VLISSINGSCHE COIMNT. Zondag 8 April 1883 2l8te Jaargang. DE „BATAVIA" l\o. 28' BUREAU: Hoek Korte Walstraat-Groenewoud, I N° 1. Prijs per drie maanden 1-,Franco per post 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. UITGEVER F. VAN DE VELDE Jr., te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden be rekend naar de plaatsruimte, .die zij beslaan. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE Co., te Parijs. Verschijnt WOENSDAG- er X 'VIERDAG-AVOND. I Abonnementen voor België, Duitschlnnd, Engeland en i Frankrijk 1,65 per drie maanden. der koninklijke maatschappij „De Schelde," Eindelijk is met den 7°° April dan de dag aangebroken, waarop de Bataviau van stapel zou loopen. Voorzeker eeu gedenkwaardige dag niet alleen voor de wakkere maatschappij „de Schelde" in haar geheel, maar vooral niet het minst voor gansch Vlissingen. Nauw toch hangen de vooruitgang en de welvaart der gemeente samen met den bloei dezer stichting voor stoomscheepsbouw. Wordt straks na bet te water laten van de Batavia" de kiel gelegd voor de Soerabaija" dan hopen wij hartelijk, dat beide schepen spoedig ge volgd zullen worden door tal van andere vaar- tuigen, welker bouw in deu loop der jaren eene allengs grootere uitbreiding der maatschappij moge eischen. Geen wonder dan ook, dat wij van den aan vang af met groote belangstelling den bouw volgden van het vaartuig, welks leugte niet minder bedraagt dan 95 meter, eene lengte, gelijkstaande met b. v. die van bet hoekje van de Lombardstraat op den Nieuwendijk tot halverwege liet lio^fei „Goes." Nóg zien wij die reusachtige kiel, als een ijzeren ruggegraat liggen, welker spanten men het best bij ribben kan vergelijken. Daarna de zwaren platen, die als eeu metalen huid met duizenden nagels vastgeklonken, den romp vormden, welke bij eene breedte van 10 Meter eene diepte van 8'/4 M. bezit. Wie zich op de stevig gebouwde stelling rechts of links van het schip naar boven waag de, genoot niet alleen van den voorsteven eeu prachtig vergezicht, maar mocht tegelijk als vakkundige het keurig smeed- en timmerwerk van nabij bezien en waardeeren. Het tooverachtigst was iutusschen een be zoek bij avond, als men b. v. de zilveren maan helder zag weerspiegelen in de effen water vlakte van het Dok, terwijl ter zijde van u een huis hoog de verblindende electrische lampen het daglicht poogden nabij te komen, de gas vlammen een roodachtig schijnsel van zich gaven, en de wit gloeiende nagels bij den walm van het petroleumlicht werden ingedreven. Doch wat reusachtig gevaarte nadert daar, op wielen voortgedreven, terwijl hij een zwaren last als ware het een veertje met zijn forschen snuit schijnt omhoog te heffen? Die stoomkraan gelijkt wel een olifant met metalen romp en kop, die de dikste ijzeren platen even gemakkelijk van den grond beurt, als eeu spe lend kind ecu stroohalm. Eu toch is het werk van dit gevaarte nog kinderspel bij die loop kraan of zooals de Engelschen onzen vriend noemen dien „traveller" in het hoofdgebouw, die niet minder dan vijftig duizend Nederlaud- scbe ponden opheft, dat is ongeveer zooveel als de zeven honderd man, die aan de werf ar beiden, te samen zouden wegen, indien ieder voor zich het aanzienlijk gewicht van 7 5 kilo halen kon! En nu wij toch in het hoofdgebouw zijn, moet ons een woord van waardeering en hulde uit de pen, bij de herinnering van zooveel orde onder zoo verschillenden arbeid; beslissend'is hier de indruk, dat ieder man ja op zich zelf arbeidt, maar toch tegelijk een onmisbaar deel uitmaakt van één groot geheel. Door gere gelde samenwerking van allen kan' alleen een reusachtig gewrocht als de Bataviabinnen beperkten tijd worden afgeleverd. Eere daarom aan eiken arbeider, den meer en den minder ontwikkelde, den knaap en den man, den knecht, den baas en den onderbaas, aan allen die trouw op .hun post met band of hoofd het lmnue bijbrachten om den soliden bouw van zulk een stoomschip zooveel mogelijk te ver-ze keren. Maar dank ook aan ieder, die welwil lend inlichtingen gaf aan den belangstellen den bezoeker, zooals schrijver dezes in het bijzonder van baas Leeuwenburg die mocht krijgen. Nog eens de zevende April is aangebroken, en de „Batavia" rust op eene houten slede, die over eene andere dito slede moet heuenglijden zoodra het touwtje aan den voorsteven is ge kapt, en dientengevolge te gelijktijdig aan beide zijden van het schip een ijzeren gewicht van SO kilo neervalt en in den val den zooge- i naamden klink meeneemt, die het verband tussehen de boven- en de beneden slede uit maakt. Natuurlijk moesten eerst die sleden worden ingesmeerd, waarvoor niet minder wer den verbruikt dan vijfhonderd kilo talken honderd kilo zeep Niet zonder reden dus, dat ieder, wien het toekomstig lot der maatschappij Scheldezoo wel als dat van Vlissingen geene onverschil lige zaak is, met gespannen verwachting den rlajï van Jiai-lnn woChpi/L-V De wetenschappelijke kennis van allen, op wie de zware verantwoording voor het al of niet slagen rustte, alsmede de praktische erva ring vau lieu, die een werkzaam deel genomen hadden aan den bouw van het grootsehe werk der maatschappij, mochten hoven allen twijfel verheven zijn: de mogelijkheid, dat allicht iets onvoorziens zou kunnen voorvallen, maakte die verwachting meer gespannen. Wie toch het maken der toebereidselen tot het doen afloopen van het kolossale vaartuig meer van nabij mocht gadeslaan en het reus achtig gevaarte op zijne slagbedding zag ge reed liggen om daarvan af te glijden wie daarenboven zijne omgeving op de werf voor en bij het beslissend oogenblik opmerkzaam gadesloeg en daarbij overwoog dat niet minder dan 12 (JU M*. water moesten worden verplaatst, zal voorzeker met ons een zeker gevoel van beklemdheid niet hebben kunnen onderdruk ken, toen het laatste werk voor het te water laten van de Batavia was volbracht. Als met zekere fierheid stond daar nu het schoone gevaarte, waarop eenviertal vlag gen wapperden, het laatste oogenblik af te wachten, waarop het van den vasten grond be vrijd zou worden en in het dok rusten. Eindelijk wordt op het bepaalde tijdstip met vastberadenheid en kalmte door den ingenieur van scheepsbouw, den lieer J. Janszen Jr. het bevel gegeven de laatste steunsels van het schip weg te slaan. Nog één beletsel uit den weg geruimd en de Batavia is vrij van zijne banden. Op het gegeven oogenblik Het mejuffrouw Buteiix daartoe uitgenoodigd en staande op de tribune achter liet schip, (He keurig met vlaggen was versierd door de firma Fagg den schoon geheeldhouwden hamer vallen op het touw hierboven genoemd, en nog eeiiigc oogenblikkeii en de Bataiiagleed in het eerst langzaam, daarna in statige vaart on der de uide vreugdekreten der duizenden be langstellenden te water. Schoon gebeeldhouwd dit werd met op zet geschreven, daar wij het kunststuk van de hand des heereu De Hollander uit Middelburg van nabij kondeu bezien. Van palmhout ge maakt, met een kroon als het zinnebeeld der „koninklijke" maatschappij, is de hamer ter eene zijde versierd met ecpe •afbeelding van het. ;schip de Batavia, te'r; andere zijde met eeij zilveren plaat, waarop" de naain'CKcn.iA Johanna Bvnsrk; het handvat droeg aan de vier zijden evenzoo een vierta l-zilveren plaat je--:,-' waarop „Vlissingen" „7 April" en 18,83". i 'Onze verwachtingen en ons vertrouwen .wer den niet teleurge-steld. Danken hulde wror- dc h daarom toegebracht iu de.eerst.e plaats aan hét energiek bestuur der.maatschappij, dat niet terugdeinsde voor bet onderuemeu van een wvsk, dat tot dusverre voor.eene particuliere Werf op Ne.lerlandschen bodem nog als eenig Jqjh beschouwd worden. Niet het minst ook aan hen, die meer in het bijzonder met den bouw van het schip wa ren belast eu huune beste krachten wijdden tot het doen welslagen dezer^grootsche onder neming, het bouwen van ijzeren stoomsche pen van de grootste afmetingen. Zonder te kort doen.aan de verdiensten van aiidb'eu, mag daarom, de naam van den inge nieur J. Jansen Jr., onder wiens leiding en bestuur de baas der scheepstimmerlieden L. Leeuwenburg het zijne toebracht tot-dén uitmuntenden bouw van de „Batavia" in Straks zal nu hét schip'van de reusachtige stoommachine worden voorzien. En wij ver trouwen, dat dit werk onder leiding van den even bekwamen als wakkeren ingenieur, den beer Martin eu van baas Gerbrinck, aan de beste verwachtingen moge beantwoorden. Nogmaals dank aan de maatschappij, die mede zoo welwillend aan zéér velen dén toe gang tot de werf had geopend, en voor hen eene tribune had laten zetten benoorden „den Bok", vanwaar men het beste uitzicht had op bet afloopen. Met onzen dank stemme de stad in, welker belangen in zoo nauw verband staan met die der maatschappij, die de meest mogelijke sym pathie verdient van allen, die het wel meenen met den bloei en het .wel varen dezer gemeente. Is het vooral de burgemeester A Smit die aan haar zijne beste krachten wijdt, hem brengt dan ook op dezen gedenkwaardigen dag Vlissings burgerij hare openbare kulde Nadat de commissaris des konings de hee reu Ruijsch, Buteux eu anderen in de verga derzaal van de maatschappij waren bijeenge komen, wijdde de directeur Jos. van Raalte eeu dronk aan de firma Ruijsch; daarna over handigde hij aan mejuffrouw Buteux den hamer in étui, welk geschenk zij met.de mee ste keuschheid aanvaardde eu waarmede deze plechtigheid tot allergenoegen was afgeloopeu. Onmiddellijk na het afloopen van de Batavia Worden aanstalten gemaakt voor het leggen van de kiel voor het nietfw te bouweu stoom schip hoerabaija. Ten slotte is het, ons eene aangename taak te vermelden, dat bij de uitbetaling aan het volk tor herinnering van dezen dag als ge schenk van den heer Buteux - ieder een halve flescli wijn en een keurige koek ontving; de jongens alleen het laatste. Van wege de Maat schappij werd terwijl men reeds te drie uren de werf afluidde het volle daggeld uit betaald. Nog lang blijve de herinnering van dezen dag als van een waren feestdag bij Vlissing's ingezetenen bewaard GEMEENTERAAD. Zitting van Vrijdag den 6 April. "Voorzitter de héér Smit, burgemeester; Afwezig de heeren Laernoes en van UijePie- terse, wegens 'ongesteldheid, met kennisgeving. De notulen der vorige zitting worden gele zen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede een ingekomen schrijven van gedep. staten, waarbij namens den commissaris des konings iu Friesland de medewerking van den raad wordt ingeroepen voor de inzameling van gelden voor de onge lukkige weduwen en weezen van de veronge- lukte vissekers te Moddergat. Op voorstel van den voorzitter verklaart de gemeenteraad in zijn geheel zich daartoebereid. Worden achtereenvolgens goedgekeurd de wijzigingen der gemeentebegrootiiig van 1882; de onderhandsche verhuring van gemeente- grond en de onderhandsche aanbesteding van gemeentewerken. Wordt overgelegd het proces verbaal van opname van de kas en de boeken van den ge meente-ontvanger, die in orde zijn bevonden. Naar aanleiding van liet door gedep. staten rtigen der aandacht van den minister van Z- Op uo „j.i-.. i van de aan deze gemeente, krachtens art. 49 der wet op het lager onderwijs verleende sub sidie, wordt door den minister te kennen gege ven, dat om, gelijk hoogst wensclielijk was, de aanvragen der gemeente Wassingen in ééns tot afdoening te brengen, moest deels van de cijfers der aanbesteding, deels van die der ra ming gebruik worden gemaakt. Een derde middel was er niet. Tegenover de mogelijkheid dat de gemeente daardoor een gering voordeel behaalt, staat de kans van verlies. Indien nl. het cijfer der nog aan te besteden werken dat der raming te ho ven gaat, dan blijft dat meerdere ten laste der gemeente, aangezien de bij Z. M. besluit van 19 Febr. jl. verleende subsidie te beschouwen is als eeu maximum." Geschiedt mededeeliug van de verkregen goedkeuring op bet raadsbesluit van 12 Maart jl., houdende regeling der jaarwedden van de leeraren aan de burgeravondschool. Wordt voorgelezen twee missives van den heer H. E. Miehielsen te Arnhem, die bij zijn eerste schrijven verklaart zijne benoeming als leeraar in het band- en rechtlijnig teekenen aan de burgeravondschool en bij de openbare lagere sckoleu in deze gemeente aan te nemen en bij bet laatste voor die betrekking bedankt, wegens verliooging zijner jaarwedde als leeraar aan de middelbare school voor meisjes enz. te Arnhem. Wordt overgelegd het rapport betrekkelijk liet ingesteld onderzoek naar den toestand van den tramweg, waarbij de volgende vragen ter beantwoording zijn gesteld Vraag 1. Is de grond tussehen Vlissingen en Middelburg geschikt voor spoorstaven van het systeem Finet en van de afmetingen zoo als hier gelegd zijn Vr. 2. Welke zijn de voor- en nadeelen van het systeem Finet en is het geschikt voor een" Irnmclieust als deze Vr. 3. I's de weg van begin af goed en be hoorlijk gelegd Vr. 4. Iu hoeverre is het water oorzaak van den onregelmatigendienst en had hierin voor zien kunnen worden Vr. 5. Zijn de locomotieven van uitmun tende constructie en goed afgewerkt?

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1883 | | pagina 1