Koopt en laat werken by hen die adverteeren in DE VOLKSWIL, Zelandia in razernij. Gewestelijk Nieuws. Landbouw. Van alles wat. zal honderden en duizenden jaren du ren, en een honderdtal en een duizend tal jaren zullen de weerkaatsing en de echo niet tot zwijgen brengen. Zeg toch niet: ,,'tls maar een kind!" Zeg liever: ,,'t is maar een onsterflijk we zen 't Is maar een meesterstuk van Jehova, 't Is maar een wezen dat lan ger zal leven dan de zon en de maan en de sterren, en dan millioenen eeuwen in de vierde macht. De Heer onze God heeft eindelooze hulpmid delen, en Hij kan geschenken van groote waarde geven maar wanneer Hij aan een huishouden het kostbaarste geschenk wil geven, dat Hij met mo gelijkheid geven kan, dan ziet Hij al de werelden rond, en al de heelallen, en dan geeft Hij aan dat huishouden een kind. Het grootste geschenk, dat God ooit aan onze wereld gegeven heeft, gaf Hij haar ongeveer 1900 jaar geleden, en Hij gaf het in een Kerst nacht en het was van zóó groote waarde, dat de hemel zich haastig opmaakte en nederkwam, en door de wolken henendrong, om het te bezien. Ja, door alle eeuwen heen heeft de Heer onze God de Kindsheid geëerd. Hij maakt dat bijna elke schilderij een mislukking is, als er niet een kind op is voorgesteld, hetzij spelende op den vloer of naar buiten ziende door het venster, of zittende op den schoot zijner moeder en met een blijden glimlach naar haar lachend gelaat starend. Het was een kind in Naaman's keu ken, dat aan den grooten Syrischen krijgsoverste verhaalde, werwaarts hij zich kon wenden om genezen te wor den van zijne melaatschheid, die bij zijne zevende onderdompeling in de Jordaan achterbleef op den bodem der rivier. Het was op de wieg van biezen waarin een kind was gelegd, in slaap geschommeld door den Nijl, dat de Heer onze God de aandacht der we reldgeschiedenis vestigde. Het was een ziek kind, dat de genezende ontfer ming van den Christus opwekte. Het was een kind, dat Christus in het midden der twistende discipelen plaat ste, om hun de groote les van oot moed en nederigheid te leeren. Er wordt ons verzekerd, dat de wolf en de luipaard en de leeuw eenmaal zóó volkomen getemd zullen worden, dat een klein kind ze zal kunnen leiden. Een kind was oorzaak van de beslis sing bij Waterloo, door aan de troepen van Biucher te wijzen, hoe ze een korteren weg door de velden konden inslaan, terwijl als de oude weg gevolgd ware geworden de Prui sische generaal te Iaat op het strijd- tooneel zou zijn verschenen, om het lot en de toekomst van Europa te redden. Het was een kind, dat de beslissing gaf bij Gettysburg, in den grooten burgeroorlog tusschen Noord- en Zuid-Amerika hij had twee generaals der Geconfedereerden beluisterd bij een onderhoud, waarin zij besloten naar Gettysburg op te rukken, inplaats van naar Harrisburg, en zoodra dit gewichtige nieuws aan den gouverneur Curtin was overgebracht, begaven de troepen der Federalen zich op weg, om bij Gettysburg hunnen tegenstan ders het hoofd te bieden. En het kind van den huidigen dag is bestemd om al de groote veldslagen te beslissen, om al de wetten te maken, om alle toekomsten te verwezenlijken, en om heil of verderf over de wereld te bren gen. Mannen, vrouwen, natiën, heel de aarde en heel de hemel, aan schouwt het kindIs er wel ooit fluweel geweest, dat zoo zacht is als een kinderwang? Is er wel ooit een hemel zoo blauw geweest als een kinderoog? Is er wel ooit muziek gehoord, die zoo lieflijk klonk als een kinderstem Is er wel ooit een pluim bos, zoo golvend, als het haar van een kinderhoofd TALMAGE. —O Dit blad ontvangt geregeld Brieven uit het 4e district. Nu zijn die zelden anders dan scheldpartijen en verdacht makingen, waarom we er geen aan dacht aan schenken, doch deze keer maakten we hierop eene uitzondering, omdat we nieuwsgierig waren, of er ook zou worden geschreven over de rede van den afgevaardigde van Oostburg over den toestand van ZeeuwschViaanderen en over eene Rijks Hoogere Burgerschool te Ter Neuzen. Wel werd over die rede gesproken in Zelandia van 23 December, doch alleen over het deel der Burgerschool te Ter Neuzen. Dit deel werd in dat blad besproken op een zoodanig ka- rakterlooze wijze, dat deze ons eene walging werd. Maar met geen woord werd gerept over het deel der rede, dat over Zeeuwsch-Vlaanderen handel de. Daaruit maken wij de gevolgtrek king, dat de razernij van het brave blad was opgewekt door de vele zakelijke waarheden, welke de rede van den heer Vorsterman van Oyen ten opzichte van het „wingewest" bevatte. Waarom die razernij Omdat wegens den toestand van „verloren hoek", van nagenoeg geheel onbekend aan het overige Nederland waarin slechts wei nigen weten, dat er nog een deel Nederland ligt beneden de Wester- schelde, van „wingewest", hier bij ons een rechtstoestand is kunnen ko men en blijven, di& onder recht ver staat het belang van enkelen, onder wet verstaat willekeur, maar in dezen toestand gaat en ging het toch enkelen goed. Deze enkelen nu vormen de Zelan- diapartij, waartoe menschen behooren van allerlei richting maar met een katholiek uiterlijk. Nu is de zaak deze, dat alle Ka merleden hebben ontvangen de Volks wil, waarin „De Nederlandsche politiek jegens Vlaanderen". Van Dalsum en de Volkswil moeten natuurlijk worden doodgezwegen, maar nu sprak de heer Vorsterman van Oyen in den geest van dat artikel der Volkswil, wat na tuurlijk de Kamerleden tot eenig na denken moet brengen, wegens het samengaan, met wat de Volkswil schreef. Dit nadenken nu is oorzaak van vrees van Zelandia, en deze vrees maakte haar razend. Nu we toch schrijven over de „Brie ven uit het 4e district" willen we even als onze gedachte geven, dat de Briefschrijver niet schrijft van uit het 4e disirict maar van uit een bureau te Hulst. De positie der rechterzijde. o De „Tijd" wijdt, in een nabetrach ting over de Begrootingsdebatten ook enkele woorden aan de positie der Rechterzijde. Is die er in de jongste zes weken op vooruitgegaan Ook bij deze vraag schudden wij niet zonder be denking het hoofd. Dr. Kuyper kon wel eens gelijk gehad hebben, toen hij bij het po litiek debat zeide, dat de rechtsche meerderheid eigenlijk te groot is. In twee dingen kwam dit nu al uit. Ten eerste is het absenteïsme voor al in de rechterzijde tot een beden kelijke chronische kwaal ontaard. Dit kwam vooral uit bij het stemmen over de inolie-Dumaer van Twist. Zelfs bij de stemming over het subsidie voor de leeszalen, toen de whip" blijkbaar krachtig gewerkt had, waren er nog elf leden afwe zig, waarvan acht rechtsche, die bij aanwezigheid misschien den uitslag een anderen hadden kunnen doen zijn. Blijft het absenteïsme voortwoe keren, dan durven wij gerust meer dere „verrassingen voorspellen. Ten tweede blijkt bij de groote meerderheid het gevoel van samen- hoorigheid te verslappen. Vergissen wij ons niet in sommige teekenen, dan lijkt ons de verhouding tusschen anti-revolutionairen en christelijk historischen al meer en meer ge spannen te worden. Wij zullen op de oorzaken daarvan hier niet dieper ingaan, maar alweer wij constateeren het verschijnsel. Dat de houding der christelijk-histo- rischen en vooral de onnoodig, militante verdedigingsrede van dr. De Visser voor het leeszalensubsi- die eenigszins kwaad bloed gezet heeft bij de Roomsche groep, staat ook vastterwijl daar niet minder eenig gevoel van niet bevrediging zich heeft vastgezet door de afwij zende houding van Minister Heems kerk ten opzichte van de voortgaande gelijkmaking der positie van open bare en bijzondere school. Alles bij elkaar genomen dus, zooals wij in den aanvang zeiden, genoeg redenen, om het eindresul taat van de begrootings-campagne met geen optimistisch oog te bekijken. Wel staat daar nu nog tegenover, dat de linkerzijde haar prestige ais loyale en royale oppositie vrijwel heeft weggeworpen en dat van ee- nigen meerderen samenhang in de groepen van links voorshands nog iets te bekennen is - integendeel toonden zij nooit zoo vlakaf, als in deze weken, dat zij met haar vie ren absoluut niet „regierungsfahig" zijn maar een en ander, dat trou wens voor ons niet nieuw was, want sinds 1901 was het nooit an ders, weegt niet op tegenover de lichtelijke verzwakking van Regeering en regeeringspartijen, welke wij meenen te hebben aangetoond. Dat op zich zelf is al groot nadeel, want geen verzwakking maar ver sterking van dezelve moest na vier jaar van regeeren kunnen worden aangetoond. Wij beoogden met de o. i. on partijdige beschouwing van een ander geenszins ontijdig alarm te slaan, want daarvoor is ook absoluut geen reden, maar door te wijzen op onmiskenbare teekenen des tijds hopen wij te bereiken, dat in deze rustige dagen van het Kerstrecès de oogen worden geopend, op wat wel eens tot gevaar kon aangroeien. Komt er daardoor misschien meer overleg tusschen Regeering en meer derheid en tusschen de partijen dezer laatste onderlingwordt bo venal gestreefd naar een steeds inniger vertrouwen in elkander, vertrouwen, dat zich af en toe in daden van toegevendheid en zelfop offering zal moeten uiten, dan zal zeer zeker de christelijke coalitie nog lang vruchtbaar werkzaam kunnen zijn ten bate van Koningshuis, volk en land. De Volkswil teekent hierbij aan Zou er voor de tegenwoordige staat kundige partijen in Nederland geen aanleiding zijn om artikel 8 onzer grondregelen over te nemen, bepalende dat zij leertin zake politieke actie laten we door de daad elkander wat waardeeren Want onze gedachte is, dat, als de partijen in Nederland niet dezen door de Volkswil aangegeven richting inslaan, het einde zal zijn algemeene onverschilligheid en volks vijandigheid jegens de zoogenaamde volksvertegenwoordiging. O— KOEWACHT. De kommies '2e klasse bij de dir. belastingen J. J. Tholenaar is overgeplaatst van bier naar Ossendrecht. KOEWACHT. Eenige dagen ge leden werden des nachts door een paar kwajongens eenige ruiten in de kerk alhier stuk gegooid. Naar aanleiding hiervan is door de Belgi sche politie, de kerk staat op Bel gisch grondgebied, een ernstig onder zoek ingesteld. —O Een ondernemende Boerenjongen Boer Kareisen is een echte stijfkop, die nog steeds voortwerkt zooals hij het bedrijf van vader en grootvader heeft geleerd. Stalmest is de eenige mest, die voor hem waarde heeft en van de nieuwere vindingen op land bouwkundig gebied wil hij niets weten. Omdat hij de eenige zoon was van een welgestelden landman en een vrouw heeft getrouwd, die nog al aardig wat meebracht, gaat het hem niet slecht, al moet iedereen erkennen, dat uit zijn boerderij heel wat meer te halen is dan hij er werkelijk uit trekt. Zijn oudste zoon, een jongen van ongeveer twintig jaar, leest 's win ters 's avonds veel in allerlei land- bouwboekjes, welke hij van zijn spaar penningen koopk Herhaaldelijk reeds had hij gevraagd om eens een proef te mogen nemen, maar de vader, die aan al die nieuwerwetsche fratsen geen geloof hechtte, was er niet voor te vinden eenige uitgave toe te staan voor den aankoop van kunstmest. En moeder de vrouw, die al even behouds gezind is als haar man, trok de koor den der beurs nog vaster dicht, als er maar van kunstmest werd gerept. Den vorigen winter evenwel zaagde en plaagde de jongen zoolang om eens een proef te mogen nemen, dat vader en moeder, dat eindeloos zeuren moe hem eindelijk permissie gaven om wat geld van zijn eigen spaarbank boekje op te vragen, om daarvoor kunstmest te koopen. De jongen kreeg dan verlof om een perceel grasland, ongeveer een H.A- groot, naar zijn inzichten te bemesten. Sedert enkele jaren had dat perceel jaarlijks vijf of zes karren hooi geleverd en dan nog een goede snede nagras opgebracht. Als daarvan nu meer werd gehaald dan anders, d.i. als er meer dan vijf karren hooi groeiden, dan zou de jongen voor elke kar f 20 ontvangen, zoo niet, dan was alle verlies voor hem persoonlijk. Op die wijze zou de knaap die nieuwerwetsche kun sten en zijn gegeur het best afleeren, meende de vader. De zoon bestelde nu bij den Boerenbond 1000. K.G. Kaï niet en 1000 K.G. Slakkenmeel en kreeg bereidswillig verlof dat met paard en kar af te halen, dat kostte immers toch niemendal. Deze hoe veelheden werden in den winter uit gestrooid, en de vader lachte niet weinig om het goed geloof van zijn zoon, die in ernst meende, dat naar zulk goedje, waaraan haast geen reuk was, iets groeien kon. In 't voorjaar, einde Maart, werd er nog 150 K.G. Chilisalpeter uitgestrooid en nu lachtte de boer nog harder dan eerst. Maar ziet, als hij Zondags naar de kerk ging, moest hij toch altijd even langs dat grasveld loopen, om zijn zoon thuis te kunnen uitlachen. Den twee den Zondag in April lacht boer Ka reisen niet meer, want het gras groeide werkelijk, wel niet beter dan anders, dat wou hij natuurlijk niet bekennen, maar het groeide toch. En hoe ver der het in 't voorjaar liep, hoe meer boer Kareisen zag, dat er veel gras kwam. In het begin van Juni moest er reeds gehooid worden, en al laadde boer Kareisen de karren ook ruim zoo zwaar als naar gewoonte hij kon al het hooi niet op v ij f karren naar huis voeren, dat 'had hij al lang ge zien. Neen, de man moest negen maal laden, al was de laatste vracht ook iets minder dan de overigen. En met heel veel plezier betaalde hij aan zijn zoon 4Xf20=f80 al wist hij ook, dat deze voor de heele bemesting slechts f61 en centen had uitgegeven. Het nagras ontwikkelde zich prachtig en leverde niet alleen een flinke snede, maar bij het gunstige najaarsweder groeide op dit perceel nog een tame lijke derde snede, iets, dat op de an dere graslanden van boer Kareisen negers het geval was. „Het Pootje". Een abonné te Am sterdam schrijft aan de „L. K. Üit „Molenschot" is in de „L. K." een beschrijving overgenomen van den aard dezer ziekte en hare pijnlijke aandoeningen. Over het algemeen wekt zij zeer weinig medelijden op, bij het publiek dat er niet aan leidt omdat lo. ze niet gevaarlijk is en 2o. dat zij het gevolg zoude zijn wat ik absoluut niet aanneem van overmatig gebruik van spijs en drank, bijzonder van wijn en alzoo aan de eigen schuld van den lijder te wijten zijn. Ik weet ervan mee te spreken 1 Ik ben een echte podagralijder ge weest GeweestDus ben ik het niet meer. Mij werd eens het allereenvoudig ste en minst kostbare middel aan de hand gedaan om eiken aanval van podagra te voorkomen. Ik heb het middeltje aangewend en volgehouden, met het gevolg dat ik sedert dien tijd, (omstreeks 15 jaren) nooit meer eenigen aanval gehad heb. Aan verschillende vrienden en be kenden heb ik het middeltje medege deeld, met het resultaat, dat allen, die het aangewend en volgehouden hebben, even als ik, van aanvallen bevrijd zijn gebleven. Het bestaat in niets meer of niets minder dan het eten of slikken van ongeveer twaalf gram rauwe uien per dagin te nemen wanneer en hoe het den patiënt belieft. Eene interruptie van een paar, zelfs 14 dagen, hindert niet. Het schijnt, dat de scherpe bestand- deelen en oliën der ui, „acidum uri- cum" dat zich in de gewrichten zou vastzetten en de pijnen veroorzaken, opgelost en onschadelijk maakt. Menschen met podagra doet er uw voordeel mede Maar er is sterker. Een der bekenden die tegelijkertijd leed aan podagra en steentjes in de blaas, is er beide kwalen mede kwijt geraakteen ander, die enkel aan gruis of steentjes in de blaas leed, is er ook van verlost. En nog sterker. Een mijner vrienden leed aan ver kalking der bloedvaten. Zijn huisdok ter had hem verklaard, dat de ziekte ongeneesbaar was. Ik ried hem aan een professor der universiteit te con sulteeren. Ook deze gaf dezelfde ver klaring beide deze discipelen van Esculaap gaven hem druppeltjes om de ademhaling te verlichten. Toen ried ik hem het onschuldi; gebruik van de 12 gram ui aan, e: Ook hij is genezen en zijn kw; kwijt. Ik geef u vergunning Mijnhe de Redacteur aan belanghebbende die er u naar vragen, mijn naam te geven, ik ben gaarne bereid i nadere inlichtingen. o In het koninklijk wildpark. Voor de rechtbank te Zutphen sto; terecht een 50-jarig jachtopziener (e, onbezoldigd rijksveldwachter) van M. de Koningin. Hij had op 27 Au; een hond doodgeschoten, die in et wildpark onder de afrastering Wc doorgekropen. Die jachtopziener R. d. H. en de houtvester hadden een geprobeerd den hond te vangen, maf het dier had kwaadaardig naar ht gebeten. En men kan een hond nii in het wildpark laten. Die zou het wil achterna zitten en tegen de afrastem opjagen en de schade zou enorm zij; De jachtopziener bekende volmor dig. het dier doodgeschoten te hebbe: Hij wist ook wel dat hij een hon alleen op een erf mocht doodschiet^ en dat het omrasterde wildpark val een 3000 bunder geen erf was. Ma; er zat niets anders op. En de hou; vester bevestigde dit. Wanneer me de honden in het park niet dooc schoot dan zou men binnen een ha! jaar 'n bende verwilderde honden 8 het park hebben, die daar het wik „hetzten." Een vraag van een der rech; ters „of hij in 't vervolg geen las, meer zou geven een hond in het pari dood te schieten", beantwoordde h: dan ook met te zeggen, „dat hij naa omstandigheden zou handelen. Er is hier blijkbaar eenige strijd tus schen recht en de practijk. De eigenaar van den hond was iemand, die in dien zomer te Ermelo ei pension was geweest. De hond wa een mooie airedale-terrier, trouw e; door hem zoo goed als afgericht to patrouillehond. Het dier had, jon; zijnde f60 gekost en hij vroeg nu f 15( schadevsrgoeding. De hond was op een avond, toer de eigenaar langs het park fietste onder de afrastering doorgekropen. D; heer had alle moeite gedaan om he dier terug te vinden, doch tevergeefs. Een koetsier had hem toen gewaar schuwd, dat ie het dier in het pari zou doodschieten. Toen de eigenaar zich daarheen gehaast had, was he; blijkbaar al gebeurd de jachtopziener gaf ontwijkende antwoorden. De eigenaar had zich beklaagd tol den heer Nolthenius en bij H. M. de Koningin, maar had zoo goed als nu" op 't rekest gekregen. Zelfs den hals band had hij niet terug ontvangen. Het O. M. eischte f 10 boete of IC dagen hechtenis wegens hetdooden van eens anders dier. (Tel.) o Amerikaansche dollas. Zooals we verwachtten zijn de Engelsche aris tocraten erg boos over hetgeen de rondborstige Engelsche minister Lloyd George te Miles End zei over de A merikaansche dollars, wier gebruik men nu a;.n de Ieren verwijt, maar die ook door de Engelsche aristocra tie niét veracht werden. Die „Amerikaansche dollars4 waarmee Redmond thuis kwam, dreigde een verkiezingstroef in de handen der unionisten te zullen wor den. Maar die troef is hun nu voor goed uit de handen geslagen door Lloyd George. Diens opvatting omvatte nog meer dan de telegraaf reeds meldde „Sedert wanneer, vroeg hij, is de Engelsche aristocratie begonnen de A merikaansche dollars te verachten Menig adellijk huis dat dreigde in te storten, heeft zijn fundamenten onderstut en zijn muren versterkt, door een stapel Amerikaansche dol lars. Maar dat is niet alles. De kin deren van den Ierschen boer, die in verbanning gedreven werden over de zee in ver.e landen, zonden hun spaarpenningen naar Ierland om de arme oudjes er voor te behoeden dat zij gezet werden uit het huisje dat zij zelf gebouwd hadden. "Weet u hoeveel Amerikaansche dollars in twintig jaar van Amerika naar Ierland zyn overgezonden om de lit va H fie be lot br scl Kt let ku Pa me gei de ka

Krantenbank Zeeland

Volkswil/Natuurrecht. Gewestelijk en Algemeen Weekblad te Hulst | 1910 | | pagina 2