Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. De VisschersVloot stil gelegd Op weg naar den Vrede No. 2777. Zaterdag 19 Mei 1917. 28e Jaargang. Aanwijzing verkrijgbaar- stelling Levensmiddelen. BROODKAARTEN. Inbezitneming KANARIEZAAD. VERBOD. Gebruik van Rogge als groenvoeder. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent by ▼ooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 eent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen. JDezeJJourant verschynt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat in de week van 21—26 Mei geldig zullen zijn voor Aardappelen bon no. 10, lien 122e serie Bak- en Braadvet 8 le le le N.B. Op bon No. 8 voor Varkensvleescli mag 0.300 K.G. worden afgegeven. Op bon No. 2 voor Gort mag slechts 0.200 K.G. worden afgegeven. Ter Neuzen, 18 Mei 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. HUIZ1NGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Varkensvleesch Groene Erwten Gort 2 De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat volgens ontvangen ministerieële beschikking No. 60700/36 het afleveren van brood streng verboden is tegen bons, die niet afkomstig zijn van broodkaarten der „loopende week", zullende over-, treding dezer bepaling streng worden gestraft zoowel van de zijde der bakkers door uit sluiting van Regeeringsmeel, als van de zijde van het publiek door inhouding der brood kaarten. Alleen in het geval, dat de laatste dag van de geldigheidsduur eeuer broodkaart op een Zaterdag valt, mag op dien dag worden gekocht op bons van broodkaar ten der volgende week. Ter Neuzen, 16 Mei 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester der gemeente TER NEU ZEN brengt ter voldoening aan de circulaire van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van 14 Mei 1917 No. 15103/43 ter openbare kennis dat een ieder die kana riezaad in zün bezit heeft, gehouden is om overeenkomstig artikel 9 der Distributiewet oo m daf"a.n aan hem °PS«ve te doen vóór 22 Mei 1917. Ter Neuzen, 18 Mei 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. »DE MINISTER VAN LANDBOUW nu VERHEID EN HANDEL, NIJ' Gezien artikel 6 der Distribntiewet 1916- verbiedt alle handelingen, die er toe leiden dnll t;;feldeLsta^de Rogge voor een ander voedsel en ^,e dan *00r menscheljjk met name het maaien van de onrij'ne rogge en bet gebruik deze s Gravenhage, 18 Mei 1917. De Minister voornoemd, POSTHUMA. De bijzondere aandacht van belanghebben den wordt er op gevestigd dat overtreding van bovenstaande bepalingen ingevolge artikel 11 der Distributiewet 1916 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste 6000. Ter Neuzen, 18 Mei 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Dat heeft een indruk in ons land gemaakt, het stilleggen van onze visscherij vloot. Lang is het volgehouden, maar toen het aantal stoomtrawlers en andere visscherssche- pen, dat met niets ontzienden overmoed door de duikbooten in den grond werd geboord, steeds grooter werd, toen kon het niet langer. Een afschuwelijk iets toch, dat moedwillig in den grond jagen van vreedzame visschers- vaartuigen van een neutraal land, terwjjl een vast percentage van de gevangen visch gere geld naar Duitschland ging, terwijl gedurig nieuwe scharen Duitsche kinderen in ons land verpleegd worden. In de z.g. vrjje vaargeul zijn reeds tal van onze visshersvaartnigen meedoogenloos tot zinken gebracht. De visschers bevolking onzer kust plaat sen, vooral de Christelijke legde een paar jaren lang eene besliste sympathie voor Duitschland aan den dag. pit verandert zienderoogen. Ze hebben on dervonden, wat dit land durft bestaan, ze hebben bet aan den ljjve en in den broode gevoeld. De sympathie heeft plaats gemaakt voor antipathie, voor weerzin. Sterker nog de Toekomst, het befaamde blad expresseljjk tijdens den oorlog gesticht, om zich uitsluitend in dienst der Duitsche propaganda te stellen, met achterstelling vaak van eigen land en landgenooten (wij signaleer den het meer dan eens), zelfs die Toekomst doet thans van eenige ontstemming blijken. En dat, terwijl het tijdschrift steeds alles geoorloofd achtte en zocht te verdedigen, als het maar uit het Oosten kwam. Dit bewjjst wel, hoe groot de algemeene ergernis over het gebeurde is. Vernamen we eerst, dat vanwege het Duit sche gezantschap in Den Haag, iemand naar Berljjn zou gaan, om verbetering te krijgen, thans verluidt het, dat eene deputatie uit de reeders naar Berlijn zal gaan, om daar het goed recht van de Nederlandsche visschers te bepleiten. Zal ze de Duitsche regeering tot rede kun nen brengen De uitkomst moet het leeren. Als zelfs de Toekomst, die in zoo nauwe relatie stond met den Duitschen gouverneur over België, het duikbootbedrjjf tegenover onze arme visschers niet meer waagt te verdedigen, dan moet de Duitsche regeeriug toch wel be seffen, dat het te erg wordt en dat het haar schuld is, zoo de gcheele wereld haar zachtjes aan gaat veroordeelen. Met belangstelling werd de Rijksdagzitting van j. 1. Dinsdag tegemoet gezien. Men hoopte, dat de Rijkskanselier het ver lossende woord zou spreken, dat den vrede kon brengen. Het is helaas, niet gebeurd. De conservatieve partij in Duitschland, die sterk voor veroveringen is, was bevreesd, dat de regeering van veroveringen en schadeloos- steliing zou afzien. Daarom wenschte zij, dat e Kgk8h.anselier zich onomwonden over het oorlogsdoel uitsprak. Haar woordvoerder was von Rosicke. Ook de socialistische party wenschte klaar heid. Zij meende, dat de regeering wel ge negen was tot een' vrede, die aan beide zijden kon bevallen, dus zonder annexatie's of schade loosstelling. Deze idee had zij zelfs in den lande uitge sproken, zonder dat van de regeering tegen spraak kwam. Het woord van den rjjkskacselier heeft te leurstelling gebracht. Dij gebruikte heel wat woorden tot verheer lijking van leger en vloot, maar over het oorlogsdoel wou hij zich niet uitlaten. Wel nam hij de woorden der socialistische party niet voor zijne rekening, wel sprak hij over eene Duitsche overwinning. Dan zou hij het oorlogsdoel doen kennen. Hij sprak over de gebrachte oflers. Kortom, al wou hij het oorlogsdoel niet bespreken, voor ieder, die lezen kan en wil, is het duidelijk Ook de rijkskanselier wenscht veroveringen en schadeloosstelling, ook de Duitsche regee riug wenscht die. liet blijkt dus, dat degenen, die het vage vredesaanbod van Duitschland in December, beweerden, dat dit aanbod niets dan een po litieke manoevre was, goed gezien hebben. Het is ook duidelijk, dat bij de veroverings politiek de groote meerderheid van den Rijks dag achter den rijkskanselier staat, dat deze door de opheffing van de Jezuitenwet de mach tige Katholieke staatspartjj (het Centrum) on verbreekbaar aan zich verbonden heeft. Zelfs de socialist Scheideman sprak de meening uit, dat de landspalen bjj den vrede zouden verzet worden. VVat kan dan de socialistische conferentie te Stockholm voor nut stichten De socialistische minderheidsparty in Duitschland mag niet naar Stockholm toe. Ze krÜol geene passen. Zelfs de volgzame en gedweeë socialistische meerderheidspartij mat? niet gaan. Vanwaar zoo 'n rijksdagzitting, die ons verder dan ooit van den vrede afvoert Vanwaar die weigering aan de socialistische leiders om naar Stockholm te gaan Wie begrijpt het niet? De Duitsche regeering streeft gebieds uit breiding na ondanks alle praatjes over het vechten »voor zijn bestaan», die alleen dienen ons neutralen jzand in de oogen te strooien. Zij verwacht, dat de onverantwoordelijke duikbootmanie haar de overwinning zal bren gen en ze rekent op voordeel van de Rus sische revolutie. In één opzicht kan de rijksdagzittiDg goed gewerkt hebben. Ze kan namelijk ieder de oogen openen voor dit onweersprekelijke feit, dat de Duit sche regeering op veroveringen belust is. Waaraan trouwens verstandige meDschen nimmer hebben getwijfeld. Op weg naar den vrede vroegen wij als opschrift van dit artikel. In Duitschland zeker nog niet, of het zou een echte Duitsche vrede, d.w.z. een vrede met annexatie en schadeloosstelling moeten zjjn. Wat natuurlijk geen voorstander van een duurzamen vrede kan wenschen. DE OORLOG. De algemeene toestand. De Rijkskanselier aan het woord. Da Duitsche Rijkskanselier heeft gesproken. En ook ditmaal weder heeft hij den midden weg bewandeld. Hij heeft zich uitgesproken noch^ voor da eischen van de annexionistische partijen in Duitschland die nog altjjd mee- nen, ondanks deze bjjna drie jaren van oorlog, den vijand hun wil en verlangens te kunnen dicteeren noch voor de denkbeelden van de sociaal-democratische meerderheid die van oordeel is, dat een spoedige vrede mogeljjk zon zjjn, indien Duitschland maar zou willen verklaren, dat het van elke verovering, van elke schadeloosteliing er oorlogschatting zon willen afzien. De Duitsche rijkskanselier, wiens verklaring in antwoord op de beide intemellatiën over de oorlogsbedoelingen, in volkomen overeen stemming is met de opvatting der bondge- nooten, naar hg uitdrukkelijk verklaarde, wiens houding de volkomen instemming heeft van de opperste legeraanvoering aan de pogin gen om Iliodenburg tegen Bethmann uit te spelen, wordt bierdoor een einde gemaakt blijft zich stellen op het standpunt, dat Duitsch land en zjjn bondgenooten volkomen bereid zyn tot een spoedigen vrede maar dat deze vrede moet tot stand komen door onderhande ling. En daar het bij onderhandeling, die nog slechts worden aangeboden van eene zijde en door de andere nog niet aanvaard zyn, niet gewenscht is zich van te voren al te binden, weigert de kanselier zich uit te laten over dé plannen, die Duitschlaud heeft over de voor- deelen en waarborgen voor de toekomst die het hoopt te kunnen verkrjjgen Het standpunt vao den kanselier is zeer wel te verklaren. Met hoeveel vertrouwen hij zich ook moge uitlaten over de militaire positie der centrale mogendheden in tegenstelling met zijn chauvinistische landgenooten van het type Rösicke, ziet hij toch ook wel in, dat deze positie, hoe sterk ook in defensief opzicht, niet aan dien aard is dat het mogelijk zal zyn den tegenstander ten onder te brengen'en de vre desvoorwaarden tedicteeren. Bij de beoordeeling van de wederzydsche sterkte der partyen im mers geeft niet alleen de militaire positie den doorslag. Ook andere factoren, economische vooral, spelen daarbjj een gewichtige rol en doen zich gelden niet alleen voor het heder>, maar niet minder voor de toekomst, nu een zoo groot deel van de wereld zich tegen Duitschland verklaarde. Bij de beoordeeling van deze sterkte dient ook in aanmerking te worden ganomeD, dat terwjjl Duitschland belangrjjke deelen vy- andeljjk gebied heeft bezet en nog altyd dit bezit weet te handhaven zyn tegenstan ders in het bezit zyn van vrjjwel alle Duit sche koloniën en bovendien aaozienlijke stuk ken bondgenootschappelijk gebied in hun macht hebben. In deze omstandigheden is een voor Duitsch land bevredigende oplossiDg van het geweldig conflict das alleen te vetkrjjgen door onder handelingen, waarbij hetgeen op den vjjand is veroverd als ruilobject dienst kan doen' om hetgeen Duitschland heeft verloren of hetgeen men het op koloniaal en economisch gebied wil doen vérliezen, wear terug te verkrjjgen. En de kanselier is nu van oordeel, dat hjj by deze onderhandelingen zyn positie zou verzwakken, door zich nu al by voorbaat te verbinden, geen annexaties na te streven, geen schadeloos stellingen te verlangen, nu van de zjjde van de tegenstanders geen de minste neigiDg nog bestaat om een geljjke verbintenis aan te gaan, en evenmin eenige neiging om over een ruiling te .spreken, die zonder dan juist den toestand van voor den oorlog te herstellen, de bevredi ging van enkele der nationale verlangens van de geallieerde volken zou mogeljjk maken door tegenmoetkomingen aan de cenlralen elders. De heer van Bethmann Holweg is dus bljjven staan op het standpunt dat ook werd aange geven in het Duitsche vredesaanbod van 12 December 1916. Maar de toon, thans door hem aangeslagen is toch wel anders, veel kalmer en bezadigder, dan in dat aanbod weer klonk, toen zoo nadrukkeljjk de aandacht werd gevestigd op het zegevierde Duitschland. Ver- moedeLk heeft hier de invloed gewerkt van den Oostenrjjkschen minister Czernin, die wel gewaarschuwd zal hebben, [deze nieuwe aan bieding van vredes ODderhaudelingeo, niet bjj voorbaat al elke kracht te ontnemen dooreen manifestatie van de macht van het Duitsche militarisme. TER NEIMSCH VOLKSBLAD ii u le >1 1» »i ti 8 it ii 6 7EN bBrena!TeSter d£r Semeente TER NEU ZEN brengt ter openbare kennis de volgende ministeneele beschikking voigenue

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1917 | | pagina 1