Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Zon- en Feestdagen. flieiiwc moeilijHhetlett. DRANKWET. MILITIE. MILITIE. Aflevering Tarwe er) Rogge inbezitneming van Peulvruchten. Opleiding tot Yerzorger bij den Rijkspostduivendienst. No. 2761. Woensdag 21 Maart 1917. 28e Jaargang. 3 SMID-BANKWERKERS •HOEFSMEDEN. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 76 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc, No 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsi uimte. Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M- DE JONGE, te Ter Neuzen. De Burgemeester van TER NEU ZEN maakt bekend DE MINISTER VAN LANDBOUW, NIJ VERHEID EN HANDEL, gezien artikel 6 der Distributiewet 1916 IIEEFT GOEDGEVONDEN te bepalen, dat met ingang van heden verboden is zonder zijne schriftelijke machtiging rijst van welke soort ook te vermalen. Ter Neuzen, 20 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HU1ZINGA. De Burgemeester der gemeente TER NEU ZEN brengt ter kennis van belanghebbenden A. dat door ben vóór of uiterlijk op Woensdag 21 Maart 1917, ingevolge art. 9 der Distributiewet 1916 schriftelijke opgave moet worden gedaan ter Gemeente- Secretarie le. van de hoeveelheid tarwe en rogge 2e. van de hoeveelheden, hetzij gedorscht, hetzjj ongedorscht a. bruine boonen b. kleine groene erwten c. schokkererwten d. kroonerwten e. kaapsche groene erwten, welke zij onder zich hebben B. dat de landbouwers hunne tarwe en rogge behalve de hoeveelheden welke hun voor eigen broodvoorziening gelaten worden, onverwijld moeten afleveren daar anders in gevolge artikel 9 lid 2 der Distributiewet 1916 tot inbezitneming zal worden overgegaan C. dat met ingang van heden alle voren genoemde peulvruchten door Zijne Excellentie den Minister van Landbouw. Nijverheid en Handel ingevolge art. 9, lid 2 der Distribu tiewet 1916 in bezit worden genomen en het den honders ten strengste wordt verboden bedoelde peulvruchten te vervreemden of te gebruiken. Formulieren tot het doen der vereischte aangiften, voorzoover deze niet aan de betrok kenen zijn toegezonden, zjjn ter Gemeente- Secretarie verkrpgbaar. Ter Neuzen, 19 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HU1ZINGA. Dienstplichtigen bij de militie kunnen tot een beperkt aantal worden toegelaten tot de opleiding tot mlliclen-smid-bankwerker bij de oefeDings- houwitser-compagnie en tot hoefsmid bij de infan terie. Voor de opleiding tot smid-bankwerker kunnen allen in aamerking komen milic iens, die zijn in gedeeld bij de voorjaarsploeg van de oefenings-hou- witser-compagnie behoorende tot be 3de Regiment Vestingartillerie Voor de opleiding tot hoefsmid bij de infanterie ^.UI!P.en aAeu in aanmerking komen miliciens, die zijn ingedeeld bp de voorjaarsploeg van eeD der regimenten infanterie. Om voor deze opleiding tot smid-bankwerker of tot hoefdsmid in aanmerking te komen, moeten belanghebbenden zich na bun inlijving daartoe aan melden bjj hun commandant. Zij moeten daarbij overleggen a. een vei klaring van een werkgever, waaruit blijkt, dat zij vóór bun inlijving hebben uitgeoefend hel beroep van smid-bank werker of machine-bank werker (voor candidaten voor milicien-smid-bank werker) of van boefsmid of boef8midsleerling (voor candidaten voor milicien-hoefsmid)voor zooveel den milicien-hoefsmid betreft, moet in de verklaring tevens het tijdvak vermeld zijn, waarin het beroep uitgeoefend is; b. een stuk, waarin de diensplichtige z ch bereid verklaart tot het aangaan van vrijwillige verbin tenis tot milicien smid-bankwerker of tot milicien hoefsmid c. (alleen vóór minderjarigen een bewijs van toestemming tot het aangaan der verbintenis, af gegeven door hem of haar die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent. De verbintenis geldt van het tijdstip, waarop zij wordt gesloten, tot het tijdstip, waarop voor den dienstplichtige de landweerdiensttijd eindigt. Echter kan de militaire autoriteit de verbintenis te allen tijde beëindigen, wanneer daartoe aanleiding bestaat. De Burgemeester van TER NEUZEN ves tigt de aandacht van liefhebbers van postduiven, behoorende tot de lichting 1918, op de moge lijkheid om te worden opgeleid en aangesteld tot verzorger bij den Rijkspostduivendienst. Zij, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, moeten dit vóór 15 April a.s. schrif telijk te kennen geven aan den Directeur van dan Rijkspostduivendienst te 's-Gravenhage. Zij moeten zich daarbij bereid verklaren tot het aangaan van een vrijwillige verbintenis als verzorger bij den Rijkspostduivendienst. Minderjarigen moeten voorts overleggen een bewijs van toestemming tot het aangaan van de verbintenis, afgegeven door hem of haar, die de oudelijke macht of de voogdij uitoefent. I» het verzoekschrift dienen te wor den vermeld a. geslachts- en voornamen (voluit) b. beroep c. woonplaats; d. gemeente, waar de d:enstplichtige voor de militie is ingeschreven e. welk onderwijs genoten Of hij lid is van een postduivenvereni ging en, zoo ja, van welke. In het geheel worden vaQ elke lichting 24 dienstplichtigen in opleiding genomen. Zij wor den ingedeeld bij het 7e Regiment Infanterie. De opleiding geschiedt bij één of meer Rijkspostduivenstations. Van bedoelde 24 worden de 12, die het best voldoen, toegelaten tot de vrijwillige verbintenis Deze verbintenis geldt van het tijdstip af, dat zij wordt gesloten, tot het tijdstip, waarop voor den dienstplichtige de landweerdiensttijd eindigt. Echter kan zij door den Chef van den Generalen Staf op elk tijd stip worden beëindigd. De dieustplichtige verbind zich a. voor eijrste oefening in werkelgken dienst te blijven tot een hem nader bekend te maken datum b. voor herhaling in werkelijken dienst te komen één of twee maal, in het geheel voor ten hoogste 7 weken, op zoodanig tijdstip of zoodanige tijdstippen als door den Chef van den Generalen Staf zal worden bepaald c. in werkelijken dienst te komen en te blijven wanneer - en gedurende den tijd dat de diensplichtigen van de militie of van de landweer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden ih werkelijken dienst worden geroepen en ge houden. Voorts zijn op den verzorger bij den Rijks postduivendienst van kracht eenige bepalingen, die ook gelden voor de dienstplichtigen van de militie en de landweer. De adspiranten-verzorgers, die niet tot de verbintenis worden toegelaten, alsmede de ver zorgers wier verbintenis tusschentijds is beëin digd, worden ingedeeld bij een onderdeel van van het wapen der infanterie. Aan adspiranten-verzorgers, die niet tot de verbintenis zijn toegelaten, maar blijk hebben gegeven aan de voor den verzorger gestelde eischen te voldoen, wordt een getuigschrift uitgereikt. Bij een tusschentijds ontstaande vacature kunnen zij alsnog tot het aangaan van de verbintenis worden toegelaten. Ter Neuzen, 12 Maart 1917. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Nu we dachten, dat de moeilijkheden met Engeland opgelost waren en we alleen te vreezen hadden voor de misdadige duikbogt-campagne, rijzen nieuwe en groote bezwaren, die voor ons toch niet overwacht komen. De gewapende koopvaarder .Princess Melita* wordt niet in onze havens toegelaten dan nadat de kanonnen over boord waren geworpen. Onze regeering steunt hierbij op hare neu- traliteitsverklaring van 1914. Engeland neemt evenwel met deze houding van ons land geen genoegen. Het heeft zijne handelsschepen ter verdedi ging gewappnd tegen het ongemotiveerd in den grond boren door Duitsche duikbooten. Nu zijn wij de eenige neutrale natie, die deze handelsschepen niet willen toelaten. Ofschoon wij de tegenmaatregelen van En geland tegen ons land afkeuren, zijn wij toch met de uitnemendste mannen (waaronder rechtsgeleerden van naam) in ons land van meening, dat wij gerustelijk die gewapende handelsschepen hadden kunnen toelaten. Wij vonden het van Duitsche zijde, vooral na de torpedeering van onze 7 mooie schepen arrogant, dat men zelfs dorst eischen, dat wij de Princess Melita zouden interneeren. Toch begrijpen wij het, hoe moeilijk het is voor onze regeering, om hierbij de billijk heid te betrachten, gezien, wat onze machtige Oosterbuurman aandurft. Het is eene vreemde geschiedenis met die duikbootenoorlog. Het groote publiek raakt zoo gemakkeljjk met de misdaad vertrouwd. Eerst werden oorlogsvaartuigen getorpe deerd. Toen begon men met de torpedeering van handelsschepen der geallieerden. In het begin gevoelde ieder, dat dit laatste niet richtig was. Men torpedeerde vervolgeus neutrale vaar tuigen eerst met, later zonder contrabande, eerst z.g. per ongeluk later zich een vermeend recht aanmatigend. En thans moet het al eene schokkende ge beurtenis zijn, wil de menigte in haar ge voelens getroffen worden. In ieder geval nemen de moeilijkheden vooy ons land toe. TER IEIZEM» VOLKSBLAD. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij ben is ingekomen een ver zoekschrift om vergunning voor den verkoop van- sterken drank in het klein van PELAGIE VAN DEN NEsTE, hotelhoudster Wonende te Ter Neuzen, in de rechterbeneden zaal, van het perceel kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen sectie L no. 357 plaat- gelijk gemerkt 8 en gelegen aan de Westkolkstraat. Binnen twee^ weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van de ver gunning schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders bo awaren inbrengen. Ter Neuzen, den 13 Maart 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE^ Secretaris. Burgemeester en Wethouders van de gemeente TER NEUZEN gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten van den 15en Juli 1844, no. 1 (Provinciaal blad no, 87), houdende mededeeling van 's Konings verlangen, flat de Ingezetenen aan fle bepalingen der wet van den lsten Maart 1815 (Staatsblad no. 21), betrekkelijk de viering van Zon- en Feestdagenjaarljjks zullen worden herinnerd brengen mitsdien den inhoud van voormelde wet ter kennis van de Ingezetenen dezer Gemeente, luidende als volgt Art. 1. „Dat op Zondagen, en op zoodanige Godsdienstige Feestdagen als door do Kerkgenootschappen van de Christelijke Godsdienst dezer Landen algemeen erkend en gevierd worden, niet alleen geene beroepsbezig heden zullen mogen verricht worden, welke de Gods dienst zouden kunnen storen, maar dat in het alge meen geene openbare arbeid zal mogen plaats hebben, dan ingeval van noodzakeljjkheid, als wanneer de plaatselijke Regeering daartoe sohrifteljjke toestem ming zal geven." Art. 2. „Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe eetwaren geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat Kooplieden en Winkeliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen noch met opene deuren verkoopen." Art. 3. „Dat gedurende den tjjd voor de openbare Gods dienstoefening bestemd, de deuren der Herbergen en andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt voor zooverre dezelve binnen een besloten kring der ge bouwen liggende zjjn, zullen gesloten zjjn, en dat ook gedurende dienzelfden tijd geenerhande spelen, hetzjj Kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben." Art. 4. „Dat geen openbare vermakeljjkheden, zooals Schouw burgen, publieke Danspartjjen, Concerten en Harddra- verjjen, op de Zondagen en algemeene Feestdagen zullen gedoogd worden zullende het aan de plaatseljjke be sturen worden vrijgelaten hieromtrent eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na het volkomen eindigen van alle Godsdienstoefeningen." Art. 5. „Dat de Plaatseljjke Politie zorg zal dragen, teneinde alle hinderlijke bewegingen en gorucht in de nabjjheid der gebouwen, tot de openbare Eeredienst bestemd, en in het algemeen alles wat dezelve zouden hinderljjk zjjn, voor te komen of te doen opjiouden." Art. 6. „Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit naar gelang van persoon en omstandigheden, zullen gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig guldenof met eene gevangenisstraf van niet langer dan drie dagenvoor de overtreders die buiten staat mochten zjjn deze boete te betalen." Art 7. „Dat bij een tweede overtreding de boete of straf zal verdubbeld worden, en wjjders alle de te koop gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaard, en de Horbergen of andere publieke plaatsen, voor een maand gesloten. „En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede niet overeenkomstige Provinciale of plaatseljjke Reglementen en inrichtingen zullen worden gehouden voor vervallen". Burgemeester en Wethouders, de aandacht der inge zetenen op de voorschreven bepalingen vestigende, noodigen dezelve tevens uit om door eene stipte inacht neming derzelve, tot de nuttige en wjjze bedoelingen van Zjjne Majesteit mede te werken. En opdat niemand hiervan eenige onwetenheid zoude kunnen voorwenden zal dezo worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente ge bruikelijk is. Gedaan te Ter Neuzen, 13 Maart 1917. Burgemeester en Wethoudersvoornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. EN D« diensplichtige verbindt zich in gewone tijden a. voor eerste oefening in tverkelijken dienst te blijven de smid-bankwerker tot 1 Juni van het jaar, volgende op dat, .waarin zijn eerste oefening is aangevangen de hoefsmid tot 1 Februari van dat jaar b. voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te komen één- of tweemaal, in het geheel voor ten hoog ste zeren weken C. in werkelijken dienst te komen en te blijven, wan neer - en gedurende den tijd dat - de dienstplichtigen van de militie of van de laudweer in werkelijken dienst worden geroepen en gehouden in geval van oorlog of oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden Voorts zijn op degenen, die een dergelijke verbinte nis hebben aangegaan, nog van toepassing sommige voor dienstplichtigen geldende bepalingen van de Militie- en de Landweenvet. Ter Neuzen, den 12 Maart 1917. De Burgemeester van Ter Neuzen. J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1917 | | pagina 1