Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Vetzotttittg afgewezen. Van het Westelijk oorlogstooneel. No. 2736. Woensdag 20 December 1916. 27e Jaargang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden Th cent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. latere. No 15 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 5 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tariet. Grootere letters naar plaatsruimte. Redacti e-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bjj den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. Men heeft zich nogal druk gemaakt over de vraag, of de Regeering goed doet met in deze bewogen tijden eene Grondswetsherzie- ning ter hand te nemen, maar zelfs hij, die deze vraag in ontkennenden zin beantwoord, zal moeilijk de waarde kunnen onderschatten van het feit, dat, als de Eerste Kamer, zooals te verwachten is, aan het votum der Tweede Kamer haar fiat zal hebben gegeven, er twee gewichtige quaesties, die het Nederlandsche volk jarenlang hebben beroerd en verdeeld, tot oplossing zullen zijn gekomen. Ons tot ver heugenis, omdat art 80 ons een versterking geeft van de democratie, die per slot van re kening de eenige zal zijn, die Europa voor eene herhaling van de ellende, die wij thans beleven, zal kunnen vrijwaren, de democratie die van dpn oorlog niet weten wil, en waar van de doorvoering in welk land ook elders tot navolging zal aansporen. Afgezien nog van het feit dat de breedere grondslag, waarop na invoering van het algemeen kiesrecht ten on zent de regeeringen zullen komeu te staan, haar meer vertrouwen zullen schenken bij het Ne derlandsche volk. En art. 192, dat sinds lang geen artikel was, waardoor rekening gehou den werd met de onderwijsbehoeften van gansch ons volk, is thans een wezenlijk nationaal artikel geworden. Er is echter nog eene zaak, die het Neder landsche volk in twee kampen tegenover el kaar doet staan, en dat is de voorziening in de nooden van de oude behoeftigen, en juist als in den schoolstrijd, staan wij in deze geen van allen zonder schuld. De Rechterzijde door dat ze bij de wet-Talma, hare meerderheid misbruikende, met geen enkelen wenscb van de Linkerzijde heeft gerekend ten opzichte van de Staatspensioneering, waarvan ook in de kerkelijke kringen tienduizenden aanhan gers gevonden worden. De heer Treub heeft dat als Kamerlid op 17 October 1912 (zie Bldz. 98 van de Handelingen) zoojuist gezegd «Een ontwerp, dat gedragen zou worden door eene groote overtuiging, door aandrang van het volk, hebben wij niet, en wanneer bij den wassenden stroom van tegenkanting tegen de tariefplannen van de Regeering. er ook nog bijkomt, dat, wanneer men eenmaal deze wet heeft, men ook zal vastzitten aan de door velen in den lande, en. volstrekt niet alleen menschen van de Linkerzijde, gevreesde tariefs hervorming, dan zou ik den heeren willen vragen, of het nu is in het landsbelang om aldus te werken. Indien de heeren aldus te weik gaan, dan geven zij blijk, dat zij ook op dit gebied niet gesteld zijn op een nationale wet, dat zij gesteld zijn alleen op een partij- wet van de Rechterzijde.» Neen, eene nationale wet is Talma's wet niet, en de Rechterzijde staat bovendien nog schuldig hieraan, dat ze, niettegenstaande er tusschen de wet-Talma en de Tariefwet-Kolk- man onverbrekelijk verband bestond, de eerste wet heeft doen worden, vóór de tweede wet in behandeling was gekomen zij is bezweken voor het parool, uit de KanaalstraatGeene verkiezingen in zonder een ouderdomspensioen. De Linkerzijde staat, waarom het te ont kennen, schuldig aan te weinig waardeering voor het groote stuk werk dat Talma heeft geleverd, al komt dan ook de Memorie van Toelichting, die Treub bij zijne Ouderdomswet gaf, en waaruit wel de niets ontziende strijder, maar allerminst de staatsman sprak, niet voor hare rekening. Zoo kon dan ook reeds bij de eerste ontmoeting van Treub in de Eerste Kamer met een oud-minister uit het Kabinet-Heemskerk, de leuze van deze Geene verandering in de wetgeving-Talma, geene buitengewone verwondering wekken, en als Mr. Rutgers van het begin af aan deze in 4e Tweede Kamer uit dep breeden stjjl van Regout in zijn eigen kemphanenesperanto overzette, is dit zeker niet alleen op zijn «temperament* te schuiven. Wij staan er nu echter anders voor: de oorlog heeft ons geleerd, dat het een nationaal belang is quaesties, die ons verdeelen, en waarvan het voortbestaan tot steeds verhit'er- der strijd zal leiden, op te lossen. En nu doet het zoo droef aan, dat, waar Lely in deze quaestie zoo uiterst tactvol is opgetreden, om aan de wenschen van beide helften van ons volk tegemoet te komen, Rechts een der gelijk compromis onverbiddelijk afwijst. Het is nu weer de (a.-rj «Rotterdammer*, die de pogingen van Lely als hopeloos quali- ficeert, die alleen zouden kunnen slagen, indien de Rechterzijde zich op het punt van Staats pensioen als overwinnaar zou moeten beschou wen. Dat behoeft zij zeker niet, maar wij vragen dan toch, of dit reden kan zijn om onveranderd vast te blijven houden aan eene wet, die slechts de eene helft van het Nederlandsche volk bevredigen kan. Moesten hier de tijden, waarin wij leven, deze houding niet onmogelijk maken In 1672, toen na eene onderdrukking van de Oranjepartij die 22 jaren had geduurd, Oranje boven weer de leus werd was eeo van de eischen van hen, die pas meerderheid waren geworden, dat Tromp, die genoodzaakt was geworden als admiraal zijn ontslag te nemen, de plaats zou innemen van den Staatsgezinden De Ruijter. Willem III gaf aaD dien eisch niet toe, maar zorgde dat beiden hunne plaats op de vloot kregen Kwam dit misschien, omdat deze onverdachte Calvinist in de eerste plaats met het nationaal belang rekende? Natuurlijk kan noch Lely, noch de Linker zijde er iets aan doen, als hun verzoenende hand niet door Rechts wordt aanvaard maar de volle verantwoording daarvoor rust dan ook op hen, die haar zullen weigeren. En met het praatje van dat «verderfelijke van het Staatspensioen* blijve men ons van het lijf. nu het in Engeland zoowel door de Roomschen als door door de Calvinisten is aanvaard. DE OORLOG. De algemeene toestand. Heeft de Fiansche overwinning bij Ver dun een slechten invloed op de geneigdheid der Entente, om de Duitsche voorstellen tot vredesbespreking te aanvaarden De Engel- sche berichten zouden het doen gelooven. Het beste antwoord op de voorstellen van Beth- mann-Hollweg, zegt de «Daily Telegraph*, is deze slag der Frauschen, die het succes der geallieerden waarborgt. En de «Morning Post* zegt iets dergelijks. De hoop in de Entente-landen is weder opgewekt door het succes der FranscheD bij Verdun, en de ver wachting, dat de geallieerden, met eenige krachtsinspanning de kans ten hunnen gunste kunnen doen keeren maakt natuurlijk, dat zij miuder geneigd zijn, thans over vrede te spre ken, dan nadat zij met meer nadruk hunne eischen kunnen stelleu. Daartegenover staat, dat ook voor Duitsch- Iand en zijn bondgenooten de voortzetting van den strijd tot wijziging in de verhouding aan leiding kan geveD. Hindenburg zeide nog onlangs tot Karl von Wiegand «In het aan staande voorjaar zullen de ontzettende slagen worden geleverd en de geweldigste militaire pogingen door de Centralen worden onder nomen.* Wie die geweldige slagen, welke ook hun resultaat moge zijn, aan de wereld, aan Europa kan besparen, behoedt de mensehbeid voor een verschrikkelijken tijd en neemt een groot deel der verantwoordelijkheid weg, die thans op eiken staatsman rust, door aan den ont- zettenden vernietigingsoorlog een einde te maken. Waarljjk, wij hebben nu genoeg ge zien, dat elke overwinning, door wie ook be haald, een nederlaag is voor Europa, omdat daarbij weder opnieuw duizenden slachtoffers worden gemaakt. Thans is het nog tijd, om over een ge meenschappelijke toekomst te spreken, om voor een gemeenschappelijke toekomst te werken. Aller oogen zijn thans gericht op de En- tente-mogendheden, vooral op Engeland op Lloyd George, die zal uitspreken wat de vertegenwoordigers der geallieerden omtrent de vredesvoorstellen hebben vastgesteld. Het denkbeeld van de «Weekly Ditspatch* is dat de Engelsche minister-president openlijk de vredesvoorwaarden van de Entente in ruwe trekken zou uitspreken. Wat Duitschland echter wenscht is bespreking, overeenkomst, binnenskamers, opdat een vernietiging van Europa wordt voorkomen een uit onderling overleg voortgekomen vrede. En daarom stelt het geen voorwaarden, maar noodigt het tot bespreking uit. Daarin ligt een waarborg, die verloren zou zijn gegaan, als het met luide stem zijn voorwaarden als minimum «sine quo non* in de wereld had geslingerd. Zal de Entente, dit voorbeeld volgen, en geen eischen stellen, die toch slechts als ge volg van bespreking en overleg kunnen wor den geformuleerd, en alleen de bereidwillig heid toonen, om over de mogelijkheid van een overeenstemming te spreken L)e Engel sche regeeriug, die zoo herhaaldelijk vredes- onderhandelaars ontving in Londen, en die weet hoe moelijk het is, om een overeen stemming tot stand te brengen, hoe vaak van een kleinigheid het mislukken en wel slagen van een overeenkomst afhangt, zooals bij de onderhandelingen te Londen in 1912 en 1913 over den Balkanstrijd zoo duidelijk is gebleken, zou den vrede en de toekomst van Europa het best dienen, door aan haar bondgenooten voor te stellen, de besprekingen in te leiden, zonder daarom de militaire ope raties op eenig punt van het uitgestrekte front te staken, voordat bij de besprekingen de kans op welslagen was gebleken. Dan zou een w-ipenstilstand kunnen worden gesloten, als voorbereiding voor de staking der vijandelijk heden, als beginvan een nieuw en gelukkiger tijdperk voor Europa. Wordt echter de strijd voortgezet, de over eenstemming onmogelijk gemaakt door over dreven eischen nu, of door weigering om tot bespreking te komen, dan zal de vrede, zonder erbarmen opgelegd, nieuwe haat doen ontstaan, en een tijdperk van strijd in de toekomst doen geboren worden, waarbij de tegenwoordige oorlog nog maar kinderspel zal wezen en zal zeker niet worden bereikt, wat de Entente haar voornaamste doel noemtde bevordering van een duurzamen vrede. Aan het westelijk front bleven de Franschen zich in hun gewonnen terrein bij Verdun handhaven. Fransche beschrijvingen zeggen, dat het gebied er een ongelooflijke modderpool is waarin zelfs geen loopgraven kunnen worden aangelegd, en waarin de Franschen met waren heldenmoed en doodsverachting moeten strijden, niet alleen tegen de Duitschers, maar ook tegen de kou van den winter, die een erger vijand dan de Duitschers wordt genoemd. Aan het oostelijk front enkele plaatselijke gevechten en afgeslagen aanvallen, evenals in het Zevenbergsche randgebergte, waar de Duitsche troepen de aanvallende Russen af sloegen. In Roemenië wordt de opmarsch voortgezet en zijn de rivieren de Boezeoe en de Calmoehali door de Duitsch-Oostenrijksche legers overschreden, zoodat de legers van v. Mackeusen in snellen opmarsch zijn naar de Sereth linie, de laatste Russisch- Roemeensche stelling. Het Dobroedsja-leger rukt in verband met de legers in Walachije vooruit. In Macedonië heeft de strijd weinig beteekems. Telegrammen uit Mesopotamië doen zieD, dat de Engelsche legers aan de Tigris tot het offensief zijn overgegaan en eenige voordeelen behaald hebben op de Turken, die zij in staat waren te handhaven. In het westen en in het Tigris-gebied is dus door de geallieerden eenig voordeel te boeken, in het oosten en in Macedonië staat de strijd, en in Roemenië zetten de centralen hun opmarsch voort. Een Fransche overwinning. Na een artilleristische voorbereiding, die verscheiden dagen had geduurd, deden de Franschen de vorige week een aanval ten noorden vau Douaumont tusschen de Maas en Woëvre op een front van meer dan 10 K.M. De aanval werd gedaan te 10 uur 's och tends. Het front van den vijand werd overal doorbroken tot een diepte van ongeveer drie K.M. Bahalve een groot aantal loopgraven ver overden de Franschen de dorpen Vacheran- ville en Louvemont, de hoeve Chambrettes en de versterkingen van Hardaumont en Beson- vaux. Zij maakten een menigte krijgsgevan genen, hun aantal is echter nog niet nauw keurig vastgesteld. Tot dusverre zijn 7500 reeds de verzamelstation gepasseerd. De Franschen veroverden of vernielden een groot aantal veldstukkeu, zware kanon nen, loopgraafmortieren en veel ander ma terieel. Niettegenstaande het ongunstige weder, namen de Fransche vliegers op schitterende wijze deel aan het gevecht. Het succes der Franschen is volkomen, er heerscht onder de troepen groote geestdrift en de verliezen zijn gering. Offficieele communique's. PARIJS, 18 Dec. (Havas.) Officieel. Ten Zuiden van de Somme is een Duitsche afdeeling met handgranaten teruggeslagen, toen ze de Fransche linies ten Zuidoosten van nabij trachtte te bestoken. Aan den rechteroever van de Maas hebben de Duitschers, na het bombardement, tegen het vallen van den avond de nieuwe Fransche stellingen op hun beurt verwoed aangevallen. Ze wisien alleen maar op een punt in de Chambrette-hoeve voet te krijgen. De Fran schen houden het terrein bezet, dat recht streeks daartoe toegang verleent. Het aantal gevangenen, door de Franschen sinds 15 December aan het front van Verdun gemaakt en dat thans is opgeteld, bedraagt 11,387 man, onder wie 284 officieren. Het buitgemaakte of vernielde oorlogstuig bestaat o.a. uit 115 kanonnen, 44 mijnwerpers en 107 machinegeweren. Overal elders is het 's nachts rustig gebleven. BERLIJN, 18 Dec. (Wolff). Officieel avond- bericht Niets van belang. Een nachtelijke patrouille. Een medewerker aan de «Westminster Gazette* geeft de volgende schets van het leven in de eerste Ioopgravenlinie «Plaats der behandelingeen loopgraaf ergens in Frankrijk. Tijd: 's avonds half elf. Het is een zeer donkere regennacht en de twee schildwachten zijn in druipende water dichte doeken gehuld. Van tijd tot tijd komt nog een derde schildwacht in de loopgraaf. Mijlen ver kan men zijne bewegingen hooren, evenals het heesche gefluister van het trio, dat een gesprek voert over het leven aan het front, over spek als ontbijt, over een beweerd tekort aan thee en aan sigaren, en over den oorlog, die een... genoemd wordt. Soms ook een woord over den avond. Wij moeten met ons drieën op patrouilledienst uit. De zijden van de sap zjjn bedekt met mod der en w|j worden vriendichappeljjk roet een

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 1