Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Bekendmaking.
$e Koningin naar
Zeenwicb-yiaandcren.
Stemplicht.
Koninklijk bezoek aan
TER NEUZEN.
No. 2708.
Woensdag 13 September 1916.
27e Jaargang.
aankondigingen van den
Provincialen Stoombootdienst op
de Wester-Schelde,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 76 cent yoor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij Yooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte.
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag - en Zaterdagmorgen by den Uitgever M, DE JONGE, te Ter Neuzen.
De Burgemeester van TER NEUZEN, be
richt ontvangen hebbende, dat Hare Majesteit
de Koningin met gevolg, in den voormiddag
van Woendag 13 September 1916, ongeveer
half tien ure ter gelegenheid eener inspectiereis,
een bezoek zal brengen aan TER NEUZEN,
noodigt de ingezetenen uit, door het uit
steken van vlaggen ingenomenheid te betuigen
met deze heugelijke gebeurtenis,
verzoekt de ingezetenen en bezoekers be
leefd, welwillend te willen medewerken,
dat de Koninklijke stoet overal ongehinderd
zal kunnen voortgaan, en de orde niet
verstoord worde, opdat Hare Majesteit een
gunstigen indruk van het huldebetuigeude
publiek zal ontvangen. Mitsdien wordt met
nadruk verzocht in de straten waar de Konin
klijke stoet zich zal bewegen, de rjjweg geheel
vrij te laten en alleen plaats te oemen op de
stoepen en trottoirs, en vooral niet op te dringen
of met den stoet mee te loopen.
Ter Neuzen, 11 September 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HU1Z1NGA.
van 15 tot en met .30 September 1916.
Ter Neuzen, den 12 September 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Koningin komt.
Ziedaar het nieuws, dat zich Zaterdagavond
als een loopend vuurtje door onze goede veste
verspreidde.
Het was geen loos bericht.
Aan ons bureel stond het reeds vroegtijdig
aangeplakt.
De Koningin komt.
Opeengedrongen met lange halzen stond de
menigte het nieuws te lezen.
Men weet, hoe druk de Zaterdagavond in
onze plaats is door de talrjjke buitenbewoners,
die dan onze hoofdstraten vullen.
En weldra was de tijding ver in het rond
bekend. De een vertelde het den ander met
ingehouden stem, maar vol van spanning.
Ja, de Koningin komt.
Dinsdag verschjjnt ze in Zeelands hoofdstad
en brengt dienzelfden dag reeds een bezoek
aan het land van Cadzand. Dinsdagnacht
verbljjft ze te Middelburg en Woensdagvoor
middag komt ze hier.
Een oorlogsbodem brengt Haar in de nieuwe
haven.
Vandaar gaat het langs Westkolkstraat,
Nieuwstraat, Noordstraat en Kersstraat Daar
de markt.
Vandaar langs de De Jongestraat, Heerengracht,
Vlooswjjkstraat, Grenulaan, de stad uit, over
Sluiskil, door Axel naar Hulst, om terug te
keeren langs Zaamslag en Driewegen.
Koningin Wilhelmina komt een inspectie
tocht maken en het bezoek aan de verschillende
plaatsen zal uit den aard der zaak kort zijn,
al worden hier en daar pogingen aangewend,
waar alleen sprake van een doortocht is, om
de automobiel een oogenblik te doen stoppen
of langzamer te doen rijden.
Want in het bijzonder de kleine plaatsen
willen gelegenheid hebben hunne aanhanke
lijkheid te toonen en hulde te brengen aan
de Landsvrouwe.
Zoo hoorden we reeds van geestdriftige
uitingen te Sluiskil, Zaamslag en Driewegen.
Hulst, Axel en vooral Ter Neuzen zullen
natuurlijk langer van het bezoek profiteeren.
De Koningin zoekt vooral in deze dagen
aanraking met haar leger en haar volk.
En dit wordt door het geheele land ge
waardeerd en versterkt den band tusschen
Vorstenhuis en Natie, die in ons land des
Vredes thans hechter is dan ooit.
In N.-Brabant en Limburg heeft Ze zich
vertoond, in het O. des lands is Ze geweest,
pas vertoonde ze zich op ^lieland en Ter
schelling, thans komt Ze hier.
En overal heeft Ze blijde geestdrift gewekt.
Ook Zeeuwsch-Vlaanderen heeft vaak ge
toond dat het is een onvervreemdbaar deel
van Nederlaud en nu zal het bewijzen, al
blijven manifestaties en luidruchtig feestver-
toon liefst achterwege, dat het wil blijven
onder de hooge en wijze regeering van Ko
ningin Wilhelmina.
Het is onder bijzondere omstandigheden,
dat Nederland's hoogste persoonlijkheid hier
komt, gansch anders dan de vorige maal, toen
en Zeeuwsch-Vlamingen èn onze stamverwan
ten uit België hier hun PDthusiasme op on
miskenbare wijze toonden.
Het is te midden van een' laaienden we
reldbrand, dat H. M. hier komt. Hoe klein,
hoe nietig klein is het Europeesch gebied,
dat nog buiten den oorlog bleef.
Ed al zijn ook bij ons de nooden groot
men denke aan onzen schuldenlast, aan onze
levensmiddelenvoorziening, aan onze veronge
lukte schepen, aan verschillende politieke
verwikkelingen met het buitenland ten
gevoel van dankbaarheid bezielt ons, wijl dit
kleine land nog gespaard bleef voor de woede
van den wereldkrijg, een gevoel van fierheid
tevens, dat we als in ons groot verleden,
wijkplaats en lafenis boden aan vele ballingen
en verdrukten.
Een oogenblik denken wij er aan, hoe de
aspiratie 's van sommige oorlogvoerenden ook
uitgingen naar onze schoone en vruchtbare
landouwen.
Maar dit mogen wij er bijvoegen, dat zoo
een referendum van de inwoners van Zeeuwsch-
Vlaanderen moet beslissen, dat met algemeene
stemmen zou uitgedrukt worden Wij willen
en zullen Hollandsch blijven.
De bezoeken der Koningin aan de verschil
lende deelen van ons land trekken de aandacht,
ze maken een' goeden indruk, ook in het
buitenland.
De Haagsche correspondent van 'de Daily
Express schreef over de huidige kracht van
ons leger, waarmede in de omringende landen
rekening gehouden wordt.
Hij meent, dat onze Koningin door hare
inspectie's, door het aandringen op verbete
ringen, den krachligsten stoot er aan heeft
gegeven, om ons leger zoo sterk te maken.
Overdreven of niet, dergelijke beschouwing
oefent een invloed ten goede in het buitenland.
Wij denken ook aan de woorden Nunc aut
nunquam (Nu of nooit) door H. M. op Haar
portret geschreven, wairmede ze Minister Cort
v. d. Linde op zijn 70en jaardag huldigde.
De beteekenis van die veelzeggende woor
den is nog door niemand beslist vastgesteld.
Maar wjj gelooven met velen, dat ze heb
ben eene hooge, eene edele beteekenie, geheel
in overeenstemming met de wijze, waarop
ons land zijne neutrale verplichtingen heeft
vervuld.
ele gedachten komen ieder voor den geest.
Het bezoek van de Koningin heeft voor
ons grensbewoners, een beteekenis, grooter
dan in andere tijden.
Wij zullen Haar eenvoudig, maar waardig
ontvangen. Als wij, als sinds lange, ook mor
gen den douder van het vernielend geschut
over onze streek hooren galmen, dan zullen
wij in Haar zien de Vorstin des Vredes.
En bij al het lijden nabij onze grenzen,
zal het ons tot rust stemmeD te weten, dat
onze streek niet vergeten wordt in het centrum
van ons land.
Van heeler harte zal het welkom de Konin»
g:n op Haar tocht door onze streek tegemoet
klinken.
En in den roep »Leve de Koningin* zal
onhoorbaar medeklinken uit aller hart »Kome
spoedig de Vrede*.
En nu nog iets.
Er is bij enkele partijen wel eens een drang
geweest de macht van het koningschap te
versterken, den geest onzer staatsinstellingen
te wijzigen.
Ten onrechte, meenen wij.
Want juist door onze staatsinstellingen,
waardoor het volk meer zeggenschap kreeg,
is de glans van het koningschap toegenomen.
Wat een waan was, werd een idee.
Wij willen ons artikel besluiten met de
woorden van Potgieter
„Wat vorstenmacht ook prijs moest geven,
Den geest van vrijer tijd ten zoen,
De schounste roos door 't loof geweven,
't Benijdbaarste is haar nog verbleven,
Het zoete voorrecht goed te doen
Heil het Oranjehuis
land en volk
Heil en vrede ons
De Regeering heeft toegegeven aan den
aandrang, van verschillende zijden in het Voor-
loopig Verslag geoefend, om Stemplicht in te
voeren. Bij nota van wijziging wordt ze thans
imperatief in de Grondwet voorgeschreven. Dat
dit ons buitengewoon genoegen doet, hebben
wij niet te verzekeren we hebben nu jaren
lang voor de invoering van stemplicht gestre
den, en zoowel in dit blad als elders de nood
zakelijkheid daarvan betoogd.
Toch willen wjj nog een enkel woord zeggen
over de uiting in het Voorloopig Verslag,
»dat stemdwang niet in overeenstemming is
te brengen met den vrijheidszin van ons volk*.
Want degeen, van wie deze uiting afkomstig
is, hoort ondei de zeer vele Nederlanders, die
vrjjheid met bandeloosheid verwarren. Waarlijk,
op Nederland is ten volle van toepassing het
woord, dat Madame Roland uitte, vóór zij het
hoofd op de guillotine legde: O, vrijheid, wat
wordt er niet misdreven in uw naam.
loen we aan het begin stonden van onze
sociale wetgevig, werd die door al wat conser
vatief was, in Daam der vrijheid bestreden
toen Borgesius zijn Leerplichtwet gaf, heette
het, dat de vrijheid van de ouders, om hun
jongens ea meisjes de straat te laten slijpen,
niet mocht worden aangetast, al werden daar
door dan ook toekomstige bewoners voor de
gevangenis en bewoonsters voor het bordeel
gekweekt. Komt ge aan een drukbezet loket
aan het postkantoor, dan kunt gij er zeker
van wezen, dat er altijd onder degenen, die
wachten, elementen zjjn, die zich de vrijheid
niet laten afnemen om te trachten vóór hunne
beurt geholpen te worden, en als er eene tram
is, waarbjj de politie geen wakend oog houdt,
zie er dan als fatsoenlek menech maar van af
er in te komen, al waart gij ook de eerst
rechthebbende, want de vrijheidszin* van uwe
medegegadigden zal zeker uwe kleeren, soms
ook uw lichaam in gevaar brengen. Ja, wij
kennen er zelfs, die in eene straat, waarin
Rechts houden* staat, opzettelijk links houdeD,
omdat ze vrij willen blijven.
En zoo is het ook met den Stemplicht. De
Overheid heeft er recht op en behoefte aan te
weten, in welke richting de natie wil, dat de
Regeering zal worden gestuurd, maar duizen
den kiezers maken dit onmogelijk, door niet
te gaan stemmen, en zoo wordt de stembus
uitspraak van duidelijk vertoog vaak niet niper
dan een puzzle. En nu zal de Staat dit euvel
verhelpen door eenvoudig als plicht op te leggen
wat vrijwillig niet scheen te kunnen worden
volbracht, en nu is het hondje weer de poot
af en klinkt de oude galm over den vrijheids
zin ons weer in de ooren.
Vrijheid om zijn plicht te verzuimen, is
echter Diets anders dan bandeloosheid, en hoe
zeer wij ook voorstanders zijn van vrijheid, de
bandeloosheid moet krachtig bedwongen worden.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
In de Dobroedsja heeft het Duitsch-Bul-
gaarsche leger een tweeden zet gedaan, die het
succes van den val van Toetrakan uitbreidt,
door de inneming van Silistria aan den Donau,
een vrij belangrijke stad, waarom herhaaldelijk
in den loop der jaren gestreden werd, wijl bij
Silistria een overgang over den Donau mogelijk
is, zoodat de Turken van deze plaats een stra
tegisch belangrijke vesting hadden gemaakt.
Het was een der voornaamste plaatsen uit het
vroegere Bulgaarsche Dobroedsja-gebied en de
herovering ervan is wellicht ook daarom mede
voor de Bulgaren een nationale overwinning.
Voor de Roemeniërs is deze tegenslag, na
het verlies van Toetrakan, van groote betee
kenis. Wel weten wij niet hoeveel troepen in
de vesting Silistria waren gelegerd en welk
aantal daarvan in handen van den vijand vielen,
maar ook reeds het bezetten van de stad door
de Bulgaren is een verlies en een nieuwe be
dreiging van Boecharest.
Indien namelijk de Duitsch-Bulgaarsche
troepen in staat zijn, den Donau over te trekken
en Boecharest te gaan bedreigen indien het
gevaar van een aanval der vereenigde Russisch-
Roemeensche strijdmacht op hun rechtervleugel
voor hen geen beletsel is hun tocht voort te
zetten.
Dat die bedreiging ernstig is zou men kunnen
opmaken uit de Russische mededeeling, dat
Bazardijk door de Russisch-Roemeensche troe
pen genomen is. Bazardjik of Dobritsj was
verleden week door de Bulgaren bezet. Het
hernemen van die plaats door de Russisch-
Roemeensche troepen toont, dat deze op den
rechtervleugel sterk genoeg zijn, om de ver
binding tusschen de Duitsch-Bulgaarsche troe
pen en hunne basis in Bulgarije te bedreigen.
In dat geval zullen de Duitsch-Bulgaarsche
legers hun opmarsch aan den Donau niet kun
nen voortzetten, nog Boecharest bedreigen.
Aan de westgrens van Roemenië gaat de
inval in Zevenburgen zonder ernstige gevechten
geleidelijk voort. In het noorden wordt de
Maroslinie genaderd, door de bezetting van
Olah-Toplitza, Gyergyo Szt. Miklós en Cszik
Szt. Domokos in het noorden, van Orsova in
het zuiden. In de Transsylvanische Alpen
sloegen de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen
tusschen Petrozeny en Hatszeg de Roemeensche
aanvallen terug, maar later aankomende ver
sterkingen noodzaakten de Oostenrijkers naar
hunne vroegere stellingen terug te trekken.
In de Woud-Karpathen drongen de Russen
door tot op de hoogten ten 0. van het Cibodal,
waar gedeelten van het Oostenrijksche front
werden vermeesterd.
In Boekowina hebben de Duitscne troepen)
TER MIZEISCH VOLKSBLAD.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt
ter kennis van logement-, koffie- en bier
huishouders en verdere ondernemers van voor het
publiek toegankelijke bedrijven, dat van af heden op
het Gemeentehuis op de gewone kantooruren GRATIS
verkrijgbaar zijn