Vrijzinnig Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
jfaar ouden Trant.
£ett« Vreemde aanbeveling.
fti; het in de Kraam
te pas Komt.
Een Verdedigbaar samengaan.
No. 2685.
Zaterdag 24 Juni 1916.
27e Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 75 cent voor binnen en buiten Ter Neuzen.
Voor België 95 cent bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij alle
Boekbandelaren, Brievengaarders en den Uitgever.
3
Telef. Interc. No 15.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 50 cent; elke regel meer
10 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letters naar plaatsruimte-
Redactie-adres: Noordstraat 10, Ter Neuzen
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag- en Zaterdagmorgen bij den Uitgever M. DE JONGE, te Ter Neuzen.
»De Standaard* van dr. Kuyper heeft enkele
dagen geleden een artikel opgenomen, waarin
een opsomming voorkomt van al Het goede,
dat Colijn gedaan heeft als Minister van Oorlog.
Het artikel bevatte tevens een verontwaardigd
protest tegen het feit, dat een tweetal leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
de heeren Ter Spill en Ter Laan, dien oud-
Minister beschuldigden van het ernstig ver
zuim, dat hij niet tegelijk met de leger-uit-
breiding had gezorgd voor een behoorlijken
zieken-dienst. Dit wordt dan een ^laaghartige»
taktiek in »de Standaarde geheeten, aange-
baaldals een voorbeeld van den laster in de
vrijzinnige manieren.
Nu achten wij het dringend uoodig, schrijft
»Vooruit«, in die beweringen eens recht te
zetten, wat op zijn kop is geplaatst.
Want de geheele aanleiding tot het noemen
van Minister Colijn in het debat over den
militairen geneeskundigen dienst was een
stukje in »De Standaard* zelf, dat niet ten
onrechte in de Tweede Kamer een schandaal
is genoemd.
In »De Standaard* toch van 23 Mei ver
scheen een driestar geheel in de lijn van
zooveel andere, die alle gebreken van ons leger
op schuld der linkerzjjde schuiven waarin
de fouten in den militairen geneeskunligen
dienst werden gedoodverfd als een «liberale
ergernis* en waarin onder meer de enormiteit
werd verkondigd, dat »er nu onder de gemo-
biliseerden zijn, die, als gevolg van gebrekkige
behandeling, voor hun leven lang ongelukkig
zijn geworden of zelfs wegstierven, waar, had
Links zijn plicht gedaanvan levens-gevaar
nauwelijks sprake zou geweest zijn.»
Tegen dit perfide stukje is de heer Ter Laan
te weer getrokken. Hij herinnerde ei aan,
hoe hij onder den anti-revolutionairen Minister
Colijn namens zijn partij aan dezen »den eisch
had gesteld van een behoorlijken zieken-dienst,
omdat het eenvoudig onverantwoordelijk was,
de nieuwe Militiewet met haar zooveel sterkere
lichtingen in te voeren, zonder dat men hier
voor had gezorgd*. Maar Minister Colijn heeft
niet aan dien eisch voldaan.
En wat voorts den heer Ter Spill betreft,
deze heeft zich ook in heel anderen geest
uitgelaten dan door »De Standaard* voorge
steld wordt.
Hij rekende het was op 25 Mei j.l.
aan de Kamer voor, dat een afdoende regeling
van den geneeskundigen militairen dienst een
regelmatige jaarlijksche uitgave van millioenen
met zich brengen zal. En daarop liet hij toen
volgen
»Deze moeilijkheid geeft mij ook de ver
klaring van het feit, dat vroegere Ministers
van Oorlog altjjd weinig zin hebben gehad,
aan deze zaak te beginnen, en dat ook
de Minister Colijn bij de aanmerkelijke uit
breiding van het contingent door de gewijzigde
Militiewet het ernstig verzuim heeft gepleegd,
om niet tevens in de uitbreiding van den ge
neeskundigen dienst te voorzien*.
En dan werd verder door mr. Ter Spill be
toogd. dat het begrijpelijkwas, dat ieder
Minister van Oorlog, onverschillig van links
of van rechts, tegen deze enorme uitgaven
opzag.
Dit nu wordt als vrijzinnige laster, als een
«laaghartige taktiek van de linkerzijde* ge
kwalificeerd
Welk een akelige geestes-gesteldheid spreekt
uit dat pogen eerst om een ander door on
ware beweringen zwart te maken, en dan, als
de aangevallene zich verweert, hem als minder
waardig, als een »laaghartig« lasteraar te be
stempelen, maar de zelf-gegevsn aanleiding tot
het veaweer te negeeren, en van die verdedi
ging een volslagen onjuiste voorstelling aan
de lezers voor te leggen
Heel «christelijk* kunnen wjj het niet vinden.
Men beleeft in de politiek soms vreemde
dingen.
Zoo was Zelandia totaal vergeten, dat ook
protestanten (acti-rev. en Chr.-hist.) hunne
stemmen zouden uitbrengen op de Roomsch-
Katholieke candidaten.
En ze riep de kiezers op, deze vier candi
daten te stemmen om hunne aanhankelijkheid
aan den Paus te bewijzen.
De anti-rev. en chr.-hist. in Zaamslag,
Axel, Hoek en Ter Neuzen moesten dus hunne
aanhankelijkheid aan den Paus toonen.
Jammer, dat deze kiezers (enkele uitgezon
derd) dit Zelandianummer niet onder de oogen
kregen.
Het zou enorme winst voor den vrijzinnigen
candidaat Poppe geweest zijn.
We kunnen Zelandia en haar redacteur
niet genoeg dankbaar zijn voor zoo'n verkie
zingsnummer en hopen, dat het eene volgende
maal wat ruimer verspreid wordt.
Dat kan ons heel wat propaganda besparen.
Wezen we er in het vorig nummer van ons
blad op, hoe verschillende, vooral Christelijke
organen, geen open oog hadden voor de na-
deelen van den uitvoer van verschillende ar
tikelen, nu mogen wij er aan herinneren, hoe
een blad als de a. r. Rotterdammer een drietal
weken voor de verkiezing met zijne aanmer
kingen afkwam.
Ons trof het onmiddellijk, dat dit stadsblad
den strijd begon tegen iets wat in de platte
landsbladen steeds verdediging vond.
Erger was het, wat in Rotterdam bij de
stemming geschiedde.
Daar werd van rechtsche zijde een billet
verspreid om kiezers voor de Christelijke par
tijen te werven en als motieven moesten dienen
de dure levensmiddelen en de uitvoerpolitiek.
Men moet met een verleden als juist de
Christelijke partgen op dit gebied hebben,
toch maar durven.
Het Chr.-Hist. Kamerlid Snoeck-Henkemans
achtte zich dan ook verplicht tegen dit unfaire
optreden zijner coalitiegenooten te protesteeren.
Het kan gek gaan.
Men keurt maanden openlijk en stilzwijgend
de gevolgde politiek goed.
Er ontstaat op zeker oogenblik ontevreden
heid, die zich begint te uiten.
En onmiddellijk is men er als de kippen
bij, om hiervan voor partijdoeleinden gebruik
te maken.
Ook bij de kamerdebatten kwam dit uit.
Misschien, dat er één gunstig gevolg kan
zijn.
Dat de tot heden gevolgde gedragslijn ge
wijzigd wordt, waarvoor juist wij als vrijzin
nig orgaan reeds maanden geijverd hebben,
terwijl juist de Christelijke organen en par
tgen ons hierin tegen stonden.
De verkiezingen zijn niet in het voordeel
der linksche partgen atgeloopen.
Al kan pas na afloop der herstemmingen
de balans volledig worden opgemaakt, vast
staat, dat Zuid-Holland niet omgaat en dat
dus de Eerste Kamer rechts blijft.
Thans worden de linksche partijen practischer.
In de meeste provinciën is een accoord tus-
schen socialisten en vrijzinnigen getroffen, om
elkaar wederkeerig te steunen.
Daartoe is een terugtrekken van candidaten
van beide partjjen in verschillende districten
noodig geweest.
Want hier en daar waren van die driehoeks
verkiezingen, b.v. twee vrijzinnigen en één
socialist in herstemming met een coalitieman,
wat natuurlijk altgd winst voor den laatste
beteekende.
Zoo kan het voorkomen, dat in een sterk
linksch district toch een rechtsche candidaat
wordt gekozen.
Dit tracht men thans terecht te voorkomen.
Dat nu de vrijzinnigen zich niet laten mis
leiden door de leuze, die de kerkelijke partgen
reeds bij en vóór de eerste stemming aan
hieven rechts tegen rood.
Er is niets tegen, elkaar tijdelijk op reëele
grondslagen te steunen.
Men versta toch, dat zoo'n samengaan mo
reel minder aanvechtbaar is, dan de coalitie
der kerkelijke partijen, die den godsdienst als
richtsnoer hunner politiek gebruiken, terwijl
juist die godsdienst hun verdeelpunt is.
Met meer reden dan de kerkelijke partijen
hun leuze aanheffen, mogen wij hun toeroepen
Linksch tegen zwart.
DE OORLOG.
De algemeene toestand.
Het bericht, dat de Russische troepen van
generaal Leschitzki door de strijdmacht van
generaal Pflanzer-Baltin, in de Boekowina,
zouden zijn gebroken en het eene deel tegen
de Roemeensche grens aangedrukt, het andere
naar de Karpathen gedreven zouden hebben,
is in de officieele Russische berichten niet
bevestigd.
Klaarblijkelijk is het een te Petersburg
loopend gerucht geweest, dat door een agent
van Reuter 's Telegraafmaatschappij dadelijk
als een feit werd gemeld. De tweede mede-
deeling er over, van Havas uit Parijs, was
niet meer dan een herhaling van het eerste
bericht.
In het officieele Russische legerbericht van
den generalen staf is echter niets wat het
Reuter-telegram bevestigd. Maar het geeft wel
den sleutel voor het begrip, hoe dit telegram
in de wereld gekomen is.
In dat officieele bericht van het Russische
leger wordt gemeld De uiterste linkervleugel
van de Russische troepen is de Sereth over
getrokken.
Dat beteekend Na de inneming van Tsjer-
nowitsj, waarbij de Proeth geforceerd werd,
rukten de Russen, aangeleund aan de grens
van Bessarabië en van Roemenië naar het
zuiden, achter de terugtrekkende Oostenrijksch-
Hongaarsche troepen van Von Pflanzer-Baltin,
die van de Proeth naar de Sereth trokken.
Men bad kunnen verwachten, dat achter de
Sereth de Oostenrijkers stellingen hadden aan
gelegd, waarin zij de aanstormende Russische
troepen konden opwachten doch het schijnt,
dat Von Pilanzer-Baltin dit niet deed. Of
hij de Sereth verdedigd heeft, is uit de ver
schillende Russische en Oostenrgksche berich
ten niet op te maken. Maar wel is het dui
delijk, dat ook aan de Sereth de opmarsch
der Russen niet kon worden tegengehouden,
maar dat de overgangen over die rivier door
Leschitzhi 's leger konden worden geforceerd.
De eerste berichten van dien overtocht
over ie Sereth, ten zuiden van Tsjernowitsj
konden nu in Petrograd zeer goed den indruk
gewekt hebben, dat daarbij Russische troepen
tusschen de deelen van het leger van Pflan
zer-Baltin waren doorgedrongen. t)eze mee
ning, al spoedig als feit aangenomen, gaf
den agent van Reuter aanleiding het bericht
te seinen, dat Russische troepen het leger
van Pflanzer-Baltin in twee deelen hadden ge
scheiden.
Ware dat het geval geweest, dan zou daar
van echter in het officieele Russische bericht
niet volkomen gezwegen zijn. Het zou zulk
een belangrjjk feit zijn in dezen oorlog, waarin
tot dusver elke doorbraakpoging mislukt is,
van welke zijde dan ook ondernomen, dat ge
neraal Broesilof daarover niet het stilzwijgen
zou hebben bewaard.
Terwijl dus generaal Leschitzki naar het
zuiden oprukt, de terugtrekkende troepen van
generaal Pflanzer-Baltin vervolgend, poogt in
het noordelijk deel van het Oostenrgksche front
generaal Scherebatjef nog steeds de Oosten-
rijksch-Duitsche troepen, die onder bevel van
generaal Von Linsingen staan, tot den terug
tocht te noodzaken.
In het gebied van den Styr en de Stochod,
tusschen Kowel en Loezk, woedt hevig de
strgd, en naar het schijnt met zeer afwisselend
succes. Krachtig golft de strgd op en neer;
maar het is nog niet te voorzien, hoe de
einduitslag hier wezen zal. Het dorp Groe-
ziatyn is herhaaldelijk van de eene hand in
de andere overgegaan, meldt het Russische
bericht. En dit verklaart, waarom Von Lin
singen melden kon, dat bij Groeziatyn de
Russische troepen, die daar oprukten, door
een tegenaanval werden afgeslagen, terwijl
het Russische bericht meldt, dat de Russen
er binnen drongen, doch door het hevige
Duitsche vuur genoodzaakt waren het weder
te ontruimen.
Meer naar het zuiden, aan de Stochod, ten
noordoosten van Kiselin, werd eveneens zeer
hevig gevochten. De Duitsche pogingen om
daar vooruit te trekken stieten op zeer krach-
tigen tegenstand der Russen. En het Rus
sische bericht voegt daaraan toe, dat ten slotte
de Russische regimenten hen in een onstuimigen
aanval op de vlucht sloegen.
Hetzelfde gebeurde bg Raymiesto aan de
Stochod, waar eveneens de Duitsch-Oostenrgk-
sche troepen voor de Russische overmacht
moesten wjj ken.
Uit deze mededeelingen blijkt wel, dat de
strijd bij Kiselin, tusschen de Stochod, de Toerya
en de Styr met groote kracht aan beide zjjden
wordt voortgezet.
In het centrum echter, waar de vroegere
Russische minister van oorlog, generaal Sacha-
rof het bpvel voert, tegenover de Duitsch-
Oostenrijksche troepen van Von Bothmer, is
de toestand onveranderd. Van Russische zjjde
wordt over dit front niets gemeld het Duit
sche bericht maakt evenmin van eenige actie op
dit froutgedeelte melding.
Hieruit zou men mogen opmaken, dat het
plan van den generaal Broesilof is, te pogen
de stellingen tusschen de Pripjet en de Roe
meensche grens door het omvatten van de beide
vleugels in te drukken.
Vandaar zijn krachtig optreden aan de Styr
en de Stochod, in het noordelijk deel van dit
front, aan de Proeth en de Sereth in het
zuidelijk, en de schjjnbare werkeloosheid in
het centrum. Zou hij er in slagen in het noor
den en in het zuiden den vijand tot wijken
te brengen, dan moet het Oostenrijksche cen
trum, dat aan de Strypa staat, wel volgen,
De Oostenrjjksche legers moesten reeds in
dit gedeelte hunne oorspronkelijke stellingen
opgeven en werden genoodzaakt tot achter de
Strypa terug te trekken. Zij zullen de bewe
ging van den rechter- en linkervleugel moesten
volgen, wanneer deze tot den terugtocht ge
noodzaakt zijn. En generaal Broesilof hoopt
dan, wanneer zijn centrum niet verzwakt en
door voortdurende gevechten uitgeput is, zijn
tegenstander hier den meest krachtigen stoot
te kunnen toebrengen. Een terugtrekkend
leger, dan een krachtigen, frisschen vijand
achter zich heeft, geeft hem wellicht de kans,
om een grooten slag te slaan
Maar voor het oogenblik is het nog niet
zoo ver. Nog wordt aan de beide vleugels
de strijd voortgezet. In het noorden met minder
succes dan in het zuiden. Maar de opmarsch
is nog niet zoover gevorderd, dat het centrum
zjjn stellingen zal moeten opgeven,
TER NEIIZEM VOLKSBLAD.