Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Landstormkeuring.
OnzHolHsVoeding.
lasteraar Co-
No. 2710.
Woensdag 20 September 1916.
27e Jaargang.
DE OORLOG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 75 cent yoor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent by vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 rogels 50 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adresNoordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neu
z e n.
De Burgemeester van TER NEU
ZEN brengt ingevolge de missive van
Z.E. den Minister van Landbouw. Nijverheid
en Handel van 18 September 1916, No. 1423/6
ter openbare kennis, dat besloten is met in
gang van 15 dezer:
,1. den prijs van tarwebloem (gebuild, in-
landsch, uitsluitend een soort te stellen op
20,75 per 100 Kilogram
2. den prijs van tarwemeel (ongebuild) te
stellen op 18,90 per 100 Kilogram
3. dat de onder 1 en- 2 vastgestelde prijzen
zijn netto-contant, af fabriek of molen voor
bakkers en dergelijke verbruikers en dat aan
tusschenpersonen op verzoek eene reductie
moet worden toegekend, als is aangegeven in
mijne circulaire van 23 Maart j.l. No. 12001/6.
4. den raaximumprjjs voor brood vast te
stellen per Kilogram contant, afgehaald van
bakkerij of winkel voor
a. gebuild tarwe-waterbrood op 241/9 cent.
b. gebuild tarwe-waterbrood gebakken
onder rabbinaal toezicht op 25 l/2 cent.
(De prijzen van de andere soorten gebuild
tarwebrood naar evenredigheid).
c. ongebuild tarwebrood (bruinbrood), op
22 cent.
Ter Neuzen, den 15 September 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZ1NGA.
De Burgemeester der gemeente TER
NEUZEN, brengt ingevolge artikel
4, eerste lid, der Distributiewet 1916 ter open
bare kennis de volgende Ministriëele beschik
king
DE MINISTER VAN LANDBOUW,
NIJVERHEID EN HANDEL,
Gezien artikel 6 en artikel 15 van de Dis
tributiewet 1916«,
HEEFT GOEDGEVONDEN:
1. te bepalen, dat vóór 1 October 1916
verboden is de verwerking en het drogen van
geelvleezige aardappelen
2. te bepalen, dat na 1 October 1916 de
verwerking en het drogen van geelvleezige
aardappelen alleen zal kunnen geschieden ten
aanzien van partijen, voor welker verwerking
of droging door hem toestemming is verleend
3. te bepalen, dat alle geelvleezige aard
appelen, zullen worden beschouwd als eetaar-
dappelen. Partijen dezer aardappelen, niet voor
gebruik van den eigenaar of zijn gezin bestemd,
moeten overeenkomstig artikel 15 der Dis
tributiewet zoodanig worden bewaard, dat
zij onder normale omstandigheden niet ontij
dig tot bederf overgaan, of als eetaardappelen
ongeschikt worden.
's Gravenhage, den 13 September 1916.
De Minister voornoemd,
POSTHUMA.
Ter Neuzen, den 15 September 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HU1ZINGA.
Jaarklasse 1909.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN,
brengt te algemeene kennis, dat de dienstplichtigen
bfj den landstorm der jaarklasse 1909 gelegenheid
Lebben zich aan een keuriDg te onderwerpen bij
den Keuringsraad, die zitting houdt te Ter Neuzen
in het Gemeentehuis op Donderag 5 October
1916, des voormiddags 9.30 uur.
Het welbegrepen eigenbelang van de landstorm-
plichtigen maakt het zeer wenschelljk, dat zij
zich voor deze keuring aanmelden, o.a. omdat
zij ingeval zy ongeschikt mochten bljjken nadat zij
in werkeljjken dienst zjjn gekomen en alsdan weder
huiswaarts worden gezonden, hiervan moeilijkheden
kunnen ondervinden ten aanzien van hun maat
schappelijke of studiebelangen. Onderwerpen zij
zich aan een onderzoek bij den keuringsraad en
bl\jkt daarby voldoende van ongeschiktheid, dan
worden zjj van den dienstplicht bij den landstorm
terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot
aan de kans om als landstormplichtige in werke-
lijken dienst te worden geroepen.
De tjjd waarop de landstormplichtigen van de
jaarklasse 1909 in werkelijken dienst zullen moeten
komen zal nader worden bepaald. Behoudens on
voorziene omstandigheden zal hun opkomst in geen
geval eerder moeten plaats hebben, dan in de tweede
helft van December a.s., vermoedelijk echter zullen
de meesten hunner eerst in 1917 behoeven op te
komen.
De landstormplichtigen kunnen hun wenschen
met betrekking tot hun indeeling kenbaar maken
aan den Voorzitter van den keuringsraad.
Ter Neuzen, 15 September 1916.
De Burgemeester voornoemd
J. HUIZINGA.
»Het grootste gevaar voor Nederland* zet
het N. v. d. D. boven een hoofdartikel, en
dan schrijft het
»Het is niet: dat wij in den oorlog betrok
ken worden. Mits wij paraat blijven, hoeveel
last dat ook medebrenge, en mits wij zorgen,
voortdurend de uitrusting van ons leger te
verbeteren, is dit gevaar o. i. niet groot, al
mag Dien zich niet in slaap laten wiegen,
want de kwade kans blijft bestaan, zoolang
de vijandelijkheden duren, en zelfs nog daarna.
Het grootste gevaar echter, dat ons bedreigt,
betreft de volksvoeding.*
Het blad wil eene voldoende reserve in het
land houden om »althans den kwaden tgd
door te komen* en meent, dat er in de pers
aan deze hoogst ernstige zaak veel te weinig
aandacht wordt geschonken.
De Telegraaf, waar het N. v. d. D. anders
alles behalve mede instemt, diende met hare
waarschuwingen op dit gebied toch ook het
volksbelang.
Wij mogeD er in dit verband wel even aan
herinneren, dat we indertijd bij eene vergelij
king tusscben Telegraaf en Toekomst er op
wezen, hoe beide bladen het er op toelegden
ons mede te sleepen in het wereldconflict, de
Telegraaf aan de zijde der Entente, de Toe
komst aan den kant der Centralen, maar hoe
de eerste meer vaderlandsch bleef en bij het
bestrijden van ongebreidelden uitvoer of van
de smokkelarij recht op erkentelijkheid had,
iets dat de Toekomst op geenerlei gebied,
althans door Nederlanders, verdiend heeft.
Het N. v. d. D. heeft reeds herhaaldelijk
gewezen op het gevaar, dat ons volk in de
toekomst kon bedreigen door het missen van
voldoenden levensvoorraad.
In de N. R. Courant van 8 Sept. komt
een inzender ook op dit gevaar wijzen. Die
inzender meent dat bij het voortduren van
een oorlog Europa met hongersnood wordt
bedreigd en dat ook de neutralen niet aan
deze ramp zullen ontkomen. Het is inderdaad
opmerkelijk hoe weinig de pers in het alge
meen aan dit gevaar aandacht wjjdt en hoe
weinig het volk in zjjn geheel er van scbjjnt
te beseffen.
Het N. v. d. D. meent, dat het kwaad niet
alleen zit in den uitvoer, maar bovenal in 't
gebrek aan organisatie.
Het blad schrijft„Men boorde wat ver
luiden van dwang van overheidswege ten aan
zien der bebouwing van onzen grond, opdat
die niet in de eerste plaats aan het maken
van oorlogswinst, maar aan de noodzakelijkste
volksvoeding ten goede zou komen wat is
daarvan geworden? Is er behoorlijk voor ge
zorgd, dat de als paddestoelen oprijzende dro
gerijen en inmakerijeD den thans beschikbaren
voorraad onzer landbouwproducten niet aan
den omloop onttrekken Uitvoerverboden zijn
uitgevaardigd, 't is waar, maar zorgt men er voor
dat hetgeen reeds opgeslagen is, desnoods ontei
gend kan worden, of zal ook hier gebeuren wat
zelfs in een land als Duitschland mogelijk
bleek dat groote voorraden worden wegge
stopt in de hoop op woekerwinst later, terwijl
de bevolking gebrek beeft Is er einde
lijk eene bevredigende oplossing gevonden
voor het moeilijke distributie-vraagstuk Wat
men zoo hoort over de betrekkingen tusschen
den minister en de burgemeesters der groote
gemeenten stemt te dien aanzien niet opti
mistisch
Men ziet het, vragen te over. En wel goed
is het, voor de komende tijden vooruit te zien.
Niet wachten, tot het te laat is.
En vooral wat minder bureaucratische sleur.
Op eene landbouwvergadering, een paar
weken geleden, gehouden, bleek de heer Ph.
v. Dixhoorn van Axel een goed inzicht te
hebben. Hij meende, dat men een offer moest
brengen, om de volksvoeding niet te verwaar-
loozeu. Hij begreep iets van den ernst der
komende tijden.
Maar hoe weinig instemming vond hjj op
de vergadering
In het algemeen zijn zij, die groote winsten
maken, niet voor beperking.
En daarom dient de regeering met ruimen
blik den toestand te overzien en krachtig in
te grijpen, waar het noodig is.
Want met het N. v. d. D en met andere
organen en personen lijkt ook ons de kwsstie
van volksvoeding het meest urgent.
Naar aanleiding van de benoeming van den
heer Schim van der Loeff als lid van de Com
missie van Bijstand in zake de Distributiewet,
schrijft »Het Huisgezin* het volgende fraais:
»Voor de Kamerleden is aan dergelijke
benoemingen het profijt verbonden van
een aardigcn toeslag, en voor Minister
Posthuma het profijt, dat de Kamerleden,
die hem op de vingers moesten kijken
en hem narijden, allicht zeer clement in
hun oordeel en critiek zullen zijn.*
En als of dat nog niet mooi genoeg was,
draait een ander katholiek blad, »De Gelder
lander*, er de volgende christelijke punt aan
Daarin ligt een ernstige beschuldiging
opgesloten. Er wordt al gemompeld, dat
Minister Posthuma zich zelf voordeelen
weet te verschaffen, waarbij de profijtjes
der door hem bevoorrechte Kamerleden
maar bagatellen zijn. Moet men nu aan
nemen, dat bij zich het stilzwijgen der
Kamerleden over dat eigen-zak-spekken
zou koopen door hen buitenkansjes toe te
stoppen? Het is niet te gelooven Hoe!
ministers en volksvertegenwoordigers in
het om zijn rechtschapenheid beroemde
Nederland zouden zich niet ontzien, van
de schaarschte der levensmiddelen, dus van
den nood des volks partij te trekken ten
eigen bate Zulk een snoode verdenking
mogen zij niet op zich laten rusten en
daarom mag verwacht worden, dat zij in
heilige verontwaardiging die ergerljjke
blaam van zich zullen afwerpen door ze
ten aanhoore van het heele land met klare
Uiteenzetting te schande te maken.*
Wij vreezen, dat deze vunzige laster, naar
lasteraars gewoonte, in zulk een bestudeerden
vorm is gekleed, dat de justitie er geen vat
op heeft; wij signaleeren dus deze gore taal,
meer niet. Wij voegen er de opmerking aan
toe, dat, wie ten aanhoore van het beele land
ingelicht wil worden over de 26 hofsteden
(misschien is dit getal aan de bittertafels wel
reeds 36 geworden), die Minister Posthuma
onrechtmatig verkregen zou hebben, twee
middelen daartoe ten zijnen dienste heeft. Hij
kan in de eerste plaats openlijk en onomwon
den den Minister beschuldigen van eigen-zak-
spekkerij, waartoe de moed den twee scribenten,
die hier aan het woord zijn, blijkbaar heeft
ontbroken. Hij kan in de tweede plaats den
mannen van zijne party in het Parlement
verzoeken een voorstel te doen om een onder
zoek in te stellen naar de gedragingen van
Minister Posthuma. Van het tweede middel
hebben deze lasteraars natuurlijk afgezien,
omdat zij even goed als wij weten, dat de
gansche Kamer overtuigd is van de onkreuk
bare eerlijkheid van den Minister van Land
bouw, Handel en Nijverheid. Vandaar dat
deze bladen waren aangewezen op laster in
een voim, die hen buiten de banden van de
Justitie hield. Het zijn ondertusschen schoone
vruchten van den »gemeenschappelijken wor
tel des geloofs*, die ons hier worden aange
boden. En van de katholieke Kamerfractie
mag zeker gevergd worden, zegt >De Vader
lander*, dat ze öf deze lastertaal zal desavou-
eeren, óf dat ze een voorstel zal doen om
eene parlementaire enquête in te stellen »naar
wat er over Minister Posthuma gemompeld
wordt*.
De algemeene toestand.
Na een dag van betrekkelijke rust en ar
tillerie-beschieting aan het Somme-front is
de aanval hervat en opnieuw zijn de stellin
gen der Franschen en Engelscheu vooruitge-
bracht. De Engelsche stellingen omvatten nu,
naar luid der berichten van Sir Douglas Haig,
in het noordelijk front de dorpen Courcelette,
Martinpuich en Fiers, terwijl in de richting
van Lesbouefs nog wordt gevochten. In deze
linie bezitten de Duitschers nog steeds de
beide steunpunten Thiepval en Morval, die
buitengewoon sterk schijnen te zijn ingericht.
Ten Zuiden van Morval zijn het Bouleaux-
bosch en Leuzebosch in handen der Engel-
schen, doch Combles is nog door de Duit
schers bezet.
Aan het Engelsche front is, naar de En
gelsche berichten melden, ontzettend hevig
gestredende Engelschen hebben daar een
nieuw oorlogswerktuig in den slag gebracht,
een soort van gepantserden motorwagen,
waarvan de samenstelling geheim is, maar
die in de Engelsche bladen wordt aangeduid
als een ontzettend wapen, dat over stukge
schoten loopgraven, granaattrechters en ijzer
draadversperringen heenhuppelt, de sterkste
vijandelijke stellingen onbruikbaar maakt, en
dan weer zonder stoornis kan worden ge
bruikt om tegen de vijandelijke linies op te
treden. In een Reuterbericht werd die geheim
zinnige „land-dreadnought" zelfs in verband
gebracht met de wonderlijke fantasiën van
Jules Verne en Wells en werd hij voorge
steld, als een dier merkwaardige Martianen,
die in den beroemden roman „The battle of
the worlds" als onverwinbare aanvallers dood
en verderf trotseeren.
Het hoofdstuk van den slag aan de Somme,
dat in een verhaal van Renter met den titel
„De aanval op de suikerfabriek" wordt aaD-
geduid, schijnt van den arbeid der nieuwe
oorlogsmonsters een denkbeeld te zullen geven.
In de heden ontvangen telegrafische uittrek,
sel wordt het in het bjjzonder aangehaald,
TER HEMH VOLKSBLAD.
Wemcht een landstomplichtige bij een andere keurings
raad het onderzoek te ondergaandan kan de Voor
zitter van eerstbedoelden keuringsraad hem daartoe op
zijn verzoek toestemming verleenen.
De landstormplichtigeaie meent ongeschikt voor den
dienst te zijn, heeft bovenalen de gelegenheid aan den
Minister van Oorlog ontslag van den dienstplicht te
vragen met overlegging van een door twee geneeskundigen
afgegeven verklaringook kunnen worden overgelegd lu ce
afzonderlijke verklaringenelk geteekend^door een genees
kundige Van deze gelegenheid kan ook gebruik maken
degene, die reeds door den keuringsraad geschikt is
verklaard. De handteekening van den geneeskundige
op de verklaring moet gelegaliseerd zijn door den Bur
gemeester der gemeente, waar de geneeskundige woon
plaats heeft. Is de landstormplichtige in het buitenland
gevestigd, dan mag de verklaring ook zijn afgegeven
door twee personen, bevoegd tot uitoefening van de
geneeskunde in het Rijk, waar hij gevestigd is. De ver
klaring moet dan evenzeer behoorlijk gelegaliseerd zijn.