Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
JUbctrachtis? eg ten
ltd Voorloop!? Versla? cVcr
bet JCoofdstttl; gnitcn-
N landscbe Za|en.
Waarom Sfsm-litoaai
MILITIE.
No. 2827.
Woesndag 14 November 1917.
Onbepaald Klein verlof.
Uitreiking Broodkaarten.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 76 cent voor binnen en buiteD Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij voomitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekhandelaren, Brievengaardere .©n den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 60 sent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Groctere letters naar plaats* uimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen.
De Burgemeester van TER NEUZEN noodigt
de landweer- en militieplichtigen die in deze ge
meente met onbepaald klein verlof vertoeven
uit, hunne zakboekjes uiterlijk den 22 NOVEMBER
1917 ter Secretarie dezer gemeente in te leveren
teneinde in de verlofgangersregisters te worden
ingeschreven.
Ter Neuzen, 14 November 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat de uitreiking der nieuwe brood
kaarten der 33e/36e week zal plaats hebben in
het lokaal BETHEL* 2de Verbindingstraat,
en wel
voor hen wier geslachtsnaam begint met de
letters
A B Donderdag 15 Nov. van 9—10 v.m.
C-E 15 10-11
F-H 15 11-12
I - L 15 1—2 n.m.
M P 15 2-3
0-S 15 3-4
T Z lo 4—5
De ingezetenen worden er op attent ge
maakt dat zij bij het in ontvangst nemen der
broodkaarten zich moeten overtuigen dat het
juiste aantal kaarten in het pakje zit, daar na
het verlaten van het lokaal geen reclames
meer kunnen worden aangenomen.
De aandacht wordt er op gevestigd Jat de
aangegeven verdeeling strikt in acht zal
worden genomen.
Voor de bewoners van wijk 0 nummers
1—186 en 202—224 zijn de broodkaarten te
verkrijgen bij den heer J. C. Jansen, Hoofd
der School te Driewegen, Donderdag 15
November van 4 0 namiddag en voor die
van Sluiskil bij den heer C. Meulbroek aldaar.
Ter Neuzen, 13 November 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Dr. Kuyper houdt in de Standaard eene
nabetrachting op zijn jubileum van 29 Octo
ber, toen hij zijn 80en jaardag vierde.
Nadat hij het eerst heeft over bet ineen
krimpen van de groep van Groen van Prin-
sterer, zoodat men zich inbeeldde, dat het
met de »fijnen« uit was, gaat bij aldus voort
Doch, zie nu hoe't op 29 October toeging.
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
hoewel streng liberaal, kwam geheel eigenef
beweging deD anti-revolutionairen jubilaris
begroeten de liberale partrjgroep deed even
zoo en zelfs geheel op zich zelf staande
liberalen deden insgelijks. Zelfs de Journa
listenkring voelde drang, om in weerwil van
het vroegere displaisir, van welwillende ge
zindheid te doen blijken.
Zoover ging men zelfsdat niet weinige'liberale
ministers zich bij den gelukwensch zelfs op den
voorgrond stelden.
Ongetwijfeld nu heeft de drukkende stem
ming, die de oorlof ons bracht, hiertoe het
hare bijgedragen.
Men voelde over en weder, dat het niet
aanging om de tactiek, waaronder Bilderdjjk
en Da Costa, en na hen Groen en Elout, leden,
door te zetten*.
We zonden bierop kunnen antwoorden, dat
de lijdensgeschiedenis van de vier hier ge
noemde personen al eene zeer dragelijke was,
en de vraag kunnen stellen, ot de lijdensge
schiedenis, die het volk vaD Nederland door
maakte en in de toekomst zal doormaken als
gevolg van de splijtzwam, door ür. Kuyper
en de zijnen in het staatkundig en maatschap
pelijk leven gebracht, niet oneindig erger is.
Zonder hét waarschijnlijk zelf te willen
brengt hier De Standaard hulde aan het libe
rale beginsel, dat zich boven het kleiue weet
te verheffen en de algemeene verdraagzaamheid
doet zien, die een natuurlijk gevolg is van
dat beginsel.
Het kleine tikjè ijdelheid, dat ook weer uit
dit artikel spreekt, willen we iemand, die 80
jaren werd, niet te erg aanrekenen.
Dit menschelijk gebrek beeft hij trouwens
met een keizer gemeen en kan dus als een
bewijs van zijne monarchale gevoelens be
schouwd wordeD.
En we weten het immers allen meer en
grootere gebreken dan dit toont ons de spiegel
van het verleden.
Als er één minister is, die niet te klagen
heeft, is bet wel de heer Loudon, hij staat
niet in de ongelukkige positie van Po3thuma,
dat hij de mensehen in de twee gevoeligste
plekken, die ze hebben, moet aantasten, in
hunne maag en in hun beurs. Hij staat
voor het groote vraagstuk, hoe wij, op het
ongunstigst gelegen tusschen de oorlogvoeren
den, onze neutrale positie zullen handhaven,
waarvan het opgeven gelijk zou staan met
onzen nationalen ondergang. En waar hem
dat nu drie jaar lang, onder steeds stijgende
moeilijkheden is gelukt, is het dan ook geen
wonder, dat sinds 1914 elk Voorloopig Verslag
over de Begrooting van Buitenlandsche Zaken
met een warm woord van hulde voor dezen
Minister begint. Edoch, nauwelijks is dat
woord van hulde van de lippen of daar komt
dat »maar«. Dat »damned maar« (dat
verdmaar«) zei eens een Amerikaan
toen het nog vrede was. Ik was in Holland
om eene zaak te beklinken, en na een half
uur reeds leken wij het geheel met elkaar
eens te zijn, toen een van de wederpartij zijn
»maar« liet hooren, en dat woordje werd de
oorzaak dat ik nog eene maand in het land
kon blijven eer de beslissing viel, waarmede
beide partijen genoegen namen.
De »maar« bestaat daarin, dat sommige
leden van de Tweede Kamer naast'het be
houden van onze neutrale positie tegelijk een
optreden zouden willen zien, dat van eene
macht getuigenis geeft, die wij nu eenmaal
niet bezitten, en dat zij die belichamen in
den zin »dat de Regeering van gerechtvaar
digde, nuttige stappen en eeD doelbewust
optreden tegenover het buitenland terugschrikt
uit vrees voor verwikkelingen*.
Uit vrees voor verwikkelingen Inderdaad
het staat er. We zouden willen vragen aan
de leden, die hier aan het woord zijn, of zij
gaarne eene regeering hadden, die geene vrees
voor verwikkelingen had of het niet wijs is
van een land dat buiten den oorlog wil
blijven, dat het verwikkelingen vermijdt, en
of het eigenlijk geen paskwil is van gerecht
vaardigde stappen te spreken in een tjjd dat
alle volkenrecht zoek is Er is voor ons
maar éen reden die kan en moet nopeD tot
hetfais ce que tu dois, advienne que pourra,
en dat is een ultimatum zooals aan België
werd gesteld. Zooiets zou, al kan meu dan
ook de droeve gevolgen daarvan voor ons
voor.uit op zijft vingers aftellen, ons niet anders
kunnen leiden dan tot de oorlogsverklaring.
Wij zijn overtuigd, dat zij, die met hun
gerechtvaardigd doelbewust optreden kwamen
aanzetten, ook geen oorlog willen, maar dan
heeft men toch het recht te vragen, wat dezen
dan wel willen, en dat te eerder, omdat uit
het Voorloopig Verslag blijkt, dat wat onder
dit optreden moet worden verstaan, afhangt
van pro ditsche en pro-datsche neigingen Zoo
is de een slecht te spreken over de toenemende
schending van ons grondgebied door vliegtuigen,
terwijl de auder het vertrouwen heeft dat
Amerika, als het maar op goede wijze werd
aangepakt, onze schepen met levensmiddelen
wel zou loslaten, daar dit goede land daarvoor
maar heeft te denken aan de door haar als
neutrale mogendheid gevoerde politiek en aan
hare gerechtvaardigde wenschen. Een derde
is ontstemd, dat de Regeering niet geantwoord
heeft op-de vredesnota van den Paus, en zien
voorbij, dat wijs beleid dit reeds daarom
verbood, omdat die nota als pro-Duitsch
al was dat misschien dan ook geheel ten
onrechte werd gesignaleerd, en omdat de
niet-oorlog voerende landen goed deden het
reageeren daarop aan de belligerenten over te
laten. En de indruk van dat alles kan op
het groote publiek niet anders zijn dan dat de
Regeering wel uitstekend is om ons buiten
den oorlog te houden, maar dat ze schroomt,
zelf waar dat pas geeft, haar weinige tanden
te laten zien en dat die indruk rfiet anders
dan verderfelijk kan werken, zal w^l geen
betoog behoeven.
De Regeering komt ons voor in deze niet
zonder schuld te zijn dit alles had kunnen
worden voorkomen door de Volksvertegen-
woordiging veel meer dan het geval geweest
is op de hoogte te houden van alle stappen,
die telkens ais tegenover ons het volkenrecht
werd geschonden, zijn gedaan, met het resul
taat dat ze heoben opgeleverd. Het zou dunkt
ons daarom niet kwaad zijn, als men dit jaar
de algemeene beschouwingen over Hoofdstuk III
aanving in Comité-Generaal dan zou daarin
ook eens overleg kunnen worden gepleegd
over hetgeen alzoo gepubliceerd kan worden.
Loudon heeft het vertrouwen, maar dat zou
ondermijnd kunnen worden door het kweeken
van de meening, dat hij de Nederlandsche
vlag niet hoog genoeg hield.
Onze partijgenoot, het Kamerlid de Jong,
heeft een brochure geschreven, die boven-
staanden titel draagt, en die wij met groot
plezier hebben gelezen. Zeer helder en dui
delijk wordt uiteengezet hoe het streven
naar vrijheid op elk gebied de gemeenschap
pelijke grondslag is van alle vrijzinnige ge
dachten, en hoe er eerst verschil kwam toen
het ging om de toepassing van die leer, toen
de vo le vrijheid van de economische ontwik
keling voor vele duizenden niets anders dan
het gemis van alle vrijheid beteekende. Op
ui nemende wijze wordt verder uiteengezet,
hoe tusschen V. D. en L. U. hoofdzaak van
het verschil is de tactiek, die de toenmalige
V. D. de 2e editie-Ongevallenwet deed ver
werpen, terwijl de L. U. ze aannam, die On
gevallenwet, waarvan Mr. Tróelstra, toen een
smalend partijgenoot haar kool noemde, ze
betitelde als »kool waariu voor de arbeiders
een goed stuk worst zit.« En ook dat de L. U.
veel meer contact houdt met het Nederlandsche
volk, als gevolg waarvan zij de eerste partij
was, die de Staatspensioneering in haar pro
gram opnam.
Dat eindeljjk bi] E. V. de bij zoo velen in
den lande gekoesterde vrees, dat alle macht
inzake de vraag wie ter Tweede Kamer moet
worden afgevaardigd, aan het partijbestuur
zal worden gegeven, bjj de L. U, niet de
minste reden van bestaan heeft, zal na de
lezing van deze brochure voor een ieder dui
delijk zijn. Wij hopen, dat onze aangesloten
kiesvereenigingen ze in groote getale ter ver
spreiding zullen bestellen.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
De opmarsch der Centialen in Noord-Italië
wordt zonder grooten tegeustand te ontmoeten,
voortgezet Tusschen de Livenza en de Piave
bevinden zich^bijna geen ltaliaansche tro.epen
meer.
De Duitsch-Oostenrijkscbe legers dringen
niet alleen in westelijke richting voort, in de
vlakte tusschen de rivieren, maar telkens komen
uit -het bergland de afdeelingen in zuidelijke
richting, de ltaliaansche verdedigers van de
grens-bergstelÜDgen voor zich uit drijvend.
Vrijdag rukten de Oostenrijkers in het door
de Italianen verwoeste Pieve di Cadore, de
geboorteplaats van Titiaan, binnen. Na de
Plockenstelling te hebben genomen kwam de
rechtervleugel van Krobatins leger in de vlakte,
in het gebied van de Boven- Piave, en kon
zich zoo von Pieve di Cadore meester maken.
Tegelijkertijd kwamen de troepen uit de
Setti Communi vooruit en bezetten Asiago
dat reeds in Mei 1916 in handen der Oosten-
rijksch-Hongaarsche troepen gevallen was,
maar tengevolge van den opmarsch der Russen
in de Karpathen in Juni van dat jaar weer
moest worden ontruimd. Daardoor zijn de
Oostenrijksche troepen in dit gedeelte van het
oorlogsterreiu reeds achter de Brenta vooruit
gaand, zoodat waarschijnlijk zelfs de Brenta
geen gelegenheid zal geven aan de Italianen,
om er achter stand te houden, maar de terug
tocht nog verder zal moeten worden voort
gezet. In het gebied van de Piave werd de
stad Belluno door de Centralen genomen, door
de troepen die uit de Alpen komende het dal
der Sugana en het dal der Boven-Piave door-
rukten.
Op het geheele front in Italië is er dus
een voorwaartsche beweging g&ande, die door
een enkele poging der Italianen, om stand te
houden, en de Oostenrijkers iets terug te
drijven, niet kon worden tegengehouden.
En het, door de Italianen krachtig verde
digde bruggehoofd van Vider is door de Duit-
schers genomen.
Aan het westelijk front werden slechts
krachtige Eugelsche aanvallen bij Passchen-
daele gemeld, die door de Duitschers werden
afgeslagen, doch waarbij de Engelschen eenig
succes behaalden op de hoogte van Passchen-
daele. Aan het Fransche front werden Duit-
scbe aanvallen bij Hartmannsweilerkopf afge
slagen.
In Palestina rukken 4e Engelschen gestadig
vooruit. Na de inneming van Gaza hebben
zij in verschillende kleine gevechten de Turk-
sche troepen in noordelijke richting verdreven
en, langs de kust voortgerukt, bevindt zich
de Engelsche linkervleugel van generaal Al-
lenby bij Esdud, het oude Ashdad. De Tur
ken trokken terug in het bergland.
De toestand in Rusland is nog steeds vol
komen verward. Maar een oplossing kan niet
uitblijven. De Russische ambasade te Was
hington weigert de maximalistiscbe regeering
in Rusland te erkennen. Engeland neemt
maatregelen om aan Rusland den toevoer van
levensmicj^elen af te snijden, en dreigt Zweden
met represaille-maatregelen, wanneer viseh of
andere leveusbehoeften uit de Ökandinavische
rjjk.en, via Zweden naar Rusland worden ge
voerd.
En Kerensky heeft een leger bijeengebracht,
grootendeels uit troepen bestaande van het
Russische front afkomstig, waarmede hy tegen
Petersburg oprukt.
De Sowjet in Petersburg heeft het gezag
over de troepen, in en om de hoofdstad ver»