijk gecapituleerd. De
capitulatie gaat morgenoch
tend om 8 uur in".
Nederland was weer vrij. Vijf
Mei 1945.
Het is geen wonder, dat wij ons
opmaken de 10de verjaardag van
onze bevrijding op zo bijzondere
wijze te herdenken.
Tien jaren herwonnen vrijheid
na vijf van de zwaarste jaren
in ons bestaan als volk.
Wie zou bij zulk een gelegen
heid niet feest willen vieren?
Maar toch moet er aan dat v i e-
r e n van de bevrijding iets voor
afgaan. Iets, zonder hetwelk dit
feest leeg en zinloos zou zijn.
Het herdenkingsfeest der be
vrijding moet worden voorafge
gaan door het herdenken van al
diegenen, die de bevrijding niet
hebben beleefd, van hen, die
door het oorlogsgeweld het leven
verloren van hen, die bewust
hun leven in de waagschaal stel
den en die daarna het hoogste
offer brachten. Dit offer, zonder
hetwelk onze bevrijding oneindig
veel moeilijker en veel minder
waardevol zou zijn geweest. Want
juist het feit, dat het herwinnen
van onze vrijheid gepaard ging
met zulke zware offers heeft ons
de waarde hiervan duizend maal
sterker doen beseffen.
Het ten grave dragen in de oor
logsjaren van ongeteld velen is
de weg geweest naar Nederland's
bevrijding.
Om die tallozen te herdenken
zijn wij hier bijeen. Het is goed
en zinvol de plechtige 4 Mei-bij-
eenkomst te doen voorafgaan
aan de 5 Mei-feesten.
Vandaag, tot zonsondergang,
hangen de vlaggen halfstok voor
hen, die vielen. Morgenochtend
moeten zij breeduit waaien, in
vreugde voor wat mede dank zij
hen werd bereikt, en voor de
nieuwe kansen die ons, overle
venden, hierdoor werden gebo
den.
Wij zijn hier bijeen om al diege
nen te herdenken, die dit geluk
niet hebben mogen kennen, die
deze kans niet hebben gekregen.
En dit zijn er velen.
Ik denk hierbij aan onze mili
tairen, ter zee, te land en in de
lucht, hier en in Nederlands In-
West-Duitsland is Donderdag 'n
onafhankelijke, souvereine staat
geworden. Met de ondertekening
van een proclamatie, waarin de
hoge commissie van de drie Wes
telijke geallieerden wordt opgehe
ven, kwam een einde aan een 10-
jarige bezetting van dit gebied.
De proclamatie werd om 12 uiir
Nederlandse tijd van kraeht.
De nieuwe Westeuropese Unie
van zeven landen is Donderdag
om 11.50 uur in werking getre
den, nadat eerst Engeland en ver
volgens1 Frankrijk en het souve
reine West-Duitsland, 's morgens
hun ratificatieoorkonden hadden
gedeponeerd.
De nieuwe Unie is in feite een
uitlbreiding van de Brusselse ver
dragsorganisatie van Engeland,
Frankrijk en de Benelux-landen.
De twee nieuwe leden zijn Italië
en West-Duitsland.
dië, die sneuvelden bij de verdedi
ging van ons grondgebied en la
ter bij de herovering hiervan.
Aan hen, die de Nederlandse
vlag buiten het bezette gebied
hooghielden en daarbij het leven
verloren.
Ik denk aan de vele burgers,
omgekomen door het oorlogsge
weld. Aan hen, die in de Japanse
kampen het leven lieten. Aan
hen, die als krijgsgevangenen
werden weggevoerd en niet meer
terug kwamen.
Mijn gedachten gaan uit naar
de zo heel vele Joodse landgeno
ten, die als paria's werden behan
deld en veelal ver van hun vader
land een verschrikkelijke dood
vonden.
Ik denk aan de mensen van het
verzet. Aan die mannen en vrou
wen, die ondanks nederlaag op
nederlaag ongebroken van geest
bleven en wier gevoelens van toe
wijding en vastberadenheid door
de dichter Jan Cam pert zo prach
tig onder woorden werden ge
bracht toen hij in „Het lied der
achttien doden" neerschreef:
„Wat kan een man, oprecht
en trouw]
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn
vrouw]
en strijdt den ijd'len strijd".
Naar hen allen gaan vandaag
opnieuw onze gedachten uit.
En wij dragen hen op aan Hem,
die in Zijn niet te doorgronden
wijsheid dit alles zo heeft be
stuurd.
Hierbij wil ik heel in het bijzon
der nog één speciale groep in
sluiten.
De nabestaanden der gevalle
nen. Mogen zij beseffen, dat onze
gedachten heel speciaal ook naar
hen uitgaan. Dat wij ons met hen
verbonden voelen en dat wij wat
wij kunnen zullen blijven doen
om hun onherstelbaar leed en
verlies althans te verzachten.
Ieder onzer Vindt zeker wel een
mogelijkheid op zijn weg om te
troosten met woord of daad.
Laat dat dan deel van ons waar
lijk herdenken zijn.
Wij moeren ons trouwens be
zinnen op wat verder nog deel
dient uit te maken van ons her
denken der gevallenen.
Zij hebben alles wat zij te ge
ven hadden, gegeven omdat zij
welbewust of intuïtief wis
ten, dat zij en hun kinderen in
een wereld, waar onvrijheid en
onrecht zouden heersen, niet zou
den kunnen ademen en leven.
Zij spraken metter daad uit wat
in Juni 1945 in het Handvest der
Verenigde Naties werd neerge
schreven, namelijk;
Wij, de volken der Verenigde
Naties:
vastbesloten:
om komende generaties voor
de oorlogsgeesel te bewaren,
om het geloof in fundamen
tele menselyke rechten op
nieuw te bevestigen;
om sociale vooruitgang en een
betere levensstandaard te be
vorderen en te dien einde:
verdraagzaamheid in practijk
te brengen en met elkander in
vrede te leven
en de economische en sociale
vooruitgang van alle volken
door een internationaal appa
raat te bevorderen, rk*hten
hierbij op een internationale
organisatie, de Verenigde Na
ties.
Deze zelfde idealen hebben de
vele gevallenen, bewust of onbe
wust, voor ogen gestaan toen zij
hun strijd streden. En de ontel
bare andere, n iet-strijdende
slachtoffers, die der bombarde
menten, de Joden, de gijselaars,
die stierven in de concentratie
kampen, zijn de slachtoffers van
het niet waar maken van deze
idealen.
En daarom alleen al is het de
taak en de plicht van ons, overle
venden, om de verwezenlijking
van die idealen naar beste krach
ten te helpen bevorderen.
Wij zullen ons dus moeten be
zinnen op onze taak in deze tijd.
In de tien jaren, verlopen sinds
1945, zijn zij, die gedacht hadden
de wereld, Europa, Nederland
teru.g te vinden als vóór het
uitbreken van de wereldbrand,
wel voorgoed van die waan gene
zen.
Enorme veranderingen, zowel
in Europa als in Azië hebben van
de wereld van vóór 1940 niet al te
veel overgelaten. De schok van 5
jaren oorlog bleken vele ogen
schijnlijk nog hechte bouwsels te
hebben ondermijnd. Grote ver
schuivingen vonden plaats.
En ten slotte vond de na-oor-
lc,gse wereld zichzelve terug, ver
deeld in twee kampen: het ijze
ren gordijn en het bamboegordijn
trokken dicht.
Wij Nederlanders, hebben het
niet genoeg te schatten voorrecht
te leven op dat deel van de aar
de, dat de „vrije wereld" wordt
genoemd.
Wil de eretitel „vrije wereld"
waarlijk verdiend zijn, dan zal er
nog veel moeten gebeuren. En
voor die vrije wereld vielen de
doden uit de tweede wereldoor
log.
Het is hün opdracht, dat wij
onszelf steeds weer zuilen afvra
gen:
Doen wij waarlijk alles om
onze kinderen de ellende van
nog een oorlog te besparen?
Respecteren wij waarlijk en
overal de fundamentele men
selijke rechten?
Doen wij al het mogelijke
om de economische en sociale
vooruitgang te bevorderen?
Om de landen werkelijk meer
tot elkaar te brengen?
Ik geloof het niet, dat wij in
vólkomen oprechteheid deze vra
gen kunnen beantwoorden. Maar
dan zijn wij in gebreke gebleven
jegens hen, die wij vandaag her
denken.
Nu weet ik wel, dat het in de
loop der laatste jaren vóór alles
noodzakelijk was, dat de vrije we
reld zich weerbaar maakte om
paraat te zijn als ooit weer een
aanslag op haar vrijheid zou wor
den ondernomen.
De gevallenen hebben hun le
ven niet gegeven om alleen maar
een in twee militaire kampen ver
deelde wereld tot stand te doen
komen.
Pas wanneer op economisch, op
sociaal en op cultureel gebied
eenzelfde weerbaarheid is be
reikt, zal er iets van de schuld
jegens de gevallenen zijn inge
lost.
Dan zullen wij waarlijk die
vrijheid hebben verkregen, waar
voor zij hebben gevochten.
Dit alles geldt voor alle landen,
maar laat mij het nog een ogen
blik mogen toespitsen op ons
eigen land.
Nederland is thans, tien jaren
na de oorlog, in tal van opzich
ten inderdaad wonderbaarlijk
herrezen. Dank zij de inspanning
van geheel ons volk, dank zij tal
van vrijwillig aanvaarde beper
kingen leven wij thans weer in
omstandigheden, die bij het ein
de van de oorlog een onwerkelijk
sprookje leken.
Wij mogen dat in grote dank
baarheid constateren. Maar laten
wij ons door wat bereikt were
vooral niet in slaap laten wiegen.
De hoogconjunctuur kan om
slaan. De internationale situatie
kan altijd snel veranderen.
Zowel het een als het ander
moet ons paraat vinden.
Internationaal zullen wij meer
open moeten staan voor samen
werking met al die volken, die
gelijkgerichte idealen nastreven.
Aan ons de taak om naar ver
mogen mede te werken aan een
positieve éénwording. Laten wij
het voorbeeld geven aan de an
dere landen.
Onze gevallenen streden zy aan
zij met andere nationaliteiten
voor één ideaal.
De na-oorlogse generatie zaï
voor hetzelfde ideaal ook moeter
optrekken met allen, die van goe
de wille zijn.
Nationaal geldt precies hetzelf
de. Ik schetste al de betrekkelijke
welvaart, waarin Nederland weer
verkeert, doch verbond er de
waarschuwing aan, dat een om
slag kan komen.
En ook op dit ogenblik trou
wens blijft er nog veel te wensen.
Nog zijn er sociale spanningen.
Nog drukt loodzwaar het woning
probleem. Nog is er veel te vaak
de onverdraagzaamheid jegens
andersdenkenden.
Waarlijk, ieders hand vindt nog
genoeg te doen. Maar laat ons
dat doen, ook en juist op het na
tionale terrein, in eenheid doen.
Zij, die in de oorlog vielen voor
hun ideaal, vroegen niet naar
rang of stand of politieke over
tuiging.
Samen stonden én vielen zij
voor één groot doel.
We zijn dat óók verschuldigd
dit mag ik misschien hier in
lassen aan diegenen, die de
strijd weliswaar overleefden,
maar die nu teleurgesteld ietwat
afzijdig staan, omdat heel veel zo
anders gelopen is dan zij hadden
verwacht en gehoopt.
Laten zij beseffen, 'dat ook hun
gesneuvelde vrienden gedurende
de strijd hun ogenblikken van
wanhoop, hun gevoelens van uit
zichtloosheid hebben gehad. En
tóch gaven zij de strijd voor hun
ideaal niet op.
Tien jaar bevrijding
Hoe lang lijken oorlog en ver
zet al weer geleden als wij ons
realiseren, dat voor onze kinde
ren van 15 jaar en jonger dit al
les niet veel meer is dan bladzij
de zoveel uit het geschiedenis
boek.
Juist ook om hun iets duidelijk
te maken van 'wat in de moeilijke
jaren door zovelen werd gepres
teerd en wat hen bewoog, zullen
wij door ónze daad hün taak ten
einde moeten brengen.
Wij herdenken onze doden.
Hier bij de monumenten op
de erebegraafplaatsen in de
voormalige concentratiekampen.
Met een variatie op de Vlaam
se dichtregel kunnen wij zeggen:
Hier liggen hun lijken als za
den in het zand,]
hoopt op de oogst, o Nederland!
Aan ons de taak om met God's
hulp die oogst voor Nederland
binnen te halen".