Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. jteengegaan. jtet eeuwig brandende Vuur. MILITIE. Vrijstelling van den dienst. WAARSCHUWING. No. 2714. Woensdag 4 October 1916. 27e Jaargang. KEURING VAN MILITIE- EN LANDSTORMPLICHTIGEN. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 76 eent voor binnen en buiten Ter Neuzen. Voor België 96 oent by rooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M, DE JONGE, te Ter Neuzen. De Burgemeester der gemeente TER NEU ZEN brengt het navolgende ter algemeene kennis. Hoewel de inljjving van de ingeschrevenen voor de lichting van 1917 vermoedelijk zal geschieden in dezelfde tijdvakken als onder gewone omstandigheden, is het toch mogelijk, dat met die inlijving vroeger dan gewoonlijk zal worden aangevangen. Ten einde omtrent redenen van vrijstelling, die anders iu den loop van November moe ten worden ingebracht, het verkrijgen van een tijdige beslissing te bevorderen, is het wensehelijk deze redenen van vrijstelling dit maal reeds in den loop van October a. s. in te brengen. De hier bedoelde redenen van vrijstel ling zijn alleen de drie volgende lo. het beklecdeu van een geestelijk of een geestelijk-menschlievend ambt of het in opleiding zijn voor zoo danig ambt 2o. kostwinnerschap 3o. woonplaats of toekomstige woon plaats in lndië. De redenen van vrijstelling, onder lo. en 2o. genoemd, zijn alleen dan geldig, zoo zjj zyn ontstaan na 21 Maart j 1. Voor het doen gelden van de redenen van vrijstelling, onder lo. en 3o. genoemd, moeten de bewijsstukken worden overgelegd ter ge meente-secretarie; voor het doen gelden van de redenen van vrijstelling, onder 2o. genoemd, behoeft ter gemeente-secretarie enkel aanvraag te worden gedaan tot het opmaken van een staat van inlichtingen. Ingeschrevenen voor de lichting van 1917, die vermeenen op grond van een der hiervoren ver melde redenen aanspraak te kunnen maken op vrijstelling van den dienst, worden bij dezen uitgenoodigd hiervan, hetzij door het inleveren van de vereischte bewijsstukken, hetzij door het doen van de noodige aanvraag, van hun aan spraak te doen blijken ter gemeente-secretariebij voorkeur op Vrijdag, den 6 October 1916, des namiddags tusschen 2 en 4 uur. Ter Neuzen, den 2 October 1916. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN waarschuwt de militie- en landstorin- plichtigen, zich er wel voor te wachten, zich met tusschenpersonen in verbinding te stellen om voor den dienst afgekeurd te worden, omdat, indien zjj inderdaad ongeschikt zijn, de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van die personen zou plaats hebben. Nadrukkelijk wordt de aandacht gevestigd op artikel 206 van het Wetboek van Strafrecht, onder meer inhoudende Met GEVANGENISSTRAF van ten hoogste TWEE JAREN wordt gestraft: lo. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij de militie ongeschikt maakt of laat maken 2o. hij die een ander op diens verzoek opzettelijk voor dien dienst onge schikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood ten gevolge heeft, wordt GEVAN GENISSTRAF van ten hoogste ZES JA REN opgelegd. Ter Neuzen, den 2 October 1916. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Zaterdag overleed de heer A. H. Donze, lid van den Gemeenteraad te Ter Neuzen, welke functie hij sinds 1910 bekleedde. Hij werd destijds gekozen in de vacature van den heer P. Moes. In 1913 werd zijn mandaat hernieuwd, zoodat de zittingstijd van deD overledene liep tot 1919. Reeds lang was de heer Donze ongesteld, zoodat hij sinds geruimen tijd de raadsverga deringen niet bijwoonde. Ofschoon familie en vrienden sinds lang begrepen, dat hij niet meer op zijn raadszetel zou plaats nemen, behield de overledene de hoop op genezing. Wat wij indertijd over den heer Wieland schreven, is grootelyks op hem toepasselijk, met dit versehil, dat de heer Wieland tot de rechterzijde behoort, terwijl de heer Donze met groote getrouwheid tot het einde zijns levens de linksche richting bleef toegedaan. Zjj behoorden beiden tot die menschen, welke een zeker etiket verleenen aan het col lege waarin ze zitting hebben genomen. Het is een ras, dat heengaat, maar dat zijne uitmuntende qualiteiten heeft gehad, hoeda nigheden, die door Neuzens burgerij treffelijk werden gewaardeerd en ook nu nog in eere zijn. Als mensch en als burger genoot de heer Donze de algemeene achting, wat als lid van eene sinds jaren in onze plaats gekende en geachte familie alleszins begrijpelijk was." Zoolang hij kon leefde hjj het openbare leven mede en heeft hij vele zaken van alge meen nut helpen steunen. Behalve lid van den Gemeenteraad was hij voorzitter van het burgerlijk armbestuur, lid van hel kerkebestuur der Ned. Herv. kerk, voorzitter van het Ziekenfonds, lid van het bestuur der openbare leesbibliotheek en dijk graaf. In den heer Donze wordt een man verloren, die in zijne krachtige dagen aan vele open bare belangen zijn besten steun heeft gegeven. Hjj ruste in vrede. Een zeer voorname zaak komt in 's lands vergaderzaal aan de orde. Eene bevredigingscommissie, samengesteld uit leden van alle partijen is werkzaam ge weest, om aan den heftigen strijd over het onderwijs in ons vaderland een einde te maken. Men is in die commissie tot overeenstem ming gekomen om art. 192 te wijzigen. Finantiëele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs zal volgeD. Men kent ons standpunt in dezen. Wij hebben steeds gemeend en meenen nog, dat in de practjjk het bijzonder onderwijs reeds bevoorrecht wordt en waar een gemeen teraad eene coalitiemeerderheid bezit, het openbaar onderwijs, dat tocb is en blijft het onderwijs voor alle kinderen des volks, vaak geknepen en gedrukt wordt. Velen van links evenwel zijn noodgedrongen en met de verkondigde rechtsbegrippen over het bijzonder onderwijs medegegaan, omdat het werk op maatschappelijk en staatkundig gebied zoo vaak wordt beheerscht door den schoolstrijd. Men is tot overeenstemming gekomen en de vertegenwoordigers des volks zullen weldra te beslissen hebben over een gewijzigd art. 192. De hoop van links, dat door het toegeven op art. 192 de anti-rev. partij hare onver zoenlijke houding ten opzichte van art. 80 (Alg. Kiesrecht) zal lalen varen, belooft niet verwezenlijkt te worden, althans, indien men mag afgaan op het ljjfblad van Dr. Kuyper, de Standaard. Maar ook op onderwijsgebied zelf toont zich die partjj niet tevreden. Van het voorjaar kon men reeds vernemen, dat ze voor hare bijzondere school een apart schooltoezicht eischte. Verbeeld u, geld uit de algemeene kas, maar zoo weinig mogelijk waarborgen voor een ge past gebruik en ook een schooltoezicht onder haar vlag, voor haar alleen 1 Geen dwarskijkers. De partij zelf beheerscher van schoolopzieners en inspecteurs. Het clericalisme op onderwijsgebied in zijn' vollen omgang Wat dat zeggen wil, leert ons de treurige geschiedenis in België van 1878 af. En nu pas kon men in de Standaard lezen, dat het gebodene aan den alouden schoolstrijd nog geen einde zal maken. Ook Middelbaar Onderwijs, Gymnasiaal en Hooger onderwijs moet in den geest van de Standaard gewijzigd worden. En dan beklaagt zich het blad nog, dat het algemeen Openbaar onderwys eerst wordt ge noemd. De Standaard zou het sectarisch, het ver deeldheid zaaiend kringetjesonderwijs eerst ge noemd willen zien. En dat zegt het blad in vollen ernst Zal men eindelijk gaan begrijpen, dat aan die party geene bevrediging te brengen is Telkens als hunne wenschen bevredigd wor den, komen de anti-rev. n.et nieuwe verlangens. Zij schijnen den schoolstrijd niet te kunnen ontberen, omdat ze vreezen anders als poli tieke party onder te gaan. De schoolstrijd moet hunne party leven inblazen. Ze moeten zich kunnen voordoen als vei- drukten, als moderne martelaars. En daarom is hun leider immer bezig weer wat nieuws uit te denken, dat moet verkregen worden, Laat men van links waakzaam zijn en niet toegeven, waar de eischen te brutaal worden. DE OORLOG. De algemeene toestand. Het waren voornamelijk Engelscbe aanval len, die gedaan werden op het westelyk oor- logstooneel, op het front tusschen de Ancre en den straatweg van Albert naar Bapaume, en oostelijk daarvan tot Gueudecourt. Die aanvallen werden reeds Zaterdag in bet Duit- sche legerbericht als afgeslagen aangegeven, maar sedert werden zij met vernieuwde kracht doorgezet en hebben zij geleid tot nieuwe uit breiding van de Engelsche stellingen in een front van ongeveer 3000 yards tusschen den straatweg van Bapaume en Eaucourt l'Abbaye, en waarschijnlijk is Eaucourt reeds in handen der Engelschen. Oosteljjk van die lijn werd Le Transloy, dat ten o. van Gueudecourt ligt, door de En gelsche artillerie onder vuur genomen en ook in die streek werden de Engelsche voorposten vooruitgebracht. In de streek tusschen Le Transloy en de Somme werden door de Franschen loopgraven genomen bjj Morval en Rancourt. Maar bij deze aanvallen bleef het niet. Ook voor Thiepval bij de Stofredoute en de Schwabenredoute gingen de Engelschen vooruit, en tusschen Yperen en Neuve Chapelle werden aanvallen gedaan, waarin wel geen terrein werd veroverd, doch gevangenen werden ge maakt en andere schade werd toegebracht. Het Duitsche bericht meldt, dat zoowel bij Thiepval als bij Rancourt, Courcelette en Morval de aanvallen werden afgeslagen. Aan het oostelijke front wordt voornamelijk gestreden aan den spoorweg Brody Lemberg, en aan de zuidelijk daarvan gelegen rivieren de Tsjeniowka en de Zyota Lipa. Aan den spoorweg werden de Russische aanvallen, vol gens het Oosten rij ksche bericht, meerendeels afgeslagen slechts op den zuidelijken aanvals- vleugel, bij het station Potutory, wonnen de Russen eenig terrein, waarbij volgens het Rus sische bericht 59 officieren en 1928 man wer den gevangengenomen. Aan de Zlota Lipa en de Tsjeniowka maakten de Russen zich meester van een deel der vij andelijke linie, waarbij 112 officieren en 2268 man werden gevangen genomen. In de Karpathen was het over het algemeen rustig. In Zevenburgen hebben de Roemeensche legers een nederlaag geleden, bij Hermann- stadtdaar voert de generaal von Falkenhayn, de gewezen chef van den Duitschen generalen staf het bevel over de Duitsch Oostenryksche troepen, die er de Roemeniërs terugesloegen. Uit de Duitsch-Oostenrijksche berichten blijkt, dat een Beiersche colonne over den Rooden Toren pas was getrokken en de terugtochts wegen der Roemeensche legers had versperd, zoodat deze toen zij bij Hermannstadt werden teruggeslagen de begaanbaare wegen vonden afgesneden. De Roemeniërs werden na een hevig gevecht tot den terugtocht gedwongen, en leden vooral groote verliezen aan hun ammunitie-colonnes en wagenpark. De troepen schijnen gelegenheid te hebben gehad zich grootendeels langs bergwegen te redden. Tenminste, het aantal gevangenen is niet in overeenstemming met de aanvankelijke mededeeling, dat het Roemeensche leger ver nietigend verslagen is.« Het is mogelijk dat er nog overblijfselen van Roemeensche troepen in net Fogarasser-gebergte gevlucht zyn, maar die kunnen toch niet belangrijk wezen. Waar schijnlijk is dus het grootste gedeelte van de troepenmacht ontkomen. De trein schijnt echter grootendeels in handen te zyn gevallen van de Duitsch-Oostenrijksche troepen. Tegelijkertijd echter deden de Roemeensche troepen ten noorden van Fogaras en bij Sze- kely-Udvarhely een aanval op de üostenrijksche voorposten, die op de hoofdmacht moesten terugwijken. Hierdoor is waarschijnlijk voor een deel der bij Harmannstadt verslagen troepen gelegenheid ontstaaD, zich by andere troepen- afdeelingen te voegen. Een stoute greep, die echter geheel op zich zelf staat, en voor het verloop van den oorlog weinig te beteekenen heeft, was de overval door eenige motorbooten gedaan op de Roe meensche Donau-havenstad Corabia, waar het station, de militaire havenwerken en een ge pantserde Russische stooboot vernield, werden meegenomen. Aan het Macedonische front hebben de Ser viërs een belangrijk succes behaald door de verovering van den top van den Kaimaksjalan, waardoor alle nog niet bezette punten van deze belangrijke stelling in handen der Ser vische troepen gevallen zijn. De Bulgaren moesten de door hen ingerichte stelling ont ruimen met achterlating van veel geschut en materiaal. Overigens werd aan de Stroema en de Vardar gestreden, voornamelijk door artillerie-actie. Het Engelsche bericht metdt, dat aan de Stroe ma, bij de Orljak-brug een Bulgaarsche loop graaf werd genomen. Zeppelins hebben Zondag weder over En geland gevlogen, en hebben weder bommen geworpen zonder belangrijke schade aan te richten. En opnieuw is een dier luchtschepen brandend op Engelsch gebied gevallen. Wellicht zal men in Duitschland nu eens gaan over wegen of de moeiten, gevaren en kosten van deze tochten opwegen tegen de geringe suc cessen, die er door worden verkregen. TER HEM VOLKSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 1