j
ii
a
•T
1
Debat over de Regeringsverklaring.
SOEKAWATI terug naar
de Oost
Prof. Brouwers over de prijs- en
loonpolitiek.
'1 f
I
NI
DONDERDAG 25 SEPTEMBER 1947.
0E KONINGIN moet rust
nemen
ld
'efl
M A'l
nJ z,
e" ar
ïei u
cir
ie H
ihl
jt
■ij a
U
PI
n
ri
se
er|
ml
n
Frankering bij Abonnement - Tameuzen
WEERSVERWACHTING
medegedeeld door hst K.N.M.I.
te De Bilt, geldig tot Donder
dagavond.
Vrij zonnig.
Wisselende bewolking. Vrij
wel nergens buien meer. Zwak
ke tot matige wind tussen N.
en W. Temperatuur oplopend
tot ongeveer de zelfde waarde
als gisteren.
VRIJE
3de Jaargang No. 614-
Verschijnt dagelijks Drukkerij N.V. Firma P. J. van de Sande Terneuzen
Advertentieprijs;
per mm 10 ct.; minawnsas
per advertent'e X&i,
Inzending ad v er tentljM
tot des namiddags 4 arcr.
Rulbriek kl. advertenttaM
5 regels 60 ct.; iedere
regel meer 12 cent. Ver
melding: Brieven onder
nr. Bureau van dit BlaJI,
10 ct. meer.
Abonnementsprijs 3,25 per kwartaal.
Aan de orde was de beraadsla
ging over de Dinsdag afgelegde
regeringsverklaring in verband
met de ontwikkeling der gebeur
tenis se A zowel op internationaal
terrein als in Indonesië.
De heer Schouten (A.-R.) be
toogt, dat de regering op het
standpunt staat, dat eerst beslis
singen moeten zijn genomen, voor
zij delbat toelaat. Hij vestigt de
aandacht op een artikel van Prof.
Aalheirse in de Maasbode van 3
September, waarin gezegd wordt,
dat de Ministers van de Partij
van de Arbeid zich gebonden
achten aan de besluiten van het
partijbestuur en der fractiever
gaderingen.
Men beimerkt niet, aldus de
heer Schouten, dat men daarvoor
bezig is de grondslagen van het
staatsbestel principieel te wijzi
gen en de positie van de Kroon
te ondermijnen en de Ministers
aan grondwettelijke banden te
leggen.
Vervolgens betoogt, de heer
Schouten, dat de politionele actie
niet in de eerste plaats tegen het
centrum der Republiek gericht
was, dat heeft zich op velerlei
■wijze gewroken.
Spreker is van oordeel, dat de
Veiligheidsraad onbevoegd was
zich met de paak in te laten zo
als hij heeft gedaan.
De redevoeringen van de heer
Van Kleffens in de Veiligheidsraad
hebben sprekers instemming, voor
zover zijn zienswijze is gegeven
omtrent de positie van Neder
land en die van de Republiek.
Verder was er volgens de heer
Schouten geen enkele reden om in
de Veiligheidsraad nog meer aan
nemelijk te maken hoe goed
Nederland het wel bedoelde.
Spr. constateert, dat uit ver
schillende redevoeringen is ge
bleken, dat de inzichten van. wat
men dan de oppositie noemt,
juist zijn en, wÉtt nog belangrijker
is, juist waren.
De uitlatingen der oppositie zijn
nog te zacht geweest.
Spr. merkt op, dat de radio
rede van de heer Vorrink de
meest vernietigende critiek op de
Republiek bevatte. Lakenswaar
dig vindt spr., dat de Regering
op grond var. haar visie zich
heeft overgegeven aan een idee
fixe. Men streefde naar mede
werking met een Regering, waar
mee geen land was te bezeilen.
Dit systeem, dit regime moet
verdwijnen, dat is de taak der
Regering. Eerst dan kan men
komen tot reconstructie en kan
men vrijheid en recht schenken
aan indië.
De Regering biijft streven naar
een gezamenlijke oplossing met
de Republikeinse leiders. Dat
is onjuist. De bevolking moet van
deize Republiek worden verlost.
Ten aanzien der Regeringsver-'
klaring zegt spr., dat deze is te
vergelijken met een dode tak.
Door dit stuk komt niemand tot
het inzicht, van de #hoogst moei
lijke situatie, waarin het Konink
rijk zich bevindt. De verklaring
kan geen bezieling- wekken.
Niemand van wie naar Indië
gaait, staat meer op het stand
punt van de Partij van de Arbeid
of van de C.P.rJ. De volkswil
spreekt thans in een andere rich
ting.
Spr. verwacht, dat de Regering
niet zal overgaan tot instelling
van de centrale organisatie en
het in het leven roepen van het
collegiaal orgaan dan nadat wet
telijke maatregelen ter zake aan
de Staten-Generaal zijn voorge
legd en door gemeen overleg zul
len zijn tot stand gekomen.
De heer Schouten verklaart
zich bereid mede te werken aan
de oplossing van het vraagstuk
der verhouding Nederland en
Indië, als deze in overeenstem
ming is met de rede van 7 De
cember 1942 en de nadere uit
werking daarvan in verschillende
Regeringsverklaringen.
De heer Romme (K.V.P.)
drukt allereerst zijn bewondering
uit voor onze troepen in Indone
sië, die de dank van het vader
land hebben verdiend.
De beheerste houding der troe
pen is volkomen in overeenstem
ming met het doel ervan,, n.l.
een broedervólk bevrijden van de
terreur en medehelpen om de
voorwaarden te scheppen voor de
vrijheid welke in de Koninklijke
rede van 1942 en het programma
van Linggadjati steeds is be
oogd. Vervolgens brengt hij hul
de aan de nagedachtenis van hen
die voor de zaak van het Rijk zijn
gestorven.
De heer Schouten heeft ver
zuimd te verklaren wat hij wel
wil. Spr. zou van de heer Schou
ten gaarne vernemen of hij staat
op het standpunt, dat een beleids
lijn moet worden gevolgd, 'vol
gens welke onder alle omstandig
heden de politionele actie dient
te worden hervat.
De heer Romme stelt vast, dat
door het staken van de actie het
doel van de actie niet werd ge
mist.
Hebben de militaire adviseurs
als hun mening te kennen gege
ven, dat een beperkte actie met
doeltreffend zou wezen; hebben
zij bij hun advies gezegd dat naar
Djocja moest worden opgerukt?
Voor een beoordeling van de
houding- der Regering ten aanzien
der concrete beperking van de
actie zou spr. antwoord op deze
vraag op prijs stellen.
Het rapport der consuls en der
commissie van drie kan verlich
ting brengen. Als lichtpunt ziet
spr. de consolidatie van de bevrij
de gebieden door de kracht der
Indonesiërs zelf die constructief
in plaats van destructief willen
optredenl. r
Als een politionele actie nodig
bij kt, dan wenst spr. dat niet
gelijk te stellen met een vernieti
ging der Republiek.
De heel Romme wenst voorts
verduidelijking op enige punten
der verklaring en vraagt waai
er nu eenmaal gesproken is over
oneingheid in de Regering hoe
haar mening is.
O.m. vraagt spr. nog nadere
verduidelijking wat de Regering
met de vorming van een centrale
organisatie bedoelt.
Spr. meent, dat een voor con
ferentie in Indonesië en een
zodanige voor Suriname en de
Nederlandse Antillen wenselijk
zouden zijn als voorbereiding voor
de Rijksconferentie.
De heer Tilanus (C.-lH.) ver
klaart, dat de Regeringsverkla
ring hem met zorg vervlud heeft
voor de ontwikkeling van het
Koninkrijk.
"Vervolgens betoogt hij, dat de
wereldmening twee jaar vergif
tigd is zonder dat de Regering
er iets tegen ondernam. De heren
Van Mook en Van Kleffens spre
ken thans dezelfde woorden, die
aldus de heer Tilanus wij al
twee jaar gesproken hebben.
Het was in Augustus de zede
lijke plicht der Regering ge
weest oon door te tasten. Als de
Republiek het onze troepen nog
lastig maakt, dan is het nog de
geestelijke en morele plicht der
Regering om door te tasten.
Met welke opdracht is Dr. Van
Mook naar Indië terug gegaan,
met welke opdracht is hij naar
de Verenigde Staten geweest?
De heer Tilanus verklaart
voorts o.m., dat het onjuist is
dat Ministers van de Kroon par
tijvergaderingen bezoeken en daar
mededelingen doen die een zekere
bevrediging hebben gewekt.
De Veiligheidsraad had z.i.
geen recht zich met de zaak in te
laten en naar sprekers oordeel
had Mr. Van Kleffens opdracht
moeten ontvangen in de vergade
ring niet meer te spreken.
Wat zijn de plannen met be
trekking tot Sumatra? De plan
nen voor de vorming- ener centrale
regering dienen naar sprekers
oordeel voorgelegd te worden aan
de Staten-Generaal. Hij zou het
op prijs steil(tn een gespecificeer
de opgave der' kosten van de
Commissie-Generaal te ontvan
gen.
De heer Vonk, (Vrijh.) betoogt,
dat het thans gaat om de redding
van het Koninkrijk. Ook hij
brengt hulde aan de troepen in
Indiël Vervolgens betoogt spr.,
dat de Indische kwestie een zui
ver interne Rijksaangelegenheid
is, zodat van een interventie van
de Veiligheidsraad geen sprake
kon zijn.
Is de Regering voornemens de
raad van Nederlands Indië te
herstellen; dat zou de heer Vonk
zeer toejuichen. Overigens zou
hij gaarne vernemen hoe de Re
gering het collegiaal orgaan ge
dacht heeft.
De heer Vonk betoogt verder,
dat niets gebeurd is, dat enige
oplossing ten aanzien van het
economische vaagstuk kan bren
gen.
Nagelaten is de financieel-eco-
nomische problemen tijdig te
brengen in een staat van practi-
sche oplosbaarheid, door ze voor
te leggen aan het Amerikaanse
„State Department", daar de Ver
enigde Staten de enigen zijn, die
tot hulp iji staat zijn.
Hoezeer er op is aangedrongen,
er is niets geschied. Dit Kabinet
draagt daarvoor de" verantwoor
delijkheid.
De heer Bruins Slot (A.R.) her
innert er aan, dat de Regering
interventie van de Veiligheidsraad
onrechtmatig achtte. Uitvoerig
releveert hij wat er in Lake Suc
cess gebeurd is.
Hij betóoct o.m., dat het stor
ten van bloed door de besluiten
van de Veiligheidsraad en doordat
Nederland zich er aan hield, is
vergroot. Van Kleffens had daar
voor gewaarschuwd. Het optreden
van Nederland in de Veiligheids
raad betreurt de heer Bruins diep.
We hadden er verder het zwijgen
toe moeten doen, meent hij.
De heer De Groot (C.P.N.) zegt
het vreemd te vinden, dat er 1400
aanvallen zouden hebben plaats
gehad in het bezette gebied en
zelfs nog binnen de oude demar
catielijnen.
Men zou zich gaan afvragen,
wie nu eigenlijk bezet wordt.
Het besluit van de Veiligheids
raad brengt slechts tot uitdruk
king, wat zich in werkelijkheid
had voltrokken, het was een rea
liteit. De uitwerkng der militaire
actie, aldus de heer De Groot, is
catastrophaal in de wereld.
De Nederlands-Indische rege
ring heeft slechts chaos kunnen
verwekken in de bevrijde gebie
den.
Spr. waarschuwt er tegen het
militaire avontuur, zoals het in
een vorige vergadering is ge
noemd, een tweede bedrijf te
geven.
Hij vraagt nieuwe grondslagen
voor een politiek accoord met In
donesië te ontwerpen, op grond
van samenwerking in een federa
tieve unie, op grondslag van er
kenning der souvereiniteit. Ver
der wenst hij een volketemmng,
terugtrekking der Nederlandse
strijdkrachten en handhaving der
Commissie-Generaal met aanvul
ling door progressieve figuren.
De beraadslaging over de Rege
ringsverklaring wordt hedenmid
dag te 1 uur hervat.
Woensdagochtend om half 7 is
de Minister-President van Oost-
Indonesië, Tjokorde Gde Soeka-
wati per K.UM.-vliegtuig naar
Cairo vertrokken om van daar uit
de reis naar Indonesië voort te
zetten.
In het restaurant van het vlieg
veld had een redacteur van het
A.N.P. nog gelegenheid enkele
woorden met de Minister-Presi
dent te wisselen. Hij gaf uiting
aan zijn voldoening over zijn ver
blijf in Nederland en zeide: „Ik
heb een prachtige indruk gekre
gen van wat Nederland aan zijn
wederopbouw doet. Ik heb hier
veel gezien en veel gehoord. De
regering heeft alles gedaan om
ons op de hoogte te brengen van
de verhoud1 ngen hier te lande.
Dit heeft er niet weinig toe bij
gedragen, dat wij thans nog dich
ter bij Nederland staan dan vroe
ger reeds het geval was. Nu zul
len wij met spoed gaan werken
aan de juiste vorm van een over
eenkomst, waarover wij het in
principe eens zijns."
Op de vraag, of de Minister-
President bereid was iets te zeg
gen over het ontslag van Minister
Nadjamoeddirr antwoordde hjj
„Laat ons over deze pijnlijke ge
schiedenis maar niet spreker^
T. a. v. de opvolger van Minister
Nadjamoeddin heb ik nog niets
besloten. Daarover moet nog
overleg gepleegd worden. Ik heb
in mijn kabinet 2 Nederlandse
Ministers. De overige leden zijn
allen Indonesiërs.
Zoals U weet zijn in het kabi
net alle bevolkingsgroepen ver
tegenwoordigd. Ik kan U wel
zeggen, dat als opvolger van Nad
jamoeddin naar alle waarschijn
lijkheid een Indonesiër zal worden
aangewezen."
De Minister-President werd op
het vliegveld uitgeleide gedaan
door zijn Minister van Binnen
landse Zaken Anak Agoeng. de
Minister van Financiën M Ha
melink en de secretaris van zijn
kabinet R. C. Kwantus, terwijl
,„Er heerst in brede kringen
van ons volk ontevrelenheid ove;
de gevolgde loon- en prijspolitieK.
De ooerenstand acht zich te kort
gedaan vergeleken hij de handel
en de industrie. Men meent dat
daar veel ruimer wordt gecalcu
leerd en dat men het loon- en
prijsvraagstuk op de rug van de
boerenbevolking wil oplossen. De
oude tegenstelling stad-platte-
land gaat opnieuw een rol spe
len'", aldus sprak de directeur-
generaal voor de prijzen, Prof.
G. Brouwers, gisterenmiddag te
Amsterdam in een algemene ver
gadering van de Algemene Ned.
Zuivelibond.
„Bij de rol van de man, die de
klappen krijgt ondervindt de
boerenstand echter ernstige con
currentie van de middenstand"
vervolgde spreker „wanneer
men de middenstandsbladen leest,
zowel van detailhandel als van
ambacht, dan is het de rug van
de middenstand, waarop de span
ning tussen lonen en prijzen
wordt uitgevochten. De bak
kers zijn er om gaan staken en
in een blad van de loodgieters
wordt gesproken van de wurgen
de greep, die de prijsbeheersing
om de hals van het ambacht legt.
De grote massa der arbeiders
hoort deze betogen met enige
(bitterheid en ongeloof aan.
Ziiten zij niet in de eerste
plaats in het hoekje waar de sla
gen vallen?
Hoe kunnen de boeren, midden
standers en industriëlen nu te
kort komen, wanneer alles zo duur
is, dat practisch geen enkel gezin
kan uitkomen, zelfs al heeft het
een inkomen dat niet tot de laag
ste behoort.
Zo denkt ieder, dat hij als het
er op aankomt de zwaarst getrof
fene is, waarna de gezamenlijke
toorn zich tegen de Overheid richt,
die niemand genoeg geeft en er
om de een of andere onbegrijpe
lijke reden niet voor heeft kun
nen zorgen, dat de gevolgen van
de meest verwoestende oorlog, die
de mensheid gekend heeft, binnen
twee jaar waren opgeruimd. Dit
algemene gevoel van tekort te
worden gedaan uit zich in wrevel
en in dreigen met stakingen,
merkwaardigerwijze in ons land
vooral van de zijde van de-onder
nemers, waarmede wij, als ik het
wel heb, een unicum in de wereld
vormen. Wij leven in een moreel
en geestelijk vacuum, waarin
iedere groep nog slechts oog heeft
voor zijn eigen noden en het
groeps-egcjfeme hoogtij viert.
Prof. Brouwer ging daarop uit
voerig in op de vraag of er ver
schil in behandeling is tussen
landbouw en industrie, waarbij hij
tot de conclusie kwam, dat in de
eerste plaats de boerenstand niet
ongunstiger wordt behandeld dan
de industrie en in de tweede plaats
dat de landbouw er belangrijk
beter aan toe is dan vóór de oor-
log.
„Het is dan ook onze zaak"
aldus spreker „de ter beschik
king gekomen bedrijfsresultaten
eens grondig te bestuderen alvo
rens vèrreikende en voor onze al
gemene prijs- en loonontwikkeling
eventueel fatale beslissingen wor
den genomen.
Enkele onberaden stappen op
het hellend vlak kunnen ons ge
makkelijk in een toestand bren
gen, waarin alles wat tot dusver
is ibereikt weet' ongedaan wordt
gemaakt. Onze algemene econo
mische toestand is uiterst zorg
wekkend. Onze huidige produc
tie, al is die dan belangrijk voor
uitgegaan vergeleken met de toe
stand, waarin wij ons tijdens de
oorlog- bevonden, is niet slechts
veel te laag, zij kan alleen ge
handhaafd worden, wanneer wij
er op de een of andere wijze ;n
slagen binnen afzienbare tijd het
gat in onze betalingsbalans te
dichten. Onze export van goede
ren en diensten is in de verste
verte niet voldoende om daaruit
de «importen te betalen, die wij
voor onze voeding en voor de
aankoop van grondstoffen om
onze landbouw en industrie
draaiende te houden, nodig heb-
namens de Nederlandse regering
aanwezig waren Kolonel W. J. V.
Gulik, ohef van de militaire afde
ling van het departement van
Overzeese Gebiedsdelen en de
secretaris-generaal van dit dep.,
J. Kivedon.
ben. Wij leven van de hand in
de tand, afhankelijk van credie-
ten, die wij met veel moeite los
kunnen krijgen. En hoe denkt
men, dat deze credieten ons wor
den verleend? Zolang men de
overtuiging heeft, dat wij met
taaie volharding de voorwaarden
vervullen, die nodig zijn om ons
economisch leven weer eens, en
dat binnen niet al te lange tijd, op
poten te zetten, zodat wij in staat
zijn onze schuld terug te betalen.
En wat zijn deze voorwaarden
In de eerste plaats een stabiel
prijs- en loonniveau, dat de sociale
rust verzekert en dat het bedrijfs
leven in staat stelt op een vaste
basis zijn plannen te volvoeren
voor de opvoering van de produc
tie en de uitbreiding van onze in
dustrie. Wanneer die stabiliteit
niet is gegeven, wanneer de lonen
en prijzen elkaar achterna lopen,
dan kan van opvoering der pro
ductie geen sprake zijn.
Dan komt 0ns economsch leven
op de duur tot een stilstand, zo
als het voorbeeld in andere lan
den leert. Doch niet alleen een
stabiel prijs- en loonniveau, ook
een laag prijs- en loonniveau is
nodig, teneinde ons te kunnen
staande houden in de bandeloze
concurrentie, die spoedg over de
wereld zal losbreken. En dat kun
nen wij slechts wanneer wij goed--
koop zijn.
Wij staan voor uiterst zware
beslissingen aldus Prof. Brou
wers waarin ieder offers moet
brengen en zich beperkingen moet
opleggen. Wij moeten een vaste
lijn trekken en die vaste lijn is
nog steeds deze: de lonen con
stant en de prijzen zoveel mogelijk
naar beneden.
Meent men om welke reden dan
ook, dat dit niet volledig houdbaar
is, zodat het niveau toch iets ho
ger moet worden gesteld, dan
moet ook de schatkist er beter
van worden. Maar vanaf dat punt
zal dan ook aan elke verhoging
een onverbiddelijk halt moeten
worden toegeroepen.
Het is nodig aldus besloot
Prof. Brouwers dat niet ieder
bang is, dat hij slechter behandeld
wordt dan een ander, maar dat
ieder, verenigd in zijn organisa
tie, zijn deel draagt in de offers
en de verantwoordelijkheid, die
het huidige moment van ons
vraagt.
H. M. wenst sobere viering
van haar jubileum.
Na een verblijf op de Ruigen-
hoek, waar Hare Majesteit gedu
rende tien dagen herstel van ge
zondheid heeft gezocht, heeft de
Koningin, die Woensdag de Land
bouwtentoonstelling te Leeuwar
den heeft bezocht, wederom Haar
intrek op Het Loo genomen.
Toen Hare Majesteit aan het
begin van deze zomer Haar voor
nemen te kennen gaf om zes
weken vacantie te nemen, hoopte
Zij in de loop van September weer
geheel uitgerust Haar arbeid te
kunnen hervatten.
De uitzonderlijke warmte en de
vele noodzakelijke gebleken on
derbrekingen van deze rustperiode
maken, dat de Koningin Zich nog
zeer vermoeid voelt en Zich op
nieuw genoopt ziet rust te nemen.
In verband hiermede en met het
oog op thans reeds binnenkomen
de verzoeken, vacht de Koningin
het gewenst er reeds nu de aan
dacht op te vestigen, dat nog niet
gezegd kan worden of, en zo ja,
welke plechtigheden naar aanlei
ding van Haar Regerings jubileum
Zij met het* oog op Haar leeftijd
en gezondheid zal kunnen mede
maken.
Het is overigens de wens van
de Koningin, dat Haar aanstaand
jubileum in soberheid zal worden
gevierd en dat daarbij het maken
van grote onkosten zal worden
vermeden. Men zal er de Konin
gin een persoonlijk genoegen mee
doen de gelden, die men aan de
jubileumfeesten ten koste zou wil
len leggen, te gebruiken ter leni
ging van de noden hier te lande
en in Indonesië.
De President van Argenti
nië, Peron, heeft voor een menig
te van 50.000 personen een de
creet voorgelezen, waarbij aan
vrouwen politieke rechten worden
verleend.
r ti
au el
lej
ge ir
n
3ir
>ei
.ló
lit
-el ncfl
dl
tel
ml
n<j
mi
"dt
ïdl
•n 'rel
ig
Ga
.dal
ze
'a
ill'
•ac
e» io
ri uitl
va' el<|
Uit
m. 79|
n lus
)df ire
l 1 ide
tei,
ft f
X)Ij
e
Ga
lel >or
uvf O-V
te:
ie
itj
h-
te
w
at I
ivoa
orlf
i'
lie
Mq
le\
an
n
Ier
<e:
ar
n
de st<
I
VI
vel
in
?eil
•r
be
>e|
«na
a n
ZJ
rz
rol
tori
Till
efl
c aj SSl
A«'
Diri
aai
3izf
iri
F