Rede van H.M. de Koningin te Wageningen Herdenkingsrede van Z.K.H. Prins Bernhard in de Ridderzaal MOEDERDAG WEERSVERWACHTING HOOGWATER ZON- en MAANSTANDEN SMIDT-POTHOVEN - Terneuzen Radiorede van minister-president Dr W. Drees Huishoudgoed VRIJDAG 6 MEI 1955. 10e Jaargang No. 3449. Vliegtuigen zetten elf plaatsen op stelten Geef Moeder NU eens Daar heeft ze JAREN plezier van en. kans op het winnen van 110.000.- West-Duitsland souverein West-Europese Unie treedt in werking rrankerlng bij abonnement Temeuzen Directeur-Hoofdredacteur I. van de Sande N;ordstraat 55-57 Temeuzen «Wdactie-adres: Telefoon 2073 en 2510 Nó 5 uur uitsluitend 2073 Gironummer 38150 Abonnementsprijs: 5,35 per ïcwartaal; per maand 1,80; per week 43 cent. Losse nrs 8 ct. Verschijnt dagelijks Uitgeefster N.V. v/h Firma P. J. van d» Sande, Temeuzen. Advertentieprijs, per nia 15 c%.cuintecw» .is-»» advertentie ƒ2,25. Rubriek Kleine Advertentie»; S rege&e 1, iedere regel meer 20 cent. Vermelding: Brieven onder nummer of. Bureau van dit Blad 20 cent meer. Inzending advertenties tot 's namiddag» Voor het Maandagnummer: Zaterdags 10 uw Tijdens de gisteren te Wage ningen gehouden herdenkings samenkomst heeft H. M. de Ko ningin de volgende rede uitge- spraken: „Gaarne zou ik willen begin nen met een woord tot generaal Foulkes te richten, destijds com mandant van het eerste Canade se legerkorps. „General, we are happy that you are representing here the Canadian army, which, together with American, Belgian, British, Polish and other allied forces, under the supreme command of general Eisenhower took the lion's share in our liberation, now 10 years ago. Furthermore, we are glad that the allied forces are represented here by detachments from Bel gium, Canada, France, Luxem burg, the United Kingdom and the United States side by side once more with our own sea-, land- and air forces. I know that your men, gene ral Foulkes, have had to fight a particularly hard battle and that they had to suffer very severe blows. Because they became our libe rators, a grand monument of gratitude for them came into being in our hearts and the bonds between our countries, which you mention, now so strong and for ever there were forged and strengthened in those days." Landgenoten, Het is vandaag een dag van vreugde. Wij herdenken het mo ment van het wegvallen der el lende. Nooit is de mens zo ge lukkig als op dat ogenblik, nooit leeft men intens en zo bewust behalve in de ellende zelf. Wij willen onze dankbaarheid dan ook in het bijzonder richten op hen, die God ons in de nood als redders gezonden heeft. Op hen; die onverzettelijk waren tegen de machten van het kwaad. Op hen, die hun leven veil had den voor de .goede zaak. Op hen, die wakers waren over ons gees telijk goed en met deze talenten juist onder de druk hebben weten te woekeren. Op hen, die onze bevrijding hoe dan ook hebben bewerkstelligd en tot werkelijk heid gebracht. Wij herdenken heden de nood en het verzet in ons Land en in Indonesië en de strijd hier en ginds en waar ook ter wereld door ons en door onze bondge noten gestreden. Bij dit alles kan de één een grote activiteit hebben ontplooid, de ander drager zijn geweest van een naamloos leed. De één streed met de hand en de ander met het vernuft, de één door de daad, de ander door zijn uithoudingsvermogen. Wij moeten terugdenken aan het leed van honger en van mar teling, van angst, teleurstelling en wanhoop, van het moeten aanzien van de verdierlijkte mens, maar ook aan het geloof in een goede zaak en in de uit eindelijke overwinning, aan de ongelooflijke en, naar het schijnt, bovenmenselijke voorraden aan geestkracht. Zij, die in het verzet waren en die het leven mochten behouden, hebben voor zichzelf geen uiter lijk ereteken gewenst. Ondeel baar is inderdaad het geheel van al diegenen, aan wie Nederland te danken heeft wat het thans waard is, in het heden, en in de toekomst, die daarop voort moet bouwen tot in onafzienbare verte. Het zaad, door hun vaak naam loos werk in de akker van de geest van ons volk gezaaid, zal in de levens van de komende ge slachten vrucht dragen. Evenals het dit doet in onze levens nu. Geen uiterlijk teken is in staat, hier uitdrukking aan te geven, en hoger onderschei ding is er niet dan deze, dat iemand zelf die uitzonderlijke offervaardigheid heeft betoond, tot die van het eigenleven toe. Deze is van een draagwijdte, die niet is te noemen, noch te meten. In het nü zien wij haar als de weemoedige stimulans, die hun onvergetelijk voorbeeld geweest is in tijden van grote vaderland se nood. In de toekomst zal zij er zijn als de levende herinnering, dat helden het vaderland hebben be hoed voor ontaarding en verderf. Het heeft zich daardoor in korte spanne tijds opnieuw opgericht op een wijze, die de vergelijking met vroeger met ere kan door staan, dank zij de offers van hun leven en hun heilige wil. Hoe dan ook zijn zij door het vuur gegaan zij die „naamloos rusten" in de aarde of de zee of wier as in de lucht is wegge waaid. Zij zijn door God bij hun eigen naam opgeroepen. En zij, die naamloos in de wereld geble ven zijn, zijn eveneens geroepe nen, want zij zijn uitverkoren geweest tot deze taak ons land te stempelen tot wat het is en worden zal. De bodem van samenwerking is in de oorlog ontstaan en is nog steeds vruchtbaar voor alle tijden van nood, maar zou reeds nu zoveel groei en bloei kunnen voortbrengen wanneer men zich meer ervan bewust was, dat een zo toebereide grond niet tot braak liggen en tot vergankelijk heid is gedoemd, maar gereed is voor de wederopbloei der een heid. Zo zou er weer nieuwe eenheid kunnen ontstaan bij het vormen van ons inzicht in de problemen, die wij voor ons zien en in ons streven die op te los sen. Zo zouden wij weer ver bonden kunnen zijn door een zelfde begrip en door eenzelfde daad - op ieder moment wan neer het vaderland dit van node heeft, en zo zouden wij gereed zijn ieder internationaal belang te dienen, in elk streven, dat de mensheid kan helpen te ontko- komen aan ellende en leed. Kijkt vandaag niet alleen naar uw verloren illusies. Het is nog geen zelfoverschatting, als men op een dag als deze met dank baarheid terugziet op wat er in deze tien jaren in ons land is be waard. ontstaanen verworven. Onze geallieerde vrienden hier aanwezig, zullen, voor zover zij het voor tien jaren gezien heb ben. Nederland dan ook op vele plaatsen onherkenbaar veranderd vinden. Richt uw blik op wat ge van de toekomst verwacht en op die dingen, die in geleidelijke groei tot leven kunnen worden gewekt. De verwoestingen, die door leden zijn, hebben ook hun spo ren voor altijd gezet in de histo rie van ons land en het beeld van de ruïnes staat in onze herinne ring gebrand. Juist hun afschrik wekkendheid is ons tot een grote, sterke stimulans geworden tot herstel en tot het zoeken van de beste en meest verantwoorde vorm daarvoor. En uiterlijke verschijnselen kunnen niet los bestaan van de innerlijke drijf kracht. die ze voortbrengt, zodat schijnbaar ondragelijk leed door Gods genade kan worden veran derd in nieuw leven. Als wij dit alles herdenken en weer voor ogen hebben, dan zien wij, dat zelfs in deze totale oor log iemand nog een heldendood kon sterven, waarbij hij het beste kon geven wat in hem was. Wanneer men vandaag of mor gen een oorlog tot explosie zou brengen, zou daartoe de kans nauwelijks meer gegeven wor den daar het nu ailicht grote delen van de mensheid of de mensheid in haar geheel zouden zijn, die voor de mogelijkheid van de dood zouden komen te staan, in plaats van vroeger de enkeling. Zij. die wij vandaag eren, of zij nog bij ons zijn of niet meer, hebben geleden en gestreden om hen. die na hen zouden leven een toekomst te geven een schone toekomst, een waardevol bestaan. Zij verplichten de gehele mens heid het leven op aarde te ver kiezen boven de dood van het menselijk geslacht. Moge hun boodschap wijd en zijd in het wereldrond worden begrepen en zijn volle weerklank vinden in «onze en in aller har ten". Vliegtuigen hebben gisteren elf plaatsen in Nederland, één in elke provincie, op stelten gezet. In deze elf gemeenten werden weer, zoals een traditie is gewor den, parachutes gedropt met voedselpakketten en pakjes ciga- retten, die de vinders bovendien mooie prijzen opleverden. Dit spel was georganiseerd door de Nederlandse Radio-Unie in sa menwerking met de Rijkslucht vaartschool. In de elf plaatsen (Veendaih, Sneek, Hoogeveen, Zwolle, Delft, Zutphen, Den Bosch, Zierikzee, Amsterdam, Gennep en Jutfaas) hebben de inwoners hard gelo pen en soms een beetje gevochten om de parachutes. Overal waren radio-reporters ter plaatse om het gébeuren in de elf gemeenten te verslaan. De A.N.P.-correspondent meld de het volgende over de dropping te Zierikzee: Midden in de feestvreugde te Zierikzee, op het havenplein bij de gecostumeerde voetbalwed strijd, renden de belangstellenden weg bij het horen van de drop- pingsvliegtuigen. Even na twee uur daalden de parachutes op het sportterrein achter het station van de Rotterdamse Tramweg maatschappij. Springend over slo ten en onder afrasteringen door kruipend werd het een wedloop van tientallen om één der para chutes te pakken te krijgen. De heer G. Mulder passeerde met zijn motor juist 't droppings terrein en had spoedig een wim pel te pakken. Met een geleende vrachtwagen keerde hij: in vlie gende vaart naar de stompe to ren in Zierikzee, waar zich on danks het stuifzand enkele hon derden mensen de gelukkige vin ders opwachtten. Inmiddels had de 16-jarige ly- ceïst Rinus v. d. Ende de twee- I de parachute gevonden. Als der- I de kwam tenslotte de heer H. v. j d. Berg aan, die geen ander com- mentaar had dan: „Ik heb geen benen meer". j Binnen de Vier minuten waren de winnaars op de aangegeven - plaats. medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Vrijdagoch tend tot Vrijdagavond. Veel minder wind. Toenemende bewolking met enige regen. Over het algemeen weinig verandering in tempera tuur. Aanvankelijk matige zuid westelijke wind, later zwakke tot matige wind uit uiteenlopende richtingen. ZATERDAG 7 MEI. v.m. n.m. Breskens 2.05 2.25 Temeuzen 2.40 3.00 Hansweert 3.20 3.40 Walsoorden 3.30 3.50 ZON MAAN op onder op onder Mei. 6 5.05 20.13 20.18 7 5.03 20.15 21.22 8 5.01 20.16 22.22 9 5.00 20.18 23.13 4.24 4.51 5.24 6.05 In het nationale programma leden. Geen ander volk is zó ge- andere verwachtingen doen koes- In het nationale programma over beide Hilversumse zenders heeft de minister-president dr W. Drees gistermiddag om 13.00 uur de bevrijding van ons land her dacht. De Meimaand, aldus de minis ter-president, roept niet enkel herinneringen op aan de be vrijding tien jaar geleden. Zij herinnert ons ook aan de 10e Mei 1940, toen in de nacht het ronken der vliegtuigen ons deed weten, dat de ellende van de oorlog ook over Nederland was gekomen, en aan de 14e Mei, toen het bombar dement van Rotterdam en de be dreiging met een dergelijk bom bardement op onze andere grote steden de inleiding was tot ca pitulatie van ons leger, niet ech ter tot overgave van ons land. Van Londen uit hebben Konin gin Wilhelmina en uitgeweken ministers leiding gegeven aan de deelneming van het koninkrijk der Nederlanden met alle nog ter beschikking staande middelen aan de strijd der geallieerden tegen de poging der asmogendfhe- den om een groot deel der wereld te overweldigen. In ons land vlamde spoedig het verzet op. Allen, die die tijd met bewust zijn hebben doorleefd, weten hoe zwaar de druk is geweest, die op ons volk werd gelegd. Het Hitier- bewind volstond niet met de .stra tegische en economische voorde len, die het uit de (bezetting van Nederland kon trekken. Het trachtte in zijn rassenwaan het Joodse deel van ons volk uit te roeien en is daar helaas groten deels in geslaagd. Het poogde, maar dat tevergeefs, het Neder landse volk geestelijk gelijk te schakelen. Het preste tot slaven arbeid in dienst van zijn oorlogs doeleinden. Het heeft daardoor echter tenslotte de weerstand versterkt. Bijna was ons volk te gronde gericht doordat ons land vele maanden later werd bevrijd dan b.v. Frankrijk en België. In geen ander land van West-Europa zijn zoveel verwoestingen aangericht en is zoveel materiële schade ge leden. Geen ander volk is zó ge teisterd door de honger. De be volking in het Westen van ons land heeft gestaan dicht bij de overgang van hongersnood tot hongerdood. De uitredding, aangekondigd door de bommenwerpers, die voedsel afwierpen en zo voor het eerst een vredestaak te volbren gen kregen, kwam op het aller laatste ogenblik. 5 Mei bracht de capitulatie, bracht de bevrijding van het Westen, bracht de her eniging van ons land in vrijheid. Zware offers zijn nodig geweest om dit te bereiken. Niemand, die dit niet zelf heeft doorleefd, zal ooit ten volle kun nen verstaan wat de druk en wat de verlossing hebben betekend. In de donkerste periode der (be zetting schreven vertegenwoordi gers der verzetsbeweging in een manifest: Onze stellen zijn verwoest, maar wij zullen ze herbouwen. Onze fabrieken zijn vernietigd, maar wij zullen ze beter her stellen. Ons land is onder wa ter gezet, maar wij zullen het wee'r droogmaken". Toen kan de feestvreugde, hoe groot ook en hoe gerechtvaar digd, -niet onvermengd zijn. Ten dele vindt dit zijn oorzaak in die verhoudingen in de wereld, waar de spanningen en tegenstel lingen veel groter zijn dan wij in 1945 meenden te mogen hopen. Ten dele in het feit, dat in Indo nesië de capitulatie van Japan na een strijd, waarin Nederlanders zowel als Indonesiërs zoveel of fers hadden gébracht, gevolgd is door een langdurig conflict, ter wijl geen duurzame verbinding tussen Nederland en Indonesië in goede verstandhouding en nau we samenwerking is verkregen. De redevoering van Koningin Wilhelmina in 1942 zowel als de wjjze, waarop in ons land Indone sische nationalisten met Neder landse verzetsstrijders zij aan zij stonden tegenover het Nazi-regi me en overleg pleegden over de toekomst, heeft ook dn dit opzicht andere verwachtingen doen koes teren. Economisch is Nederland de veranderingen in de verhouding tegenover Indonesië sneller en beter te boven gekomen dan on dersteld kon worden. Zij heeft in tussen velen persoonlijk blijvend getroffen en geestelijk is de won de nog niet geheeld. Het verkleinde koninkrijk heeft een levenskracht en een veer kracht getoond, die het weer een eervolle plaats onder de volkeren doet innemen. Nederlandse acti viteit ontplooit zich opnieuw over een groot deel van de wereld. In menig opzicht hebben wij in ons land reden om dankbaar te zijn voor de ontwikkeling, die zich in de afgelopen tien jaar heeft afgetekend. Toch is er reden ons ook af te vragen, waarin wij als volk nog te kort schieten. Ik denk niet al leen aan de feitelijke tekorten, die nog bestaan, aan de omstandig heid, dat de woningnood nog niet overwonnen is, dat er nog leem ten zijn in onze sociale en cultu rele voorzieningen, dat er volks groepen zijn, wier inkomen bij de algemene ontwikkeling is ach tergebleven. Ik denk ook aan onze onderlinge verhoudingen. De herdenking van de bevrij ding is bij uitstek een ogenblik om in ons het bewustzijn daar van te verlevendigen, om ons te brengen tot nieuwe bezinning op het vele, dat wij als volk gemeen hebben, en op de grote taak, die nog vervuld: moet worden. Op de 5de Mei mag weer het woord van de dichter gelden: „Vandaag verbergt het land zijn wonden en hangt de vlag gen van zijn vreugde uit". De oorlogsjaren hebben ons de waarde van de vrede sterker doen beseffen maar ook de ontzaglijke betekenis van de vrijheid. Voor beide hébben wij alle krachten in te spannen, mede door samen werking met andere volkeren. Moge ons de zegen geschonken worden, die in het behoud van vrede en vrijheid gelegen is". Woensdag heeft Z.K.H. Prins Bernhard in de Ridderzaal te 's-Gravenhage een herdenkings rede uitgesproken, waaraan wij ontlenen „Op deze dag staat mij nqg heel duidelijk de vierde Mei 1Ó45 tien jaren geleden voor ogen. De geallieerde legers waren overal, waar men nog vocht, in volle opmars. De Duitse troepen in Italië had den op 2 Mei gecapituleerd. De dag daarop viel Berlijn. Zo wel Hitier als Mussolini waren verdwenen van het wereldtoneel. Russische en Amerikaanse troepen hadden elkaar midden in Duitsland op 26 April reeds de hand gereikt. Het Zuiden, Oosten en Noor den van Nederland was vrij gedeeltelijk al geruime tijd. Maar nog zuchtte Westelijk-Ne- derland onder de druk van de be zetter en van de honger. Zeker, wij wisten dat het einde niet ver af kon zijn. Wij waren begonnen met capitulatie-onder handelingen, zowel mijn onderbe velhebber met de Duitse gene raals op hun eigen hoofdkwar tier, als de Canadese bevelheb bers ergens aan het front. Maar wanneer zou het werke lijkheid worden? Elke dag, die het nog duurde, vroeg nieuwe slachtoffers. Maar toen, op 4 Mei 1945 om 9.15 uur 's avonds, kwam, juist toen ik van een telefoongesprek, via een geheime lijn, met Am sterdam terugkeerde naar Apel doorn, een ordonnans met het be richt „De Duitse troepen in Noord- west-Duitsland, Nederland en Denemarken hebben voor de 21ste legergroep van maar schalk Montgomery onvoor waardelijk gecapituleerd. De capitulatie gaat morgenoch tend om 8 uur in". Nederland was weer vrij. Vijf Mei 1945. Het is geen wonder, dat wij ons opmaken de 10de verjaardag van onze bevrijding op zo bijzondere wijze te herdenken. Tien jaren herwonnen vrijheid na vijf van de zwaarste jaren in ons bestaan als volk. Wie zou bij zulk een gelegen heid niet feest willen vieren? Maar toch moet er aan dat v i e- r e n van de bevrijding iets voor afgaan. Iets, zonder hetwelk dit feest leeg en zinloos zou zijn. Het herdenkingsfeest der be vrijding moet worden voorafge gaan door het herdenken van al diegenen, die de bevrijding niet hebben beleefd, van hen, die door het oorlogsgeweld het leven verloren van hen, die bewust hun leven in de waagschaal stel den en die daarna het hoogste offer brachten. Dit offer, zonder hetwelk onze bevrijding oneindig veel moeilijker en veel minder waardevol zou zijn geweest. Want juist het feit, dat het herwinnen van onze vrijheid gepaard ging met zulke zware offers heeft ons de waarde hiervan duizend maal sterker doen beseffen. Het ten grave dragen in de oor logsjaren van ongeteld velen is de weg geweest naar Nederland's bevrijding. Om die tallozen te herdenken zijn wij hier bijeen. Het is goed en zinvol de plechtige 4 Mei-bij- eenkomst te doen voorafgaan aan de 5 Mei-feesten. Vandaag, tot zonsondergang, hangen de vlaggen halfstok voor hen, die vielen. Morgenochtend moeten zij breeduit waaien, in vreugde voor wat mede dank zij hen werd bereikt, en voor de nieuwe kansen die ons, overle venden, hierdoor werden gebo den. Wij zijn hier bijeen om al diege nen te herdenken, die dit geluk niet hebben mogen kennen, die deze kans niet hebben gekregen. En dit zijn er velen. Ik denk hierbij aan onze mili tairen, ter zee, te land en in de lucht, hier en in Nederlands In- West-Duitsland is Donderdag 'n onafhankelijke, souvereine staat geworden. Met de ondertekening van een proclamatie, waarin de hoge commissie van de drie Wes telijke geallieerden wordt opgehe ven, kwam een einde aan een 10- jarige bezetting van dit gebied. De proclamatie werd om 12 uiir Nederlandse tijd van kraeht. De nieuwe Westeuropese Unie van zeven landen is Donderdag om 11.50 uur in werking getre den, nadat eerst Engeland en ver volgens1 Frankrijk en het souve reine West-Duitsland, 's morgens hun ratificatieoorkonden hadden gedeponeerd. De nieuwe Unie is in feite een uitlbreiding van de Brusselse ver dragsorganisatie van Engeland, Frankrijk en de Benelux-landen. De twee nieuwe leden zijn Italië en West-Duitsland. dië, die sneuvelden bij de verdedi ging van ons grondgebied en la ter bij de herovering hiervan. Aan hen, die de Nederlandse vlag buiten het bezette gebied hooghielden en daarbij het leven verloren. Ik denk aan de vele burgers, omgekomen door het oorlogsge weld. Aan hen, die in de Japanse kampen het leven lieten. Aan hen, die als krijgsgevangenen werden weggevoerd en niet meer terug kwamen. Mijn gedachten gaan uit naar de zo heel vele Joodse landgeno ten, die als paria's werden behan deld en veelal ver van hun vader land een verschrikkelijke dood vonden. Ik denk aan de mensen van het verzet. Aan die mannen en vrou wen, die ondanks nederlaag op nederlaag ongebroken van geest bleven en wier gevoelens van toe wijding en vastberadenheid door de dichter Jan Cam pert zo prach tig onder woorden werden ge bracht toen hij in „Het lied der achttien doden" neerschreef: „Wat kan een man, oprecht en trouw] nog doen in zulk een tijd? Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw] en strijdt den ijd'len strijd". Naar hen allen gaan vandaag opnieuw onze gedachten uit. En wij dragen hen op aan Hem, die in Zijn niet te doorgronden wijsheid dit alles zo heeft be stuurd. Hierbij wil ik heel in het bijzon der nog één speciale groep in sluiten. De nabestaanden der gevalle nen. Mogen zij beseffen, dat onze gedachten heel speciaal ook naar hen uitgaan. Dat wij ons met hen verbonden voelen en dat wij wat wij kunnen zullen blijven doen om hun onherstelbaar leed en verlies althans te verzachten. Ieder onzer Vindt zeker wel een mogelijkheid op zijn weg om te troosten met woord of daad. Laat dat dan deel van ons waar lijk herdenken zijn. Wij moeren ons trouwens be zinnen op wat verder nog deel dient uit te maken van ons her denken der gevallenen. Zij hebben alles wat zij te ge ven hadden, gegeven omdat zij welbewust of intuïtief wis ten, dat zij en hun kinderen in een wereld, waar onvrijheid en onrecht zouden heersen, niet zou den kunnen ademen en leven. Zij spraken metter daad uit wat in Juni 1945 in het Handvest der Verenigde Naties werd neerge schreven, namelijk; Wij, de volken der Verenigde Naties: vastbesloten: om komende generaties voor de oorlogsgeesel te bewaren, om het geloof in fundamen tele menselyke rechten op nieuw te bevestigen; om sociale vooruitgang en een betere levensstandaard te be vorderen en te dien einde: verdraagzaamheid in practijk te brengen en met elkander in vrede te leven en de economische en sociale vooruitgang van alle volken door een internationaal appa raat te bevorderen, rk*hten hierbij op een internationale organisatie, de Verenigde Na ties. Deze zelfde idealen hebben de vele gevallenen, bewust of onbe wust, voor ogen gestaan toen zij hun strijd streden. En de ontel bare andere, n iet-strijdende slachtoffers, die der bombarde menten, de Joden, de gijselaars, die stierven in de concentratie kampen, zijn de slachtoffers van het niet waar maken van deze idealen. En daarom alleen al is het de taak en de plicht van ons, overle venden, om de verwezenlijking van die idealen naar beste krach ten te helpen bevorderen. Wij zullen ons dus moeten be zinnen op onze taak in deze tijd. In de tien jaren, verlopen sinds 1945, zijn zij, die gedacht hadden de wereld, Europa, Nederland teru.g te vinden als vóór het uitbreken van de wereldbrand, wel voorgoed van die waan gene zen. Enorme veranderingen, zowel in Europa als in Azië hebben van de wereld van vóór 1940 niet al te veel overgelaten. De schok van 5 jaren oorlog bleken vele ogen schijnlijk nog hechte bouwsels te hebben ondermijnd. Grote ver schuivingen vonden plaats. En ten slotte vond de na-oor- lc,gse wereld zichzelve terug, ver deeld in twee kampen: het ijze ren gordijn en het bamboegordijn trokken dicht. Wij Nederlanders, hebben het niet genoeg te schatten voorrecht te leven op dat deel van de aar de, dat de „vrije wereld" wordt genoemd. Wil de eretitel „vrije wereld" waarlijk verdiend zijn, dan zal er nog veel moeten gebeuren. En voor die vrije wereld vielen de doden uit de tweede wereldoor log. Het is hün opdracht, dat wij onszelf steeds weer zuilen afvra gen: Doen wij waarlijk alles om onze kinderen de ellende van nog een oorlog te besparen? Respecteren wij waarlijk en overal de fundamentele men selijke rechten? Doen wij al het mogelijke om de economische en sociale vooruitgang te bevorderen? Om de landen werkelijk meer tot elkaar te brengen? Ik geloof het niet, dat wij in vólkomen oprechteheid deze vra gen kunnen beantwoorden. Maar dan zijn wij in gebreke gebleven jegens hen, die wij vandaag her denken. Nu weet ik wel, dat het in de loop der laatste jaren vóór alles noodzakelijk was, dat de vrije we reld zich weerbaar maakte om paraat te zijn als ooit weer een aanslag op haar vrijheid zou wor den ondernomen. De gevallenen hebben hun le ven niet gegeven om alleen maar een in twee militaire kampen ver deelde wereld tot stand te doen komen. Pas wanneer op economisch, op sociaal en op cultureel gebied eenzelfde weerbaarheid is be reikt, zal er iets van de schuld jegens de gevallenen zijn inge lost. Dan zullen wij waarlijk die vrijheid hebben verkregen, waar voor zij hebben gevochten. Dit alles geldt voor alle landen, maar laat mij het nog een ogen blik mogen toespitsen op ons eigen land. Nederland is thans, tien jaren na de oorlog, in tal van opzich ten inderdaad wonderbaarlijk herrezen. Dank zij de inspanning van geheel ons volk, dank zij tal van vrijwillig aanvaarde beper kingen leven wij thans weer in omstandigheden, die bij het ein de van de oorlog een onwerkelijk sprookje leken. Wij mogen dat in grote dank baarheid constateren. Maar laten wij ons door wat bereikt were vooral niet in slaap laten wiegen. De hoogconjunctuur kan om slaan. De internationale situatie kan altijd snel veranderen. Zowel het een als het ander moet ons paraat vinden. Internationaal zullen wij meer open moeten staan voor samen werking met al die volken, die gelijkgerichte idealen nastreven. Aan ons de taak om naar ver mogen mede te werken aan een positieve éénwording. Laten wij het voorbeeld geven aan de an dere landen. Onze gevallenen streden zy aan zij met andere nationaliteiten voor één ideaal. De na-oorlogse generatie zaï voor hetzelfde ideaal ook moeter optrekken met allen, die van goe de wille zijn. Nationaal geldt precies hetzelf de. Ik schetste al de betrekkelijke welvaart, waarin Nederland weer verkeert, doch verbond er de waarschuwing aan, dat een om slag kan komen. En ook op dit ogenblik trou wens blijft er nog veel te wensen. Nog zijn er sociale spanningen. Nog drukt loodzwaar het woning probleem. Nog is er veel te vaak de onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden. Waarlijk, ieders hand vindt nog genoeg te doen. Maar laat ons dat doen, ook en juist op het na tionale terrein, in eenheid doen. Zij, die in de oorlog vielen voor hun ideaal, vroegen niet naar rang of stand of politieke over tuiging. Samen stonden én vielen zij voor één groot doel. We zijn dat óók verschuldigd dit mag ik misschien hier in lassen aan diegenen, die de strijd weliswaar overleefden, maar die nu teleurgesteld ietwat afzijdig staan, omdat heel veel zo anders gelopen is dan zij hadden verwacht en gehoopt. Laten zij beseffen, 'dat ook hun gesneuvelde vrienden gedurende de strijd hun ogenblikken van wanhoop, hun gevoelens van uit zichtloosheid hebben gehad. En tóch gaven zij de strijd voor hun ideaal niet op. Tien jaar bevrijding Hoe lang lijken oorlog en ver zet al weer geleden als wij ons realiseren, dat voor onze kinde ren van 15 jaar en jonger dit al les niet veel meer is dan bladzij de zoveel uit het geschiedenis boek. Juist ook om hun iets duidelijk te maken van 'wat in de moeilijke jaren door zovelen werd gepres teerd en wat hen bewoog, zullen wij door ónze daad hün taak ten einde moeten brengen. Wij herdenken onze doden. Hier bij de monumenten op de erebegraafplaatsen in de voormalige concentratiekampen. Met een variatie op de Vlaam se dichtregel kunnen wij zeggen: Hier liggen hun lijken als za den in het zand,] hoopt op de oogst, o Nederland! Aan ons de taak om met God's hulp die oogst voor Nederland binnen te halen".

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1955 | | pagina 1