Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Viaanderen,
p« Grondwetsherziening.
Gene beiangrijHc Vergadering.
Kit de rede
Va» jlir. S- Va» Kaalte.
MILITIE.
ZAKBOEKJES.
Oproeping ter Inlijving.
No. 2833.
Woensdag 5 December 1917.
28e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 60 aent; elke regel meer
10 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Woeiisdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Op 17 Januari 1918
Op 5 Maart 1918
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
kennis van LANDWEER en MILIT1EPLICHTIGEN,
dat de door ben ingeleverde zakboekjes, eiken
werkdag van des voormiddags 9 uur tot des na
middags 2 uur ter gemeente secretarie kunnen
worden afgehaald.
Ter Neuzen, 5 December 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
ME* Be Burgemeester van TER NEU-
ZEN maakt bekend, dat op bon No. 1T
Varkensvleesch (week 3—9 December) slechts
mag worden afgeleverd 2 Ons.
Ter Neuzen, 3 December 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Grondwetsherziening is in de Eerste
Kamer aangenomen en onmiddelljjk door de
Koningin geteekend.
Over enkele dagen zal door het geheele
land de plechtige afkondiging geschieden en
daarmede zal een belangrijk feit in onze staat
kundige geschiedenis voltrokken zjjn.
Den Minister van Binnenlandsche Zaken
werden van alle zijden uit de Eerste Kamer
gel uk wen sch en gebracht met den volbrachten
>rbeidf die voer hem een succes is geworden.
Dat dit groote werk geen groote geestdrift
wekt, zal voor een deel aan de tijdsomstandig
heden te wijten zijn, voor een groot deel ook
wel aan de samenkoppeling van art. 192 en
art. 80.
De verkiezingen in het volgende jaar zullen
dus gehouden worden volgens deze grondwets
herziening.
We zullen hebben algemeen kiesrecht met
eenige beperkingen, stemplicht en evenredige
vertegenwoordiging.
Onder de anti rev. zijn velen, die voor de
laatste weinig voelen. Ook onder de vrijzin
nigen is de vreugde hierover niet algemeen.
Bovendien vinden velen onder de vrijzinni
gen het algemeen kiesrecht te duur gekocht.
De prijs, het compromis op onderwijsgebied
(art. 80), achten zij te hoog.
Hoe het zij, de zaak is beklonken en alle
partjjen zullen rekening te houden hebben met
de nieuwe wetten.
Na de rede van Dr. Kuyper op de depu-
tatenvergadering te Utrecht verwachtte men
uit de Eerste Kamer oppositie tegen de aan
neming der wetsvoorstellen.
Van die oppositie is weinig of niets gebleken.
Zoo goed als unaniem heeft ook de Eerste
Kamer haar zegel gehecht aan wat de Tweede
Kamer had aangenomen.
Voor de vrijzinnigen is het thans de aan
gewezen taak met man en macht te werken,
dat ons land in de toekomst geregeerd worde
volgens de beginselen, die ons heilig zjjn en
in het verleden en tegenwoordige zoo doel
treffend zjjn gebleken.
Naar wjj vernemen, bestaat het plan op
het einde dezer maand eene vergadering te
Ter Neuzen te houden, toegankelijk voor
alle vrijzinnigen.
Onze afgevaardigde Jhr. De Muralt zal over
de Evenredige Vertegenwoordiging spreken,
die voor velen nog duidelijk gemaakt dient te
worden.
Mevrouw van Balen Klaar zal bet woord
voeren over het Vrouwenkiesrecht, terwijl de
beer Ament »De taak der jongeren* zal be
handelen.
Mej. Nachtweh, geene onbekende alhier, zal
door liederen de redevoeringen afwisselen.
Ongetwijfeld zal aan deze vergadering te
druk bezoek te beurt vallen.
De Voorzitter van de L. U.-fractie in de
Tweede Kamer heeft bij de algemeene be
schouwingen natuurlijk ook-zijn woord gezegd,
en wjj achten het wel de moeite waard uit
zijn welgeslaagde rede het een en ander aan
te stippen. Zeer terecht vooropstellende, dat
zijne fractie zich niets heeft aan te trekken
van de verwijten, die er over en weer elkaar
zijn toegeworpen over het optreden van een
extra-parlementair Kabinet, omdat deze in
1913, na de portefeuille-weigering der S. D.
A. P., zich vóór een Concentratie-Kabinet had
verklaard, ging bij aan de beantwoording van
de vraag Heeft de proef met het extra-par
lementaire Kabinet voldaan En alle ver
diensten van dit Kabinet erkennende, zoowel
in zake zijn beleid in den oorlogstoestand, als
omdat het, niettegenstaande dezen, er in sla
gen mocht zoo gewichtige grondwetsherziening
tot stand te brengen, kwam hij toch tot de
conclusie, dat het een feit was, dat er pas-
siven op de rekening waren, die allengs meer
gaan meetellen, passiven meer bepaald op het
gebied van de parlementaire practijk, van de
geijkte beginselen en usantiën van ons con-
stitutioneele staatsleven, die ernstig twijfel doen
rijzen of de proef is geslaagd.
Inderdaad, zoo is het, noch het verschil
tusschen Treub en Posthuma over de distri
butie en de financiering daarvan noch dat
tusschen Cort van der Linden en Lely over
de wederindiening der Ouderdomswet zou een
zuiver parlementair Kabinet kunnen laten
voortduren. Men denke hierbij maar eens aan
het geschil tusschen Tak van Poortvliet en
van lienhoven over de Kieswet van den eerste;
dat verschil werd in den boezem van den
Ministerraad uitgevochten, en de heer van
Tienhoven ging heen. Wat het ministerie
Cort van der Linden in de bestaande geschillen
doet, n.l. ze op hun beloop laten, versterkt
ons op het oogenblik niet alleen niet tegen
het Buitenland, maar zou "een wezenljjk par
lementair Kabinet ook zoo in het Binnenland
verzwakken, dat het daarmee zijn eigen dood
vonnis zou teekenen. Maar het ministerie
staat nu eenmaal zoo los van het zuiver par
lementaire stelsel, dat het zich dergeljjke
weelde, al is het dan ook geen goede weelde,
kan veroorloven.
Tot het meer algemeene overgaande, en de
vraag stellende of inderdaad, zooals door velen
beweerd wordt, om niet te zeggen gehoopt
wordt, dat door een zeker ongeschreven recht,
de invoering van het algemeen stemrecht ten
onzent zou samengaan met eene vermindering
van den invloed van de Tweede Kamer, was
zjjn antwoord aldus»Ik koester daarvoor
geen vrees. Ongetwjjfeld heeft gedurende dezen
wereldkrjjg, bjj de oorlogvoerende, zoowel als
ia de neutrale staten, in de laatste vooral in
den aanvang, en ook hij ons, de volksvertegen
woordiging zich genoopt gezien om onder den
drang der omstandigheden veel aan de Re
geering over te laten, meer te laten te barer
verantwoordelijkheid, dan anders en in gewone
lijden oorbaar zou zijn. Dit wekt wel eens
een bedriegelijken schijn. Ten onzent kan in
werkelijkheid daarbij nooit anders sprake zijn
dan van een tijdelijke eclips van den invloed
der Staten-Generaal, een eclips, waaraan zij
zelf, zoolang zij het onvermijdelijk vinden,
welbewust het hunne bijdragen. In het begin
van deze zitting hebben wij de Regeering met
nadruk en zeker niet te vergeefs een beroep
hooren doen op onze voorlichting en op onze
medewerking.
Maar als straks na korten of langen tijd
de vrede zal zijn teruggekeerd, dan herneemt
ons Parlement weer zijn vollen omvang en
onverkort zijn recht tot adviseeren en samen
werken niet alleen, maar ook tot controleeren,
tot critiseeren en tot het hanteeren van alle
middelen, die het daarbij ten dienste staan tot
in de uiterste consequenties. En dat wij ook
nu in de critieke tijden, als wij thans beleven,
op deze oproeping van de vertegenwoordiging,
en dat in 's lands belang, steeds bedacht moeten
zijn, daarover bestaat, althans in den kring
van mijn vrienden geen verschil, al is het wel
eens voorgekomen, dat wij, en om voor ons
goede redenen, met anderen niet overeenstem
den omtrent de doelmatigheid en de wensche-
Iijkheid van het nadruk leggen op de uitoefe
ning van die reehtén, in een speciaal concreet
geval.*
Het kon niet beter worden gezegd. De
volle rechten van het Parlement zijn voor
ons de hoeksteen van onze volksvrijheid, en
daarom zal men goed doen niet te vergeten,
dat als ook wij vrijzinnigen van een deel
daarvan wel eens een enkelen keer afstand
deden, dit een offer was, vrijwillig gebracht
in het belang des lands ter wille van de tijds
omstandigheden waaronder wij leven, maar
dat niemand onzer er aan deukt daarmee door
te gaan als normale omstandigheden zullen
zijn teruggekeerd. Het is zeker een beter
standpunt, dan dat van de vrijzinnig-demo
craten, die als zoo'n offer van hen werd ge
vraagd, moord en brand schreeuwden, zooals
bij de niet-uitvoering van de motie, waarvan
Bosboom tenslotte het slachtoffer werd, ter
wijl ze toch de consequentie van hun optreden
niet aandorsten.
DE OORLOG.
Oe algemeene toestand.
De onderhandelingen tusschen de Russische
gevolmachtigden en de Duitsche en Oosten-
rijksche onderhandelaars zijn Zondag begon
nen. Over het resultaat dier besprekingen is
niets bekend. Maar wel wordt gemeld, dat
de Oostenrijksche minister van buitenlandsche
zaken, graaf Czernin, in zjjn antwoord op de
Russische aanbieding tot onderhandelen, aan
Trotzky heeft geschreven in den meest offi-
cieelen vorm, als regeering tot regeering
sprekende, dus feitelijk de Bolsjewiki-regeering
erkennende.
Dat weigeren de regeeringen der Entente-
mogeudheden beslist; zij willen de regeering
van Lenin en Trotzky niet als de vertegen
woordiging van het Russische volk erkennen,
en zij vinden daarvoor steun bij de afgizette
voorloopige regeering van Kerensky, die een
manifest aan de bevolking mededeelt, dat zij
nog steeds de wettige autoriteit in Rusland
vertegenwoordigt, en dat de bevelen der Bols-
jewiki niet moeten worden gehoorzaamd.
Over de quaestie van de wettigheid dezer
revolutionnaire regeering, die haar macht
slechts ontleeende aan het omverwerpen der
voor haar opgetreden regeering, welke ook
weder in de plaats gekomen was der door
haar verdreven regeeringen die nu weef
De Burgemeester der gemeente TER KEUZEN maakt bekend, dat de ingeschrevonen voor de lichting 1918
in den hieronder staanden staat yermeld, bij de militie moeten worden ingelijfd op 17 Januari 1918 en op 5
Maart 1918, des namiddags 2 uur, te Middelburg, in het gymnastieklokaal aan de Nieuwe Haven.
Nümmer
IN HET
ALPIIABETISCH
REGISTER.
16
27
49
50
3
6
24
31
36
41
46
63
NAMEN EN Y00RNAMEN.
OPMERKINGEN.
David, Yitalis Arthur
van Driel, Jan Johannes
Jansen, Jan
Jansen, Willem
van der Bent, Pieter Jacobus
van de Bilt, Albertus Willebrordus
van Doezelaar, Jan
van Es, Francois
Geensen, Anthonie Cornelis
Hamelink, Krijn
Hnizinga, Wiebren
van Luik, Jan
Ten einde zich voor rijksreke
ning naar de plaats van inlijving
te begeven moeten de dienst
plichtigen zich op 17 Januari
1918, des voormiddags 9 uur
30 min. bevinden te Ter Neu
zen op de Gemeente Secre
tarie, teneide het daartoe noo-
dign in ontvangst te nemen.
Teneinde naar de plaats van
inlijving te worden overgebracht
moeten de dienstplichtigen zich
op 5 Maart 1918, des voormid
dags 9 uur 30 min. bevinden te
Ter Neuzen, voor het Ge
meentehuis.
o.
b.
c.
d.
Genoemde dienstplichtigen zijn verplicht op genoemden dag en uur op de aangewezen plaats aanwezig Te 7ijn.
Deze verplichting vervalt evenwel voor den dienstplichtige, die alsdan
eene verbintenis tot vrij willigen dienst heeft aangegaan
uitstel van eerste oefening heeft verkregen
vrijstelling van den dienst heeft gevraagd wegens het bekloeden van een geestelijk of een godsdienstig-
menschlievend ambt of wegens het opgeleid worden tot zoodanig ambt, ingeval op de aanvraag nog niet
is beslist;
blijkt verblijf te houden in eene gemeente, waar eene der ziekten vermeld in de wet, houdende voorzie
ningen tegen besmettellijke ziekten, epidemisch heerschende is verklaard
e. bljjkt verblijf te houden in een gezin, waar eene der onder d vermelde ziekten heerscht of waar eene dier
ziekten heeft geheerscht en Jiet gevaar voor besmetting nog niet is geweken.
In de gevallen, omschreven onder a—e, wordt de dienstplichtige ingelijfd buiten zjjne tegenwoordigheid.
Doet zich een geval voor als bedoeld onder d of e, dan behoort de dienstplichtige daarvnn tijdig kennis
te geven ter secretarie dezer gemeente, alwaar zoo noodig ook inlichtingen kunnen worden verkregen omtrent
het vervoer naar de plaats van inlijving.
Met hechtenis van ten hoogste EEN MAAND of geldboete van ten hoogste DRIE HONDERD GULDEN wordt
gestraft hij die ter inlijving moet opkomen en niet verschijnt op tijd en plaats, voor zijne inlijving bepaald, tenzij
blijkt, dat voor zijne niet-verschijning eene geldige reden bestond.
Met gevangenisstraf van ten hoogste TIEN MAANDEN of geldboete van ten hoogste DRIE DUIZEND GULDEN
wordt gestraft hij, die opzettelijk bedoeld feit pleegd.
Ter Neuzen, 29 November f917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.