Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Landstorm-Keuring.
Landweer-vergoeding.
Hooivordering.
pc jtcldcrsche Verkiezing.
it de pers.
No. 27T8.
Woensdag 23 Mei 1917.
28e Jaargang.
AARDAPPELEN.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 cent roor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
3
Van 1 tot en met 6 regels 60 eent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmor ge n bij den Uitgever M- DE JONGE, te Ter Neuzen.
Jaarklasse 1904 en 1905.
Telef. In tere. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt ter
algemeene kennis, dat de ingeschrevenen voor den
landstorm dei' jaarklasse 1904 en 1905 gelegenheid
hebben zich aan een keuring te onderwerpen bij den
Keuringsraad, die zitting houdt te Ter Neuzen in
het Gemeentehuis.
Op Woensdag 13 Juni 1917, v.m. 9.30 uur.deNos. 1 25
der jaarklasse 1904.
Op Woensdag 13 Juni 1917, n m. 1.30 uur, de overige
Nos der jaarklasse 1904.
Op Donderdag 14 Juni 1917, v.m. 9.30 uur, de Nos.
1—25 der jaarklasse 1905.
Op Donderdag 14 Juni 1917, n.m. 1.30 uur, de overige
Nos. der jaarklasse 1905.
Het welbegrepen eigenbelang van de Ingeschrevenen
maakt het zeer wenschelijk, dat zij zich voor deze keuring
aanmelden, o.a. omdat zij, ingeval zij ongeschikt
mochten blijken, van het inschrijvingsregister wer
den afgevoerd, wat voor hem van groot belang kan
zjjn, wanneer tot oproeping van hun jaarklasse
mocht worden overgegaan.
Wenscht een ingeschrevene bij een andere keurings
raad het onderzoek te ondergaandan kan de Voorzitter
van eerst bedoelden kenringsraad hem daartoe op zijn
verzoek toestemming verleenen.
De ingeschrevenedie niet roor den keuringsraad
I kan verschijnen of bij de keuring niet ongeschikt is
verklaardheeft bovendien de gelegenheid een aanvraag
welke niet aan een termijn gebonden is aan den
Minister van Oorlog te richten om op grond van
ziekte of gebreken van het inschrijvingsregister te wor
den afgevoerd.
Bij zulk een aanvraag moet morden overgelegd een
door twee geneeskundigen afgegeven verklaringook
kunnen worden overgelegd twee afzonderlijke verklarin
geni, elk geteekend door één geneeskundige. De hand-
teekening van den geneeskundige op de verklaring moet
gelegaliseerd zijn door den Burgemeester der gemeente
aar de geneeskundige woonplaats heeft. Is de inge-
hrevene in het buitenland gevestigd, dan mag de ver-
mng ook zijn afgegeven door twee personen bevoegd
uitoefening van de geneeskunde in het Rijk, waar
gevestigd is. De verklaring moet dan evenzeer be
dijk gelegaliseerd zijn.
r Neuzen, 20 Mei 1917
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
,»geii van militaire kleeding
uitrustingstukken bij verlof.
beroepsmilitairen, die van Rijkswege
en onderkleeding, schoeisel- en uit
en worden voorzien, is, zoo zij in het
mbepaald klein) verlof, dan wel van een
h, bedoel d bij de sedert gewijzigde Le-
>16 B 131, zijn of worden gesteld, het
i die kleed ing, dat schoeisel en die uit-
:ken tijdens dat verlof behalve ge-
e reis van het korps naar de woonplaats
verboden.
jns is het uitleenen van militaire kleeding,
en uitrustingstukken, alsmede het ge-
aken van geleende kleeding enz. verboden,
ie zich aan overtreding van deze bepalin-
iuldig maken - zij het ook slechts door
igen of leenen van een enkel kleeding- of
mgstuk zullen deswege behooren te
j gestraft en kunnen daartoe, zoo noodig,
Jtet hun verleende verlof worden terug ge-
n, overeenkomstig te bepalingen van Leger-
1916, B 252
r Nenzen, 20 Mei 1917.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester, van Ter Neuzen brengt ter
kennis van Landweerpllchtigen die voor een of meer
dagen voor herhalingsoefeningen onder de wapenen
moeten komen, dat zoodra door hen een officleele
kennisgeving is ontvangen om zich onder de wa
penen te begeven, ziï zich met die kennisgeving te
gemeente-secretarie moeten aanmelden ten einde tij
dens het verblijf onder de wapenen in het genot
van landweervergoeding te worden gesteld.
Ter Neuzen, den 22 Mei 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J, HUIZINGA.
De Burgemeester der gemeente TER NEU
ZEN brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat de kapitein Intendant, belast met de hooi
vordering, hem bericht, dat ook in dit jaar
wederom een gedeelte van den hooioogst zal
moeten worden afgestaan, om voorzien in de
behoefte van het leger.
De hoeveelheid hooi welke door eiken land
bouwer moet worden geleverd, zal fflET
worden bepaald naar de HOE VÈ ELHEIH,
die op het oogenblik dervordering in zijn be
zit is, doch worden afgeleid uit
a. de oppervlakte aan wei- en klaverland,
welk hij in 1917 heeft of gehad heeft
b. de hoeveelheid, bijvoer (stroo, voederbie
ten, pulp, enz.)
c. de grootte van den veestapel.
Hieruit volgt onmiddellijk, dat geen reke
ning zal worden gehouden met voorgenomen
verkoopen van veevoerder en, meer in bet bij -
zonder, niet met den voorgenomen verkoop
van hooi.
Ter Neuzen, 21 Mei 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN ver
zoekt gegadigden naa - eene partij aard»
appelen 2600 K.G., ff schikt voor
veevoeder, schriftelijk vóór of op Woens
dag 23 Mei e.k., den hoogsten prijs op
te geven, dien zij hiervoor wenschen te besteden.
Aanbiedingen in te zenden ten kantoor van
het Levensmiddelen bureau.
Ter Neuzen, 21 Mei 1917.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Naar aanleiding van de verkiezing voor de
Tweede Kamer in den Helder willen we een
enkel woord zeggen, vooral, omdat het district
Oostburg o.i. ten onrechte in deze kwestie
genoemd is.
Toen door de benoeming van den heer De
Meester eene vacature in Den Helder ontstond,
werd iü de plaats van dezen unie-liberaal
gecandideerd de heer Oud, vrijzinnig democraat
en bovendien op politiek gebied onbekend
Mr van Gijn, unie-liberaa! en zeker een goede
bekende in de politieke wereld behaalde in de
vrijzinnige kiesvereenigingen aldaar wel een
flink aantal stemmen, maar toch minder dan
de heer Oud.
Wjj hebben het ten zeerste betreurd dat
iemand als de heer Van Gijn, die zijn sporen
verdiend heeft, achterbleef bi) de heer Oud.
Het vreemdst vonden wjj het echter, dat
in eene tusschentijdsche verkiezing, terwijl de
vrijzinnige concentratie nog bestaat (ook de
vrijz.-democratische bond wenscht de samen
werking tot 1913 te handhaven) in de plaats
van een unie-liberaal een vrijz.-democraat werd
gecandideerd.
Het Hooidbestuur van den vrijz.-democr.
bond weigerde tusschenbeide te komen en be
riep zich op het Oostburgsche geval van 1913,
waarbij in de plaats van den vrjjz.-democraat
Vorsterman van Oyen werd gecandideerd de
unie-liberaal Jhr. De Muralt, onze tegenwoor
dige afgevaardigde.
Die vergelijking nu gaat in alle deele mank.
Wie met de geschiedenis in Oostburg ver
trouwd is, voelt dit onmiddellijk.
De vrijzinnige kiesvereenigingen in het di
strict Oostburg, ook onze kiesvereeniging »De
Vrijheid* alhier stonden volkomen buiten het
groote partijverband, wat nu kortelings door
aansluiting bij de liberale unie veranderd is.
Ze konden dus den vrijzinnige candidaat
stellen, die hun het best leek.
Zoo kondeu zij na den oud-liberaal Henne-
quin verkiezen den vrijzinnig-democraat Vorster
man van Oyen en na diens bedanken den unie
liberaal Jhr. De Muralt.
Dit werken heeft gemaakt, dat ze in alle
3 hebben gehad goede districtsalgevaa.rdigden.
We weten zeer goed, dat reeds in 1913
bemerkingen op onze handelwijze werden ge
maakt.
Maar we zijn onzen weg gegaan, omdat we
volkomen vrij stonden en uit zuivere motieven
handelden.
Met deze tusschentijdsche verkiezing in Den
Helder staat het anders.
Er schenen bier motieven in het spel, van
algemeen -standpunt moeilijk verdedigbaar,
waarbij het grootere belang aan het kleinere
en persoonlijke te zeer werd opgeofferd.
Drie candidaten waren er, van vrijzinnige
zjjde de heer Oud, van de socialisten Thomassen,
van de christen-democraten de heer Staalman,
die tevens gesteund werd door de algemeene
staatspartij, die zich in de laatsten tijd uit
verschillende groepen van ontevredenen heeft
gevormd.
Thans komt de heer Oud in herstemming
met den heer Thomassen, daar de heer Staal
man bij eerstestemminguitviel.Ofschoon degang
van zaken in Den Helder betreurend, hopen
wij, dat de heer Oud bij de herstemming ge
kozen wordt.
Dit zal veel afhangen van hetgeen de christen-
demorcaten zullen doen, die zich officieel ont
houden maar zeker voor een groot deel hunne
stem zullen uitbrengen.
Moesten 'de vrijzinnigen dezen zetel aan de
socialisten verliezen, dan is dat voor een niet
gering deel door hun eigen toedoen.
Niets werkt verderfelijker dan verdeeld
heid in eigen boezem.
In eenheid onze kracht, laat ons dat nimmer
en nergens vergeten.
De crisis aan Oorlog en de interpellatie-Marchant.
De Fakkel (v.-l.) wjjst er op, dat op den
zelfden dag, dat de Staatscourant de mededee-
ling van het aan generaal Bosboom verleende
ontslag en de waarneming van het beheer van
het departement van oorlog aan den minister
van marine bevatte, het ofEcieele bericht is
verschenen, dat laatstgenoemde minister had
besloten voort te gaan met de groepeering van
de landstormjaarkiasse 1908. Het weekblad
vindt daarin aanleiding het volgende op te
merken
Uit het eerste verloop der crisis aan Oorlog
blijkt dus nu dat minister Cort van der Linden
op dien voor minister Bosboom uoodlottigen
Donderdag niet reeds het oog had op een de
finitieven plaatsvervanger, die bereid en in
slaat zou zijn aan den wensch der voorstem
mers van de motie-Marchant te voldoen, en
dat hij zich óf niet had vergewist wat de ver
moedelijke tijdelijke plaatsvervanger, de heer
Rambounet, dacht te doen, of, bekend met diens
voornemens, daarmee instemde.
Had de heer Cort van der Linden van dit
alles mededeeling gedaan bjj de discussie, die
tot generaal Bosboom's val leidde, zeker zou
den de sociaal-democraten daarin een uitweg
hebben gezien uit den onaangenamsn hoek,
waai in zij zich geplaatst hadden. En de motie-
Marchant zou denkelijk niet zijn aangenomen.
De heer Marchant heeft nu een nieuwe in
terpellatie gevraagd en toegestaan gekregen.
Als hij afkeuring wil te kennen geven over
de wijze waarop de tjjdelyke minister-president
met zijn miuisters en zjjn Tweede Kamer speelt,
zou er wel eens van onverwachte instemming
kunnen blijken.
Wij hebben meer dan eens gewezen op de
gevaren, waarmee het antiparleinentaire stelsel,
in de crisis geïntroduceerd, onze politiek be
dreigt. Het geval-Bosboom is een nieuwe illu
stratie van onze betoogen.
De Vaderlander (u.-l.) vestigt er de aan
dacht op, dat de interpellatie-Marchant, die
heden aan de orde komt, in den persoon van
den heer Cort van der Lindbn gericht is tegen
het Kabinet in zijn geheel.
Daar kan natuurlijk alles uit voortkomen,
behalve dat de landstormjaarkiasse weer contra
order krijgt, -en vooreerst thuis zal kunnen
blijven. Daar wordt wel gesold met deze men-
schen, die natuurlijk voor de overgroote meer
derheid het juiste inlicht derven wat het aan
nemen van eene motie in de Tweede Kamer
beteekent. Hier wreekt zich de fout, dat de
eerste motie-Marchant, om de lichting 1918
aan de landstormklasse 1908 te doen vooraf
gaan, vijf maanden te laat kwam de voor
steller van de motie heeft zich daarvan echter
afgemaakt met de gemakkelijke bewering, dat
het voor hem te hooge eisch is, dat hij met
een bestek van December 1916 voor zich,
zich rekenschap zal geven van hetgeen daaruit
eenige maanden later zal voortvloeien. Wij
erkennen, dat het indienen van moties ge
makkelijker is.
Het Volk (S.D.A.P.) is van oordeel, dat
het kabinet weer eens een houding heeft aan
genomen, als stond het boven het parlement.
Op het scheiden van de markt, nu wij een
jaar tegemoet gaan dat alleen zonder ongeluk
ken kan afloopen indien niet alleen de poli
tieke partijen, maar ook het kabinet ernstig
zijn doordrongen van de verzoeningsgezindheid
waarop de heer Cort van der Linden prat
gaat, thans drijft de regeering een betrek
kelijk onbeduidend konflict tot het uiterste.
Van de vraag, of een landstormklasse van
13,000 bijna dertig-jarige mannen nog vier
maanden thuis zal worden gelaten, wie weet,
of intusschen de oorlogvoerenden geen wapen
stilstand hebben gesloten in dat geval zou
hun oproeping heel en al achterwege kunnen
blijven schjjnt de regeering een strijd te
willen maken om de macht, tusschen haar en
het Parlement. De jonge menschen, die in de
plaats van de ouderen konden worden opge
roepen, staan tot haar beschikking.
Dit is een zeer bedenkelijk verschijnsel. Het
wekt de vraag, of het kabinet van plan is,
meer zulke streken uit te halen tijdens dit
jaar van godsvrede.
Terwijl het blad als volgt besluit
Wij weten natuurlijk niet, welke verklaringen
de regeering bij de tweede interpellatie-Mar
chant zal afleggen. Wij bqoordeelen ook niet
de vraag, ol de Kamer op dit oogenblik het
konflikt, als de regeering het stelt in den
scherpen vorm, door ons aangewezen, moet
uitvechten. Allereerst de Kamertrakties hebben
deze bij uitstek moeilijke van allerlei verwikkelin
gen zwangere, kwestie nit te maken. Maar wij
blijven bij wat wij zeiden op den duur, en
zelf gedurende betrekkelijk langen tjjd kan de
Kamer er niet in berusten, dat het ministerie
zich stelt buiten, en daarmee boven het Par
lement.
De Tijd (r.-k.)
O. i. staat de zaak nog precies als verleden
week. Kan de regeering aan de Kamer duidelijk
maken, welk landsbelang geschaad wordt door
de latere oproeping der landstormers, de
Kamer zal haar volgen. Zoo niet, dan voorzien
wij moeilijkheden tusschen regeering en volks
vertegenwoordiging, waarbij wel diene over
wogen te worden, dat de staatszaken moeten
behandeld op een wjjze, dat het vertrouwen
van het volk in de regeering er door wordt
bevestigd,