NEDERLAND.
De moordaanslag te Valkenswaard.
De rechtbank te 's Hertogenbosch
heeft Donderdag de zaken behandeld
tegen C. P. de W., 87 jaar, huisvrouw
van Ai. D., wonende te Eindhoven, en
J. J. H. M. K., 28 jaar, fabrikant te
'8 Hertogenbosch, beiden thans gedeti
neerd de eerste beklaagd van poging
tot moord en medeplichtigheid aan
poging tot moord, de tweede beklaagd
van poging tot moord. Het betreft
hier den moordaanslag, in den avond
van 4 Januari in de bosschen onder
de gemeente Leende gepleegd op den
bioscoophouder M. D. uit Eindhoven,
en het voorspel daarvan.
Beklaagde K. verklaart, dat mevr.
D. hem in Augustus om vergif heeft
gevraagd. Toen de poging tot vergifti
ging niet gelukt was, heeft beklaagde
mevr. D. op haar verzoek een met
scherp geladen revolver ter hand gesteld.
De revolver is toen eenige malen over
en weer van mevr. D. naar K. gegaan,
tot in den avond van 2 Januari mevr,
D. na een ruzie met haar man beklaagde
door de telefoon had gezegd, dat het
nu uit moest zijn. Zij had voordien al
eens gezegd, dat het haar wel f 10,000
waard zou zijn, als D. uit den weg
werd geruimd. Beklaagde heeft toen
door de telefoon gezegd, dat hij er dan
wel voor zorgen zou. Hij iiep door het
gepraat van de vrouw trouwens al 2
maanden met het plan rond, D. te
dooden. Den 8-den Januari heeft mevr,
D., die intusschen de revolver weer in
haar bezit had gekregen, deze revolver
aan beklaagde laten brengen.
In den avond van 4 Januari heeft
bekl. D. met een gefantaseerd verhaal
meegelokt naar de bosschen onder
Leende. In het bosch heeft hij 8 schoten
op D. gelost j toen wilde hij het wapen
D. op de borst zetten, maar er bleken
geen kogels meer in te zijn. Hij is
toen het bosch uitgevlucht en met de
auto naar Eindhoven teruggegaan.
Onderweg heeft hij zijn revolver en zijn
jas weggegooid.
De president merkt op, dat hij tot
dusver in deze zaak geen enkel licht
punt voor beklaagde ziet.
Op een vraag van den officier, of
bekl. mevr. D, bad voorgesteld er samen
vandoor te gain, of dat dit voorstel
gekomen was van mevr. D., blijft be
klaagde het antwoord schuldig.
Getuige D. verklaart, dat hij er al
lang achter was, dat zijn vrouw het
met bekl. hield. Hij is 16 jaar ge
trouwd geweestverleden jaar April
heeft hy voor het eerst het vermoeden
gekregen, dat zijn vrouw niet meer van
hem hield, aangezien ze heel anders
geworden was dan vroeger. Op een
autotochtje vaa Eindhoven naar Den
Bosch, waar ook K. bij tegenwoordig
was, heeft getuige met zijn vrouw
oneenigheid gekregen en haar een klap
gegeven. Zijn vrouw heeft hem spoedig
daarna gezegd, dat zij niet meer van
hem hield, maar even later zei ze weer,
dat het niet waar was en dat ze dit
alleen maar gezegd had in haar boos
heid over dien klap. Getuige zegt
verder, dat zijn vrouw onder den invloed
heeft moeten zijn van bekl. K. Ze zag
op tegen persoieu, die in de maat
schappij wat meer beteekenden, dan
hij. Het vorige jaar met Carnaval heeft
hij K. gezegdIk geloof, dat mijn
vrouw verliefd op je is. Eenige dagen
later heeft K. tot mevr. D. gezegd, in
tegenwoordigheid van getuigeOp mij
hoef j<? niet verliefd te worden, want
ik kan wel 100 jonge meisjes krijgen.
Getuige legt verder een verklaring
af over het gebeurde in den avond van
4 Januari.
Dienzelfden nacht is zijn vrouw hem
in het ziekenhuis komen opzoeken;zij
heeft hem vergiffenis gevraagd voor al
wat er gebeurd was en gezegd, <lat ze
van K/s plan om hem te doöden niets
afwist.
Als getuige a décharge wordt gehoord
dr. Mestrom, geneesheer aan het Rijks-
krankzinnigengesticht te Woensel.
De verdediger verzoekt den president
de vraag te stellen: bestaat de moge
lijkheid, dat na psychiatrisch onderzoek
za! blijken, dat bekl. maar ten deele
toerekeningsvatbaar is
Het antwoord van den deskundige
komt neer op de verklaring, dat zoo'n
mogelijkheid altijd bestaat.
Dr. Casparie, zenuwarts in Den Bosch,
heeft bij bekl. geen pathologische af
wijkingen kunnen vaststellen. Inzicht
in de moraal heeft hij zeker, en de
deskundige heeft den indruk gekregen,
dat bekl. volledig inziet het moreel
verwerpelijke van zijn houding in deze
zaak.
De officier eischte tegen K, wegens
poging tot moord 15 jaar gevangenis
straf.
De verdediger drong aan op een
psychiatrisch onderzoek.
De president vraagt bekl. nog eeBs
op den man afwaarom heb je D.
willeB dooden, was het uit jaloezie en
door het feit, dat D. je in den weg
stond
Bekl. antwoordt, dat bij hem de ge
dachte voorzatals ik hem niet dood
schiet, schiet hij zijn vrouw dood.
Daarna stond terecht de 37-jarige
C. P. de W echtgenoote van M. D.
Op een vraag van den president, op
wiens initiatief de misdadige handelin
gen zijn gepleegd, antwoordt bekl.op
initiatief van K. Van beiden is uitge
gaan het idee, dat bekl. van D. zru
scheiden, en zij hadden in verband
hiermee het advies van een advocaat
ingewonnen. Zij hield niet meer van
haar man en deze had baar ook wel
eens geslagen. De advocaat zei dat ze
'fc maar moest probeeren, maar daar
schijnt ten slotte niets van gekomen
te zijn.
Op zekeren dag heeft K. haar man
een naar zijn zeggen zwaar vergif"
ter hand gesteld, met de bedoeling,
dat zij dat haar man zou toedienen.
Dit heeft bekl. in de W. C. geworpen.
Spoedig daarna heeft K, haar een
staafje overhandigd in den vorm van
een potlood, met dezelfde bedoeling.
Bekl. heeft van deze stof eerst wat
door het voer van een kip gedaan, die
daarna een paar uur n stil gelegen" heeft,
maar er niet van dood is gegaan. Ver
volgens heeft bekl. een weinig van de
stof K. had haar ook hiervan ge
zegd dat het zwaar vergif was op
een voor D. bestemde boterham ge
strooid en daar een stukje kalfsvleesch
overheen gelegd. D. was met het brood
naar haar toegekomen omdat het zoo
vreemd smaakte, en hij had gezegd
hap jjj er eens iü. Bekl. heeft dat ge
daan. Op een vraag van den president
antwoordt bekl.. dat zij het vergif niet
op D.'s boterham heeft gestrooid om
hem te dooden, maar alleen #om hem
een beetje ziek te maken."
Ten slotte heeft K, haar een revolver
ter hand gesteld. Toen zij deze op een
avond aan 't bekijken was, giag het
wapen af. Kort daarop had zij, op
aanstichting van K., in de slaapkamer
de bedden verzet, om D. aan den rech
terkant in het hoofd te kunnen schie
ten, als zij samen in bed lagen. Dit
zou dan den schijn wekken, dat D.
zelfmoord had gepleegd. Bekl. heeft
K. echter de revolver teruggegeven,
maar hij heeft deze haar den avond
van 1 Januari weer opgedrongen met
de woordenpak aan, of ik schiet jou
op slag neer. K. heeft er toen bij
gezegd, dat ze 's nachts haar man
moest doodschieten. Zij heeft het pistool
echter op de zoldertrap en den vol
genden ochtend op zolder gelegd. Den
volgenden dag heeft K. wederom ge
zegd er moet een eind aan komen.
Als de president bekl. verhoort over
het feit, dat zij den 3dm Januari de
revolver weer aan K. heeft laten
brengen, zegt bekl., dat zij tevoren tot
K. had gezegd Als jij miju man dood
schiet, kan ik niet meer van je houden
Even later verklaart zij, dat K. haar
eenige dagen tevoren beloofd had, dat
hij het misdrijf niet plegen zou.
De presideut zegt, dit niet te ge-
looven, waar bekl. hierover in de
instructie nooit gesproken heeft. Hij
wijst er haar op, dat uit de stukken
blijkt, dat K. bij herhaliug gezegd
heeft, D. te zullen dooden, en dat zij
hem desondanks de revolver weer heeft
laten brengen.
Bekl. antwoordt nog ontkennend op
de vraag, of zij wel eens gezegd heeft,
dat 't haar wel f 10,000 waard zou
zijn, als D. uil den weg werd geruimd.
Daarna wordt beklaagde K. als ge
tuige onder eede gehoord. Zijn verhoor
levert weinig bijzonders op, het is ge
deeltelijk een bevestiging van wat
mevr. D. zegt, alleen weet hij zich
niet meer le herinneren dat mevr. D.
gezegd heeft dat zij niet meer van hem
houden kon als hij haar man zou
dooden.
De officier eischte tegen mevr. D.
eveneens 15 jaar gevangenisstraf (zon
der aftrek van preventief, wat wel het
geval was bij den vorige beklaagde).
De verdediger pleitte vrijspraak.
De vadermoord te Vlissingen.
Voor de rechtbank te Middelburg
werd Vrijdagmiddag behandeld de zaak
tegen P. M., 29 jaar, werkman te
Vlissingen, wien ten laste was gelegd
dat hij op 3 Februari zijn vader Jacob
Marijs van het leven heeft beroofd door
hem opzettelijk met kracht met een
dolkmes, althans met een scherp voor
werp, eenige stooten in zijn borst te
geven, waardoor 6 wonden ontstonden
die kort daarna den dood van den
vader tengevolge hadden, althans een
der wonde», die tot in de holte van
het hart is doorgedrongen, wat een
uit- en iuwendige verbloeding heeft
tengevolge gehad.
Subsidiair wordt ten laste gelegd
mishandeling met doodelijken afloop.
Gehoord werden vier getuigen namelijk
de artsen de Koning uit Vlissingen en
Hulst uit Leiden als deskundigen, de
commissaris van politie en een agent
van politie uit Vlissingen.
Als verdediger voor bekl* trad op de
heer mr. A. ÉL. Kuipers, advocaat te
Middelburg,
De officier van justitie vorderde
tfgen bekl. 6 jaar gevangenisstraf.
De Zomertijd. Het N. v. d. D.
bevat de volgende.berijmde verzuchting
tegen den zomertijd
O sted'iing met uw zomertijd
Kweek in Uw land geen haat of nijd,
Wil liever op de zon gaan letten,
En telkens niet de klok verzetten.
Gij die lang slaapt, en graag geniet,
Stoor and're» in hun arbeid niet.
Gij hebt van boeren geen verstand,
Kent niet de zorg van 't platteland,
Spot lichtelijk met den boer, en koeien
Gij moest er U niet mee bemoeien.
Ge blikt op buitenmenschen neer,
Vraagt offers van hen keer op keer,
Eh zijt heisas alweer vergeten,
Wie off'ren moesten voor Uw eten.
Bedenk, dat in de crisisjaren,
De boeren Uwe redders waren.
Dat rijk en arm toch profiteerden,
Van 't geen de boeren toen presteerden.
Doe zelf Uw plicht, slaap niet te lang,
Wees voor dat opstaan niet zoo bang.
En wil den buitenman waardeereD,
Ziju werkkracht en zijn arbeid eeren.
Voel iets voor ouderlingen vrede,
En leef een weinig met ons mede.
De landbouw bij oas is en blyft,
De kurk waar Nederland op drijft.
Meteen biljartqueu gedood. Za
terdag is des avonds in een café van
S. aan de Verlengde Brinklaan te Apel
doorn een twist ontstaan tusschen H. C.
en B. D,, beiden wonende te Ugchelen,
welke zoo hoog liep,dat B. D. een biljart
queu greep en daarmede zijn tegen
stander een zoo hevigen slag op het
hoofd toebracht, dat de queu in tweeën
brak en H. C. bewusteloos op den
groad ineenzeeg. Spoedig ingeroepen
geneeskundige hulp oordeelde de over
brenging naar het ziekenhuis noodza
kelijk. Zonder weer tot bewustzijn te
zijn teruggekeerd is H. C. Zondagavond
11 in het ziekenhuis overleden.
De dader werd gearresteerd en zal
ter beschikking vaa den officier van
justitie te Zutfen worden gesteld.
Hoog water. Hoewel langzaam,
valt het water in het door de Beersche
Maas overstroomde gebied toch gestadig
weg, echter niet zoo snel als wel de
verwachting was bij den aanhoudend
hoogen wind. De Elftweg nabij Grave,
welke een gedeelte uitmaakt van den
rijksweg 's Hertogenboscb-Nijmegen, is
weder droog. Ook de wegen van Oss
naar de Maaskantdorpen zijn weer te
berijden, zoodat de autobus- en post
wagendiensten naar die dorpen hervat
zjjn. Thans echter begint het kwelwater
weer te werken en vele buitendijks
gelegen landerijen, die nog niet van
kwelwater te lijden hadden staan thans
blank. De dichting van het gat, ont
staan door de doorbraak in de Beersche
overlaatkade, is gereed gekomen.
Uit jalousie. In een gezin aan
de Middelste gracht le Leiden woont
als commensaal zekere V., die een
goed oogje op zijn hospita had. Nu
was er Zondag een vriend van den
echtgenoot op bezoek en deze zou
Maandag naar Den Haag gaan en moe
der de vrouw tegelijk ook naar de
residentie gaan. Vóér de logé en de
vrouw in de coupé waren gestapt, stak
V., die hen was nageloopen, met een
mes den vriend in den pols. De steek
was gericht op den hals, doch de aan
gevallene wist te voorkomen, dat hij
daar werd geraakt. Het viertal is, na
dat de getroffene was verbonden, naar
het politiebureau gevoerd en in verhoor
genomen.
- Ongeluksvogel. De arbeider J.G. uit
Silvolde, die per fiets een tochtje maakte
naar Bocholt, is op den weg tusschen
Bocholt en Dinxperlo op den terugweg
door drie personen aangerand, die hem
zijn rijwiel, bovenkleeding en hoed
ontnamen. Na een hevige worsteling
gelukte het hem uit hun handen te
komen. Aan de Hollandsche grens
onbehoorlijk gekleed aankomende meen
de men met een ontvluchten gevangene
te doen te hebben en nam hem in
arrest. Nadat hij zijn onsehuid had
aangetoond werd hij vrijgelaten, doch
toen hij zijn tocht voortzette raakte
hij in een diepe sloot, waaruit hij met
moeite werd gered.
Botsing. De Duitscher W. M.,
uit Herzogemath, die te fiets was, is
op den Smarderweg te Heerlen in bot
sing gekomen met een motorrijder. Hij
werd bewusteloos opgenomen en naar
het hospitaal te Heerlen vervoerd, waar
hij bij aankomst bleek te zijn overleden.
Een echte wolf, Een wolf, die
reeds eenigen tijd in verschillende dor
pen rondom Arnhem is gesignaleerd,
heeft zich Zondag in het Schaarberger-
bosch vertoond. Een landbouwer werd
door zijn kinderen, die voor hel raam
zaten, erop opmerkzaam gemaakt, toen
ze hem riepen *"Vader kijk eens wat
een groote hond."
Toen de landbouwer zijn geweer ging
halen, was het dier verdwenen.
De verschillende boschwacbters wer
den gewaarschuwd en een ervan, een
zeer betrouwd persoon, heeft het dier
gezien, schijnbaar geheel vermagerd en
uitgehongerd. Hij heeft het helaas niet
onder schot kunnen krijgen.
Op het oogenblik wordt een alge-
meene jacht op het dier gemaakt.
Door de tram overreden. Woens
dagmiddag zijn op het J. Daniel Meyer-
plein te Amsterdam, twee meisjes, van
ongeveer vijf en zeven jaar, door een
motorwagen van lijn 14 overreden. Om
trent de oorzaak van dit ongeluk zijn