Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Brandstoffen. Een eerlijH oordeel fan een Vreemdeling ofer onze neutraliteit. kachelkoleu en Eierkolen Yan het Westelijk oorlogstooneel. No. 2709. Zaterdag 16 September 1916. 27e Jaargang REGEERINGSEIEREN ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter NeuzeD. Voor België 95 cent bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij alle Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever. Telef. Interc. No 15. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met 6 regels 50 oent; elke regel meer 10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte- Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M DE JONGE, te Ter Neuzen. De PRIJS der is deze week 15 cent per 2 stuks. De Burgemeester „van Ter Neuzen. De Burgemeester der gemeente TER NEUZFN brengt hierbij ter kennis van be langhebbenden, dat er gelegenheid zal gegeven worden door tusschenkomst van de Gemeente te bekomen. Opgaven van benoodigde hoeveelheden in K.G. kunnen geschieden op Dinsdag 19 Sep tember 1916, van des morgens 912 uur en des middags van 25 uur, ten kantore van het levensmiddelenbureau, gevestigd in het gemeentegebouw op JAVA. Nadere inlichtingen worden door dat bureau verstrekt. Met genoegen nemen wij onderstaande over uit het N. v. d. D. Het bevat in het kort den indruk door een Franscbman opgedaan, die ons land bezocht en met open blik met verschillende personen en toestanden heeft kennis gemaakt. Eeu Fransch oordeel over Nederland. In de Revue des Deux Mondes" geeft Maurice Gandolphe zijn indrukken weer van een bezoek aan Nederland. Dit opstel getuigt van de bijzonder nauwgezette wijze waarop de schrijver getracht heelt, het Nederlandsche standpunt te begrijpen en men zou wenschen dat alle Fransche schrijvers hun landgenooten zóó objectief voorlichten. De heer Gandolphe doet uitkomen dat Nederland in waarheid neutraal poogt te zijn. Een kamerlid noemde met voldoening minis ter Loudon >onzen minister van het even wicht*, hijzelf kon de juistheid van deze qua- lificatie erkennen. »Wat wilt u," zeide minister Loudon tot hem, »ik sta aan den rand van een draaikolk, voor alles moet ik mij wachten voor duize ligheid.»*) En waardeerend voegt de Franschman er aan toe: »De volmaakte goede trouw, de voorname zin van dezen gezaghebbenden di plomaat worden wezenlijk dagelijks op een zware proef gesteld, maar met een onvermoei bare virtuositeit bewaart de heer Loudon on der stooten en schokken zijn evenwicht.» Die evenwichtspolitiek vindt de heer Gan dolphe terug in het geheele Nederlandsche optreden. O.a. vertelt hij, dat de heer A. G. Kröller hem zeide, dat hij overal zaken had en daarom geen meening kon geven over den wereldoorlog. Maar zijn persoonlijk gevoelen was, dat hij Fransche schilderijen kocht en den zomer gaarne Ie Fontaineblèau zou door brengen. Dit had niets te maken met de za ken. Nederland had overal zaken, dus moest zich overal handhaven. De nuchtere zakenbeschouwing voldeed wel niet de meer edelmoedige gemoederen, maar ook zij moesten hem verzekeren Wij hebben niet te winnen en veel, misschien alles, te verliezen. De onthouding is een soort van plicht, een plicht jegens ons zelf Wjj maken gebruik van de bewerking in ci© N, Ct. De schrijver geeft een afdoende weerlegging van Je voor ons zoo grievende beschuldiging, als zouden wij bij den aanvang van den oorlog de Duitschers over Nederlandsch grondgebied België binnen hebben gelaten. Duitsche gevangenen moeten dat verhaal in België verspreid hebben. De heer Gandolphe getuigt Een streng onderzoek heeft mij in staat gesteld het opzettelijke verzinsel van deze beweerde territoriale schending te con- stateeren. Geen Duitsch soldaat heeft de grens overschreden, die streng werd bewaakt door het Nederlandsche leger. Na een overzicht te hebben gegeven van de door de Dnitschers vernielde Nederlandsche schepen, teekent hij aan »Ik heb de bitter heid der kleine volkeren begrepen, bij wie de macht niet gelijk is aan den wil*. Hij wijst op de beperking van onzen handel en den economischen toestand van ons land. Burgemeester Zimmerman verklaarde somber »Onze ,haven is tegenwoordig haar eigen ca- ricatuur, het handelsverkeer is met 75 a 80 pCt. verminderd.* De schrijver getuigt verder dat de toestand dezelfde is te Amsterdam, hoe de bladen iedere week de sluiting van eenige fabrieken door gebrek aan grondstoffen melden. Over den landbouw viel niet zoo gemakke lijk te oordeelen. Met warmte bespreekt de schrijver hetgeen Nederland deed voor de uitgeweken Belgen, waarbij Nederland zijn onthouding geheel had vergeten. Hij ziet Neêrlands milde gastvrijheid ten opzichte van hoogleeraren en artisten, van sprekers en bladen, die vrij zijn in hun op treden »en men weet hoe heftig de Belgen hun polemiek voeren*. Hij waardeert in het bijzonder het protest der Nederlandsche re geering bij de overbrenging naar Duitschland van de hoogleeraren Frédéricq en Pirenne en hecht aan deze houding van Nederland te meer beteekenis, omdat deze niet samengaat met gemeenschap van gevoelens tusschen beide bewakers der Schelde. Twee vraagstukken zijn onaantastbaar, meent de heer Gandolphe, de integriteit van Neder land en de noodzakelijkheid van eeu algeheel herstel van België en hij verwacht, dat Belgen en Nederlanders in de herinnering aan hun gemeenschappelijke aandoeningen en de ver wantheid hunner belangen aanleiding zullen vinden voor de noodige overeenstemming. Nog bespreekt de schrijver de gevoelens der Nederlanders ten opzichte van Engeland. Wat Frankrijk betreft, voor dat land heeft hij overal sympathie ontmoet. Hij wijst erop hoe deze sympathieën zich bij vele gelegenheden uitten Het Nederlandsche hospitaal van Pré-Catelan, de eerste tulpen, die werden geboden aan de Fransche gewonden, de uitlatingen van den man op straat bij het lezen der bulletins enz Trouwens, hij is overtuigd dat Nederland over Frankrijk een rechtvaardig oordeel zal vellen. Wij wachten, zoo besluit hij zijn opstel, zonder overhaasting en zonder wantrouwen. Wij vragen van onze vrienden in Nederland slechts een oordeel op juiste inlichtingen be rustend en een vrij getuigenis, wij bieden hun onze daden, eenvoudig en zwijgend.* Ter herinnering deelen wij nog even mede dat de schending van ons gebied eene bewe ring is, die reeds vroeg begon en telkens op nieuw geuit werd. Zoo was reeds bij het begin van den oorlog in Antwerpen een stuk aangeplakt van bur gemeester De Vos, waarin vermeld stond, dat de Duitschers over Hollandsch Limburg in België gekomen waren. Na onderzoek heeft de Belgische gezant in Den Haag dit bjj ge zaghebbende personen in België gelogenstraft. Later dook het praatje weer op, toen een Duitsch officier te Brussel verklaarde, dat de Duitschers langs Maastricht gekomen waren. En het kreeg nieuw voedsel, toen eene Duitsche stafkaart te Brussel voor verschillen de winkels hing, waarop de weg, dien het Duit sche leger had gevolgd, stond afgebeeld en die weg liep over de Nederlandsche plaats Vaals. Onze gezant te Brussel is onmiddellijk ac tief opgetreden, heeft bij den Duitscheu goe- verneur Von Bissing geprotesteerd en deze deed de Duitsche kaarten verwijderen. Maar natuurlijk waren velen in hun waan versterkt. Vooral in Frankrijk heerschte dat geloof lang en ook nu is het nog niet geheel uit geroeid. Vandaar, dat het ons verheugt, dat de heer Gandolphe het valsche gerucht in het veelge lezen Fransche tijdschrift tegenspreekt. Hoe op eene Duitsche stafkaart die weg over Hollandsch gebied stond geteekend, of het aan moedwil of vergissing is toe te schrij ven, is tot nog toe niet opgehelderd. Vast staat evenwel, dat het geheele verhaal van dien doortocht over Hollandsch gebied een verzinsel is, dat ons in den vreemde veel kwaad heeft gedaan. DE OORLOG. De algemeene toestand. Opnieuw is, na een korte rustpoos en na een hevige artilleriebeschieting de slag aan de Somme ontbrand. Ditmaal schijnt de strijd alleen aan het Fransche front, tusschen Com bles en de Somme, te woeden. En dit geeft wellicht een verklaring van het feit, dat de Engelsche havens voor neutrale schepen ge sloten zijn, dat alle berichten uit Engeland werden aangehouden. Terwijl de Fransche troepen aan de Somme iu hevigen strijd de Duitschers aan het front tusschen Combles en de rivier bezig houden, worden wellicht uit Engeland nieuwe en zeer sterke troepen transporten naar het front in Frankrjjk ge bracht, en om die transporten voor spionnage te vrijwaren zouden alle berichten en tele grammen aangehouden en alle niet-gewenschte toeschouwers buiten de territoriale wateren worden gehouden. Maar in afwachting dan van de aankomst dier Engelsche troepenzendingen, die Sir Dou glas Haig in staat moeten stellen ook in het meer noordelijk gelegen aanvalsfront den strijd voort te zetten, gingen de Franschen in hun sector tot den aanval over, met een ontzet tende kracht en met zooveel élan, dat zij er in slaagden, hunne linie tusschen Combles en de rivier een belangrijk eind vooruit te bren gen. Het Fransche bericht zegt, dat de aanval plaats had in een lijn gaande van het bosch van Anderlu tot Clery aan de Somme. De vooruitgang bedroeg op een front van onge veer 6 K. M. lengte, van 500 tot 1200 meter diepte, in de richting van den weg van Bé- thune naar Péronne. Nadat de voorste Duit sche stellingen in een stormaanval waren ge nomen, werd de Fransche linie over het ge heele front vooi uitgebracht, het verst in het centrum, waar het plaatsje Bouchavesnes, aan den weg van Béthune naar Péronne gelegen, werd genomen. Ten noorden daarvan werd de zuidelijke zoom van Rancourt bereikt, en ten zuiden werd de hoogte 76, ten w. van Feuilleaucourt, door de Franschen bezet. Deze vooruitgang vormt, naar het Fransche bericht uiteenzet, een krachtige bedreiging van Com bles in het noorden en Mont Saint Quentin in het zuiden, twee krachtige punten van de Duitsche linie, waarvan het bezit voor de franschen van groote waarde zon zijn, vooral omdat Mont St. Quentin een bedieiging vormt van de stellingen van Péronne. Het gevecht is daarmede echter nog niet geëindigd. Het wordt over het geheele front voortgezet, en de berichten zullen nog wel nadere en uitvoeriger mededeelingen over de voortzetting van den strijd bevatten. Van het oostelijk oorlogstooneel werden slechts gevechten gemeld aan de Bistritza. Het Duitsche en Oostenrijksche bericht mel den dat daar Russische aanvallen, tusschen Smotrec en de Bistritza met groote verliezen werden afgeslagenhet Russische bericht meldt daarentegen dat vijandelijke pogingen, om over de Bistritza te trekken door het Russische vuur verijdeld werden. In het zuidelijk gedeelte van het Russische front werden aanvallen gedaan op de stellin gen, die de Russen aan de Tsjeremosj bezet hadden doch volgens het Russische bericht werden deze aanvallen afgeslagen. Aan het Roemeensche front in Zevenburgen hadden slechts schermutselingen plaats. In Dobroedsja wordt de strijd krachtig voortgezet. De Roemeniërs hebben nog niet medegedeeld, dat Silistria in handen der Bul- gaarsche troepen gevallen is, maar in een bericht uit Londen werd gezegd, dat de Do- nau van Silistria tot aan de Zwarte Zee be vaarbaar is voor Roemeensche schepefi, jwaar- uit men stilzwijgend den val van Silistra kan aileiden. Uit het Bulgaarsche legerbericht bljjkt, dat de Roemeniërs na den val van Toetrakan in groote haast terugtrokken, en dat het bruggenhoofd van Silistra door de Bulgaarsche troepen zonder gevecht kon wor den bezet. Bij het voortrukken van de Bul garen naar het Noorden, aan beide oevers van de Donau, zouden Roemeensche troepen, naar uit Boecharest wordt gemeld, een tegenaanval gedaan hebben, waarin de Bulgaarsche troepen werden afgeslagen. Hiervan is in de Bulgaar sche berichten geen melding gemaakt. Ook over de gevechten aan het Macadoni- sche front zijn de berichten zeer uiteenloopend. Het Fransche legerbericht meldt, dat aan den linkervleugel de offensieve beweging der Servische troepen krachtig wordt voortgezet, en dat de Serviërs daar belangrijke Bulgaarsche stellingen hebben bezet. Aan het Ostrovo-meer zijn gevechten gaande, waarvan het Bulgaar sche bericht zegt, dat bij een Bulgaarschen tegenaanval den vijand op de vlucht werd gedreven, met achterlating van een groot aantal dooden, benevens geweren en ander materiaal. Aan het Stroemafront wordt de beschieting voortgezet, door de Engelsche troepen. En bij den berg Beles zijn Italiaansche troepen in gevecht. Merkwaardig is het bericht uit Berlijn ont vangen, dat het geheele vierde Grieksche leger corps, ongeveer veertigduizend man, dat in de steden Seres, Drama en Kavalla garnizoen hield, en door den opmarsch van het Bul gaarsche leger naar deze steden en naar de Stroema volkomen van het overige deel van Griekenland was afgesloten, naar Duitschland wordt overgebracht en geinterneerd. De rede nen die in het officieele Duitsche bericht voor dit besluit gegeven worden, zijn zeker niet afdoende voor zulk een belangrijk feit Het zal wenschelijk zijn ook van andere, van Grieksche en Entente-zijde de lezing van de oorzaken voor dit besluit af te wachten. Maar het feit, dat een geheel Grieksch legercorps, uitgerust en gewapend, naar Duitschland wordt overgebracht is zeker be langrijk. En het teekent den toestand in Griekenland, die, bij alle verwarring door den oorlog ontstaan, zeker de meest verwarde in geheel Europa is. Officieele communiqué's. PARIJS, 14 Sept. (Havas.) De Fransche aanval van 12 dezer ten noorden van de Som me ondernomen stelde in staat binnen enkele aren den weg van Bethune van den weg van

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1916 | | pagina 1