Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Eene ernstige zaaK-
No. 2629.
Woensdag 21 November 1917.
28e Jaargang.
•St#9
Overtreding Distributiewet.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc, No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat
B. D. KOENE-BLIEK
wegens het verkoopen van brood en beschuit
zonder bons voor een tijdvak van 11 dagen
uityesl' t n is van het betrekken en
verwerken van Reyeerinysmeel en
- R'oem, te beginnen met 18 Nov. e. k. en
eindigende Woensdag 28 Nov. <1. a. v.
middernacht, tengevolge waarvan geen
brood door dezen bakker kan worden afgeleverd.
Ter Neuzen, 17 November 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZ1NGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Het clericale blad Zelandia is, zooals be
grijpelijk is, slecht te spreken over een
prospectus, dat verspreid is om kapitaal bijeen
te brengen voor de oprichting van een Vrij
zinnig blad in het land van Hulst, Axel en
Ter Neuzen.
In dat prospectus wordt er op gewezen,
dat er behoefte aan zoo'n o<gaan bestaat ook
voor liberaal-Katholieken.
Dat vindt het clericale orgaan zoo gek
mogelijk.
Hoor maar
»Toen wij het woord vliberaal-Katholiek*
lazen, konden wij onze oogen niet gelooven.
Verbeeld eens. In het jaar onzes Heeren
negentienhonderd en zeventien spreekt men
nog van vliberaal-Katholiek.
Dit is toch wel het toppunt van achterlijk
heid.
Ieder, die maar wat met de politiek bekend
is, weet dat er geen grootere dwaasheid be
staat dan te spreken van vliberaal-Katholiek,*
Als men sprak van vJoodsch-Katholiek* of
vProtestantsch-Katholiek* zou ieder, die maar
een greintje gezond verstand heeft het uitproe
stenvan lachen over een dergelijke dwaasheid*.
Men ziet het, het artikel is in den ouden
Zelandiatoon.
Hoe belachelijk Zelandia die benaming in
het prospectus ook vindt, ze acht het toch
noodig er een groot artikel aan te wijden,
en dat artikel zou nog grooter zijn volgens
Zelandia zelf, als papiergebrek niet tot beperking
drong.
Een bewijs dus, dat Zelandia de zaak ernstig
genoeg vindt en zich, zooals meestal, vroolijk
voordoet, zonder het te zjjn.
Het verwijt de liberalen van Zeeuwsch-
Vlaanderen achterlijkheid.
Hoe achterlijk moeten dan de clericalen
hier wel niet zijn
Zelandia haalt clericale schrijvers aan, die het
Liberalisme met het Katholicisme onvereenig-
baar achten, die het liberale stelsel, zooals
Van Gestel doet kettersch, ja meer dan ket-
tersch achten.
Dat clericalen niet te vinden zijn voor het
liberalisme, weten wij zeer goed.
Maar een feit is het, dat velen in onze streek,
van godsdienst Katholiek, in hunne staatkun
dige meening liberaal zijn.
Zelandia haalt eene uitlating van Cort van
der Linden aan over de klove, die liberalen en
clericalen gescheiden houdt.
Nu zijn we er.
Zelandia wil ieder Katholiek clericaal hebben.
Het clericalisme wordt door de liberalen
terecht bestreden.
Maar iedere godsdienst is bjj hen vrjj.
Dat weten ook de Katholieken, ook de
clericalen.
Anders was nooit de grootste der liberalen
in de vorige eeuw, Thorbecke, door Maastricht
jn de Tweede Kamer gebracht.
Zelandia wil de vermenging van godsdienst
en politiek, die- wij juist bestrijden.
Wij respecteeren ieder geloof, maar ver
zetten ons, ah de clerus zijn macht doet
drukken op staat en Maatschappij, op Kunst
en Wetenschap.
Zelfs Mr. Dieleman verklaarde in 1909 te
Sas van Gent op eene vergadering ter ver
dediging zijner candidatuur voor de Tweede
Kamer naar aanleiding van wat een debater
zeide, dat hij tegen het clericalisme was,
althans in zijn verfijnde vorm, voegde hij er bij.
En Mr. Dieleman werd gesteund j,uist door
de clerialen in ons district.
Wij zijn tegen het clericalisme, ook in hare
grove vormen.
Wij huldigen als immer de leuze: De bur
gemeester baas op net stadhuis, de pastoor en
domioé in de kerk.
En daarom vindt men in alle landen mannen
van verschillend geloof geschaard om het vrij
zinnige vaandel.
Zoo zullen ook in het land van Hulst velen
zich bij ons voegen, als de politieke begrippen
zich helderder ontwikkelen, als men zich weet
te ontworstelen aan den dompersgeest.
Dan zal ook Zeeuwsch-Vlaanderen niet meer
vachterlijk* zijn.
Men kent de zand- en grintkwestie. Ook
in ons blad is hier een en ander over gezegd.
Het N. v. d. D. wijdde er eenigen tijd ge
leden eene beschouwing aan, waarin het be
treurde, dat Engeland tegenover ons den
maatregel nam geene haDdels-telegiammen
over de Eogelsche kabels meer door t'e laten,
zoolang deze kwestie niet was opgelost/
Door vele bladen werd dit artikel of een
gedeelte ervan overgenomen.
Een paar dagen later kwam het N. v. d.
D. op deze zaak terug. Het legde de cijfers
door onze regeering en door de Entente ge
noemd naast elkaar en vergeleek de cijfers
van den tegenwoordige doorvoer met die van
den doorvoer in normale tijden.
Het gevoelde toen de bezwaren van Enge
land en wees op den twijfel, dien onze regee-
ring blijkens haar antwoord op eene inter
pellatie, zelve koesterde omtrent het gebruik
dezer materialen.
Het kwam tot de conclusie zooals meerdere
bladen, dat onze regeering de kwestie te for
meel behandelde.
De fatale termijn van 15 November is er
en de doorvoer staat thans stop.
Men kon dan ook berichten uit Lobith
lezen, dat een aantal grintschepen niet meer
door mochten en naar Duitschland terug moes
ten keeren.
Maar hiermede is de kwestie niet opgelost.
En eene oplossing is dringend noodig.
Over die oplossing schrijft het N. v. d. D.
een ernstig en doorwrocht artikel, dat wjj in
het belang der zaak in zijn geheel opnemen.
EEN OPLOSSING VAN DE
GRINDKWESTIE.
Voorop stg die zand- en grindkwestie moet
opgelost worden en spoedig.
Niet alleen wegens de groote schade voor
onzen handel, en als gevolg daarvan do kans,
dat bij een deel van ons volk ernstige ont
stemming wordt gevormd tegen onze regee-
ring (men bedenke dat zelfs groote Kamers
van Koophandel adressen naar Den Haag
zenden, waarbij aangedrongen wordt op rege
ling van de kwestie, in het belang van onze
betrekkingen met het buitenland en met de
koloniën).
Maar voornameljjk omdat dit rampzalige
geschil kwaad bloed zet tusschen de beide
regeeringen, die tot dusver, in weerwil van
zooveel pjjnljjke incidenten, elkaar's boffeljjk-
heid en goeden wil telkens erkend en openlijk
geprezen hadden.
Tusschen de Nederlandsche en de Engelsche
regeering mag, (terwille van een zaak die ons
niet eens rechtstreeks aangaatgeen spanning
van zóó ernstigen aard intreden, als zoo lang
zamerhand door deze kwegtie is teweeggebracht,
een spanning die in een breuk zou kunnen
overgaan, waar de eene partij de zaak een
levensbelang acht voor hare oorlogvoering, de
andere haar beschouwt als een kwestie van
souvereiniteit, waarbij geldtliever barsten
dan buigen.
Zulk een gevaarlijke spanning juist op dit
oogenblik en in de naaste toekomst zou hoogst
gewenscht zijn, voor de andere oorlogvoerende
party. Wij denken hierbij niet aan de Duit-
sche regeering, die, afgezien van lucht-excur-
sies (maar over hare duikboot- en zeppelin
commandanten schijnt die regeering niet vol
doende macht te hebben), tot dusver ons grond
gebied angstvallig heeft ontzien. Er zou echter
wij wezen daar onlangs op, in een hoofd
artikel bij?- hij den val van Zeebrugge
ongetwijfeld aan onzen oostkant een krachtige
strooming ontstaan die het verkrijgen van
zekere (door ons niet in te willigen) vfacili-
teitent op Nederlandsch gebied voor hare
krijgvoering als onmisbaar voorstelde, en in
dat geval zou niets zulke plannen meer in de
hand werken dan de omstandigheid dat wij
toch reeds op gespannen voet verkeerden met
Engeland.
Daarom: het is voor Nederland een ge
wichtig politiek belang, dat deze zand- en
grintkwestie onverwijld tot een bevredigde
oplossing gebracht wordt, en wij kunnen niet
gelooven dat de regeering in deh Haag dit
niet zou inzien en slechts uit halstarrigheid
aan de eenmaal aangenomen gedragslijn zou
blijven vasthouden welk een ontzettende
verantwoordelijkheid ware dat voor haar!
Wij houden ons overtuigd, dat ons ministerie
meent, in 's Lands hoogste belang niet anders
te kunnen doen dan zij deed. Is dat echter
wel juist
Laat ons eerst de Rijnvaart acte uitscha
kelen. De Duitscbe regeering ontleent aan
die acte zekere rechten, ongetwijfeld maar
er kan geen sprake van zijn, dat die rechten
niet begrensd zouden worden door de hand
having van onze souvereiniteit en van onze
plichten als neutrale mogendheid m. a. w.
Duitschland zou zich nooit mogen beroepen
op die Rijö vaart-overeenkomst om onze regee
ring te dringen tot handelingen in strijd
met de internationale conventie van 1907
betreffende de rechten en plichten der onzij-
digen in geval van oorlog te land. Indiëh
onze regeering te dien aanzien onverbiddelijk
en onwrikbaar op haar stuk blijft staan, dan
heeft zij zonder twijfel het geheele Neder
landsche volk, als één man, achter zich.
Wat bepaalt nu het Xe verdrag, van 18
October 1907 dn art. 2 (dat in verband
met art. 5 hier toepasselijk zijn kan) leest
men: »Het is den oorlogvoerenden verboden,
het grondgebied eener onzijdige mogendheid
door troepen of konvooien, munitie of krijgs
voorraden t,e doen doortrekken*.
Nu is, ongelukkigerwijze (het klinkt haast
ongelooflijk, maar het is waar) deze Neder
landsche tekst indertijd verkeerd vertaald,
daargelaten nog het leeljjke Nederlandsch. In
den üuitschèn tekst staatvTruppen oder
Munitions- oder Verpflegungskolonnen.* In
den Engelscheu »Troops or convoys of either
munitions of war or supplies.* In den Fran-
schen tekstvdes troupes ou des convois, soit
de munitions, soit d'approvisionr.ements.*
Dit laatste vooral maakt de bedoeling vol
komen duideljjk. In het Nederlandsch had
dit moeten luiden
»Het ie den oorlogvoerenden verboden door
het grondgebied eener onzjjdige mogendheid
troepen of konvooien, hetzij van schietvoor
raad (munitie), hetzij van andere krijgsbenoo-
digdheden (provisiën), te doen trekken.*
Nu heeft onze regeering ten deze dit artikel
ruim geïnterpreteerd, zoodat de bjj de vertaling
gemaakte fout in ons nadeel komt, en En
geland zich waarlijk niet heeft te beklagen.
Maar hierop komt het toch aan draagt het
vervoer van zand en grind door Nederlandsche
rivieren en kanalen het karakter van kon
vooien Zeer zeker niet tenzij aangetoond
(of, dunkt ons, ookuiterst waarschijnlijk
gemaakt) kan worden dat 't hier betreft ge
regelde verzending van materialen, rechtstreeks
bestemd om aan het Duitsche front te worden
gebruikt.
En nu heeft de Nederlandsche regeering
indertijd o.i. een misslag begaan, toen zjj
zelf op zich nam, een onderzoek in testellen
naar de bestemming van dat zand en grint;
dus zelf den grondslag trachtte te vormen
waarop haar rechtspositie steunt. Die rechts
positie moge dan onaanvechtbaar zjjn de
grondslag is nog altjjd zeer wankel.
Zij had, op de vertoogen van Entente zjjde,
of toen zjj zelf twjjlel begon te voeden, kun
nen verklaren Wjj Nederlanders stellen ons
geen partij in een kwestie die rechtstreeks
slechts de beide oorlogvoerende groepen aan
gaat ontstaat er twijfel aan de bestemming
van dat grint, m. a. w. is er kans dat men
zich op art. 2 der overeenkomst van 1907
beroept, dan brengen w|j de feiten voor een
onpartijdige internationale commissie.
In geen geval had het onderzoek, in de
bekende omstandigheden, door twee Neder
landsche genie-officieren verricht mogen wordeu.
Welnu, die andere weg staat nog open.
Wij wezen er reeds op, dat de Engelsche
regeering, door het onderzoek van haar vGeo-
logical Survey* te publiceeren, de behoefte
erkent, te bewijzen dat zij feitelijk gelijk heeft,
maar dat de feiten in een geval als dit slechts
door een onpartijdig onderzoek vastgesteld
kunnen worden.
De interpretatie, door onze regeering aan
de overeenkomsten gegeven, blijtt daarbij on
gerept. 't Geldt hier geen arbitrage, slechts
een enquête, zooals die bij vele internationale
overeenkomsten of ontwerpen is voorzien, voor
gevallen dat de feiteljjke toedracht, onafüan-
kelijk van rechtskwestiën, moet worden vast
gesteld.
Het doet ons genoegen, dat de vNieuwe
Courant* zulk een enquête »een groote stap
in de goede richting* noemt. Ook de »Tjjd«
wijst in deze richting, al spreekt dit blad van
varbitrage*.
In elk geval hopen wij, dat de regeeriüg
den hoogen ernst van den thans geschapen
toestand inziet en alles in 't werk stelt om
dien te verbeteren.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
De teostand in Rusland begint eenigzins
duideljjker te worden. De Bolsjewiki hebben,
naar het schijnt, grootere troepenmassa's dan
waarover Kerensky kan beschikken tusschen
Gatsjina en Tsjarskoje Selo werd het legertje
van Kerensky verslagen en zijn staf gevangen
genomen.
Maar tegelijk komen mededeelingen over
onderhandehugej tusschen de Bolsjewiki en
Kerensky s regeering over een gemeenschappe
lijk bestuur, waarin de vereenigdn sociahsuscüe
groepen, met de Bolsjewiki inbegrepen, zitting
zouden hebben.
Over die onderhandelingen is nog weinig
bekend. Als eerste voorwaarde wordt na-
tuurljjk gesteld, dat de roode garde der Bols
jewiki te Petrograd en de witte garde van
Kerensky te Moskou zuilen worden ontbonden
en dat een arbeidsleger in geheel Rusland zal
wordeu ingericht, De noodzakelijkheid, gaj