Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Tegenstrijdig.
Kit dt pers.
GEMEENTERAAD.
LANDWEER.
No. 2693.
Zaterdag 19 Juli 1916.
27e Jaargang.
EEG EERINGSEIEREN
Overgang van de Militie
naar de Landweer.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 7B cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 9B cent by vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen by alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Intero. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met B regels BO cent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzea
De P R IJ S der
is deze week ó1/2 cent per stuk.
De Burgemeester van Ter Neuzen.
De Burgemeester der gemeente TER NEU
ZEN, brengt ter kennis van belanghebbenden
hetgeen volgt
1. Op 1 Augustus a.s. gaan naar de land
weer over de dienstplichtigen der militie, be-
hoorende tot de infanterie de wielrijders
hieronder begrepen de vesting-artillerie,
de pontonniers, de genietroepen, de hos
pitaalsoldaten en de adininistratietroepen,
van de militielichting 1908, wier diensttijd
bij de militie werd verlengd tot 31 Juli 1916,
zoomede de dienstplichtigen der Militie, be-
hoorende tot genoemde wapens en dienstvak
ken van de militielicbting 1909 en andere
militielichtingen, die ook in normale tijdsom
standigheden eerst op 1 Augustus 1916 naar
de landweer zouden overgaan.
De militieplichtigen, werkzaam bij den
Motordienst, worden, voor wat betreft den
overgang naar de landweer, beschouwd als
nog tot hun vroeger korps te behooren en
slechts bij den Motordienst te zijn gtdetacheerd.
Indien er zich onder hen personen bevinden,
die vóór of op 31 Juli 1916 den voor hen
in normale tijdsomstandigheden geldenden
mililiediensttijd zouden hebben volbracht, gaan
dezen derhalve naar de landweer over, zoo de
overige militieplichtigen hunner lichting en
van het wapen, waartoe zij in verband met
het bovenvermelde moeten geacht worden nog
te behooren, naar de landweer overgaan.
Van den overgang naar de landweer op
1 Augustus a.s. zijn uitgezonderd zij, die op
31 Juli a.s. in het genot zijn van ontheffing
van den werkelijken dienst, om het even om
welke reden de ontheffing werd verleend.
2. De door dienstplichtigen vroeger ge
noten ontheffing of vrijstelling van den
militiedienst rekent mede als diensttijd en
brengt alzoo geen vertraging in den overgang
naar de landweer.
3. Bij het berekenen van den onder punt
l vermelden diensttijd wordt niet inedege-
rekend
a. de tijd, doorgebracht met uitstel van
eerste-oefening
b. de tijd gedurende welken de dienst
plichtige wegens veroordeeling tot mili
taire gevangenisstraf of tot gevangenis
straf, tot hechtenis of tot militaire
detentie opgesloten is geweest of gedu
rende welken hij preventief opgesloten
is geweest, zoomede de tijd, door den
dienstplichtige dooigebracht in de klasse
van militairen, die aan een gestrengere
krijgstucht zijn onderworpen
e. de tijd, gedurende welken de dienst
plichtige ten gevolge van zijn afvoering
als deserteur niet in de sterkte van
een korps der landmacht was begrepen
d. de tjjd, voor welken den dienstplichtige
het recht werd ontzegd om bjj de ge
wapende macht of als militair geëm
ployeerde te dienen, of voor welken
hij van dat recht werd ontzet, voor
zoover hij daaarvan geen gratie heeft
verkregen.
4. Heeft de dienstplichtige zich schuldig
gemaakt of maakt hij zich schuldig aan eenig
verzuim of eenige overtreding ten aanzien
van de Militiewet en heeft hij de aan het
verzuim of de overtredig verbonden gevolgen
op 1 Augustus a s. nog niet ondergaan dan
wordt, totdat dit zal hebben plaats gehad, zijn
overgang naar de landweer geschorst.
5. De militieplichtige groot-verlofgan
gers, die op 1 Augustus a s. overgaan naar
de landweer en in hun woonplaats binnen
het Kijk verblijf houden, moeten zich in
genoemde maand in persoon aanmelden bij
den Burgemeester hunner woonplaats ter sec
retarie der gemeente en bij deze aanmelding
inleveren hun zakboekje met daarin gehechten
verlofpas. Ten aanzien van den verlofganger,
die bjj zijn overgang naar de landweer niet
gevestigd is of zich niet vestigt in eene Neder-
landsche gemeente, moet onder woonplaats
verstaan worden de Nederlandsche gemeente,
welke hij als zijn woonplaats wenscht beschouwd
te zien, mits hij binnen dertig dagen na den
dag, waarop hij in de positie van verlofganger
der landweer is overgegaan, den wensch daartoe
te kennen geeft aan den Burgemeester van
de daarbij betrokken gemeente. Doet bedoelde
verlofganger deze kennisgeving niet of niet
binnen den bedoelden termijn van dertig dagen,
dan is te zijnen aanzien onder woonplaats te
verstaan de gemeente, waar bij laatstelijk stond
ingeschreven in het verlofgangersregister van
de landweer, c. q. van de militie, dan wel,
indien bij te voren nog niet in bedoeld register
stond ingeschreven, de gemeente, voor welke
hij bij de militie werd ingelijfd.
6. De militieplichtige groot-verlofgan
gers, die naar de landweer overgaan en in
de in punt 5 genoemde maand verblijf hou
den buiten hun in dat punt bedoelde
woonplaats, behoeven zich niet in persoon
aan te melden, doch zijn alsdan verplicht hun
zakboekje met daarin gehechten verlofpas bij
aangeteekenden brief waarin hun adres
duidelijk en volledig moet worden vermeld
toe te zenden aan den Burgemeester dier woon
plaats.
7. Zp, die op 1 Augustus a. s. naar de land
weer overgaan, zijn van dien datum af onder
worpen aan alle voorschriften, voor de land
weer gegeven.
oorts wordt de aandacht gevestigd op de
navolgende bepalingen der Landweerwet:
Artikel 24. De verlofganger van de landweer
meldt zich, voorzien van zijn verlofpas, bin
nen dertig dagen na den dag van zijn over
gang naar de landweer of na dien, waarop
hem de verlofpas is uitgereikt, in persoon aan
bij den burgemeester zijner woonplaats, ten
einde aldaar in het in artikel 26 bedoeld
register (d. i. het verlofgangers-register van
de landweerte worden ingeschreven. Wat
ten aanzien van een verlofganger, die niet
gevestigd is of zich niet vestigt in eene Ne
derlandsche gemeente, is te verstaan onder
woonplaats, wordt door Ons (de Koningin)
bepaald zie punt 5 hierboven.)
De verlofganger van de landweer, die ver-
blpf houdt buiten zijne in het vorig lid
bedoelde woonplaats, kan ter vervulling van
de verplichting, in dat lid omschreven, binnen
den daarin gestelden termijn zijn verlofpas
aan den burgemeester zijner woonplaats bij
aangeteekenden brief toezenden. De verlofpas
wordt hem door dien burgemeester bij aan
geteekenden brief teruggezonden.
Artikel 25. De verlofganger van de landweer,
die zich gaat vestigen in eene andere ge
meente binnen het Rijk dan die, waar hp
in het in artikel 26 bedoeld register staat
ingeschreven, geeft daarvan kennis aan den
burgemeester van laatstbedoelde gemeente
uiterlijk den vijfden dag nadat hjj de plaats,
waar hij gevestigd was, heeft verlaten.
Binnen dertig dagen na den dag, waarop
hjj bedoelde kennisgeving heeft gedaan, meldt
hij zich, voorzien van zijn verlofpas, in per
soon aan bij den burgemeester der gemeente,
waarin hij zich vestigt, ten einde aldaar
in bedoeld register te worden ingeschreven.
De buiten het Rijk gevestigde of zich met
toestemming buiten het Rijk ophoudende
verlofganger, die zich vestigt of weder gaat
verblijven in de gemeente, waar hij in be
doeld register staat ingeschreven, meldt zich
binnen dertig dagen na die vestiging of na
dien terugkeer in persoon aan bp den bur
gemeester dezer gemeente.
Artikel 27. De verlofganger van de landweer
mag niet aangaan eene verbintenis tot uit
oefening van de buitenlandsche zeevaart of
van de zeevisscherij buitenlands, noch zich
achtereenvolgens langer dan gedurende een
jaar buitenlands ophouden, zonder toestem
ming van of vanwege Onzen Minister van
Oorlog.
Bij de toestemming kan de verlofganger
worden vrijgesteld van opkomst onder de wa
penen en van het bp wonen van het jaarlpksch
onderzoek.
Aan de toestemming kunnen zoodanige voor
waarden worden verbonden als in het belang
van den dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28. De verlofganger van de landweer
die artikel 24 of artikel 25 niet naleeft of
in strijd handelt met artikel 27, eerste lid,
kan in werkelijken dienst worden geroepen
of gehouden voor den tijd van ten hoogste
eene maand. De duur van dezen dienst wordt
bepaald door onzen Minister van Oorlog, die
tevens het korps van het leger aanwijst,
waarbjj de werkelpke dienst moet worden
vervuld.
Artikel 29. De verlofgangers van de landweer
worden jaarlijks voor zooveel zp niet in
den loop van het jaar overeenkomstig artikel
11 onder de wapenen zijn gekomen, eenmaal
op den door Ons te bepalen tijd door den
districtscommandant of door een door of
vanwege Onzen Minister aan Oorlog aan te
wijzen autoriteit onderzocht, tenzij Wij het
raadzaam mochten achten dit onderzoek ge
heel of ten deele achterwege te laten.
Aan het onderzoek, in het vorig lid be
doeld, kan naar regelen door Onzen Minister
van Oorlog vastgesteld, een oefening ver
bonden worden zulks evenwel met dien
verstande, dat de tijd voor onderzoek en
oefening, met inbegrip van de heen- en
terugreis, niet langer dan 12 uren in beslag
neme.
Artikel 31. De verlofganger van de landweer
verschijnt bp het onderzoek in uniform ge
kleed, en voorzien
a. van de tot zijne voorgeschreven uit
rusting verder behoorende kleeding en uit
rustingstukken
b. van de wapenen, het ledergoed, de
reglementeu en de dienstvoorschriften, hem
uitgereikt
c. van zpn zakboekje en van zijn verlofpas.
Hij is verplicht om in de gevallen en naar
de voorschriften door Onzen Minister van
Oorlog vastgesteld, voorwerpen, als in dit
artikel bedoeld, in ontvangst te nemen, dan
wei deze in te leveren.
N.B. In November.
Opgave van adres.
Den verlofgangers wordt in hun eigen be
lang dringend aanbevolen, te zorgen dat hun
nauwkeurig adres steeds bp den Burgemeester
der gemeente, waar zp voor de landweer staan
ingeschreven, bekend is, hetzij zij binnenslands,
hetzij zij buitenslands verblijf houden. Aan hen
namelijk, van wie het adres bp, den Burge
meester bekend is, wordt door diens zorg een
persoonlijke kennisgeving toegezonden van bp
openbare kennisgeving te hunnen aanzien ge
dane oproeping onder de wapenen of in wer-
kelpken dienst voor oefeningen, voor straf, tot
het ondergaan van het jaarlpksch onderzoek
of tot het inleveren van militaire goederen.
Zij, die familiebetrekkingen heb
ben, die in het buitenland verblijf
houden en in de termen vallen
van overgang naar de Landweer,
worden uitgenoodigd belangheb
benden te herinneren aan de be
paling van artikel 24 bovenge
noemd en lien in kennis te stellen
met hetgeen hierboven vermeid is
onder „Opgave van adres".
Ter Neuzen, 17 Juli 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Vreemde dingen beleett men toch.
Zoo pas weer had Luctor et Emergo het
over ons ministerie.
Dit naar aanleiding van de disenssie's in de
Tweede Kamer, waarbij de regeering van geene
gedeeltelpke demobilisatie wou weten.
Het anti-rev. blad blijkt met die houding
der regeering in te stemmen, maar moet toch
nog even zeggen, dat het ministerie door zpn
ouderdomswet, algemeen kiesrecht e. a. wets
voorstellen de eensgezindheid in ons land
verstoort.
Nu lette men eens goed op.
Het eene oogenblik jammert de coalitiepers,
dat de eensgezindheid wordt verstoord, als be
langrijke wetsontwerpen worden ingediend.
Dan weer roept ze jubeleud de kiezers te
gemoet Zie je wel, de linkerzijde doet niets,
houdt hare beloften niet, in 1913 afgelegd.
Nu is of bet eene of het andere waar.
Wil de rechterzijde er links op wijzen, dat
de afgelegde beloften moeten gehouden worden,
dan moet ze niet huilebalken over het ver
breken van Godsvrede enz.
Nu ziet men in de Christelijke organen dan
eens de eene uiting en eene week later de
andere.
Dat kan niet, omdat beide meeningen vol
komen tegenstrijdig zpn.
Zouden de lezers van Luctor et Emergo,
van Zelandia e. a. coalitiebladen dit zelf niet
voelen
In ieder geval blijkt uit die opeenvolgende
tegenstrijdige artikelen het onware, leugen
achtige van de z. g. Christelijke politiek.
Laat de linkerzijde daarom met alle macht
trachten te verwezenlijken, wat verwezenlijkt
kan worden.
Wenscht de rechterzijde van hare overmacht
in de Eerste Kamer gebruik te maken om
verschillende goede, hoogst belangrpke wetten
uit het Staatsblad te houden, dan kunnen
wp er na ons ernstig willen en pogen straks
op wpzen, dat het niet aan ons ligt, maar
aan de tegenwerking der coalitie.
Rustig en ernstig daarom getracht om te
doen, wat gedaan kan worden.
Het Katholieke orgaan »Het Huisgezin»,
schrpft over het Voorloopig Verslag op de
voorstellen tot Grondwetsherziening o. a.
»Zooveel blijkt vast te staan, dat het alge
meen mannenkiesreebt cp stemmen van Rechta
betrekkelijk veel stemmen mag rekenen,
TER MM1SCR VOLKSBLAD.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
Donderdag den 27 Juli 1916, des voormiddags ten
10 ure.
Ter Neuzen, den 19 Juli 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.