RD
EN
OR
Berde Blad
LAND
-MTSEN
aiEUJUI 22 NOVEMBER 1924. No. 277
grieven uit de Hofstad
FEUILLETON
Onder Betoovering.
Voor de Vrouw en het Kind
VAN DE
de
tens ÏOO
ïostprijs
Dames
van de
3R OM-
rANDE
:JV irv-
bli alleen
WIl1-
|lOO om-
linstens
•MSLA-
voor de
:i{RAS
feg-edeeld
|e "vvinke-
'kooperi,
neubileerde
SLAAPKAMER
en.
teelstraat 111.
3 KOOP
iAARD met uitdraai-
chel, een groote POP'
WIEG enz.
bureau „Vlissing-
3 KOOP
d als nieuw FOTO-
X 12 (Compur) van
65.—.
i bureau „Vlissing-
E HUUR
KAMER voor eenige
en
slaapkamer.
bureau „Viissing"
n modern ingericht
RDIEPINGSHUIS,
de Spuistraat. Boven-
ipeanff.
id er No. 55, bureau
t".
iderne
enwoning
pgang, op zeer netten
"au „Vliss. Courant"^
mooie
'ERMANTEL.
:au „Vliss. Courant^
KO°p pen
No 51, alsmede een
TAARN, geheel com-
ten en rollen.
r Koningsweg^
Allerlei verkeer.
De besturen van alle gemeenten en
i„ het bizonder die der groote gemeen
ten zitten voor vraagstukken die maar
I|te vaak hun krachten en misschien
«el ieders krachten te boven gaan.
Onze voorvaderen waren knusse men
schen, die geen haast hadden en die
„raag gezellig dicht bij elkander
woonden. Dit knusse is geheel en al
verdwenen en vooral Den Haag met
zjjn uit alle oorden van de wereld
saamgewaaide bevolking heeft er niets
meer van. Het is lang geen ongewoon
verschijnsel, wanneer iemand zijn bu
ren zelfs niet van gezicht kent. Ieder
leeft er zijn eigen leventje en alleen op
heel enkele plaatsen ontmoet men men-
sciien. Men zegt dat het heel moeilijk
is om in de coterietjes en vriendenkrin
getjes te worden opgenpmen. Wij kun
nen het niet beoordeelén. Als je zelf al
zeer vele jaren in Den Haag woont en
daar je eigen milieu hebt, kan je je niet
voorstellen dat er anderen zijn die in
andere omstandigheden'verkeeren. Ten
slotte vinden soort- en lotgenooten
elkaar wel en krijgt ieder het kringetje
dat hij graag hebben wil. Maar het
echte, gemoedelijke, ouderwetsch-
knusse dat de -oude tijden kenmerkte
is verdwenen als gevolg van de enorme
uitbreiding van de stad.
En het is juist die uitbreiding welke
het gemeentebestuur voor netelige
vraagstukken stelt.
Daar is in' de eerste plaats het ver-
ieeersvraagstuk. Sedert het einde van
den oorlog is het aantal auto's onge
lofelijk toegenomen. Het hooggeachte
paard is al 'een zeldzaamheid geworden.
Zelfs de melkboer en de groenfenboer
komen met hun auto's voor de deur. Op
dergelijk verkeer zijn de oude straten
lieelemaal niet, de nieuwere heel vaak
niet berekend, Hoe zal men de steden
zich doen aanpassen aan dit snelver
keer Waarlijk het is een onoplosbaar
vraagstuk.
Het diep-tragische ongeluk, dat ver
leden week in Den Haag voorviel,
waarbij een jong pieisje dat rustig op
liet trottoir wandelde, door een auto
werd doodgereden, heeft weer eens met
schrijnenden ernst de aandacht op deze
kwestie gevestigd. Het valt ons her
haaldelijk op en waarschijnlijk is dit
ook bij dit ongeval weer de oorzaak ge
weest dat auto's, die links een straat
in draaien de korte bocht nemen en
daardoor den doorrit voor beide stra
len, zoowel die waar zij uit- als die
waar de auto indraait, voor een oogen-
blik geheel afsluiten. Het gevaar, dat
daardoor ontstaat, is niet gering om
dat de auto die zoo handelt, gêen kans
meer heeft om uit te wijken als het
noodig mocht zijn. Bij ons is, zoo vaak
wij deze onhandige beweging van een
auto waarnemen, de gedachte ontstaan
of niet op kruispunten een aanduiding
op den grond kon worden aangegeven,
waardoor de voertuigen zagen binnen
welke lijn zij moeten blijven. Een kruis
van roode steenen bijvoorbeeld zou
een manier zijn om de aanduiding te
geven.
Bij de behandeling van de Motor- en
Rijwielwet in de Tweede Kamer is her
haaldelijk aangedrongen op de indie
ning van een Verkeerswet en inderdaad
zou die heel wat goeds' kunnen uit
werken. Met den dag wordt het nood-
Roman door REINHOLD ORTMANN.
Maar toch gevoelde hij zich ver-
Plicht een onderzoek te doen, waarom
oe patiënt hem dringend verzocht. En
"'j kon niet verhinderen, dat er zich
weer een woordenstroom over de lip-
Pen zijns bezoekers baande.
ik had uw naam reeds voor mijn
vertrek in de Berlijnsche couranten ge-
toen, dokter.
En toen Relling daarop verbaasd de
opmerking maakte, dat hij zich zeer
zoker moest vergissen, haalde hij bijna
woordelijk het bericht aan, waarin ver
leid werd van het ongeluk, den jongen
Engelschman overkomen, en waarin
ook de naam van den geneesheer, die
nem de eerste hulp had verleend, zeer
waardeerend werd genoemd. Blijkbaar
telde mijnheer Bendermann zeer veel
oeiang in dit geval. Hij scheen een
"derwetsche man te zijn, die de auto-
mobieisport afschuwelijk vond en die
"et ongeluk den jongen diplomaat
erkomen een rechtvaardige straf zag.
vendien beza{ dg ,oude, verlegen
,1 een groote mate van nieuwsgie-
Ben 6 Want deed een aanta' vra~
Wait W'0r tiaïeve onbescheidenheid
Relling zeer zeker vreemd zou
onfr i hebben, als niet het geheele
ecm in van ttett man tten indruk had
VmÜ .van groots bekrompenheid,
moedelijk dacht de man, dat het
t^Brsonderelborc/eelefi «oor Nieuw op fe richten Muziek-Korpsen
f&L frZtmüy&e en welbekende adres
M.J.H.KESSEIS Ned. Fabriek van Mu^.JnSfH
TILBURG fcndustrifi*sMiaf 44.
(Ingez. Mededeeling.)
zakelijker, dat duidelijke voorschriften
worden gegeven die voor het geheele
land gelijk zijn.
Vooral in de oude stad stelt de op
lossing van het verkeersvraagstuk hoo-
ge eischen aan het regeertalent en aan
de schatkist, in Den Haag heeft men al
heel wat kapitalen in de oplossing ge
stoken en het is nog op geen stukken
na tot een einde gebracht.
Om nog eens even op het „knusse"
in de samenleving terug te komen, wil
len wij eens wijzen op de thee-midda
gen die zoetjes-aan in de mode begin
nen te komen. Het zijn middagen die
georganiseerd worden om onderling
kennis te maken. De Haagsche Kunst
kring heeft deze ten Vorigen jare inge
voerd en met succes. Het zijn wel in
hoofdzaak de vrouwen die deze midda
gen bezoeken, want de mannen liggen
natuurlijk voor een goed deel aan den
ketting van hun beroep. Maar dat de
vrouwen elkaar eens wat meer ontmoe
ten en Ieeren kennen, heeft een zeer
nuttige uitwerking. Onder de mannen
van één zelfde beroep loopen de types
gewoonlijk al zeer veel uiteen en het is
dikwijls al zeer moeilijk hen eens bij
elkaar te brengen. De ervaring leert
echter dat de vrouwen van die mannen
nog veel heterogener zijn en het is zeer
nuttig, dat die elkaar eens ieeren ken
nen. be Huisvrouwenvereeniging, houdt
ook dergelijke middagen en het is on
getwijfeld nuttig dat de huisvrouwen
eens met elkaar in contact komen. Zij
hebben heel wat gemeenschappelijke
belangen en het is zoo goed als de
coterietjes elkaar eens ontmoeten. De
tijden van de jours zijn voorbij. Ge
lukkig, want dat was een stijve en in
veel opzichten ongewenschte vorm van
omgang. Geen enkei saamhoorigheids-
besef bracht de menschen daar bij el
kaar. Dit bestaat wel als de vrouwen
bijeenkomen om een bepaalde reden,
hetzij omdat zij een zelfde belang heb
ben, hetzij omdat haar mannen één zelf
de vak uitoefenen.
Het vereenigingsleven is al lang op
vele plaatsen tot zijn doode punt ge
naderd, voornamelijk omdat de leden
der vereeniging elkaar persoonlijk niet
meer kennen. Wil er kracht blijven uit
gaan van een organisatie, dan is het
noodig dat de leden elkaar kennen en
juist om dit te bereiken zijn de thee
middagen zeer geschikt. Zij zijn een
betere vorm van de sociëteiten omdat
zij een bepaald doel hebben en niet
dienen om den tijd dood te slaan.
Het is in een stad alstjien Haag
moeilijk om „gelijkgestemde" zielen te
vinden en juist om dat te bereiken zijn
deze middagen heel aardig. Het verkeer
op de straat moge ontzaggelijk ver
groot zijn, het verkeer onder de men
schen zelf was zeer verminderd en
juist dit verkeer heeft zóó veei noodig
om vergroot te worden als het andere
wellicht wel minder kon. De gezellig
heidszucht onder de menschen is onuit
roeibaar en al vindt zij niet altijd meer
haar ouden vorm van voldoening, zij
zoekt steeds weer nieuwe middelen
voor bevrediging. Wat in den ouden
tijd en thans nog in de kleinere ge
meenten van zelf ontstaat, de vriend
schappelijke omgang, moet in de groo-
tere steden min of meer opzettelijk en
kunstmatig worden gezocht en ge
kweekt. En juist daarom is het een
goed middel dat de vrouwen elkaar
Ieeren kennen. Wanneer het tusschen
de vrouwen niet „botert" houdt vriend
schap tusschen de respectieve mannen
niet best stand. Waar goede gezindheid
tusschen de vrouwen bestaat heerscht
den dokter aangenaam was, wanneer
hij naar alles vroeg wat betrekking had
op het geval Stounton. 'Eerst had hij
hem slechts met een kort „ja" of „neen"
geantwoord. Toen de heer Bendemann
echter ten slotte ook wilde weten of
het waar was, dat twee alleenstaande
dames den jongen man bij zich in huis
hadden genomen en dat zich buiten
hem geen andere man in de viifa be
vond, verliet hem zijn geduld en hij
liet den babbelaar op een duidelijke
manier merken, dat hij niet van plan
was meer inlichtingen te geven.
Tamelijk onverbloemd deelde hij hem
ook zijn meening mee omtrent zijn in
gebeelde ziekte. Maar de vriendelijke
oude heer toonde zich door niets be-
leedigd en terwijl hij zich langzaam
aankleedde, ging hij geheel onbevangen
op een ander onderwerp over.
Zou ik u nog iets mogen vragen
dokter is met de omstandigheden
hier beter op de hoogte dan iemand
anders een geneesheer komt bij
zooveel familie's. Zou u misschien toe
vallig een huisgezin kennen, waar men
een flinke huishoudster noodig heeft
Ik heb mijn nichtje bij me, een heel net
en bedaard meisje van ongeveer dertig
jaren. Ze heeft al vaker een dergelijke
betrekking in groote huishoudingen
gehad en de stad bevalt haar zóó
goed, dat zij hier graag zou willen
blijven.
Relling, die juist bezig was een
recept te schrijven, had eerst maar met
een half oor geluisterd. Plotseling ging
hem echter de gedachte door het hoofd
dat zich hier door een toeval de gele
altijd een goede stemming en eenige
verbetering in de algemeene stemming
in het Haagsche leven is heusch geen
overbodige weelde. EIBER.
Onder Redactie van
TRUUS EIJGENHUIJSEN.
-—(o)
VOOR DE VROUW
DE VERPLEEGSTERS EN HAAR
HAARDRACHT.
In Amsterdam is thans door de directeur
ren van enkele open'bare ziekenhuizen, den
verpleegsters, die in hunne instellingen
werkzaam zijn, verboden page-haar te
dragen. Zij, die reeds de haren voor deze
nieuwe dracht hadden geofferd, ontvingen
de instructie ze weder te laten groeien en
zijn naar de kinder-afdeeling overgeplaatst,-
tot het haar. weer een behoorlijke lengte
heeft en er iets op gevonden kan worden
om het op een gewoon kapsel te doen ge
lijken.
De directeuren grondden hun verbod op
het reglement, waarin het verplegend per
soneel in de ziekenhuizen,"waar mannen
en vrouwen worden verpleegd, o.a. een
eenvoudige haardracht wordt voorgeschre
ven. Bovendien waren de directies van
meening, dat de verpleegsters zich van alle
wereldsche ij delheden afzijdig hebben te
houden en voor mode-grillen geen tijd 'be-
hooren over te hebben. Een page-kopje
wordt er gemeend, past niet in een sfeer
van ernst en van lijden, zooals er vaak in
de ziekenhuizen h,eerscht.
Zonder conflict zal dit incident wei niet
verloopen en verschil van meening is dan
ook al reeds tot uiting gekomen in de
commissie van bijstand voor het Zieken
huiswezen, waar een vrouwelijk Amster-
damsch raadslid de zusters in hare rechten
verdedigde. Waar het hier tenslotte geldt
een kwestie van algemeen belang, zijn we
min of meer verplicht ons een redelijk oor
deel te vormen over deze nieuwe, uitge
vaardigde instructie.
Gaan we dan allereerst eens na, wat er
toe geleid heeft plotseling zoo vele vrou
wen en meisjes te bewegen het haar kort te
laten knippen, dan komen we tot de con
clusie, dat dit een mode-.voorschrift is ge
weest, zooals er zoo vele zijn. Een geheel
oorspronkelijke mode is ze echter niet,
want op een onlangs in Northampton ont
dekt schilderij, dat vermoedelijk reeds vijf
honderd jaren oud is, worden vrouwen
figuren aangetroffen, waarvan er enkelen
de haren lang en tot over de schouders^
vallend dragen, doch de 'meesten evenwel
kort en reikend tot de ooren, op dezelfde
wijze als thans voor modern geldt.
Toen het page-kapsel in toepassing
werd gebracht, zag men eerst, dat het be
halve een modieusen kant, ook nog een
voordeeljgen kant had. Het eischt immers
minder tijd, geen kammen, geen haarspel
den en meerdere „ornamenten", waardoor
het ook prettiger aanvoelde en het stelde de
draagsters in staaf-de hoofdhuid gemakke
lijker en geregelder te onderhouden, zon
der den last te hebben van daarna de eerste
dagen met een los rakend en piekerig kap
sel te loopen.
Gaat men deze voordeelen goed na, dan
zal men moeten erkennen, dat het voor
deelen zijn, vooral ten dienste van de ver
pleegsters. Men moet hierbij bedenken, dat
het ambt van ziekenverpleegster thans niet
meer is een soort van Samaritaansche
barmhartigheid, zooal$ het alleen vroeger
scheen te zijn, maar wel degelijk een be
roep, welks arbeid niet alleen liefde, maar
ook lichamelijke kracht en uithoudingsver
mogen éischi Tijdsbesparing en lichamelij
ke verlichting zijn dus twee dingen, die een
ziekenverpleegster ten dienste van haar
arbeid moet, ja zelfs verplicht is aan haar
zelve en de haar toevertrouwde patiënten,
aangrijpen. Bovendien zal in spoedgeval
len waar een verpleegster gewenscht
wordt, die zich bijvoorbeeld al reeds te
ruste heeft begeven, het voordeel van
tijdsbesparing nog duidelijker op den voor
grond treden, want een zuster, zoowel als
iedere andere vrouw met onopgemaakte
haren, is een zeer onfrissche en onver
kwikkelijke verschijning en zal ook zeker
niet in haar functie geduld worden. Ook
los rakende cn piekerige kapsels, die waar
lijk niet te vermijden zijn de eerste dagen
na een haarwassching, zijn noch onberis
pelijk, noch hygiënisch te noemen, zoodat
men tenslotte tot de conclusie komt, dat
het page-kapsel voor de verpleegsters een
zeer aanbevelenswaardige dracht is.
Toch zijn er velen, die ai zijn ze ten volie
overtuigd, ook in het particuliere leven,
van de voordeelen van een page-kapsel,
schromen het op zich zelf van toepassing
te brengen. Niet vaak alleen om den twijfel
of het ze op haar voordeeligst doet uitko
men, maar ook om hun vrouw-zijn. De
meesten voelen aan, hoe bij het korten van
de haren,, iets van de vrouwelijke waardig
heid wordt ingeboet. Kan men een vrouw in
korte, tot de knieën reikende rokjes en in
het dagelijksch leven met een ongeoorloofd
laag uitgesneden corsage, onmogelijk een
waardige verschijning noemen, evenmin
kan men dit een vrouw met kinderlijke,
recht afgesneden haren. Als we sommige
vrouwen zien met kroezende, kortharige
kopjes of met korte, stijle haren, waarin
alleen nog maar de groote vlinderstrik ont
breekt om het kinderlijke te volmaken,
dan vragen ^we ons onwillekeurig af,'hoe
deze vrouwen er zullen uitzien in de toe
komst. Zeker niet, als ze de haren blijven
korten, als een lieve, waardige verschij
ning, met boven een kalm en vredig gelaat
een mooi golvend, zilverwit kapsel, wat
oude dames zoo bekoorlijk maakt en de
kinderen met liefdevollen eerbied tot ze doet
opzien.
„Nu ja", zal er beweerd worden, „tegen
dien tijd kan men de haren wel weer laten
aangroeien Men ge^ft hierbij dan tevens
te kennen, dat men het er mee eens is, dat
een langharig kapsel de waardigheid der
vrouwen meer past. Gaat men er dus als
vrouw foe over tot het dragen van een
page-kapsel, welnu, dan is dit een teeken,
dat men deze waardigheid niet acht en de
beweegredenen tot het knippen van een
page-k'opje zijn dan ook niet zonder „ijde-
le" grondslagen. Of men moest er op uit
zijn om liever een jong meisje dan een
volwassen vrouw te schijnen.-
Waar we echter gezien hebben, hoe het
pagekapsel de verpleegster onschatbare
diensten bewijst, mogen we haar, die zich
van deze nieuwe dracht bedienen, niet te
lichtzinnig en te oppervlakkig beoordee-
len. Voor de verpleegsters zelve staat hier
thans een goede gelegenheid open om van
haar liefde en haar toewijding voor haar
beroep te getuigen, door indien de nieuwe
instructie gehandhaafd blijft, hare directies
het voorstel te doen tot het mogen dra
gen 'van sluitende, wit linnen uniforme
mutsen, passend bij haar costuum, hetgeen
niet alleen zeer hygiënisch, doch ook in
alle voorkomende gevallen practisch is. Zij
met het langharige kapsel en zij met het
page-haar zullen er beiden wel bij varen.
EEN DAMES-MOUWVEST.
(Met een rand in den patentsteek.)
Knip 3 papieren uitslagpatronen volgens
de vereischte maten en in den vorm als
op de afbeelding is aangegeven voor rug
pand, rechter- en linkervoorpand en rech
ter- en linkermouw.
Materiaal zachte, niet te dikke wol, 2
stalen pennen nr. 3!/2 en 4 stalen pennen
nr. 9.
Achterpand Wordt aan den onderkant
begonnen, om aan den hals en de schou
ders te eindigen. Zet op 135 steken (of
meer, al naar mate het papieren uitslag-
patroon aangeeft). Brei dan een rand tot
een hoogte van 4 c.M. in 1 averechtschen
steek, 1 patentsteek, 1 averechtschen steek,
1 patentsteek etc. De patentsteek wordt
gemaakt, door met de breinaald den steek
niet aan den voorkant, doch aan den ach
terkant op te nemen (zie A), waarna deze
steek gewoon recht gebreid wordt. De vol
gende toer wordt steeds recht over gebreid,
de daórop volgende toer verspringen de
patentsteken,
Is de rand 4 c.M. breed, brei dan 6 recht,
1 averecht, 6 recht, 1 averecht (andere
naald natuurlijk 6 averecht, 1 recht) tot
okselhoogte. Minder dan aan het einde van
eiken toer 1 steek tot de schouders zijn be
reikt. Vervolgens
le naald 15 steken afkanren, 60 steken
(of meer) breien.
2e naald 15 steken afkanten, 45 steken
breien.
3e naald 5 steken afkanten, 40 steken
hreien.
4e naald 5 steken afkanten, 35 steken
breien.
5e naald 5 steken afkanten, 30 steken
breien.
6e naald 5 steken afkanten, 25 steken
breien.
Op deze 25 steken een rand breien tot
4 c.M. in 1 patentsteek, 1 averecht.
Rechter-voorpand Wordt aan dén on
derkant begonnen om aan den hals en de
schouders te eindigen. Zet op 75 steken of
meer. Brei weer een rand ter hoogte van 4
c.M. in 1 averechte, 1 patentsteek. Brei
vervolgens 6 recht, 1 averecht, doch aan
een der zijkanten 12 steken (4 c.M.) in 1
patentsteek, 1 averecht. Maak in den rand
dwarsliggende knoopsgaten op gelijke af
standen. Brei zoo voort tot okselhoogte.
Vervolgens
le naald 4 steken afkanten, naald uit-
breien.
2e naald uitbreien op 2 steken na, deze
samenbreien.
3e naald 3 steken afkanten, naald uit
breien.
4e naald uitbreien op 2 steden na, deze
samen breien.
5e naald 2 steken afkanten, naald uit
breien.
6e naald uitbreien op 2 steken na, deze
samen breien.
7e naald uitbreien op 13 steken na, d.i.
1 steek vóór den rand. Begin hier met den
patentsteek brei de naald uit op 2 steken
na en brei deze samen.
'Se naald uitbreien op 2 steken na, deze
samen breien.
9e naald uitbreien op 13 steken na, d.i.
1 steek vóór den rand. Begin hier met den
patentsteek brei de naald uit op 2 steken
na en brei deze samen.
10e naald uitbreien op 2 steken na,
deze samen breien.
Ga zoo^'voort tot de schouder bereikt is
nabij ^en bovenarm. Neem het breiweefsel
,met den rechten kant naar u toe, den rand
aan de linker-, de draad aan den rechter
arm.
le naald 15 steken afkanten, naald uit
breien op 13 steken na. Brei deze 13 ste
ken in den randsteek (1 patentsteek, 1
averecht) op 2 steken na, deze samen
breien.
2e naald overbreien.
3e naald 5 steken afkanten, naald uit
breien op 13 steken na. Rand breien op 2
steken na, deze samen breien.
4e naald overbreien.
Ga zoo voort, steeds 5 steken afkanten,
tot alleen de randsteken nog over zijn.
Hecht dan of. 4
Linker-voorpandWordt—óp dezelfde
wijze gebreid als de rechtervoorpand, al
leen valt de rand en de halsuitsnijding aan
de andere zijde enNvervallen de knoopsga
ten.
De mouw Wordt begonnen aan den
pols'(10 c.M. boven de hand) en eindigt op
den schouder. Zet op 75 steken en brei 6
recht, 1 averecht tot den oksel. Minder dan
aan het einde van eiken toer 1 steek tot de
bovenkant ts bereikt en er nog 20 steken
op de naald staan. Hecht dan af.
Pers het werk en zet het in elkander.
i| a J|_ J 's 'n dezen t'jd schering en inslag. Voorkom of genees uw Verkoudheid -V I
yPrKnilnnPf(l met ToÉal> het aangewezen middel tegen Influenza, Rheumatiek, Jicht, I I li* Hg
IXUUUIIWlU Hoofd- en Zenuwpijn. Bij alle Apothekers en Drogisten a f 0.80 en f2.UUflL
(bigez. Mededeeling.)
genheid voordeed, een einde te maken
aan het samenzijn van hem en zijn
nichtje Elisabeth, welk samenzijn hem
eiken da£ pijnlijker werd.
Daar zij het wenschte, had hij reeds
den dag na het gesprek tusschen hen
een advertentie laten plaatsen, maar
tot dusver had zich niemand aangebo
den. Waarom zou hij dus deze gelegen
heid niet gebruiken De praatzieke en
al te onderdanige heer Bendemann was
hem niet bepaald sympathiek, maar hij
leek toch een nette man te zijn en bo
vendien zou hij niet hem, doch zijn
nicht in huis nemen. Evenwel wilde hij
niet handelen zonder voorkennis van
Elisabeth. Als zij misschien nog van
gedachte was veranderd, zou zij alles
bij 't oude kunnen laten.Daarom zei hij:
De familie's, bij wie ik als genees
heer in huis kom, plegen mij niet met
de zorg voor haar huishoudsters te be
lasten, maar het treft wel eigenaardig,
dat ik juist zelf zulk een dame zoek.
't is niet onmogelijk, dat wij het eens
worden. Gaat u nog even zitten, alstu
blieft.
Hij ging naar de deur en verzocht
Elisabeth, die zich, zooals gewoonlijk,
in de woonkamer bevond, even binnen
te komen. In een paar woorden deelde
hij haar mee, wat hij van zijn bezoe
ker had gehoord, en vroeg haar, of zij
zoo goed wilde zijn met de nicht van
den heer Bendemann te willen spreken.
Ik laat alles aan jou over, beste
Elisabeth, want, zooals je weet, ben ik
totaal hulpeloos in dergelijke zaken, ik
zou niet weten, wat ik de juffrouw
moet vragen misschien wil je van
den heer Bendemann nog iets naders
weten en dan hoor ilp-l&ter wei, wat
je hebt besloten.
Op dit oogenblik werd er zoo hard
gebeld, alsof de bel door een driftige
hand in beweging werd gebracht. En
Elisabeth ging zoo snel heep, als was
ze blij, dat ze nu niet dadelijk behoefde
te antwoorden. Kort daarna verscheen
zij weer in de deur.
Het kamermeisje van villa „Carla"
is er en verzocht je dadelijk te komen.
Zonder er aan te denken, dat de heer
Bendemann zich nog in 't vertrek be
vond, riep Relling het dienstmeisje
binnen.
Wat is er gebeurd is de toe
stand van mr. Stounton minder goed
geworden
Ik weet het niet, mijnheer, ant
woordde het knappe kamermeisje, dat
steeds wat snibbig tot Relling sprak.
De oude mevrouw heeft mij gelast den
dokter te halen. En ik geloof, dat er
haast is. Of u echter verzocht wordt te
komen voor den Engelschman of voor
iemand anders, weet ik niet
't Is toch niet voor juffrouw Von
Lindow zelve De toon, waarop hij
dit vroeg, gaf duidelijk te kennen, welk
een angst de gedachte hem veroor
zaakte, dat wellicht Hertha zijn medi
sche hulp noodig had.
Om de lippen van het dienstmeisje
trilde even een eigenaardig lachje. Of
ze werkelijk niet wist, of dat zij het
prettig vond den onbeleefden dokter
wat te plagen, door de onzekerheid,
was moeilijk te zeggen. In elk geval,
herhaalde zij schouderophalend, dat zij
niets zekers wist, daar zij de laatste
uren in de keuken was geweest en men
haar niet had gezegd, wie ziek was
geworden.
Zonder nog een seconde te verlie
zen, maakte de dokter zich klaar om
mee te gaan. Blijkbaar had hij meneer
Bendemann en zijn nicht totaal verge
ten, want hij groette niet eens den
ouden heer, die opmerkzaam had ge
luisterd naar het gesprek tusschen hem
en Lisette.
't Schijnt, dat de dokter het zeer
druk heeft door dit geval, zei de heer
Bendemann, toen hij met het jonge
meisje alleen was. Ik ben vol bewon
dering voor dr. Relling, die mij een
man schijnt te zijn vol plichtsgevoel.
Men vertelde mij, dat hij eenige keeren
per dag naar de villa gaat.
Men let hier op iedereen en alles,
antwoordde Elisabeth eenigszins koel.
Zou u nu misschien zoo goed willen
zijn, mijnheer, mij een en ander mede
te deelen over de dame, die u mijn neef
hebt aanbevolen.
En meneer Bendemann haastte zich
aan haar wenseh te voldoen. Had Wal
ter Relling getuigg. kunnen zijn van hun
gesprek, dan zou hij hebben gezien, dat
Elisabeth de zaak zeer ernstig opnam
en dat het in 't geheel niet haar voor
nemen was, de plaats, die zij tot dus
verre in zijn huis bekleedde, te be
houden.
HOOFDSTUK IX.
Lisette had in 't geheel niet gepro
beerd met de lange beenen van den
dokter in den pas te blijven. Daar-