Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
Dctcr besef?
Bekendmaking.
Gedeputeerde Staten Yan Zeeland,
No. 2690.
Woensdag 12 Juli 1916.
27e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 76 eent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 96 oent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekhandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 6 regels 60 oent; elke regel meer
10 cent. By abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken W oeiisdag- en Zaterdagmorgen by den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen, ter voldoening aan de mis-
sieve van heeren Gedeputeerde Staten van
Zeeland, ddo 30 Juni 1916, No. 103, 2e Af-
deeling, ter kennis van de ingezetenen het
navolgende besluit
beschikkende op het verzoek der Zeeuiosch-
Vlaamsche Tramweg-Maatschappij te Neuzen van
29 Januari 1916, A no. 2404, om vergunning
tot het leggen van spoorstaven in wegen ten
behoeve van den aanleg en de exploitatie van
een stoomtramweg van Philippine over Hoek
naar Neuzen met eene zijlijn naar de aanleg
plaats der Provinciale booten van Neuzen naar
Vlissingen en Hansweert
gezien de daaromtrent ingewonnen berichten
en het Reglement op de tramwegen in Zeeland-,
overwegende, dat de Raad der gemeente
Philippine gewezen heeft op de wenschelijkheid,
dat aan beide zijden van de doorsnijding van
den Zeedijk van-den-Vergaertpolde" (no. llóis
van den ligger der wegen en voetpaden in
die gemeente) bij tramhectometer 14,5, een
steenen trap worde aangebracht
overwegende, dat deze weg bij het genoemde
snijpunt kan worden verlegd naar den bestaan-
den op- en afrit, waardoor de bedoelde trap
pen overbodig worden
overwegende, dat G. Tollenaar te Hoek en
Jacs. de Jonge Jozzn. te Neuzen in de door hen
ingediende bezwaarschriften niet ontvankelijk
zÜni wijl zij geen onderhoudsplichtigen zijn
van de wegen, waarin daar ter plaatse de spoor
staven zullen worden gelegd
overwegende, dat verder tegen de overgelegde
plannen geen bezwaar bestaat, behoudens dat
de Grooteweg (no. 1 van den ligger der wegen
en voetpaden in de gemeente Hoek), ter plaatse
van de kruising met den tramweg bij tram
hectometer 56.7, niet verlaagd worde en dat
de berm van de Westkolkstraat (no. 59 van den
ligger der wegen en voetpaden in de gemeente
Neuzen, waarin spoorstaven zullen gelegd wor
den ten behoeve van de zijlijn, tusschen de
buitenspoorstaaf en de keibaan Toorzien worde
van klinker- of keibestrating, zoodat deze berm
voor het gewoon verkeer beschikbaar blijft;
overwegende, dat noch het algemeen belang
noch het wegsbelang zich tegen bet verleenen
der vergunning verzet
besluiten
I. behoudens de burgerlijke rechten van
derden, de Zeeuwscli Vlaamsche-Tramweg-Maat
schappij, of bij naasting van den tramweg door
den Staat der Nederlanden aan dezen vergun
ning te verleenen tot het leggen van spoor
staven ten gebruike van spoorwagens, ter plaatse
als is aangewezen op de door de adressante
bij haar verzoekschrift overgelegde gewaar
merkte situatieteekeningen op de schaal 12500,
1 1000 en 1 500 en dwarsprofielen op de
schaal 1 100 en met inachtneming van de
hiervoren bedoelde wijzingen, in de navolgende,
ten dienste van het algemeen bestemde wegen
in de gemeente Philippine:
den Oude-Zeedijk (enkel kruising), no. 11
ter van ligger
den Stations-toegangsweg (enkel kruising), no. 3
van den ligger der toegangswegen naar spoor
wegstations en halten in Zeeland;
den Zeedijk-van-den-Vergaertpolder(tweemaal
kruising) no. lltó van den ligger;
in de gemeente Hoek
den Langeweg in den-van- Wuijckliuisepoider
(enkel kruising), niet in den ligger
den Zeedijk-van-den-Nieuw- Westenrijkpolder
(enkel kruising), no. 24 van den ligger
den Binnendijk (dubbele kruising), no. 23
van den ligger
de Oud- Westenrijkpolder straat-II (dubbele
kruising), no. 22 van den ligger
den Goeschepolderdijk-11 (enkel kruising),
no. 20 van den ligger
den Grootenweg (enkel kruising), no. 1 van
den ligger
in de gemeente Neuzen
den Piermansdijk-1 (enkel kruising), no. 34
van den ligger
de Westkolkstraat, gedeelte van no. 59 van
den ligger
II. aan deze vergunning te verbinden de
navolgende voorwaarden en bepalingen
Art. 1. De spoorwijite bedraagt 1 M. tus-
scben de binnenkanten der spoorstaven.
Art. 2. 1. De beweegkracht wordt voort-§
gebracht door werktuigen, welke door stoom
worden gedreven.
2. De grootste snelheid waarmede gereden
mag worden, bedraagt 35 K.M. per uur.
Art. 3. §1. De vergunning wordt verleend
voor 50 jaren ingaande met den dag waarop
de verklaring van aanvaarding, bedoeld bij de
volgende paragraaf, ter Provinciale griffie'zal
zijn ontvangen.
2. Binnen drie maanden na de dagtee-
kening van deze vergunning moet de conces-
sionarisse bij eene op gezegeld papier geschre
ven akte verklaren, dat zij de vergunning onder
de gestelde voorwaarden aanvaardt.
3. Voor 1 Januari 1917 moet de exploita
tie van den stoomtramweg aangevangen zijn.
Art. 4. Binnen een jaar na de dagteekening
van deze vergunning most door de concessi-
onarisse zekerheid worden gesteld tot een
reëel bedrag van 800,— in hypotheek, geld
of rentegevende schuldbrieven.
In de laatste twee gevallen worden het geld
of de schuldbrieven door de concessionarisse
tot genoégen van Gedeputeerde Staten bij de
Nederlandsche bank in bewaring gegeven alle
daaruit voortvloeiende en aan de inning der
coupons verbonden kosten, komen voor rekening
van de concessionarisse.
Art. 5. De concessionarisse is verplicht
a. te gedoogen, dat door hen, die met het onder-
boud of het beheer der wegen zijn belast, aan
die wegen worde verricht, alles wat tot onder
houd of vernieuwing vereiscbt wordt
b. op bare kosten de voorzieningen en verdere
werken uit te voeren, welke ten gevolge van
den aanleg of de exploitatie van den stoom
tramweg moeten worden verricht aan de we
gen, de daarin gelegen duikers, heulen en
kokers, en hetgeen verder daartoe behoort;
onder deze voorzieningen zijn ook begrepen
het voor zooveel noodig zorg dragen voor de
behoorlijke afwatering der wegenhet aan
brengen en verleggen van kunstbedekking en
het verbreeden der wegen, zoodat ten minste
6 M. vrije wegsbreedte, gerekend van de bin-
nenspoorstaaf af, voor het gewone verkeer
beschikbaar blijft, waarvan bij nauwe wegs-
gedeelten tusschen gebouwen als anderszins,
volgens aanwijzing van Gedeputeerde Staten
en onder nader te stellen voorwaarden, kan
worden afgeweken daartoe vooraf tijdig
duidelijke plannen, toegelicht door teekenin-
gen, met ingeschreven maten, te onderwerpen
aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten,
die den onderhoudsplichtige booren
de bestratingen tusschen de spoorstaven met
eene strook langs de buitenzijde van elke
spoorstaaf, ter breedte van 0.75 M., op hare
kosten in goeden staat te onderhouden, met
door de onderhoudsplichtigen beschikbaar te
stellen materiaal zoo noodig te vernieuwen,
schoon te houden en daarbij te zorgen, dat
de bovenkant op gelijke hoogte blijft liggen
met dien der overige bestrating.
Art. 6. Waar de spoorstaven gelegd worden
in de niet verharde gedeelten der wegen, worden
zij zoo geplaatst, dat de binnenspoorstaven op
een afstand blijven van ten minste 0,75 M. uit
de kantlijn der bestrating of den zijkant der
verharding.
c.
Zoo noodig wordt hiertoe de bestrating of de
verharding uitgebroken en verlegd, geheel vol
gens aanwijzing van Burgemeester en Wethou
ders.
Art 7. 1. Waar voor den aanleg van
de trambaan bestratingen moeten worden op
gebroken of uitgebreid, geschiedt de herbe
strating met uitkomend materiaal, voor zoover
daartoe geschikt, en voorts bij deze en de
nieuwe bestrating met nieuwe keien of klin
kers van geene mindere soort dan de aanwe
zige in zuiver zand.
2. Indien voor het leggen van de tram
baan verandering noodig is van het dwarspro
fiel der bestrating of andere kunstbedekking
van den weg, moet deze over de geheele breedte
des wegs plaats hebben met geleidelijke aan
sluiting aan de blijvende gedeelten.
3. Indien steile hellingen of andere oor
zaken aanleiding geven tot ophooging of in
graving van het wegsgedeelte. waarin de tram
baan wordt gelegd, is de concessionarisse ver-
picht, indien Gedeputeerde Staten zulks in bet
belang van het gewone verkeer noodig achten,
den weg ter volle kruinsbreedte dezelfde be
werking te doen ondergaan, met bijlevering
van bet benoodigde.
4. Waar de trambaan wegen kruist en
met het bovenvlak der spoorstaven daarboven
of daarbeneden gelegen is, moet de concessi
onarisse den overgang door bekwame op- en
afritten ter beoordeeling van Gedeputeerde
Staten, herstellen.
Art. 8. 1. De grondspecie, welke bij
den aanleg van de trambaan beschikbaar komt,
moet volgens aanwijzing van Burgemeester
en Wethouders gebezigd worden tot verbete
ring van weg en bermen, of, indien dit noodig
is, buiten den weg worden vervoerd.
2. Voor zooveel noodig worden de sche
ringen, lantaarn-, kilometer-, schamp-, schei
ding- of andere palen, zoomede langs de wegen
aanwezige onderhoudsmaterialen, door de con
cessionarisse tot genoegen van Burgemeester
en Wethouders opgeruimd en verplaatst.
3. In de behoeften van bergplaatsen
voor onderhoudsmaterialen voor de wegen
wordt door de concessionarisse tot genoegen
van Burgemeester en Wethouders voorzien.
Art. 9. 1. Het bovenvlak der spoor
staven en wissels wordt gelijk gelegd met de
aansluitende rijbaan der kunstwegen, zoodat
geen hinder aan het verkeer over die wegen
wordt toegebracht.
2. concessionarisse is verplicht, bij krui
sing van openbare wegen, de trambaan vol
gens het straatbaanstelsel te maken en kei
of klinkerbestratingen te leggen, te onderhou
den, en zoo noodig te vernieuwen in recht
hoekige vakken, waarvan de twee zijden in
de strekking van den weg reiken tot ten
minste 0.75 M. buiten de spoorstaven, ver
krijgende deze bestratingen haaks op den weg
ten minste eene lengte voor openbare wegen
van 5 M., voor andere wegen en uitgangen
voor landerijen van 3 M., en voor uitgangen
van woningen en voor voetpaden van 1 M.
3. Bij aanleg of verbetering van wegen
is de concessionarisse verplicht, de daartoe
vereischte bestrating tusschen en tegen de
spoorstaven toe te laten, ter beoordeeling van
Gedeputeerde Staten.
4. De stalen spoorstaven volgens het
systeem van Vignole, wegende 25 K.G. per
M., worden in een voldoend, behoorlijk ge
draineerd, ballattbed bevestigd op tegen bederf
bereide houten dwarsliggers van ten hoogste
2 M. lengte.
tn de verharde wegen en bij kruising van
niet verharde wegen worden, met toepassing
van het straatbaanstelsel, stalen spoorstaven
van denzeltden Vignolevorm gelegd met stalen
contra-rails, zwaar -j- 11.2 K. G. per M. in
openbare wegen worden zij bevestigd op als
vorenbedoelde dwarsliggers en op 9 cM. hooge
gegoten jjzeren straatklossen,
5. De aanleg van den tramweg heeft
overigens, voor zooveel door de vorenstaande
bepalingen daarin geene wijziging noodig is,
plaats, wat ligging, inrichting en constructie
betreft, geheel overeenkomstig de door de
concessionarisse bij baar verzoekschrift over
gelegde gewaarmerkte teekeningen, en voorts
volgens de nog nader aan de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten te onderwerpen detailsi
tuaties op eene schaal van 1 a 500 en de
noodige detailteekeningen.
Art. 10. Het wegruimen van sneeuw en ijs
van den tramweg geschiedt steeds zóó, dat die
stoffen niet op den weg worden gebracht.
Daarentegen zal de concessionarisse geene
schadevergoeding kunnen vorderen, wanneer
dergelijke stoffen bij de opruiming, daar waar
dit in het belang van de onder 1 bedoelde
wegen noodzakelijk is, van deze op de tram
baan mochten komen.
Art. 11. Indien omtrent de uitvoering der
in deze vergunning bedoelde werken verschil
ontstaat tusschen Burgemeester en Wethouders
en den concessionarisse wordt het geschil aan
de beslissing van Gedeputeerde Staten onder
worpen.
Art. 12. 1. De uitvoering en het onder
houd der werken door de concessionarisse ge
schiedt onder toezicht van de ambtenaren van
den Provinciale waterstaat, aan wie, ter ver
zekering van de naleving der gestelde voor
waarde en van het Reglement op de tramwegen,
te allen tijde toegang tot de werken wordt
verleend.
2. De concessionarisse stelt ter beschik
king van Gedeputeerde Staten vijf exemplaren
van alle teekeningen en verdere bescheiden
omtrent den aanleg van den weg.
3. De concessionarisse geeft tijdig, schrif
telijk en vrachtvrij, aan den Hoofdingenieur
van den Provicialen waterstaat in Zeeland,
kennis, wanneer met de uitvoering zal worden
aangevangen.
Art. 13. De concessionarisse onderwerpt
zich door de aanvaarding dezer vergunning
aan alle bepalingen, welke door de Provinciale
Staten voor de tramwegen zijn of worden vast
gesteld.
Art. 14. De concessionarisse is verplicht
om bij de aanvaarding der concessie
lo. zich te verbinden tot de naleving der voor
waarden van de verguning
2o. Gedeputeerde Staten te machtigen, om,
indien zij nalatig is of weigert aan hare
verplichtingen tegenover de Provincie be
hoorlijk uitvoering te geven, in hare plaats
op hare kosten het noodige te verrichten
of te doen verrichten.
Middelburg, 30 Juni 1916.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
DIJl KMEES FER, Voorzitter.
KRUSEMAN, Griffier
Ter Neuzen, 7 Juli 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. VISSER, Lo Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
t Schijnt, dat men thans aan de rechter
zijde over de verkiezingsmanieren van links
het stilzwijgen zal bewaren.
Al hebben de jongste verkiezingen aan de
linkerzjjde niet genoegzaam opgebracht om
ons zekerheid te geven, voor de belangrijke
wetten, die behandeld moeten worden, toch
mogen we met een gevoel van voldaanheid op
de jongste herstemmingen terug zien.
In verschillende provinciën beeft de coalitie
verliezen te boeken. En in de recb'sche organen
geven de artikelen duidelijke blijken van on
tevredenheid.
En geen wonder men meende daar bij
zonder sterk te staan,
TER \EIZE\S( H VOLKSBLAD.