RD EN OR Berde Blad LAND -MTSEN aiEUJUI 22 NOVEMBER 1924. No. 277 grieven uit de Hofstad FEUILLETON Onder Betoovering. Voor de Vrouw en het Kind VAN DE de tens ÏOO ïostprijs Dames van de 3R OM- rANDE :JV irv- bli alleen WIl1- |lOO om- linstens •MSLA- voor de :i{RAS feg-edeeld |e "vvinke- 'kooperi, neubileerde SLAAPKAMER en. teelstraat 111. 3 KOOP iAARD met uitdraai- chel, een groote POP' WIEG enz. bureau „Vlissing- 3 KOOP d als nieuw FOTO- X 12 (Compur) van 65.—. i bureau „Vlissing- E HUUR KAMER voor eenige en slaapkamer. bureau „Viissing" n modern ingericht RDIEPINGSHUIS, de Spuistraat. Boven- ipeanff. id er No. 55, bureau t". iderne enwoning pgang, op zeer netten "au „Vliss. Courant"^ mooie 'ERMANTEL. :au „Vliss. Courant^ KO°p pen No 51, alsmede een TAARN, geheel com- ten en rollen. r Koningsweg^ Allerlei verkeer. De besturen van alle gemeenten en i„ het bizonder die der groote gemeen ten zitten voor vraagstukken die maar I|te vaak hun krachten en misschien «el ieders krachten te boven gaan. Onze voorvaderen waren knusse men schen, die geen haast hadden en die „raag gezellig dicht bij elkander woonden. Dit knusse is geheel en al verdwenen en vooral Den Haag met zjjn uit alle oorden van de wereld saamgewaaide bevolking heeft er niets meer van. Het is lang geen ongewoon verschijnsel, wanneer iemand zijn bu ren zelfs niet van gezicht kent. Ieder leeft er zijn eigen leventje en alleen op heel enkele plaatsen ontmoet men men- sciien. Men zegt dat het heel moeilijk is om in de coterietjes en vriendenkrin getjes te worden opgenpmen. Wij kun nen het niet beoordeelén. Als je zelf al zeer vele jaren in Den Haag woont en daar je eigen milieu hebt, kan je je niet voorstellen dat er anderen zijn die in andere omstandigheden'verkeeren. Ten slotte vinden soort- en lotgenooten elkaar wel en krijgt ieder het kringetje dat hij graag hebben wil. Maar het echte, gemoedelijke, ouderwetsch- knusse dat de -oude tijden kenmerkte is verdwenen als gevolg van de enorme uitbreiding van de stad. En het is juist die uitbreiding welke het gemeentebestuur voor netelige vraagstukken stelt. Daar is in' de eerste plaats het ver- ieeersvraagstuk. Sedert het einde van den oorlog is het aantal auto's onge lofelijk toegenomen. Het hooggeachte paard is al 'een zeldzaamheid geworden. Zelfs de melkboer en de groenfenboer komen met hun auto's voor de deur. Op dergelijk verkeer zijn de oude straten lieelemaal niet, de nieuwere heel vaak niet berekend, Hoe zal men de steden zich doen aanpassen aan dit snelver keer Waarlijk het is een onoplosbaar vraagstuk. Het diep-tragische ongeluk, dat ver leden week in Den Haag voorviel, waarbij een jong pieisje dat rustig op liet trottoir wandelde, door een auto werd doodgereden, heeft weer eens met schrijnenden ernst de aandacht op deze kwestie gevestigd. Het valt ons her haaldelijk op en waarschijnlijk is dit ook bij dit ongeval weer de oorzaak ge weest dat auto's, die links een straat in draaien de korte bocht nemen en daardoor den doorrit voor beide stra len, zoowel die waar zij uit- als die waar de auto indraait, voor een oogen- blik geheel afsluiten. Het gevaar, dat daardoor ontstaat, is niet gering om dat de auto die zoo handelt, gêen kans meer heeft om uit te wijken als het noodig mocht zijn. Bij ons is, zoo vaak wij deze onhandige beweging van een auto waarnemen, de gedachte ontstaan of niet op kruispunten een aanduiding op den grond kon worden aangegeven, waardoor de voertuigen zagen binnen welke lijn zij moeten blijven. Een kruis van roode steenen bijvoorbeeld zou een manier zijn om de aanduiding te geven. Bij de behandeling van de Motor- en Rijwielwet in de Tweede Kamer is her haaldelijk aangedrongen op de indie ning van een Verkeerswet en inderdaad zou die heel wat goeds' kunnen uit werken. Met den dag wordt het nood- Roman door REINHOLD ORTMANN. Maar toch gevoelde hij zich ver- Plicht een onderzoek te doen, waarom oe patiënt hem dringend verzocht. En "'j kon niet verhinderen, dat er zich weer een woordenstroom over de lip- Pen zijns bezoekers baande. ik had uw naam reeds voor mijn vertrek in de Berlijnsche couranten ge- toen, dokter. En toen Relling daarop verbaasd de opmerking maakte, dat hij zich zeer zoker moest vergissen, haalde hij bijna woordelijk het bericht aan, waarin ver leid werd van het ongeluk, den jongen Engelschman overkomen, en waarin ook de naam van den geneesheer, die nem de eerste hulp had verleend, zeer waardeerend werd genoemd. Blijkbaar telde mijnheer Bendermann zeer veel oeiang in dit geval. Hij scheen een "derwetsche man te zijn, die de auto- mobieisport afschuwelijk vond en die "et ongeluk den jongen diplomaat erkomen een rechtvaardige straf zag. vendien beza{ dg ,oude, verlegen ,1 een groote mate van nieuwsgie- Ben 6 Want deed een aanta' vra~ Wait W'0r tiaïeve onbescheidenheid Relling zeer zeker vreemd zou onfr i hebben, als niet het geheele ecm in van ttett man tten indruk had VmÜ .van groots bekrompenheid, moedelijk dacht de man, dat het t^Brsonderelborc/eelefi «oor Nieuw op fe richten Muziek-Korpsen f&L frZtmüy&e en welbekende adres M.J.H.KESSEIS Ned. Fabriek van Mu^.JnSfH TILBURG fcndustrifi*sMiaf 44. (Ingez. Mededeeling.) zakelijker, dat duidelijke voorschriften worden gegeven die voor het geheele land gelijk zijn. Vooral in de oude stad stelt de op lossing van het verkeersvraagstuk hoo- ge eischen aan het regeertalent en aan de schatkist, in Den Haag heeft men al heel wat kapitalen in de oplossing ge stoken en het is nog op geen stukken na tot een einde gebracht. Om nog eens even op het „knusse" in de samenleving terug te komen, wil len wij eens wijzen op de thee-midda gen die zoetjes-aan in de mode begin nen te komen. Het zijn middagen die georganiseerd worden om onderling kennis te maken. De Haagsche Kunst kring heeft deze ten Vorigen jare inge voerd en met succes. Het zijn wel in hoofdzaak de vrouwen die deze midda gen bezoeken, want de mannen liggen natuurlijk voor een goed deel aan den ketting van hun beroep. Maar dat de vrouwen elkaar eens wat meer ontmoe ten en Ieeren kennen, heeft een zeer nuttige uitwerking. Onder de mannen van één zelfde beroep loopen de types gewoonlijk al zeer veel uiteen en het is dikwijls al zeer moeilijk hen eens bij elkaar te brengen. De ervaring leert echter dat de vrouwen van die mannen nog veel heterogener zijn en het is zeer nuttig, dat die elkaar eens ieeren ken nen. be Huisvrouwenvereeniging, houdt ook dergelijke middagen en het is on getwijfeld nuttig dat de huisvrouwen eens met elkaar in contact komen. Zij hebben heel wat gemeenschappelijke belangen en het is zoo goed als de coterietjes elkaar eens ontmoeten. De tijden van de jours zijn voorbij. Ge lukkig, want dat was een stijve en in veel opzichten ongewenschte vorm van omgang. Geen enkei saamhoorigheids- besef bracht de menschen daar bij el kaar. Dit bestaat wel als de vrouwen bijeenkomen om een bepaalde reden, hetzij omdat zij een zelfde belang heb ben, hetzij omdat haar mannen één zelf de vak uitoefenen. Het vereenigingsleven is al lang op vele plaatsen tot zijn doode punt ge naderd, voornamelijk omdat de leden der vereeniging elkaar persoonlijk niet meer kennen. Wil er kracht blijven uit gaan van een organisatie, dan is het noodig dat de leden elkaar kennen en juist om dit te bereiken zijn de thee middagen zeer geschikt. Zij zijn een betere vorm van de sociëteiten omdat zij een bepaald doel hebben en niet dienen om den tijd dood te slaan. Het is in een stad alstjien Haag moeilijk om „gelijkgestemde" zielen te vinden en juist om dat te bereiken zijn deze middagen heel aardig. Het verkeer op de straat moge ontzaggelijk ver groot zijn, het verkeer onder de men schen zelf was zeer verminderd en juist dit verkeer heeft zóó veei noodig om vergroot te worden als het andere wellicht wel minder kon. De gezellig heidszucht onder de menschen is onuit roeibaar en al vindt zij niet altijd meer haar ouden vorm van voldoening, zij zoekt steeds weer nieuwe middelen voor bevrediging. Wat in den ouden tijd en thans nog in de kleinere ge meenten van zelf ontstaat, de vriend schappelijke omgang, moet in de groo- tere steden min of meer opzettelijk en kunstmatig worden gezocht en ge kweekt. En juist daarom is het een goed middel dat de vrouwen elkaar Ieeren kennen. Wanneer het tusschen de vrouwen niet „botert" houdt vriend schap tusschen de respectieve mannen niet best stand. Waar goede gezindheid tusschen de vrouwen bestaat heerscht den dokter aangenaam was, wanneer hij naar alles vroeg wat betrekking had op het geval Stounton. 'Eerst had hij hem slechts met een kort „ja" of „neen" geantwoord. Toen de heer Bendemann echter ten slotte ook wilde weten of het waar was, dat twee alleenstaande dames den jongen man bij zich in huis hadden genomen en dat zich buiten hem geen andere man in de viifa be vond, verliet hem zijn geduld en hij liet den babbelaar op een duidelijke manier merken, dat hij niet van plan was meer inlichtingen te geven. Tamelijk onverbloemd deelde hij hem ook zijn meening mee omtrent zijn in gebeelde ziekte. Maar de vriendelijke oude heer toonde zich door niets be- leedigd en terwijl hij zich langzaam aankleedde, ging hij geheel onbevangen op een ander onderwerp over. Zou ik u nog iets mogen vragen dokter is met de omstandigheden hier beter op de hoogte dan iemand anders een geneesheer komt bij zooveel familie's. Zou u misschien toe vallig een huisgezin kennen, waar men een flinke huishoudster noodig heeft Ik heb mijn nichtje bij me, een heel net en bedaard meisje van ongeveer dertig jaren. Ze heeft al vaker een dergelijke betrekking in groote huishoudingen gehad en de stad bevalt haar zóó goed, dat zij hier graag zou willen blijven. Relling, die juist bezig was een recept te schrijven, had eerst maar met een half oor geluisterd. Plotseling ging hem echter de gedachte door het hoofd dat zich hier door een toeval de gele altijd een goede stemming en eenige verbetering in de algemeene stemming in het Haagsche leven is heusch geen overbodige weelde. EIBER. Onder Redactie van TRUUS EIJGENHUIJSEN. -—(o) VOOR DE VROUW DE VERPLEEGSTERS EN HAAR HAARDRACHT. In Amsterdam is thans door de directeur ren van enkele open'bare ziekenhuizen, den verpleegsters, die in hunne instellingen werkzaam zijn, verboden page-haar te dragen. Zij, die reeds de haren voor deze nieuwe dracht hadden geofferd, ontvingen de instructie ze weder te laten groeien en zijn naar de kinder-afdeeling overgeplaatst,- tot het haar. weer een behoorlijke lengte heeft en er iets op gevonden kan worden om het op een gewoon kapsel te doen ge lijken. De directeuren grondden hun verbod op het reglement, waarin het verplegend per soneel in de ziekenhuizen,"waar mannen en vrouwen worden verpleegd, o.a. een eenvoudige haardracht wordt voorgeschre ven. Bovendien waren de directies van meening, dat de verpleegsters zich van alle wereldsche ij delheden afzijdig hebben te houden en voor mode-grillen geen tijd 'be- hooren over te hebben. Een page-kopje wordt er gemeend, past niet in een sfeer van ernst en van lijden, zooals er vaak in de ziekenhuizen h,eerscht. Zonder conflict zal dit incident wei niet verloopen en verschil van meening is dan ook al reeds tot uiting gekomen in de commissie van bijstand voor het Zieken huiswezen, waar een vrouwelijk Amster- damsch raadslid de zusters in hare rechten verdedigde. Waar het hier tenslotte geldt een kwestie van algemeen belang, zijn we min of meer verplicht ons een redelijk oor deel te vormen over deze nieuwe, uitge vaardigde instructie. Gaan we dan allereerst eens na, wat er toe geleid heeft plotseling zoo vele vrou wen en meisjes te bewegen het haar kort te laten knippen, dan komen we tot de con clusie, dat dit een mode-.voorschrift is ge weest, zooals er zoo vele zijn. Een geheel oorspronkelijke mode is ze echter niet, want op een onlangs in Northampton ont dekt schilderij, dat vermoedelijk reeds vijf honderd jaren oud is, worden vrouwen figuren aangetroffen, waarvan er enkelen de haren lang en tot over de schouders^ vallend dragen, doch de 'meesten evenwel kort en reikend tot de ooren, op dezelfde wijze als thans voor modern geldt. Toen het page-kapsel in toepassing werd gebracht, zag men eerst, dat het be halve een modieusen kant, ook nog een voordeeljgen kant had. Het eischt immers minder tijd, geen kammen, geen haarspel den en meerdere „ornamenten", waardoor het ook prettiger aanvoelde en het stelde de draagsters in staaf-de hoofdhuid gemakke lijker en geregelder te onderhouden, zon der den last te hebben van daarna de eerste dagen met een los rakend en piekerig kap sel te loopen. Gaat men deze voordeelen goed na, dan zal men moeten erkennen, dat het voor deelen zijn, vooral ten dienste van de ver pleegsters. Men moet hierbij bedenken, dat het ambt van ziekenverpleegster thans niet meer is een soort van Samaritaansche barmhartigheid, zooal$ het alleen vroeger scheen te zijn, maar wel degelijk een be roep, welks arbeid niet alleen liefde, maar ook lichamelijke kracht en uithoudingsver mogen éischi Tijdsbesparing en lichamelij ke verlichting zijn dus twee dingen, die een ziekenverpleegster ten dienste van haar arbeid moet, ja zelfs verplicht is aan haar zelve en de haar toevertrouwde patiënten, aangrijpen. Bovendien zal in spoedgeval len waar een verpleegster gewenscht wordt, die zich bijvoorbeeld al reeds te ruste heeft begeven, het voordeel van tijdsbesparing nog duidelijker op den voor grond treden, want een zuster, zoowel als iedere andere vrouw met onopgemaakte haren, is een zeer onfrissche en onver kwikkelijke verschijning en zal ook zeker niet in haar functie geduld worden. Ook los rakende cn piekerige kapsels, die waar lijk niet te vermijden zijn de eerste dagen na een haarwassching, zijn noch onberis pelijk, noch hygiënisch te noemen, zoodat men tenslotte tot de conclusie komt, dat het page-kapsel voor de verpleegsters een zeer aanbevelenswaardige dracht is. Toch zijn er velen, die ai zijn ze ten volie overtuigd, ook in het particuliere leven, van de voordeelen van een page-kapsel, schromen het op zich zelf van toepassing te brengen. Niet vaak alleen om den twijfel of het ze op haar voordeeligst doet uitko men, maar ook om hun vrouw-zijn. De meesten voelen aan, hoe bij het korten van de haren,, iets van de vrouwelijke waardig heid wordt ingeboet. Kan men een vrouw in korte, tot de knieën reikende rokjes en in het dagelijksch leven met een ongeoorloofd laag uitgesneden corsage, onmogelijk een waardige verschijning noemen, evenmin kan men dit een vrouw met kinderlijke, recht afgesneden haren. Als we sommige vrouwen zien met kroezende, kortharige kopjes of met korte, stijle haren, waarin alleen nog maar de groote vlinderstrik ont breekt om het kinderlijke te volmaken, dan vragen ^we ons onwillekeurig af,'hoe deze vrouwen er zullen uitzien in de toe komst. Zeker niet, als ze de haren blijven korten, als een lieve, waardige verschij ning, met boven een kalm en vredig gelaat een mooi golvend, zilverwit kapsel, wat oude dames zoo bekoorlijk maakt en de kinderen met liefdevollen eerbied tot ze doet opzien. „Nu ja", zal er beweerd worden, „tegen dien tijd kan men de haren wel weer laten aangroeien Men ge^ft hierbij dan tevens te kennen, dat men het er mee eens is, dat een langharig kapsel de waardigheid der vrouwen meer past. Gaat men er dus als vrouw foe over tot het dragen van een page-kapsel, welnu, dan is dit een teeken, dat men deze waardigheid niet acht en de beweegredenen tot het knippen van een page-k'opje zijn dan ook niet zonder „ijde- le" grondslagen. Of men moest er op uit zijn om liever een jong meisje dan een volwassen vrouw te schijnen.- Waar we echter gezien hebben, hoe het pagekapsel de verpleegster onschatbare diensten bewijst, mogen we haar, die zich van deze nieuwe dracht bedienen, niet te lichtzinnig en te oppervlakkig beoordee- len. Voor de verpleegsters zelve staat hier thans een goede gelegenheid open om van haar liefde en haar toewijding voor haar beroep te getuigen, door indien de nieuwe instructie gehandhaafd blijft, hare directies het voorstel te doen tot het mogen dra gen 'van sluitende, wit linnen uniforme mutsen, passend bij haar costuum, hetgeen niet alleen zeer hygiënisch, doch ook in alle voorkomende gevallen practisch is. Zij met het langharige kapsel en zij met het page-haar zullen er beiden wel bij varen. EEN DAMES-MOUWVEST. (Met een rand in den patentsteek.) Knip 3 papieren uitslagpatronen volgens de vereischte maten en in den vorm als op de afbeelding is aangegeven voor rug pand, rechter- en linkervoorpand en rech ter- en linkermouw. Materiaal zachte, niet te dikke wol, 2 stalen pennen nr. 3!/2 en 4 stalen pennen nr. 9. Achterpand Wordt aan den onderkant begonnen, om aan den hals en de schou ders te eindigen. Zet op 135 steken (of meer, al naar mate het papieren uitslag- patroon aangeeft). Brei dan een rand tot een hoogte van 4 c.M. in 1 averechtschen steek, 1 patentsteek, 1 averechtschen steek, 1 patentsteek etc. De patentsteek wordt gemaakt, door met de breinaald den steek niet aan den voorkant, doch aan den ach terkant op te nemen (zie A), waarna deze steek gewoon recht gebreid wordt. De vol gende toer wordt steeds recht over gebreid, de daórop volgende toer verspringen de patentsteken, Is de rand 4 c.M. breed, brei dan 6 recht, 1 averecht, 6 recht, 1 averecht (andere naald natuurlijk 6 averecht, 1 recht) tot okselhoogte. Minder dan aan het einde van eiken toer 1 steek tot de schouders zijn be reikt. Vervolgens le naald 15 steken afkanren, 60 steken (of meer) breien. 2e naald 15 steken afkanten, 45 steken breien. 3e naald 5 steken afkanten, 40 steken hreien. 4e naald 5 steken afkanten, 35 steken breien. 5e naald 5 steken afkanten, 30 steken breien. 6e naald 5 steken afkanten, 25 steken breien. Op deze 25 steken een rand breien tot 4 c.M. in 1 patentsteek, 1 averecht. Rechter-voorpand Wordt aan dén on derkant begonnen om aan den hals en de schouders te eindigen. Zet op 75 steken of meer. Brei weer een rand ter hoogte van 4 c.M. in 1 averechte, 1 patentsteek. Brei vervolgens 6 recht, 1 averecht, doch aan een der zijkanten 12 steken (4 c.M.) in 1 patentsteek, 1 averecht. Maak in den rand dwarsliggende knoopsgaten op gelijke af standen. Brei zoo voort tot okselhoogte. Vervolgens le naald 4 steken afkanten, naald uit- breien. 2e naald uitbreien op 2 steken na, deze samenbreien. 3e naald 3 steken afkanten, naald uit breien. 4e naald uitbreien op 2 steden na, deze samen breien. 5e naald 2 steken afkanten, naald uit breien. 6e naald uitbreien op 2 steken na, deze samen breien. 7e naald uitbreien op 13 steken na, d.i. 1 steek vóór den rand. Begin hier met den patentsteek brei de naald uit op 2 steken na en brei deze samen. 'Se naald uitbreien op 2 steken na, deze samen breien. 9e naald uitbreien op 13 steken na, d.i. 1 steek vóór den rand. Begin hier met den patentsteek brei de naald uit op 2 steken na en brei deze samen. 10e naald uitbreien op 2 steken na, deze samen breien. Ga zoo^'voort tot de schouder bereikt is nabij ^en bovenarm. Neem het breiweefsel ,met den rechten kant naar u toe, den rand aan de linker-, de draad aan den rechter arm. le naald 15 steken afkanten, naald uit breien op 13 steken na. Brei deze 13 ste ken in den randsteek (1 patentsteek, 1 averecht) op 2 steken na, deze samen breien. 2e naald overbreien. 3e naald 5 steken afkanten, naald uit breien op 13 steken na. Rand breien op 2 steken na, deze samen breien. 4e naald overbreien. Ga zoo voort, steeds 5 steken afkanten, tot alleen de randsteken nog over zijn. Hecht dan of. 4 Linker-voorpandWordt—óp dezelfde wijze gebreid als de rechtervoorpand, al leen valt de rand en de halsuitsnijding aan de andere zijde enNvervallen de knoopsga ten. De mouw Wordt begonnen aan den pols'(10 c.M. boven de hand) en eindigt op den schouder. Zet op 75 steken en brei 6 recht, 1 averecht tot den oksel. Minder dan aan het einde van eiken toer 1 steek tot de bovenkant ts bereikt en er nog 20 steken op de naald staan. Hecht dan af. Pers het werk en zet het in elkander. i| a J|_ J 's 'n dezen t'jd schering en inslag. Voorkom of genees uw Verkoudheid -V I yPrKnilnnPf(l met ToÉal> het aangewezen middel tegen Influenza, Rheumatiek, Jicht, I I li* Hg IXUUUIIWlU Hoofd- en Zenuwpijn. Bij alle Apothekers en Drogisten a f 0.80 en f2.UUflL (bigez. Mededeeling.) genheid voordeed, een einde te maken aan het samenzijn van hem en zijn nichtje Elisabeth, welk samenzijn hem eiken da£ pijnlijker werd. Daar zij het wenschte, had hij reeds den dag na het gesprek tusschen hen een advertentie laten plaatsen, maar tot dusver had zich niemand aangebo den. Waarom zou hij dus deze gelegen heid niet gebruiken De praatzieke en al te onderdanige heer Bendemann was hem niet bepaald sympathiek, maar hij leek toch een nette man te zijn en bo vendien zou hij niet hem, doch zijn nicht in huis nemen. Evenwel wilde hij niet handelen zonder voorkennis van Elisabeth. Als zij misschien nog van gedachte was veranderd, zou zij alles bij 't oude kunnen laten.Daarom zei hij: De familie's, bij wie ik als genees heer in huis kom, plegen mij niet met de zorg voor haar huishoudsters te be lasten, maar het treft wel eigenaardig, dat ik juist zelf zulk een dame zoek. 't is niet onmogelijk, dat wij het eens worden. Gaat u nog even zitten, alstu blieft. Hij ging naar de deur en verzocht Elisabeth, die zich, zooals gewoonlijk, in de woonkamer bevond, even binnen te komen. In een paar woorden deelde hij haar mee, wat hij van zijn bezoe ker had gehoord, en vroeg haar, of zij zoo goed wilde zijn met de nicht van den heer Bendemann te willen spreken. Ik laat alles aan jou over, beste Elisabeth, want, zooals je weet, ben ik totaal hulpeloos in dergelijke zaken, ik zou niet weten, wat ik de juffrouw moet vragen misschien wil je van den heer Bendemann nog iets naders weten en dan hoor ilp-l&ter wei, wat je hebt besloten. Op dit oogenblik werd er zoo hard gebeld, alsof de bel door een driftige hand in beweging werd gebracht. En Elisabeth ging zoo snel heep, als was ze blij, dat ze nu niet dadelijk behoefde te antwoorden. Kort daarna verscheen zij weer in de deur. Het kamermeisje van villa „Carla" is er en verzocht je dadelijk te komen. Zonder er aan te denken, dat de heer Bendemann zich nog in 't vertrek be vond, riep Relling het dienstmeisje binnen. Wat is er gebeurd is de toe stand van mr. Stounton minder goed geworden Ik weet het niet, mijnheer, ant woordde het knappe kamermeisje, dat steeds wat snibbig tot Relling sprak. De oude mevrouw heeft mij gelast den dokter te halen. En ik geloof, dat er haast is. Of u echter verzocht wordt te komen voor den Engelschman of voor iemand anders, weet ik niet 't Is toch niet voor juffrouw Von Lindow zelve De toon, waarop hij dit vroeg, gaf duidelijk te kennen, welk een angst de gedachte hem veroor zaakte, dat wellicht Hertha zijn medi sche hulp noodig had. Om de lippen van het dienstmeisje trilde even een eigenaardig lachje. Of ze werkelijk niet wist, of dat zij het prettig vond den onbeleefden dokter wat te plagen, door de onzekerheid, was moeilijk te zeggen. In elk geval, herhaalde zij schouderophalend, dat zij niets zekers wist, daar zij de laatste uren in de keuken was geweest en men haar niet had gezegd, wie ziek was geworden. Zonder nog een seconde te verlie zen, maakte de dokter zich klaar om mee te gaan. Blijkbaar had hij meneer Bendemann en zijn nicht totaal verge ten, want hij groette niet eens den ouden heer, die opmerkzaam had ge luisterd naar het gesprek tusschen hem en Lisette. 't Schijnt, dat de dokter het zeer druk heeft door dit geval, zei de heer Bendemann, toen hij met het jonge meisje alleen was. Ik ben vol bewon dering voor dr. Relling, die mij een man schijnt te zijn vol plichtsgevoel. Men vertelde mij, dat hij eenige keeren per dag naar de villa gaat. Men let hier op iedereen en alles, antwoordde Elisabeth eenigszins koel. Zou u nu misschien zoo goed willen zijn, mijnheer, mij een en ander mede te deelen over de dame, die u mijn neef hebt aanbevolen. En meneer Bendemann haastte zich aan haar wenseh te voldoen. Had Wal ter Relling getuigg. kunnen zijn van hun gesprek, dan zou hij hebben gezien, dat Elisabeth de zaak zeer ernstig opnam en dat het in 't geheel niet haar voor nemen was, de plaats, die zij tot dus verre in zijn huis bekleedde, te be houden. HOOFDSTUK IX. Lisette had in 't geheel niet gepro beerd met de lange beenen van den dokter in den pas te blijven. Daar-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1924 | | pagina 9