Vlissingsche Courant DERDE BLAD Cigen keuze. Ons leuk Nieuwe avonturen van Piepneus en Bibbersnoet van de van Zaterdag tl Juni 1932. No. 136. 'k Ga met mammie bloemen koopen, Daar mijn oma is 't niet fijn Morgen jarig is en 'k wil dan Nu, dat snap je bij haar zijn En haar met iets moois verrassen. Mammie zegt ze houdt het meest Van een ruiker mooie bloemen Op haar groot verjaardagsfeest Ik mag zelf de bloemen kiezen. Mammie zegt,,'t Is jóuw cadeau Jij moet het aan oma geven Nu, dat is dan ook wel zoo. Maar het is verschrikk'lijk moeilijk, 'k Weet niet wat ik kiezen zal. Want er zijn zoovele bloemen. Mammie zegt„Een naar geval Maar zal ik je dan eens helpen O, een heel klein beetje maar. Zie je deze mooie rozen? Zie je die seringen daar? Het zijn oma's liev'lingsbloemen...." Mammie, o ik weet het al Wat ik aan die lieve oma Op haar jaardag geven zal Ik geef deze mooie rozen. O wat ruiken zij toch fijn Daarbij ook nog wat seringen. Zeg, zal dat niet prachtig zijn Oma geeft me daarvoor stellig Morgen dan een dikken zoen En misschien zegt oma ook nog „Jij kan nog eens keuze doen Twee handen. In tegenstelling met andere handen, had van het paar, dat Jantje bezat, de linker meer opvoeding gehad dan de rechter, ^eer tot verontwaardiging van de rechterhand zelf, die dit niet te pas vond komen. Altijd en overal was het de gewoonte, dat de rech ter den boventoon voerde, maar bij het paar van Jantje was het net andersom. Wel kon de linker geen mooie letters schrijven, zoo als de rechter dat wél kon, maar de linker kon een massa andere dingen, waar de rech ter eenvoudig „onhandig" tegenover stond. Do linker kon bijvoorbeeld mooie huizen en hooge torens van blokken bouwen, de linker kon. hoepelen en tollen en knikkeren, de linker kon ook figuur zagen en timmeren, en dit alles maakte de rechter vreeselijk ja- Joersch. „Kan ik er wat aan dóenzei de linker altijd als de rechter er boos over begon uit te varen. En daar had de linker ook eigenlijk wel gelijk in. Zij kon het niet helpen, dat zij veel meer ontwikkeld was dan de rechter. Het was de schuld van Jantje, die met zijn rech terhand niet veel scheen op te hebben. O, ruzie hadden ze die twee handen, menig maal hoor Als Jantje op school zat en zijn handen netjes gevouwen op den rand van de bank hield, werd er druk gesnaterd, om het zoo maar eens uit te drukken, 't Was maar goed, dat de „handentaai" niet gehoord kon worden, anders zou het een 1. waai van be lang zijn geweest. Op een dag kreeg de linker een ongeluk. Ze had blijkbaar een oogenblik gedroomd, w .nt stel je eventjes voor, ze bleef zoo maar op den rand van het schoolkastje zitten, terwijl Jantje het schuifje dichtduwde. O, o, wat een pijn Niet om uit te houdenIn haar han dentaai schreeuwde de linker heel erbarme lijk, wat dan ook geen wonder was, want het schuifje was leelijk aangekomen. De knelling had een paar groote blaren veroorzaakt, die alle kleuren van den regenboog kregen. Ge lukkig had de schooljuffrouw een verband- trommel in haar kast en wikkelde de arme linker in een frisch linnen doekje, dat ze met water had besprenkeld, 't Voelde lekker koel aan en het onaangename kloppen en gloeien werd er een beetje minder door. Net wou de linker denken „Ziezoo, daar ben ik, alles bij elkaar genomen, toch nog goed af gekomen toen Jantje naar huis ging en daarbij, als van ouds, geducht met zijn armen zwaaide. Al het bloed stroomde naar de [in ker toe, die het daardoor erg benauwd kreeg. Gelukkig merkte Jan het en hield de linker een beetje omhoog. Hè, daar knapte ze van op, hoorFoei, foei, wat was ze naar ge weest Ze had zich een oogenblikje heusch geen raad geweten. Maar o wat werd ze moe van het zich rechtop houden 1 Ze werd al even akelig als tevoren. Had ze maar een steuntje.... o, had ze toch maar een steuntje.... „Leun maar op mijzei eensklaps ieman.l. Zachtjes schoof de rechter onder de linker, die zuchtend van verlichting tegen haar aan- rustte. „O rechter," zei ze toen ze een beetje bij getrokken was, „wat is dat lief van je „Och", zei de rechter, „handenplicht, hè, en anders niet." „En dan wordt er nogal gezegd Hoe rech ter, hoe slechterWeet je wat ik er van maak, rechter „Nou „Hoe rechter.... hoe hechter!11 De rechterhand lachte. „Ik meen het. Zeg, zullen we vrienden zijn, rechter, en héchte vriendschap sluiten?" „Goed," antwoordde de rechter. „We kun nen toch niet ons heele leven blijven kibbelen. Ik leg me er dan marr bij neer, dat jij knap- der bent dan ik." „Kan ik het helpen vroeg de linker weer. „Neen, neen, dat niet. Maar ik troost me maar. Ik kan schrijven en Jantje zal in zijn leven wel heel veel moeten schrijven. Wie weet wat ik nog bereiken kan Misschien schrijf ik wel prachtige reisverhalen, die be roemd worden." „Ja," zuchtte de linker. „Ja, eigenlijk ben jij toch nog meer bevoorrecht dan ik. Want later zal Jantje wel niet meer met blokken en niet meer hoepelen en knikkeren en tollen...." „Kom, kom," troostte de rechter. „Hoe lin ker hoe flinker Als Jantje eenmaal een Jan is geworden, zullen er wel weer andere dingen zijn, waarin jij uitblinkt." „Zou je denken „Stelligzei de rechterhand. En daar hoopte de linker toen maar op. Miesje en haar bal. Miesje's bal rolt in een slofje. Miesje, gauw, ga er op af Poes hoeft zich niet te bedenken En slaat een-twee-drie in draf. Miesje snuffelt, Miesje krabbelt, Miesjëücet een hoogen rug.... Zeg, wat zou jij er van denken Krijgt ze nog haar bal terug De wind. VaderJongens, zouden we wind voor of wind tegen hebben op onzen fietstocht PietZal ik even buiten gaan kijken, va der Je kan het zien aan den rook ^an den schoorsteen. Vader Ja, dat is goed. Piet (even later terugkomend)De wind komt van onderen, vader, want de rook gs,at recht naar boven. Die Bertje Bertje heeft op een nacht van moeder ge droomd en vertelt haar dit. Hij vertelt, dat hij met moeder naar een speeltuin is geweest en daar heeft hij geschommeld en gewipt en ook, dat hij er ijs heeft gesnoept. Ja, er is nog veel meer gebeurd, maar Bertje kan het r'ch niet meer zoo precies herinneren. „Zeg jij het maar verder," besluit hij ten laatste. „Maar jongetje, dat kan ik toch niet zegt moeder. „Niet vraagt Bertje verbaasd. „Waarom niet Je was er toch zelf bij Haadselhoekje Lest bestWant dit keer heeft niemand een foutje gemaakt enhet zijn de laatste raadseltjes geweest vóór de vacantie. Nu het buiten zoo mooi is, nu het er vol bloemen staat, nu het gras zoo lekker malsch en groen is, nu de zon de duinen weer stooft en de zee er uitziet als een blauw viooltje, nu de boomen in het bosch weer nieuwe loten heb ben en daar eiken dag een concert van aller hande vogels wordt gegeven, nu moeten we, als het maar eenigszins kan, het werk in huis laten rusten en de mooie natuur in trekken. Als je dan goed om je heen kijkt, zul je elk minuutje genieten. Genieten én leeren. Want als je ziet hoe de natuur al dat moois tot stand brengt en als je dit goed ijt je opneemt, zoodat je het niet meer ver geten kan, helpt dit je later vooruit te komen. Misschien kun je je dit nu nog niet zoo goed indenken. Neem het dan alleen maar aan. Later zul je dan stellig zeggen„Tante Truus heeft gelijk gshad." En wanneer we weer met nieuwen moed en verfrischten geest aan 't werk gaan Dat zal met September wezen. Dan zijn de dagen alweer veel korter, regen en kou dwingen ons weer wat meer in huis te zijn en daar door kunnen we ook volop aandacht schen ken aan wat we te doen hebben. Stuurt weer ieder kind de oplossingen in als er met Sep tember vijf nieuwe raadseltjes verschijnen Tante Truus rekent er op, hoor En nu voor ieder een flinke handdruk. Prettige en zonnige zomerdagen en tot weer ziens in September Van de raadseltjes van de vorige week stuurden 5 goede oplossingen Mien Sohier Loranda van den HemelAngèle Vanhoutte Jaantje den ToonderGerrie Hendrikse Marietje van Burgh Gretha Spanjer Sara van Ham Leintje Maljers Marietje Castel Dinie KoomanM. Broere Apolonia van BoekhoutFrans van de Velde Stientje RondelCato RondelJennie Wijnands Martha Wijnands Andries BreelMatthijs BreelCornelis van GelderenNeeltje van GelderenMaatje DommisseJohanna WielemakerNellie Sinke Een kind zonder naamNog een kind zonder naamAnnie Muller Albert Huissoon Anny de Goede ren Marie PostElly MeyndertsDina LoekemeijerJanna LoekemeijerBetsie MinderhoutJopie Donker Piet van der Hof Tini van der Hof Klazien Zeijlemaker; Nellie Adriaanse Rina Adriaanse Anna van Boven Annie Stapel. De oplossingen zijn: 1. Hilversum, 2. Katwijk. 3. Tafel.' 4. Spreken is zilvdrzwijgen is goud. 5. Kanarie. Ons gezellig Urieoenhoekie Windzang. Die'mama wist wel, dat je nu het meest plezier hebt van een fiets. Ben je dan al zoo groot, dat je op dezelfde fiets kan zitten als waarop mama rijdt Als jullie nu eens samen een verren tocht maken en mama wordt moe van het trappen, dan kun jij mooi op het zadel gaan zitten. En mama dan achterop Ik denk, dat jullie allebei hartelijk moeten lachen als je dit leest. Danseresje. Ik houd je aan je woord, hoor. In het eerste briefje, dat ik je met September weer schrijf, vraag ik vast en zeker „Danseresje, heb je nog een kiekje voor me bewaard Ik ben benieuwd hoe het zwemmen je is bevallen. Vooreerst is het na tuurlijk nog alleen maar spartelen, maar dan langzamerhand komt er „lijn in je be wegingen", zooals de groote menschen zeg gen. Daar bedoelen zij dan mee, dat je regel matig je armen en beenen gaat uitslaan, 'k Vind het fijn, dat je zoo van het verhaal hebt genoten. Nu het Raadselhoekje een poosje vacantie krijgt, kunnen we ook weer wat langere verhalen plaatsen. Onderwijzeresje. O wat zal die Max een prachtige hond zijn. Zijn evenbeeld heb ik tenminste danig bewonderd, hoor. Prins zegt: „Daar ben ik een peulschilletje bij, hè vrouw En daar antwoord ik op ,,Ja, maar peulschilletjes moeten er ook zijn, hoor Dat antwoord vindt hij zóó fijn, dat hij dankbaar met zijn staartje zwaait. Misschien is dit ook wel om jou en Max goedendag te wuiven. Dichteresje. Dank je wel voor dat kiekje van jullie. Ik ben èr erg blij mee. Je ziet er goed uit, hoor. 'k Heb me je eigenlijk een beetje minder flink voorgesteld. Het was dus een verrassing voor me. Zul je zorgen zoo flink te blijven En overspan je van den zo mer nu niet. Ga er maar dikwijls uit, zoodat je den winter met een groote dosis gezond heid en kracht kunt beginnen. Dag hoor Groeten aan René. Groote Zus. 't Geeft niets hoor of het roodekool-bloesem was. Als het maar mooi was, dat was het voornaamste. Ik pluk ook wel eens bloemetjes ons in een vaasje te zetten, die eigenlijk onder „onkruid" worden gerangschikt. Waarom zou die stier zoo boos zijn geworden Misschien wel om je roode bloemetjes. Je weet misschien wel, dat stieren aan rood erg 't land hebben, hè 't Juttertje, Dat was een akelig uit einde van 't reisje van tante. Maar ja, als menschen al 86 jaar zijn, dan staat zooiets voor de deur. Prins geeft je een pootje. Neem het maar gerust aan, hoor. Hij doet nooit iemand kwaad. Je zult nog kans hebben, dat hij met je wil gaan spelen. Het keukenprinsesje. Ga jij voor het poesje dan allerlei lekkere hapjes klaar maken O wat zal die jongedame dan tegen over haar viervoetige vriendinnen opschep pen over haar heerlijk tehuis. Micky Mouse Ja, in Brussel ben ik al een paar keeren geweest, 't Is een prachtige stad. Ik denk wel, dat jullie ook naar het Palais de Justice zullen gaan. Dat ligt vrij hoog en je hebt daar een mooi uitzicht over de stad. Ook is er nog een prachtige kerk, de Sint Gudule, waarvan je de twee torens goed kunt zien als je bij het Palais de Justice staat. Ik zal dien 8sten Juli aan je denken, hoor. Ik kan het gemakkelijk onthouden, want op dien datum begint mijn vacantie en ga ik eens lekker uitrusten van al het werk, dat ik in 't afgeloopen jaar gedaan heb. Zeg eens, heb je je versje al van het bureau gehaald Of ben je dat door de vreugde vergeten Topsy. Fijn, dat ik nog net vóór de va cantie te weten ben gekomen, dat je weer heelemaal beter bent. Voorzichtig maar aan, hoor. Op gezondheid moet je heel, héél zui nig zijn. Nog meer dan op een dikke beurs met geld. Elly Meijnderts. Je nieuwe raadseltje is niet goed. Want het woordje „waar" is een vragend bijwoord van plaats. En „zin" is geen plaats. Je merkt wel, dat het bedenken van raadseltjes nog niet zoo gemakkelijk is. Maar daarom den moed niet opgeven, hoor Kaasbolletje. Dan maar heel zuinig zijn, dan komt misschien de spaarpot nog vóór de vacantie vol. Rekengraag. In de vacantie ga je dan zeker ook weer veel lezen, hè Of ga je je schuilnaampje eer aandoen en maak je niets anders dan heele rijen sommetjes O wat zul jij met September dan een professortje in rekenen zijn Waschvrouwtje. Hè, dat is droevig nieuws Viel je dan ipet je kindje Ja, de straat is ook veel te hard voor zoo'n br-oos wezentje. Nu maar heel voorzichtig met de nieuweling. Heeft zij al een naampje Gladiooltje. Die arme Prins Hoe is het gekomen Sprong hij soms mis Ga hem af en toe maar eens gezelschap houden door met een boek of een handwerkje naast zijn mand te gaan zitten. Dat vindt hij heerlijk. De meeste honden houden van gezelligheid. Geef hem maar een pootje van me en wensch hem beterschap. „Van mij ook zegt de Prins van mij. Melkboertje. Ik heb in mijn postzegel- kistje een briefje gelegd, waarop met groote letters jouw naam prijkt. Dat is om er aan te denken, dat ik voor jou de vreemde post zegels bewaar, die ik ontvang. Ik hoop, dat ik je met September kan schrijven „Melkboer tje, ga maar eens gauw een envelopje voor je van het bureau halen." Klein Duimpje. Als je het kiekje naar het bureau van de krant stuurt, krijg ik 1 et vandaar wel thuis' gezonden. Ook in de va cantie van ons Raadselhoekje. Gemakkelijk, hè Ben je niet dik Moet ik me dan maar voorbereiden op een dun Klein Duimpje. Zonnebloempje. Zonnebloemen aan den dijk, dus zoo maar „in 't wild" Ik denk, dat dit geen zonnebloemen zijn. Die worden ge woonlijk alleen gekweekt. Misschien bedoel je gele margrieten. Die lijken wel een beetje op zonnebloemen, alleen zijn ze veel en veel' -kleiner. Roodkapje. Natuurlijk ken ik het sprook je van Roodkapje. En ben jij nu Roodkapje's naamgenootje geworden 'k Hoop maar, dat jou niet van die vreeselijke avonturen te wachten staan. Al liep alles gelukkig nog goed af, Roodkapje heeft toch heel wat narigheid ondervonden. Bruinoogje. Weineen hoor, dat van die stroohoeden is maar een grapje. Denk je, dat geluk zich zoo gemakkelijk laat vangen Geluk, écht, diep geluk, waarvan je zooveel vreugde kan hebben, moet veroverd worden. Later zul je dat misschien wel ondervinden. Wat zal dat bosje bloemen er lief hebben uitgezien. Je hebt het toch mee naar huis genomen en daar in een vaasje gezet hè Witlokje. Hoera voor Witlokje Waarom ik dat roep Wel, omdat je weer heelemaal beter bent. Ik heb heusch een beetje angst om je uitgestaan. Ik dacht„Als dat maar goed afloopt nu ze pas uit het ziekenhuis isZul je voorzichtig zijn en er voor zor gen geen kou te vatten Als je precies doet wat moeder zegt en je aanraadt, zul je stel lig van alle narigheid vrij blijven. Voetballer. Jawel hoor, je raadseltjes zijn wél goed. Als ik er niets over schrijf, is het altijd in orde. Maar dat wist je misschien niet, hè Knoop het eens in je ooren. Maar nu blijven je raadsels een poosje liggen. Niet erg, vind je wel? Ze zijn goed bewaard en het spreekwoord zegt„Wat in het vat zit, verzuurt niet." Weet je wat dat beteekent? Zou je alle kinderen naar Domburg willen hebben Alle kinderen uit Vlissingen Lieve tijd, dat zou me een optocht worden En wat een drukte zou dat in Domburg geven. Ik ben bang, dat je dan lang niet zooveel van de stad zou zien als wanneer je met een klein groepje zou gaan. Veel plezier, hoor, en succes met de wedstrijden, die je in de vacantie zult spelen. Anita Page. Wat een heerlijke uitgaans dag Scheen de zon Dan zul je er 's avonds wel als een nikkertje hebben uitgezien. Ik denk, dat je dan niet erg veel leek op de echte Anita Page. Fijn, dat je het met Lena zoo goed kan vinden en dat jullie van die mooie fietstochten kunnen maken. Jullie brachten dien Woensdagmiddag zeker een flinken honger mee naar huis, hè Kleine Sarina. Ja maar meisje, het was toch heusch noodig, dat het raadseltje een beetje veranderd werd. Het was anders te on begrijpelijk. Voor jou natuurlijk niet. Jij had het gemaakt en wist dus wat er uit moest komen. Maar wie er vreemd tegenover staat, ziet zooiets natuurlijk heel anders. Mariene Dietrich. Zul je je aan je be lofte houden Want het is werkelijk ook heel vervelend voor moeder als je niet thuis komt op het uur, dat ze met je heeft afgesproken. Ze moet dan niet alleen met het eten zitten wachten, maar ze maakt zich ook ongerust. Ze is bang, dat je een ongeluk is overkomen, en door angst gekweld te worden, is lang niet plezierig, hoor Dag Fiets dan maar prettig. Engeltje. Alles in de wereld heeft zoo zijn tijd. En dat is maar goed ook. Als wij het voor 't zeggen hadden, zou er maar al te vaak gekibbel zijn. Want de een wil bijvoor beeld niet wat de ander wil. De een houdt hiervan en de ander daarvan. Nu moeten ve ons bij de dingen neerleggen. Hebben jullie van die mooie oranje-kleurige lelies Prach tig zijn die, hè Goudmuiltje. Doe het maai* om de maand, dat is beter. Maar ja, kammen en borstelen moet je eiken dag doen. Dat wordt Prins ook gedaan. Heerlijk vind l.ij dat. Als hij maar ziet, dat ik de kam en den borstel voor den dag haal, maakt hij al kromme sprongetjes van plezier. Zoo'n grap jas, hè Keukemneisje. Dan verras je Boter bloempje zeker wel eens met een lekkernijtje, dat je zelf hebt gemaakt, hè Want als je echt vriendschap met elkaar hebt gesloten, probeer je elkaar vaak 'een pleziertje te doen. Famke. Dat zal me een reis worden Neem maar een flink pakje boterhammen mee, anders kom je met een rammelend maagje in Terschelling aan. „Wat is dat voor een lawaai zeggen de Terschellingers dan. Marietje van Burg. Heel veel plezier in Zierikzee Kathe von Nagy. Nog wel gefeliciteerd met je verjaardag. Heb ik dat niet al ge daan Nu, tweemaal is niet erg. Goede wen- schen komen altijd van paswat zeg jij Wat heb je mooie cadeaux gekregen Echt dingen, waar je iets aan hebt, en vooral van der zomer. Kun je de tasch op je rug binden? Je zult er dan echt als een wandelaarstertje uitzien. Zorg maar, dat je er gauw een bruin gezichtje, dito armen en dito beenen bij krijgt. Die hooren bij zoo'n tasch. Snoepstertje. Jammer, dat ik dat op stelletje niet kan lezen. Nu, als ik maar weet, dat je het goed hebt gemaakt. Want dat is toch het voornaamste. Ja aeker, je raadseltje was goed. Het wordt veilig bewaard tot we na de vacantie weer beginnen. Wat je moeder geven zal Misschien kun je een aardig spel denkussentje voor haar maken of een servet- ringetje haken van raffia. Een trekpot greepje is ook niet moeilijk en een kousen hangertje is in een wipje klaar. Neus maar eens voor de ramen van handwerkwinkels. Stellig krijg je dan meerdere idéetjes. D**.g SnoepstertjeVeel plezier volgende week Zondag. Doornroosje. „Moeder vraagt of u niet weet hoe je, als je uien schoongemaakt hebt, dien smaak er af kan krijgen".... Ja, dat schrijf je. Moet ik daar nu uit opmaken, dat moeder uien zonder smaak wil hebben? Ik denk, dat moeder bedoelt, dat ze graag weten wil hoe ze dien uienreuk van haar handen moet krijgen, hè Wel moeder, u moet zor gen, dat u geen uienreuk aan de handen krijgt. Dit is mogelijk door de uien alleen maar aan te raken met een vork en met een mes. Voor haché bijvoorbeeld prikt u een ui aan een vork, legt de ui op een snijplank en snijdt ze daar in plakjes. Met een vork en een mes zijn later de velletjes gemakkelijk te verwijderen. Dag moeder. Dag Doornroosje. Dag Lezeresje. door G. TH. ROTMAN „Mannen, Broeders Medekikkers riep meneer Lodderoog uit, „wederom verdween een onzer brave kameraden in den maag van den ooievaar. We moeten dat monster dadelijk onscha- lijk maken „Precies Hoera riepen de kikkers, terwijl ze in hun voorpooten klapten en met hun ach- terpooten op den grond stampten. „Maar hoe?;' riep meneer Lodderoog toen..., (NadruJo verboden Ja, daar zaten de kikkers nuMaai eindelijk stond er een op en riep „Dat is nog al wiedesZe moeten 'n z'n snavel dichtbinden En hij legde pre cies uit, hoe het touw moest zitten en waar de knoop. Maar wie het doen moest en hoe er een begin moest wor den gemaakt, ja, dat wist hij niet Toen stond ih op. „We moeten een strik onder water uitzettenstelde ik voor. (Dinsdag vervol" i

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1932 | | pagina 9