Grote uitslaande brand in het Paleis aan het Noordeinde
Nationale Adviesraad der Ver. Staten
Frankering by Abonnement: Terneuzen.
WOENSDAG 19 MEI 1948.
Amer. „eisen" inzake devaluatie van
Europese valuta's
Mr. Van Kleffens
voor de enquête-commissie
regeringsbeleid 1940-1945
©e IccslntiJ an Salcslina
RAPPORT
Prijs en afzetregeling
van stro
Geen hoop voor de oude
stad van Jeruzalem?
WEERSVERWACHTING
meéegedeeld door het K.N.M.I.
te De Bilt, geldig tot Woens
dagavond.
Zelfde weerbeeld.
Droog en over het algemeen
zonnig weer, met iets lagere
temperaturen dan gisteren.
Meest matige wind tussen
Noord en Oost.
4de Jaargang No. 809-
Verschijnt dagelUta - Hmkkery N.V. Firma P. J. van de Sande - Terneuzen
A dvertentleprfla
per mm 10 ct.; minimum
per advertentie f 1,50*
fnzending advertentie*
tot des namiddags 4 uur
Rubriek kl. advertentie*}
i regels 60 et.; Iedere
regel meer 12 cent. Ver
melding: Brieven onder
nr. Bureau van dit Blad
10 cent meer.
Abonnementsprijs 3,25 per kwartaal
Ehren na half vier Dinsdagmid
dag is een uitslaande brand uit
gebroken in het Koninklijk Paleis
aan het Noordeinde.
Direct ia de Haagse brandweer
met groot materiaal uitgerukt.
Be brand! is vermoedelijk ont
staan, doordat schilders bezig
waren oude verf af te branden.
De brand is uitgebroken op de
bovenste verdieping van het Pa
leis. Aanvankelijk kreeg men de
indruk slechts te doen- te hebben
met een binnenbrand, doch bin
nen de kortst mogelijke tijd, mede
door de vrij sterke wind, die er
stond, sloegen de vlammen aan
alle kanten naar buitén.
Vooral aan de achterzijde van
net Paleis is het dak een bran
dende vuurzee. Van alle kanten
stroomde het publiek naar het
Noordeinde, te voet en per flets.
De rookontwikkeling is zodanig,
dat men van vrij grote afstand
reeds iets van de brand kan zien.
Nader vernemen wij,, dat om
tien minuten voor vier Prins
Berahard bij de brand arriveerde.
De brandweer laat aanvullend
materiaal aanrukken. Direct is
men begonnen met het inveilig-
beid brengen van de inventaris
van het Paleis.
i* de nabijheid van het Paleis
was de hitte vrijwel onverdraag
lijk.
üfit Kon. Paleis Noordeinde
werd in 1533 door een particulier
gebouwd en in 1584 door de Sta
ten van Holland aan Louise de
Coligny, de weduwe van Prins
Willem I, ten geschenke gegeven.
Daarna kwam het door erfenis In
bezit van de Pruisische Koningin,
die het tot woning van de Duit
se gezant bestemde, terwijl later
het gebouw door de Weduwe van
Prins Willem V met andere be
zittingen van het Huis Oranje
werd aangekocht. In 1795 werd
het Staatsdomein, doch na het
herstel onzer onafhankelijkheid
weer het eigendom van het Huis
van Oranje en sindsdien werd het
steeds door de Koninklijke Familie
bewoond. De laatste restauratie
dagtekend van 1891, De Indische
zaal, geschenk van de bevolking
der Overzeese Gewesten, hij het
huwelijk der Koningin, werd in
1907 bijgebouwd. Zoals hekend re
sideerde H.M. de Koningin de
laatste jaren niet meer in het Pa
leis. Het werd feitelijk alleen nog
bfl plechtige ontvangsten inge
schakeld.
Nog steeds breidt de brand zich
momenteel uit. Van 't dak is niet
veel meer over en men begint te
vrezen voor de beide zijvleugels.
Er wordt koortsachtig door brand
weermannen en militairen ge
werkt, om de inboedel naar bui
ten te brengen.
Z.K.H. Prins Bernhard gaf bier
bij zelf de nodige instructies. Nog
steeds rukt nieuw materiaal van
de Haagse brandweer uit.
Het plafond van de balzaal ge
raakte eveneens in brand. Alle
voorwerpen van waarde, evenals
de kunstschatten heeft men kun
nen redden.
Om even half vijf waren aan de
voorzijde van het Paleis geen uit
slaande vlammen meer waar te
nemen.
Toen te kwart over drie bleek,
dat de onder het brandende dak
gedeelte liggende achterkamers
van het. middengedeelte van het
Paleis bedreigd werden (de zolde
ringen waren toen reeds op enige
plaatsen aan het doorbranden)
werd het raadzaam geacht de
zich daar bevindende kunstvoor
werpen en het meubilair in veilig
heid te brengen, waartoe de poli
tie de hulp inriep van een aantal
militairen en marechaussees,
waarbij zich vele burgers voegden.
Aldus gelukte het, met vereende
krachten hier vrijwel de gehele in
ventaris te redden.
Omstreeks 16.00 uur Werd het
verblijf in dit gedeelte te gevaar
lijk en gelastte het brandweerper
soneel de ontruiming ervan. Inder
daad stortte even later onder don
derend geraas de zoldering van de
in het linker gedeelte gelegen bal
zaal naar beneden.
Reeds van verre af kon men
boven het centrum der stad een
grote goor-gele rookkolom zien,
die door de Noordoostenwind in
sdhain opwaartse richting omhoog
werd gedreven. Op alle bruggen
en pleinen stonden mensen en
ook uit de ramen hingen velen en
van mond tot mond werd gezegd:
./Het Paleis staat in brand". Een
der schilders heeft naar het voor
lopig onderzoek heeft uitgewezen,
met een steekvlam zitten werken.
Op de binnenplaats van het Pa
leis stond een lange rij van per
sonen, burgers en militairen, en
zo gaf men elkaar de verschillen
de voorwerpen door, zoals vazen,
stoelen, tapijten, schilderijen enz.,
die uit het brandende middenge
deelte werden weggedragen
Ongeveer het gehele brandweer
materiaal uit Den Haag was bij
het blussingswerk betrokken en
o.m. ook een brandweerwagen uit
Westzaan, die toevallig passeerde
en op weg was naar de brand
weertentoonstelling op Houtrust.
Met donderend geraas komen
nog steeds grote stukken van het
plafond naar beneden. De brand
woedt het hevigst in de grote
balzaal. De andere vertrekken in
het middengedeelte hebben zeer
veel te lijden van het water.
Om kwart vóór vijf is het dak
met de plafonds van de bovenste
en de eerste verdieping, welke
boven de grote ingang zijn ge
legen, ingestort.
De grootste kostbaarheden schij
nen thans in veiligheid te zijn,
zoals tapijten, edelsmeedwenk
enz.
Toen de brand hevig op de
bovenste verdieping van het Pa
leis woedde, werd onder degenen,
die de brand gade sloegen, waar
bij een aantal journalisten, de
vraag gedaan om de kostbaar- 1
heden van het Paleis mede in
veiligheid te willen brengen.
Onmiddellijk begaven zich de
vrijwilligers de linkervleugel van
het Palels in. waarna zij in al
lerijl begonnen schilderijen, meu
belen, kostbare vazen, kleding
stukken enz. in de tuin van het
Paleis neer te leereen. Aan de
achterzijde bevond zich ook Z. K.
H. Prins Bernhard, die het blus
singswerk gade sloeg. Nadat de
voornaamste kostbaarheden uit
de linkervleugel in veiligheid wa-
ren gebracht, vormden de vrij
willigers een lange keten en gaven
elkander zo het kostbare servies
werk door. Uit de ramen van de
bovenverdieping werden kleren
en beddengoed naar omlaag ge
worpen. De rookontwikkeling is
nog zeer aanzienlijk. De balzaal
is nagenoeg uitgebrand en de
bovenste verdieping verwoest.
Hoewel men thans aanneemt,
dat de brand gelocaliseerd is, be
staat er nog steeds gevaar voor
uitbreiding, doordat enige dak
spanten waarschijnlijk nog naar
beneden zullen komen. De Indi
sche kamer met het vele fraaie
houtsnijwerk gelegen nabij de
grote halzaal, die door brand ge--
heel verwoest is, loopt ook gevaar.
Om vijf uuur zijn de militairen
en matrozen vertrokken.
In de gangen van het Paleis
staat het water wel 10 cm hoog
en al degenen, die bij de blus-
sings- en reddingswerkzaamheden
zijn ingezet, moeten door het wa
ter waden.
Het gehele plafond van de gro
te balzaal ia naar beneden ge
komen. Men vreest nu ook, dat
de spanten van het dak van het
midden-gedeelte naar beneden
zullen komen en op de nog bran
dende vloer van de balzaal te
recht zullen komen. Hierdoor zal
waarschijnlijk de vloer van de
balzaal doorzakken. Daarom is
de grote vestibule van het Paleis
ontruimd. Met grote pieken
steekt men thans gaten in het
plafond van de vestibule om daar
door het water naar beneden te
laten komen, waardoor de druk
op de vloer van de balzaal ver
minderd zal worden.
De brand is ontstaan in het
dak van de linkervleugel. Daar
waren enige schilders bezig met
het afbranden van de daklijsten.
Daarbij is op een gegeven ogen
blik tussen de zinken laag en het
plafond een brandje ontstaan
waar zij echter niet bij konden
komen. Men dacht aanvankelijk,
dat het niet zo erg was, doch toen
het vuurtje zich iets uitbreidde,
maakten de schilder^ een gaatje
om bij het vuur te kunnen komen.
Hierdoor kon ook de wind aan
het vuur komen, dat direct werd
aangewakkerd en waardoor het
gehele plafond spoedig in brand
stond.
Om zes uur kon men met vrij
grote stelligheid aannemen, dat
de brand in het Paleis Noord
einde bedwongen was.
De grote balzaal op de eerste
verdieping van het midden-voor-
gedeelte is geheel verwoest, even
als de gehele bovenste verdieping
die als een veter is uitgebrand en
ingestort. Op deze verdieping
huisde personeel. Vleugels en
achtergedeelte van het Paleis
hebben grote waterschade gekre
gen.
De Paleistuin bletk een opslag
plaats van meubelen, beeldhouw
werken, schilderijen, vitrines en
lichtomamenten. Statieportretten
en allegorische voorstellingen la
gen of stonden tussen rollen tapn-
ten, sofa's, stoelen en tafels tus
sen rozenbedden op de gazons en
vele rappe en voorzichtige han
den pakten de kostbaarheden in
dekens en laadden ze op vracht
auto's. De Paleistuin en naaste
omgeving werden streng bewaakt
door rijkspolitie, marechaussée en
rechercheurs in burger. Een ge
zelschap journalisten, dat in de
gelegenheid werd gesteld een be
zoek aan de Paleistuin te bren
gen, werd na afloop volgens de
regelen van de kunst gefouilleerd,
zoals trouwens iedereen, die de
tuin verliet. Men was vooral be
vreesd voor souvenirjagers.
Om 8 uur was de brand geheel
geblust.
Naar aanleiding van het Reu-
terbericht inzake een mededeling
van de Amerikaanse Nationale
Adviesraad, dat de Verenigde
Staten van de landen va.n het
plan-Marshall zouden „eisen" een
devaluatie van hun valuta in.
overweging te nemen, .vernemen
wij van welingelichte zijde, dat in
dien bedoeld bericht juist zou zijn
en er dus eventueel aan de lan
den, welke aan het plan-Marshall
deelnemen eisen op monetair ge-
De Nederlandse ambassadeur te
Washington, Mr. E. N. van Klef
fens, Is gisterenmiddag in het ge
bouw der Tweede Kamer gehoord
door de enquête-commissie rege
ringsbeleid 1940,1945.
Het verhoor liep over: de wijze,
waarop in de Ministerraad het
besluit tot het overbrengen van
de zetel der regering naar het
buitenland is tot stand gekomen
en de daaraan gegeven uitvoe
ring; de opvattingen, waardoor de
opvolgende kabinetten en hun
leden zich hebben laten leiden ten
aanzien van de voortzetting van
de oorlog en de Nederlandse deel
neming daaraan; het aftreden va.n
Jhr. Mr. D. J. de Geer, als Minis
ter van Algemene Zaken en van
Financiën en als voorzitter van
de Raad van Ministers en de aan
Jhr. De Geer verstrekte opdracht
voor een reis naar Nederlands-
Indië en het falen daarin, als
mede de wijze, waarop hij naar
Nederland heeft kunnen terug
keren.
bied zouden worden gesteld, het
in Nederlandse kringen niet
waarschijnlijk wordt geacht, dat
dergelijke voorwaarden ook aan
Nederland zullen worden gesteld.
Uit de besprekingen, welke van
Nederlandse zijde naar aanleiding
van de Amerikaanse hulpverle
ning aan Europa tot dusverre
met de Amerikaanse autoriteiten
zijn gevoerd is steeds de conclu
sie naar voren gekomen, dat een
eventuele valuta-devaluatie in het
kader van het plan-Marshall in de
eerste plaats zou moeten gelden
voor o.m. Frankrijk, Italië en
Grieken! and.
In officiële kringen weigert men
commentaar te verstrekken om
trent het verslag dat eergisteren
door de Amerikaanse nationale
adviserende raad ia voorgelegd
aan President Truman en waarin
gewezen wordt op de noodzake
lijkheid van de devaluatie der
munten van sommige Europese
landen, die deelnemen aan het
plan-Marshall.
De Britse pers brengt Dinsdag
ochtend de hoofdbestanddelen van
dit verslag en stipt aan dat, vol
gens de opvattingen van de on
dertekenaars van dit verslag een
muntaanpassing in Europa' een
der voorwaarden van de Ameri
kaanse hulpactie is.
Een woordvoerder van het
Britse Ministerie van Financiën
verklaarde in verband hiermede-
„Wij menen niet dat dit verslag
het pondsterling beoogt. Herhaal
delijk hebben wij onze oositie in
zake devaluatie te kennen ge
geven en ik meen dat het over
bodig is te herhalen dat de Brit
se rggermg geenszins voornemens
is het pond ten opzichte van de
dollar te devalueren".
Naar de nationale adviesraad
het voornaamste orgaan, dat
de Amerikaanse economische po
litiek bepaalt heeft medege
deeld, zullen de V. S. van de lan
den van °t plan-Marshall „eisen"
een devaluatie van hun valuta In
overweging te nemen, indien de
V.S. dit noodzakelijk achten. In
een door President Truman aan
het congres gezonden rapport
verklaart de raad, dat de V. S.
van deze landen zullen eisen met
het internationale monetaire fonds
overleg te plegen t.a.v. een wijzi
ging van hun wisselkoersen, in
dien de V. S. de koersen te hoog
vinden. Enige wijzigingen in de
wisselkoersen (devaluatie van va
luta) zouden misschien in de naas
te toekomst aangebracht moeten
worden, aldus het rapport. „De
wisselkoersen van sommige Euro
pese landen zullen tijdens de duur
van het Europese herstelprogram
aangepast moeten worden. Deze
aanpassing van de wisselkoersen
kan niet voor alle landen tegelij
kertijd geschieden", zo verklaart
de raad in zijn rapport. Het zegt
verder, dat het monetaire fonds
en de wereldbank „in de goede
richting" gaan en e raad het niet
nodig vindt het charter van een
der instellingen thans te wijzigen.
Er wordt echter aan toegevoegd,
dat de V. S. op het ogenblik geen
geld meer aan het fonds dienen
te verstrekken.
Een woordvoerder van de na
tionale adviescommissie heeft naar
aanleiding van een interpretatie
van de mededelingen van de raad,
dat de V. S„ indien een land zou
weigeren tot wijziging van ziin
wisselkoersen over te gaan, het
zouden bedreigen met inhouding
van de Marshall-hulp, verklaard,
dat deze interpretatie „volstrekt
overdreven" was.
In officiële kringen in Was
hington wordt het Britse pond,
dat thans gewaardeerd wordt op
iets meer dan 4 dollar, beschouwd
als een van de Europese valuta,
die voor een eventuële devaluatie
in aanmerking zou kunnen ko
men. In de laatste maanden
hebben Frankrijk en Italië maat
regelen genomen om hun valuta
ten opzichte van de dollar te de-
valuëren.
Het bestuur van het Bedrijf
schap voor hooi, stro en ruwvoe-
der, heeft besloten met betrek
king tot stro van oogst 1948,
geen prijs- en afzetregeling in het
leven te roepen, met dien ver
stande, dat ten aanzien van de
stroverwerkende industrie, wat de
te ontvangen hoeveelheden be
treft, beperkingen kunnen worden
opgelegd.
Dit besluit behoeft nog de
goedkeuring van hogere instan
ties. Wat betreft het stro van de
oogst 1947, blijft de geldende prijs-
en afzetregeling onverminderd
van kracht.
Het Arabische hoge bestuur
meldt, dat de Palestijnse Arabie
ren Ramleh nabij het vliegveld
Lydda hebben veroverd. Dit be
richt is nog niet dbor andere
bronnen bevestigd.
Volgens onbevestigde berichten
uit Amman hebben de in de oude
stad van Jeruzalem ingesloten
Joden, ten getale van ongeveer
1000, zich aan de Arabieern over
gegeven.
Te Bagdad wordt medegedeeld,
dat de Iraakse troepen in Pale
stina de Joodse nederzetting Ges-
jar, ten Zuiden van het meer van
Galilea hebben bezet.
Nader wordt gemeld, dat er
géén Joodse luchtaanval op het
vliegveld nabij Cairo is uitge
roerd. Het betrof een oefening
van de Egyptische luchtmacht in
de buurt van Cairo. Een Egyp
tisch toestel werd door het Egyp
tische afweergeschut van het
vliegveld Helipolls nabij Cairo tot
landen gedwongen, daar het geen
antwoord gaf op radio-signalen.
Reuter geeft het volgend over
zicht van de fronten in Palestina,
gebaseerd op de laatste berichten
van Arabische en Joodse zijde
Het Zuidelijk front (Egyptena-
den)Er is geen nieuws omtrent
de Egyptenaren die in Noordelijke
richting langs de kust optrekken,
sedert zij, naar 24 uur geleden ge
meld werd, de plaats Majdal. ten
Noorden van Gaza en 56 km van
Noorden van Gaza en 56 km van
Tel Aviv, hebben veroverd.
Volgens onbevestigde berichten
uit Cairo trekken de Egyptische
troepen landinwaarts op en heb
ben zij Reersjeba, aan de weg naar
Jeruzalem, bezet.
Het Oostelijk en centraal front:
Troepen van het Arabische legioen
nemen vooruitgeschoven posities
in in de heuvels van Judea en zijn
binnen gezichtsafstand van Tel
Aviv. Naar gemeld wordt, zij,n
50.000 man aan Joodse troepen
rondom Tel Aviv geconcentreerd.
De Arabieren belegeren nog steeds
1.300 Joden in het oude deel van
Jeruzalem en beschieten dit stads
deel met artillerie. Iraakse strijd
krachten, die tijdens het weekein
de de Jordaan zijn overgetrokken,
melden de Joodse nederzetting
Gesjhar, ten Zuiden van het meer
van Galilei, te hebben veroverd.
Het Noordelijk front: De Haga-
nah meldt, dat Acre zich aan de
belegerende Joodse troepen heeft
overgegeven. Er is geen nieuws
over de Libanese troepen, die van
het Noorden uit Palestina binnen
rukken.
Het Noordwestelijk front: Er is
geen nieuws over de vorderingen
der Syriërs, die melden dat zij
Tiberias en Joodse nederzettingen
11 j J*ei uit de lucht hebben aan
gevallen.
Jeruzalem bezet.
Volgens een communiqué van
het Arabisch legioen is dit de
oude stad van Jeruzalem binnen
getrokken en heeft het de Joodse
wijk ingenomen. Een andere groep
van het Arabische legioen is naar
de Noordzijde van Jeruzalem ge
trokken, terwijl artillerie op een
de stad beheersende punt is Ge
plaatst.
Alle hoop. dat de heilige plaat-
s5P...,ln Jeruzalem van de strijd
afzijdig zouden blijven schijnt
thans verloren te zijn, nu de
strijdkrachten van de Haganah
pogingen in het werk hebben ge
steld om de binnen de muren van
oe oude stad door de Arabieren
ingesloten 1300 Joden te redden.
De Joodse strijdkrachten zijn
naar de Jaffapoort opgerukt met
pantserwagens onder hevige be
schieting door de Arabieren; die in
2e, Uren.s en °P de muren posities
hebben ingenomen.
De 1300 Joden in de stad zijn
omsingeld door 15.000 Arabieren
en dezen worden op hun beurt in
gesloten door de Joodse strijd
krachten buiten de oude stads
muren. terwijl deze laatste Joodse
ruig weer van de buitenwereld is
afgesloten door de Arabieren, die
de gehele stad omsingeld hebben.
De leden van de wapenstil-
standscommissie van de V. N.
pogen nog steeds, in samenwer
king met het Rode Kruis, een
wapenstilstand tot stand te bren
gen, door telefonisch contact met
de strijdende partijen De Joden
zouden ingestemd hebben met een
gewijzigde versie van het wapen- -
stils tandsvoorstel, volgens het
welk het Rode Kruis de stad zou
neutraliseren, doch de Arabieren
zouden nog wachten op goedkeu
ring van het voorstel door Koning
Abdoellah van Transjordanië, die
zij hun „algemeen bevelvoerder"
noemen.
De Veiligheidsraad kwam o-iste-
avond te Lake Success opnieuw